180 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 September 1905.
het adres der Kamer van Arbeid gedaan, en dat hij ten
zeerste bij zijn medeleden aanbeveelt, te steunen. Spreker
kan daaraan drie redenen ten gunste van uitstel toe
voegen.
De velerlei drukte, die tegenwoordig aan de orde is
in de eerste plaats. Bijna iedereen heeft drukte met het
aanstaand Koninklijk bezoek en wie er geen drukte mee
heeft, verkeert toch niet in een stemming, geschikt om een
heel taai onderwerp te gaan behandelen. Niet wat spre
ker persoonlijk betreft, die het debat wel dadelijk aan
duidt, maar het oogenblik voor het debat zou toch on
gunstig zijn.
Een meer pakkend argument is de wensch van de
Kamer van Arbeid zelf om de voorstellen onder de oogen
te zien, terwijl er nog meer vereenigingen zijn, die gaarne
hun denkwijze erover aan den Raad ter kennis willen
brengen, vooral de gemeentewerklieden, wier persoonlijke
rechtszekerheid het hier betreft.
Waar nu eindelijk nog ter behandeling op de agenda
staat het rapport van de reclame-commissie over niet
minder dan een 150-tal reclames tegen aanslagen inden
hoofdelijken omslag, waarvan de behandeling nu al twee
maal is uitgesteld en noodzakelijk moet plaats vinden
vraagt spreker den Raad mede te gaan met het in het
adres gedaan verzoek.
Het voorstel tot verdaging van den heer Jansen wordt
ondersteund.
De heer Koopmans zou toch gaarne een datum voor
de behandeling definitief vastgesteld zien. liet is lastig
er elke week weer voor te zitten, dat men zich op de
hoogte moet houden van hetgeen met betrekking tot
deze aangelegenheid voorvalt, om niet bij verrassing in
eens voor de behandeling gesteld te worden Spreker
zou dus een definitieven dag voor de behandeling willen
bepalen, bijv. de eerste vergadering in November.
De Voorzitter wijst erop, dat de tijd van behandeling
nu weer zal afbangen van de ontvangst van het rapport
van de Kamer van Arbeid, als de Raad dit wil afwachten.
De Kamer zal toch uit een besluit tot verdaging zeker
afleiden, dat men een rapport harerzijds inwacht.
De heer Besuijen meent, dat men toch wel een dag
kan vaststellen zóó, dat het de Kamer van Arbeid beslist
mogelijk wordt, vóór dien tijd kennis te nemen van de
zaak. Men stelle desnoods de tweede vergadering in
November, dan is er zeker tijd. En bepaalt men geen
datum, dan zal de Kamer misschien denken, dat er geen
haast is en de zaak nog eenigen tijd ter zijde leggen.
Is een bepaalde datum gesteld, dan weet de Kamer, dat
zij dadelijk aan het werk moet gaan.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders
wanneer het de wil van den Raad is wel aan de
Kamer van Arbeid kunnen schrijven, dat zij haar ant
woord bijv. vóór 1 November moet inzenden. Maar een
dag te bepalen voor de behandeling door den Raad is te
bindend en een te zeer ingrijpen in de regeling der werk
zaamheden door den Voorzitter. Bij verrassing komt
een onderwerp toch nooit aan de orde. Verrassingen
zijn niet wel mogelijk, waar een zaak altijd een vergade
ring tevoren moet worden aangebracht. Bovendien behoudt
de Raad altijd de grootst mogelijke vrijheid en macht
om te zeggen, dat hij een onderwerp in een bepaalde
vergadering nog niet wil behandelen.
De heer Besuijen is het met den Voorzitter niet geheel
eens. Vaak gebeurt het, dat belangrijke zaken aan de
orde komen, zonder dat de burgerij gelegenheid heeft,
in de pers of op andere wijze haar meeuing te doen
kennen. De stukken liggen alleen voor de raadsleden
ter inzage, wie buiten den Raad staat kan zich niet
geheel in een quaestie inwerken en zich een meening
vormen. Terecht wordt in het nieuwsblad Gemeente
belangen, waarvan aan alle leden een exemplaar is toe
gezonden, door den heer van Zanten opgemerkt dat daar
door do openbaarheid van 's Raads handelingen geredu
ceerd wordt tot een halve openbaarheid.
Hier ter stede hebben zelfs de leden van den Raad
slechts één dag, den Zondag rekent spreker niet mee,
om inzage te nemen van de stukken en zij hebben dus
bijna geen tjjd, om van de in behandeling komende zaken
behoorlijk studie te maken.
