232 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 8 November 1905.
grootingen eene meer duidelijke omschrijving zal worden
opgenomen.
De Voorzitter wil hier nog aan toevoegen, dat in de
Memorie van Antwoord reeds wordt verklaard, dat zal
worden nagegaan of voortaan in de specificatie verbete-
ïing is aan te brengen.
Volgno. 159 wordt goedgekeurd.
Volgno. 160. Onderhoud van den Prinsentuin en van
de daarin aanwezige gebouwen ƒ1266.
De heer Koopmans heeft onder de specificatie tot zijne
verwondering geen bedrag aangetroffen, waaruit de kosten
van aankoop van nieuwe vogels enz. worden bestreden.
Toch gebeurt het nog al eens, dat de vogels daar sterven
of verdwijnen. Vogels eten wel visschen, doch visschen
geen vogels op, tenminste in den Prinsentuin niet, om
dat de snoeken ontbreken. Wordt daar soms eene afzon
derlijke administratie over gehouden Spreker zou gaarne
worden ingelicht, hoe deze zaak dan wordt geregeld.
De Voorzitter kan den heer Koopmans antwoorden,
dat de heer lljjlkema zich gewoonlijk met de regeling
van deze aangelegenheden bemoeit. Spreker vermoedt
echter, dat, als b. v. een nieuwe zwaan noodig is, deze
uit volgno. 160 zal worden betaald.
Volgnos. 160164 worden hierna met algemeene
stemmen aangenomen.
Volgno. 165. „Kosten van bemaling en verbetering
van landerijen ƒ1050.
De heer Koopmans heeft reeds het vorig jaar gewezen
op den toestand der landen aan de lluizumcrlaan en op
Wijlaarderburen. Er is spreker toen geantwoord, dat een
onderzoek zou worden ingesteld, maar bij heeft sedert
niet gehoord, dat er iets aan gebeurd is. Wel heeft spreker
vernomen, dat men het land aan de Huizuxnerlaan wenscht
te bestemmen voor proeftuin. Spreker zou gaarne weten
of voldoende wordt toegezien, dat de eigendommen der
gemeente in goeden staat blijven, opdat zij krijge wat
haar toekomt en behoude wat haar toebehoort.
De heer Beekhuis kan den heer Koopmans antwoorden,
dat het land aan de lluizumerlaan door den deskundige
der gemeente is onderzocht. Deze heeft daaromtrent rap
port uitgebracht. Daaruit is niet gebleken, dat het in
slechten staat van onderhoud verkeert. Wat het adres
der Friesche Tuinbouwvereeniging betreft, om het land
gehéél in huur te bekomen voor proeftuin, dit zal voor-
loopig wel niet doorgaan, omdat de kosten te hoog worden.
Een voorstel tot verhuring zal weldra den raad bereiken.
De walbesclioeiïng bij Wijlaarderburen langs de Tijnje
is een verbazend duur werk. Spreker gelooft, dat de kosten
te hoog zijn, om daartoe over te gaan.
De heer Koopmans heeft niet beweerd, dat de lande
rijen, wat het onderhoud betreft, in abnormalen toestand
verkeeren, maar hij meende enkel Burgemeester en Wet
houders in overweging te moeten geven zorg te dragen
dat het land voldoende wordt bemestdat de verplichting
daartoe wordt geregeld bij huurcontract.
Wat de walbesehoeiing aan de Tijnje betreft, spreker
is van oordeel, dat deze met minder kosten, in goeden
toestand kan worden gebracht, dan het geval is met de
beschoeiing langs den llarlinger trekweg. Als spreker
goed is ingelicht, zouden de kosten ongeveer ƒ4.per
strekkende M. bedragen en behoefde men dan in langen
tijd er niet meer naar om te zien. Spreker gelooft dat
men door het aanbrengen der verbetering wel beloond
zal worden; het land is nu nog niet over een grooten
afstand afgeslagen, maar als niet tijdig wordt ingegrepen,
zal het hoe langer zoo moeilijker zijn dien afslag te be
teugelen.
