108 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Mei 1905. richtingen te maken. Men moet de reservoirs langs pneumatischen weg leegpompen. Zeker zullen die groote kosten velen afschrikken en daardoor juist zal er geen vrees behoeven te bestaan dat de uitzonderingen op den regel te talrijk zullen zijn. Toch kan het soms van belang zijn, zooals voor hotels en ziekenhuizen, dat een ander systeem van loozing kan worden toegepast, dan het wis- seltonnen-stelsel. Daarom wil spreker vrijstelling mogelijk maken. De heer Duparc wenscht met een enkel woord den heer van Ketwich Verschuur te beantwoorden, die meent, dat men de zaak hier wel principieel onder de oogen kan zien omdat het een hygiënische quaestie is, die direct in verband staat met de Woningwet. Wat echter de heeren van Ketwich Verschuur en Beekhuis willen is ontegenzeggelijk in strijd met de hygiëne. De heeren Troelstra en van Ketwich Verschuur heb ben gewezen op het bezwaar voor boerenwoningen, die ver af zijn gelegen. Tot dusver echter is hier, in den Raad, van eenig bezwaar omtrent deze woningen nooit iets vernomen. Het schijnt evenwel door anderen te zijn gehoord; nu zij het spreker vergund, te doen op merken, dat dit niet de ware reden is, waarom men de wijziging wilhet zit niet in de boerenwoningen, er schuilt heel iets anders achter. Spreker wil er in het openbaar niet over uitweiden, doch men zal hem wel hebben begrepen. Wat men ook, gelijk de heer Beekhuis, moge zeggen, ook bij toepassing van het closet-stelsel blijft het gevaar bestaan, dat faecale stoffen, afkomstig van lijders aan besmettelijke ziekten, ook in verdunden toestand een gevaar voor de openbare gezondheid ople veren. Het amendement-Haverschmidt, in stemming gebracht, wordt aangenomen met lti (algemeene) stemmen. De heer Wolff was inmiddels vertrokken. De beraadslaging blijft geopend over het amendement- Troelstra. De heer Jansen vraagt of het niet beter zou zijn, in het amendement-Troelstra te spreken van afgelegen wo ningen, waar nu buurten" staat. Zijn er wel afgelegen buurten Woningen komen meer voor. De heer Troelstra huldigt de opvatting, dat het meer dere het mindere insluit. Waar gesproken wordt van buurten, vallen ook afgelegen alleenstaande woningen daaronder. De bedoeling is, om overal, waar toepassing van het tonnenstelsel niet mogelijk is, de vergunning tot vrijstelling mogelijk te maken, maar dan toch nog voor waarden te stellen als dit noodig wordt geacht. Zoo als het artikel nu luidt, is het onmogelijk toe te passen. De heer van Ketwich Verschuur stelt als sub-amende ment voor, om te schrappen uit het amendement-Troel stra de woorden„voor afgelegen buurten", zoodat de nieuwe alinea zou luiden „Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling van deze bepalingen vcrleenen onder door hen te stellen voor waarden." Het sub-amendement wordt ondersteund. De heer Troelstra constateert, dat het sub-amendement een bepaling zou doen ontstaan, geheel in strijd met de bedoeling der verordeningscommissie. Men zou met het denkbeeld van den heer van Ketwich Verschuur in het schuitje komen van den heer Beekhuis, hetgeen door den heer Duparc zoo scherp is bestreden. in stemming te zullen brengen als hebbende de verste strekking, met dien verstande, dat bij verwerping niets beslist zal zijn omtrent het amendement-Troelstra. Het sub-amendement-van Ketwich Verschuur wordt verworpen met 12 tegen 4 stemmen, die der heeren Oosterhoft, van Ketwich Verschuur, Beucker Andreae en Beekhuis. De heer Baart de la Faille wil, nu het amendement van Ketwich Verschuur is verworpen, ook het amende- ment-Troelstra bestrijden. Het is in geen geval goed, te spreken van afgelegen buurten waar men boerenplaat sen op het oog heeft met hun primitieven afvoer van faecaliën. Wanneer men aan geheele buurten het pre rogatief verleent, zich niet bij het tonnenstelsel aan te sluiten, wordt het geheel wat anders. Men denke aan de huizen aan de tweede Kanaalsbrug van den heer Jel- leraa. Spreker is er sterk tegen, zulke buurten uit te zonderen. De heer Troelstra heeft er zeer terecht op gewezen, dat het stelsel voor boerenplaatsen niet kan wor den toegepast, die moeten dan evenwel