Door deze toestanden hult het gemeentebestuur zijn
handelingen in een geheimzinnig waas, wat niet in
overeenstemming is met de door den wetgever bedoelde
openbaarheid. Die openbaarheid toch, aldus prof. Oppen -
heim, moet de kracht zijn, die meer vermag tegen wan
bestuur en onregelmatig beheer dan de rechtstreeksche
verkiezing; meer dan de periodieke aftreding; meer dan
het toezicht van hooger gezag.
Nu is dit voorstel van de hoeren Koopmans c.s. reeds
22 Maart j.l. ingediend. Maar eerst kort geleden is het
verkrijgbaar gesteld en onmiddellijk daarop komt het
voor behandeling aan de orde. De tijdruimte tusschen
verkrijgbaarstelling en behandeling is te kort. Geen
enkele corporatie heeft van de zaak studie kunnen maken,
zie adres Kamer van Arbeid, noch door adressen of op
andere wijze van haar meening kunnen getuigen.
Wil men de gewenschte ernstige, eerlijke openbaarheid,
dan moet men zulke voorstellen niet alleen drukken en
verkrijgbaar stellen, maar ook een goede tijdruimte laten
vóór de behandeling plaats vindt.
Als nu een vaste datum in November wordt vastgesteld,
kan ieder zich een meening vormen, en zoo hij dat weuscht,
daarvan blijk geven.
De Voorzitter zegt, dat de heer Besuijen van zijn stand
punt heel mooi redeneert. Men kan echter in geen ge
val aan Burgemeester en Wethouders het recht ontzeg
gen om nog weder van antwoord te dienen op de andere
adviezen, die de Raad buiten hen om wenscht in te
winnen. Als echter een verplichtende bepaling is gemaakt
omtrent den datum van aan de orde stelling, zijn Bur
gemeester en Wethouders voor den tijd, die hun gelaten
wordt voor een weerlegging, afhankelijk van de snelheid,
waarmede buiten den Raad staande deskundigen hun
rapporten willen inzenden. Men kan den arbeid van
Burgemeester en Wethouders niet beschouwen als aange
nomen werk.
Waar de heer Besuijen beweert, slechts één dag tijd
te hebben om kennis te nemen van de stukken, is dat
in zooverre onjuist, dat alle stukken minstens 14 dagen
te voren worden aangebracht en van het oogenblik van
aanbrengen af tot aan den dag van behandeling hebben
de leden steeds het recht, inzage te nemen van de stuk
ken.
Spreker moet ook opkomen tegen de bewering omtrent
het onthouden van openbaarheid. Zoodra een stuk wordt
gedrukt, kan men dat altijd lezen in de Lceutrardcr Cou
rant. De Raad kan verder altijd de behandeling aan
houden. Men kan Burgemeester en Wethouders dus niet
beschuldigen van geheimdoenerjj, of van het trachten
om de stemmen te smoren over hunne voorstellen.
Zoo de Raad een voorstel van Burgemeester en Wet
houders in behandeling neemt, draagt de Raad de ver
antwoordelijkheid dier behandeling en heeft hij daarmede
stilzwijgend erkend dat hij geen meerdere stemmen
begeerde te hooren.
De heer Besuijen wil er slechts op wijzen, dat de
stukken wel lang te voren worden aangebracht, maar
men verneemt slechts twee dagen van te voren welke
punten in de volgende vergadering aan de orde komen.
De heer Burger vraagt of men niet kan zeggen, dat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 September 1905. 181
de zaak wordt uitgesteld tot na de maand October. Er
blijft dan voor Burgemeester en Wethouders een onbe
paalde tijdruimte vrij om op schriftelijke stukken te
antwoorden, terwijl men buiten den Raad tot einde
October tijd heeft om van de zaak kennis te nemen en
adressen in te dienen.
De Voorzitter acht het voorstel van den heer Burger,
om een dag te bepalen vóór welken dit punt niet in
behandeling zal worden genomen, het eenig juisteeen
ander middel is er niet om 's Raads wensch in vervul
ling te zien komen.
Met algemeene stemmen wordt besloten, de behande
ling tot na 1 November te verdagen.
7. Rapport van de Commissie voor reclames omtrent
bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag,
dienst 1905.
V ordt besloten ter behandeling van dit punt in geheime
zitting over te gaan.
De Voorzitter sluit de openbare vergadering.