De Voorzitter doet den heer Koopmans opmerken, dat
voor bemaling en verbetering der landerijen 1050.
is uitgetrokken, zeker een vrij aanzienlijk bedrag. Boven
dien neemt de deskundige den toestand der landerijen
geregeld op, zoodat voor verwaarloozing daarvan geen
vrees behoeft te bestaan. Spreker gelooft te kunnen aan
nemen, dat de toestand der gemeentelijke landerijen
goed is.
Volgnos. 165 167 worden hierna goedgekeurd.
Volgno. 168. Jaarwedden van de keurmeesters van
vleesch en visch f 800.—.
De heer Tromp heeft met genoegen gezien, dat de
Gezondheidscommissie met betrekking tot de reading
i O
der vleeschkeunng diligent is geweest. Spreker zou even
wel gaarne vernemen of er overwegende redenen bestaan
om de keuring niet alleen over vleesch en visch, maar
over meerdere verbruiksartikelen, zooalsmelk, onrijp
ooft enz. uit te strekken, evenals zulks op andere plaatsen
geschiedt.
De heer Baart de la Faille zal met genoegen als
Voorzitter der Gezondheids-commissie op de vraag van
den heer Tromp antwoordenhij wil echter de opmerking
maken, dat hij als zoodanig geen inlichting of verant
woording aan den Raad schuldig is.
Rapporteurs verzoeken dringend eene betere regeling
van liet toezicht op de levensmiddelen. Waar spreker
hier in een dubbele kwaliteit zit, kan hij mededeelen,
dat in de eerste plaats het toezicht op vleesch en visch
moet worden verscherpt. De keurmeesters zullen hunne
aandacht voortaan ook moeten wijden aan andere voedings
middelen. De heer Tromp zal het met spreker eens
wezen, dat het toezicht op de melk afzonderlijk dient
te worden geregeld. De Gezondheids-commissie heeft hare
aandacht speciaal op de melkkeuring gevestigdzij heeft
een onderzoek bij de melkslijters doen instellen en daar
van een uitgebreid rapport uitgebracht en aan Burge
meester en Wethouders ingezonden. Doch als eenmaal
het toezicht op alle levensmiddelen bij verordening wordt
geregeld, zal zeker ook de aandacht gevestigd blijven op
melk, een zoo belangrijk consumptie-artikel. Spreker
hoopt dat met der tijd voorstellen den Raad zullen be
reiken, om eene verordening van toezicht op de ver
strekking van melk in liet leven te roepen.
Volgnos. 168172 worden hierop aangenomen.
Volgno. 173. „Kosten ter uitvoering der verordening
op de prostitutie" Memorie.
De heer Tromp zou gaarne van Burgemeester en Wet
houders vernemen, in de eerste plaats of nog gebruik
wordt gemaakt van liet keuringslokaal voor publieke
vrouwen en zóó neen, of dit komt wijl clandestine pro
stitutie hier niet bestaat, dan wel uit anderen hoofde
en in de tweede plaats wat door hen is verricht naar
aanleiding der opmerking-Middelkoop in 1902, waarbij
de gezondheidsverklaring van publieke vrouwen gelijk
werd gesteld met eene valsche verklaring. Inderdaad is
dit een niet te weerspreken feitof een publieke vrouw
volkomen gezond is, is niet vast te stellen; ze blijft
altijd verdacht. Daarom vraagt spreker of Burgemeester
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 8 November 1905. 233
en Wethouders genegen zijn eene wijziging in de des
betreffende verordening aan te brengen, in dien zin, dat
de „gezondheidsverklaring" wordt vervangen door „eene
verklaring dat de vrouw niet lijdende is aan ziekte
verschijnselen". In de derde plaats wenscht hij te her
inneren aan het feit dat de heer Baart de la Faille in
December 1902 een motie met kleine meerderheid van
stemmen zag aangenomen, waarbij werd besloten de
behandeling van sprekers' motie uit te stellen tot deze
zaak door den Rijkswetgever zou zjjn beëindigd. De heer
Baart de la Faille verklaarde in diezelfde zitting, dat hij
met de motie niet bedoelde de zaak ad calendas Graecas
te verschuiven (pag. 171, 1902) en wenscht nu gaarne
de vraag beantwoord of met het oog op het program
van het huidig kabinet, dat ter zake niets belooft, de
heer Baart de la Faille het psychologisch moment tot
herziening der bewuste verordening ook acht te zijn ge
komen.
