299 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1905. oog, dat volstaan kan worden met een toegang op liet raakpunt van hek en schutting. De Voorzitter verklaart, dat wanneer blijkt, dat deze doorgang en het straatje niet noodig is, en dat er op andere wijze in kan worden voorzien, deze verplichting niet zal worden opgelegd. Nu is het onmogelijk, de noodzakelijkheid te beoordeelen van de voorwaarde zooals die door den Directeur van Gemeentewerken is gesteld. Met algemeene stemmen wordt het artikel goedgekeurd. Evenzoo de artt. 1118. Art. 19. Mogelijke verstoppingen of beschadigingen tijdens de tentoonstelling in of aan riolen of onderdeden daarvan ontstaan, moeten vanwege en op kosten van de adressanten weer worden verwijderd. De beraadslaging wordt geopend. De heer Schoondermark vraagt of het de bedoeling is, dat het Comité ook verstoppingen moet laten verwijderen op zijn kosten, die buiten zijn schuld zijn ontstaan De Voorzitter geeft te kennen, dat bedoeld zijn be schadigingen, al of niet door de schuld van adressanten ontstaan. De heer Schoondermark vraagt of dus, wanneer het Comité er onschuldig aan is, de tentoonstelling er niets mee heeft te maken, toch zal moeten worden betaald De Voorzitter doet opmerken, dat men niet kan eischen dat de gemeente het bewijs levert voor de schuld van het Comité. Wanneer echter het Comité zelf kan be wijzen, dat het geen schuld heeft, zullen ook geen kosten in rekening worden gebracht. Het artikel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Eveneens de artikelen 2022. Art. 23. Voor of op 1 Mei 1906 moet door de adres santen bij den Gemeente-Ontvanger worden betaald eeno som van acht honderd en vijftig gulden (zegge 859. zonder dat hiervoor nadere verrekening of terugbetaling kan worden gevorderd, voor welke som van gemeente wege zullen worden verricht a. het weder in orde brengen van alle grasperken, de paden en heesters met de daarvoor noodige leveringen en loonen b. het aanleggen en weder wegnemen van de verhar ding tusschen het bestrate voetpad langs het vaarwater bij de Hoeksterbrug en den ingang van school 7 c. het maken en weer wegnemen van den tijdelijken toegang naar het Gymnasium met de daarvoor noodige werken d. het wegnemen en zoo noodig weer plaatsen van den boom vóór de Manége. De beraadslaging wordt geopend. De heer van Messel heeft bij de toelichting omtrent deze som van 850.geen begrooting van den Direc teur der Gemeentewerken gevonden. Dat is een opmer king, die spreker omtrent de stukken heeft te maken. De Voorzitter deelt mede, dat die begrooting voorkwam in een anderen brief van den Directeur. De begrooting is echter van dien ambtenaar afkomstig. De heer Schoondermark meent, dat de begrooting des tijds 750 bedroeg en later is verhoogd met ƒ100. Dat betreft juist dien toegang tot het gymnasium waar over zooeven is gesproken. Onder hetgeen de gemeente voor die ƒ850.zal maken wordt o.a. genoemd: „c. het maken en weer wegnemen van den tijdelijken toegang naar het Gymnasium met de daarvoor noodige werken." Juist door dit werk meent spreker, dat het totaal van ƒ750.op 850.is gekomen, maar in de stukken heeft spreker vergeefs gezocht naar een spoor daarvan. Spreker komt daarop terug, omdat bij art. 10 is gezegd, dat de toegang op kosten van adressanten wordt gemaakt. In dit artikel is er nu weer 100.voor verwerkt. De Voorzitter verklaart, dat hier eenvoudig geregeld wordt de wijze, waarop de kosten in rekening worden gebracht. De heer Schoondermark herinnert er aan, dat straks door den Voorzitter is gezegd, dat de toegang, zoo die niet noodig blijkt, niet wordt gemaakt. Vervalt dan ƒ100.van dit bedrag of behoudt de gemeente ze toch? De Voorzitter meent, dat misschien van