ook de eenige zijn, die van de uitzondering kunnen protitecren. De heer Troelstra meent straks al gezegd te hebben, die buurten op het oog te hebben, waar naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders het tonnenstelsel niet kan worden toegepast en die vrij te stellen. Dat is dus niet alleen voor boerenplaatsen, maar ook voor afgelegen arbeiderswoningen of de woningen van wisselwachters langs de spoorlijnen. Spreker heeft er echter niet tegen, te lezenafgelegen woningen en wijzigt het amendement in dien zin. De lieer Baart tie la Faille verklaart zich te kunnen vereenigen met het amendement Troelstra, nu het alleen slaat op alleenstaande woningen. Het amendement wordt overgenomen. De beraadslaging wordt gesloten. Art. 39, zooals het is aangevuld, wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Artikel 40. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tromp is er door getroffen, juist nu, bij een nieuwe bouwverordening, dat nog zonder beperking zal worden toegestaan om zooveel als men wil alcoven te bouwen. Elk medicus, ja iedereen weet, dat een alcoof een plaats is, waar de hygiëne niet tot haar recht kan komen, in gezonde dageni niet, en in zieke dagen nog veel minder. Voor spreker is het zeer de vraag, of niet geheel kan worden gebroken met het toelaten van al coven. Spreker gevoelt er veel voor, ze te laten verval len. i\Ien ziet toch, dat licht- en luchtscheppingen meestal niet worden gebruikt en in tijd van ziekfe systematisch gesloten worden gehouden. Spreker zou wel willen we ten, of het niet mogelijk is, ze te schrappen. Persoon lijk heeft spreker ook bezwaar tegen het handhaven der bedsteden of slaapkasten. Ze zijn nu zoo ingeburgerd, dat spreker er daarom toe gekomen is, zich bij hun be houd neer te leggen, maar evenals de alcoven zijn zij onhygiënisch. De Voorzitter doet opmerken, dat op dit artikel bij de vóór-behandeling geen enkele wjjziging is voorgesteld. Ook de gezondheidscommissie heeft er genoegen mee ge nomen. Spreker wijst daarop omdat de heer Tromp zegt, dat elk medicus wel weet, dat de alcoven geweerd moe ten worden. De Voorzitter verklaart het sub-amendeinent het eerst De heer Tromp wil naar aanleiding van de opmerking Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 Mei 1905. 109 van den Voorzitter verklaren, dat hij slechts te kennen wilde geven, gaarne van de gezondheidscommissie te zullen vernemen, welke overwegende bezwaren haar er toe geleid hebben, geen verbod voor te stellen. Er moeten wel zeer bijzondere practische bezwaren zijn tegen op neming van het verbod. In elk geval meende spreker er tegen te moeten protesteeren, dat in deze verordening de alcoven weder worden toegelaten. De heer Duparc vraagt het woord. De Voorzitter doet opmerken, dat de gezondheidscom missie nu moeilijk den heer Tromp kan beantwoorden; de gezondheidscommissie is niet hier vergaderd. Waar deze commissie geen aanleiding heeft gevonden om in de stukken uitéén te zetten, waarom zij geen wijziging voorstelde, daar bestaat nu voor de leden van deze ver gadering, die tevens leden der gezondheidscommissie zijn, geen aanleiding om over bijzonderheden, waarvan men het niet noodig achtte, ze in de stukken te behandelen, nu inlichtingen te gaan geven. Na het protest van den heer Tromp is voldoende duidelijk' welke beteekenis valt te hechten aan diens stem tegen het artikel. De heer Tromp wenscht dan toch een amendement voor te stellen om althans de alcoven te verbieden. De heer Baart de la Faille wil, ofschoon de Voorzitter terecht heeft opgemerkt, dat de gezondheidscommissie hier niet gesommeerd kan worden, haar meening te doen kennen, toch waar de heer Tromp de gezondheidscom missie noemde, hem in het kort te woord staan. In de eerste plaats kan opgemerkt worden, dat het nadeel der alcoven, wanneer men het artikel zoo leest daaruit niet zoo dadelijk in het oog springt. In het al gemeen kan spreker liet, bezwaar van den heer Tromp wel doelen. Wanneer deze echter voorstelt, ze geheel te laten vervallen, dan is dat iets anders. Spreker kan er in komen, dat men ze ook zou willen laten beant woorden aan de eischen van de eerste alinea. Toch, al is een slaapvertrek