De Voorzitter kan den heer Tromp antwoorden, dat
zoover hem bekend, geen geneeskundig onderzoek in het
lokaal Catherinebuurt plaats vindt, doch uitsluitend in
het bordeel.
De heer Baart de la Faille is het met den heer Tromp
eens, dat het toezicht op de publieke vrouwen niet
veel beteekent. Waar deze echter een belangrijk ver
schil maakt tusschen eene gezondheidsverklaring in de
verordening en „afwezigheid van ziekteverschijnselen,"
vindt spreker dit onderscheid zoo groot niet. At en toe
worden van een medicus gezondheidsverklaringen gevraagd
van personen die voor de een ot andere betrekking in
aanmerking komen. Welnu, dergelijke verklaringen stelt
spreker op eene lijn met die, door den heer Tromp be
doeld men dient ze als synoniem te beschouwen mcf
„afwezigheid van ziekteverschijnselen."
Wat de andere opmerking van den heer Tromp be
treft, spreker meent dat men niet kan verlangen dat hij
in strijd met zijne meening, een voorstel zal doen tot
wijziging der Verordening. Waar de heer Tromp spreker
noemde de vader dier Verordening, kan hij toch waarlijk
niet verwachten dat de vader zijn kind zal verloochenen.
De heer Tromp zou dan toch willen voorstellen het
keuringslokaal op te heffen. Het is een middeleeuwsche
toestand lijders aan geslachts-ziekten in een hok als dat
te behandelen, liet Stads-Ziekenhuis is daarvoor de
aangewezen plaats.
liet onderzoek van de prostituees heeft dus niet plaats,
en dit, niettegenstaande men bij avond hier haast struikelt
over dergelijke personen; en dit, niettegenstaande uit een
schrijven, dat spreker bij zich heeft, blijkt, dat in een
zijstraatje van een beruchte straat niet minder dan 4
personen zich in deu laatsteu tijd met dit bedrijf op
hielden.
Spreker heeft uit de antwoorden van Burgemeester en
Wethouders en van den hoer Baart de la Faille verno
men, dat voorloopig geene wijziging der betrekkelijke
verordening is te wachten. Doch hij kan den Raad
mededeelen, dat hjj te zjjner tijd op deze zaak zal terug
komen.
De heer Baart do la Faille is evenals de heer Tromp
volkomen overtuigd, dat de prostitutie hier welig bloeit
en dat het politietoezicht zeer veel, ja alles te wensehen
overlaat. Waar het onderzoek der publieke vrouwen
dient te geschieden is onverschillig, nu daarvoor echter
bij verordening een lokaal is aangewezen, zou het met
die verordening in strijd zjjn indien het onderzoek in
een ander lokaal werd gehouden. Voor de behandeling van
prostituees is het ziekenhuis zeker de aangewezen plaats.
Hij dringt er voorts ten sterkste op aan dat het
politietoezicht op de prostitutie worde verscherpt.
Volgno. 173, evenals de volgnos. 174177 worden
ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 178. Kosten van politie ƒ38500.
De heer Besuijen begint met te zeggen, dat hij zeer
goed weet, wat er in artt. 190 en 191 der Gemeentewet
staat ten opzichte van de politie. Om te voorkomen,
dat hij daaraan onnoodig wordt herinnerd deelt hij dit
mede.