die ƒ850. iets zal overblijven, maar kan nu niet beoordeelen of het juist is wat de heer Schoondermark zegt. In elk geval zullen adressanten de volle som moeten storten. (De heer Burger: en ze krijgen nooit wat terug!) Art. 23 en ook de artt. 2427 worden aangenomen. Aan de orde komt hot door den heer Burger voorge stelde Art. 28. De adressanten zijn hoofdeljk aansprakelijk voor de betaling van hetgeen zij ingevolge dit besluit aan de gemeente schuldig zullen zijn. Wordt zonder beraadslaging aangenomen met alge meene (17) stemmen. De heer Schoondermark onthoudt zich. De heer Baart de la Faille is vertrokken. II. het gebouw van de Landbouw-winterschool onder nader door Burgemeester en Wethouders te stellen voor waarden. Wordt aangenomen met algemeene stemmen. B. indien ingevolge de bestaande overeenkomsten met het Departement van Oorlog, de medewerking van het gemeentebestuur wordt gevraagd om de manége voor het beoogde doel beschikbaar te stellen, Burgemeester en Wethouders te machtigen deze medewerking te ver- leenen. Wordt aangenomen met algemeene stemmen. De heer Troelstra wil de vraag stellen of, nu besloten is, in den aanhef in plaats van „het comité" te lezen: „adressanten", het niet goed zou zijn, in alle voorwaar den, waar sprake is van het comité, de nieuwe termi nologie in te voeren. De Voorzitter constateert, dat dit zeker de wil is vaii den Baad. Deze wijziging en daarna het geheele ontwerp-besluit worden vastgesteld met algemeene, 17 stemmen, onder onthouding van den heer Schoondermark. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 19U5. 300 7. Voortzetting der behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verdere uitgifte van de terreinen ten Noorden van het Nieuwe Kanaal. (Bijlage no. 32). De Voorzitter wil de beraadslaging heropenen. De heer van Messe! vraagt, ef het niet geraden zou zijn, de beide overgebleven punten van de agenda ach terwege te laten, liet is haast vijf uur en men zal toch weer half in het debat blijven steken. Men zou dan eens deze twee punten het eerst op de agenda kunnen zetten. De heer Troelstra brengt in het midden, dat het hoogst wenschelijk is, deze zaak nu af te doen. Er zijn al aan vragen om te bouwen op dit terrein, die op het besluit van den Baad wachten. Er schijnen menschen te zijn, die gaarne nog zoo spoedig willen beginnen, dat zij met Mei de woningen hebben staan. Gok meent spreker, dat na de overeenstemming, die in de vorige vergadering reeds is gebleken naar aanleiding van het voorstel van den heer Eeddema, de afhandeling der zaak wel moge lijk is. De Voorzitter geeft in overweging, in ieder geval een begin te maken. De Baad kan toch nu het is nog kwartier vóór vijven stellig nog een uur doorwerken. Spreker heropent de beraadslaging. De heer Haverschmidt constateert, dat de Baad dooi de lange rede van den heer Besuijen over erfpacht de vorige keer in deze zaak is blijven steken. liet debat liep over drie punten, namelijk, do aanvraag van het schoolbestuur, de prijzen van de terreinen en de erfpacht. Over de beide eerste punten beeft spreker zijne meening reeds gezegd. Spreker wenscht hut schoolbestuur de voorkeur te geven op blok 23 en hij gaat mee met de prijzen van Burgemeester en Wethouders, dat zijn over 't algemeen die van den directeur, liet verschil per centiare tusschen bouwcommissie en directeur is niet van beteekenis; dat het in totaal nog 37 mille bedraagt komt van de groote hoeveelheid. De commissie vond vroeger dat de directeur de prijzen steeds te laag stelde en nu hij iets liooger gaat, wil spreker die prijzen niet veroordeelen. Thans nog iets over erfpacht, waarover de heer Besuijen zeker de meening van een medelid wel wenscht te liooren. Het is den heer