niet zoo ingericht, dat het volkomen beantwoordt aan de eerste alinea, kan spreker zich voor stellen, dat het gewcnscht kan zijn, dat voor behoorlijke luchtvervcrsching gezorgd wordt. Spreker gelooft, dat het niet zoo moeilijk zou zijn om een bepaling voor alcoven op te nemen zonder dat men ze geheel laat vervallen. Waar spreker aan den eeuen kant zeer wenschelijk vindt den toevoer van licht en lucht, kan hij niet zeggen, dat alcoven beslist moeten voldoen aan de eischen der eerste alinea. Het geldt hier een slaapvertrek, geen woonvertrek. En in geen geval kan spreker meegaan met het denkbeeld om do alcoven geheel te laten vervallen. Het kan wezen, dat het gewcnscht is, de ruimte tusschen twee woonvertrek ken te benuttigen als afzonderlijk slaapvertrek. liet amendement-Tromp wordt niet ondersteund en maakt dus geen onderwerp van beraadslaging meer uit. Artikel 40 wordt aangenomen met algemeene stemmen behalve die van den heer Tromp. Artikel 41 wordt zonder discussie met algemeene stem men aangenomen. Artikel 42, zooals het is gewijzigd door de gecombi neerde commissie. (Bijlage 17). De Voorzitter deelt mede, dat in het gewijzigd artikel een redactie-fout hersteld moet worden. Na 16 moet gelezen worden: „eerste, tweedeenz. en na 17 moet geschrapt worden: „tweede en derde lid, 18." Het artikel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De artikelen 43 tot en met 46 worden zonder discus sie met algemeene stemmen goedgekeurd. Artikel 47. De beraadslaging wordt geopend. De heer van Ketwich Verschuur wil in overleg met verscheidene leden van de strafverordeningscommissie en de bouwcommissie oen voorstel doen om onmogelijk te maken, dat indien twee woningen één privaat bezitten dit privaat dan gelegen zal kunnen zijn in één der beide woningen. Dat moet ter wille van de zedelijkheid wor den voorkomen en toch laat deze redactie van het arti kel dit toe. Spreker stelt als amendement voor om de slotwoorden der eerste alinea na het woord „eischen" te laten ver vallen en een tweede alinea in te voegen, luidende „Ten dienste van de bewoners van niet meer dan 2 woningen kan één privaat worden gebezigd, mits dit bui ten die woningen is geplaatst." In de derde alinea zegt spreker moet dan in plaats van „vrijstelling van deze bepaling" gelezen worden „vrijstelling van de bepaling in het eerste lid." Het amendement wordt overgenomen en het aldus ge wijzigde artikel met algemeene stemmen goedgekeurd. De artikelen 48 tot en met 51 worden zonder discus sie met algemeene stemmen aangenomen. Artikel 52. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tromp stelt voor, in dit artikel een kleine redactiewijziging aan te brengen door in plaats van „zoodat zij geen gevaar opleveren", te lezen „op zoo danige wijze dat zij geen gevaar opleveren". Met overneming dezer redactie-wijziging wordt het ar tikel met algemeene stemmen aangenomen. Zonder beraadslaging eveneens artikel 53. Artikel 54. De beraadslaging wordt geopend. De heer Troelstra heeft opgemerkt, dat in dit en la tere artikelen telkens wordt gesproken van hoofdbewoners. De Woningwet gebruikt een audere terminologiebewo ner, hoofd van het gezin. Is het nu niet wenschelijk om hier de terminologie der wet te gebruiken, waarvan de verordening een uitvloeisel is? Misschien is de term ontleend aan do. politic-verordening op liet verontreinigen van slooten. Daar is sprake van hoofdbewoners. Spre ker wil het aan de commissie voor de strafverordeningen overlaten, niet wetende of de Voorzitter, met wien hij er over had gesproken, de opmerking daar heeft over gebracht. De Voorzitter deelt mede, de zaak ter tafel te hebben gebracht in de gecombineerde vergadering der beide com mission. Men wilde daar den term „hoofdbewoner" echter handhaven omdat hier een ander persoon bedoeld is dan die in de "Woningwet wordt aangeduid met de woorden „bewoner, hoofd van het gezin." De hoofdbe woner is niet strafbaar dan alleen krachtens het bepaalde in art. 76. liet artikel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De artikelen 55 en 56 eveneens, zonder beraadslaging. Artikel 57. De beraadslaging wordt geopend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 7