Toch acht spreker het hoog noodig, een en ander over
de politie in het midden te brengen; do voorzitter kan
er dan al of niet nota van nemen. Zijne opmerkingen
mogen dan misschien niet onmiddellijk veel uitwerking
hebben, hot pogen op zichzelf zal bij hem het bewustzijn
wekken, zijn plicht te hebben gedaan.
Naar sprekers oordeel komt den politieagenten le en
2e klasse, zoowel als die der 3e klasse meer vrijen tijd
toe dat oordeel is gegrond op onderscheidene overwe
gingen:
lo. worden de agenten gebruikt voor zeer mechani-
schen, geestdoodenden arbeid. Voortdurend moeten ze
in den eenmaal voorgeschreven kring surveilleeren (acht
wijken), niets wordt aan eigen initiatief overgelaten. Dit
is zoo sterk, dat straatmuzikanten en dienstmeisjes (die
kleeden willen kloppen buiten de daarvoor gestelde uren)
met vrij groote zekerheid kunnen zeggen, wanneer de
baan vrij is, en de agent zich bevindt in een andere ge
deelte van zijn kring;
2o. een ander argument voor meer vrijen tijd is, dat
door hen per etmaal 11 a 12 uur dienst wordt verricht,
dat beteekent voor do agenten 3e klasse om den anderen
nacht nachtdienst. Ieder zal toegeven, dat deze dienst
te zwaar moet worden genoemd;
3o. wordt meermalen zonder gegronde reden een
agent zijn vrijen tijd ontnomen om onbetaalde overuren
te maken
4o. hebben de 3e klas agenten een niet bijzonder aan
genaam leven; kleine vergrijpen worden zeer zwaar ge
straft; het eten van een appel kostte een agent een vrijen
dag (nog wel een Zondag) anderen krijgen boete of komen
niet in aanmerking voor verhooging, wat soms een boete
van f 50.beteekent, een agent, genaamd Sijens, moest
aan de herhalingsoefeningen deelnemen, zijn vrouw kreeg
van den Minister van Oorlog geen uitkeering en de ge
meente betaalde haar geen loon uit, ze moest maar zien
rond te scharrelen.
Bij de koninginnefeesten deden de agenten 15 uur
achtereen dienst, gedurende dien tijd ontvingen zij
één kop koffie. Is dat verzorgen, vraagt spreker
5o. Hoeveel vrije dagen hebben de politie-agcnten
Slechts 1 in de 15, doch valt hij op een Vrijdag, dan
is de vrije dag geen vrije dag meer, maar blijven ze tot
2 uur in dienst. Hoeveel vrije Zondagen Niet, zooals
de rapporteurs en de Leeuwarder Courant reeds vermel
denswaard achtten, niet één vrije Zondag in de 15 dagen,
slechts ecu vrije Zondag in de 15 weken. Een godsdienstig
agent kan dus slechts drie maal in het jaar zijn gods
dienstplichten vervullen. Altijd, als hij gelukkig is, want
0111 een haverklap wordt die vrije Zondag ingehouden;
eene vergadering, een meeting, muziek in den Prinsentuin,
en weg is de vrije Zondag.
Spreker vraagt, of liet nu is te verwonderen, dat de
agenten naar verbetering streven.
Bij spreker is zelfs de vraag gerezen weet het hoofd
der gemeente wel, dat mannen, die om den anderen nacht
nachtdienst verrichten en per dag 11 a 12 uren dienst
moeten doen, slechts l vrije dag in de 15 dagen genieten
Spreker meent, dat gemakkelijk veel kan worden ver
beterd. Er zijn 9 le en 2e klas agenten, die 1 maal
in de 12 dagen een dag vrij hebben. Gedurende 3 van
die 12 dagen is er dus niemand vrij. Waarom niet? Op
die drie dagen dagen is er toch een meer dan gewoonlijk
in dienst, waaruit volgt, dat zonder moeite of kosten