Besuijen onge twijfeld opgevallen dat de Baad door het vergevorderde uur niet de noodige aandacht schonk aan zijne belang wekkende mededeelingen. Voor vele leden gaf de heer Besuijen trouwens geen nieuws, want hetgeen dit geachte lid te berde bracht staat in het boekje: „Een mooie bron van inkomsten" dat in 1895 aan den Baad door de af- dceling Leeuwarden van den Bond voor Landnationalisatie werd toegezonden. liet laatste debat over deze zaak had plaats in April 1901, toen door Burgemeester en Wethouders werd voorgesteld aan de firma Overmeer een hectare te ver knopen voor 8000. Dit vond, naar sprekers oordeel terecht, eenig verzet, want het gold hier eene industri- ëcle inrichting, waar bij goed beheer elk jaar een Hink bedrag op de gebouwen wordt afgeschreven, bijzonder geschikt dus voor erfpacht, zooals het ook dienstig is bijvoorbeeld bij afgifte van handelsterrein. Maar een kerk of een gasthuis of een school bouwt men niet op erfpachtterrein, evenmin doet het een particulier voor een woning voor eigen gebruik en ook het Bjjk wei gerde voor de Postspaarbank grond in erfpacht. De gemeente is niet bij machte het erfpachtsrecht op te dringen, zoolang er concurrentie is met particulier terrein en dat is hier in hooge mate het geval. Erfpacht als vasten regel, en dit zal wel de wenseh zijn van den heer Besuijen, zou stagnatie geven in het bouwen op gemeentegrond. Hier bestaat de vrije keuze en dat is een goed systeem, liet tegenwoordig geslacht moet zoo groote offers brengen voor rente, aflossing en straten aanleg, dat het wel wat van de opbrengst mag profitee- ren. Alleen betreurt spreker met den heer Besuijen dat uitgifte in erfpacht wat al te weinig tot haar recht komt. De heer Beekhuis wenscht de leden even te herin neren, dat de vorige vergadering werd afgebroken op het oogenblik, dat de heer Eeddema een voorstel had gedaan om het voor de school aangevraagde terrein af te staan tegen den prijs zooals die op de kaart is aan gegeven en dat spreker bij het scheiden van de markt als zijn persoonlijke meening te kennen gaf, dat dit voorstel behoorde te worden aangenomen, omdat spreker met den heer Eeddema van oordcel was, dat het onbil lijk zou wezen waar de aanvraag tijdig is gedaan toch de vereeniging bloot te stellen aan het gevaar van concurrentie van de zijde van het publiek. Spreker had toen slechts gelegenheid, namens zichzelf alleen te spreken. Thans kan spreker namens Burgemeester en Wethouders mededeelen, dat het college in zijn geheel zich volkomen eens verklaart met het door spreker persoonlijk opge merkte dat het terrein wel moet worden afgestaan. Spreker wenscht nu ook van de gelegenheid gebruik te maken om er op te wijzen, dat de bedoeling van Burgemeester en Wethouders nooit een andere is geweest. Spreker weet niet zeker wie het is, die erover uitwijdde, maar er is iets gezegd in de vorige vergadering alsof bij Burgemeester en Wethouders een geest van tegen werking tegenover liet schoolbestuur zou bestaan. Dat is totaal onjuist. De eenige reden voor het afwijzend voorstel was deze: het tijdstip waarop de aanvraag werd gedaan viel bijna samen met dat waarop dit punt in den Baad in behandeling kwam en een algemeene prijsbe paling zou worden vastgesteld. Met de aanvraag van het Gabbema-gasthuis was het iets geheel anders en de gemaakte vergelijking daarmee gaat dus mank. Die aanvraag werd zóó vroeg gedaan, dat men een lieden tijd had moeten wachten vóór dat de behandeling in den Baad aan de orde kwam. Spreker wil den indruk wegnemen als hadden Bur gemeester en Wethouders den bouw dezer school in dien hoek tegengewerkt. De heer Komter had ook in de vorige vergadering het woord al gevraagd en wel om twee gedeelten van de algemeene beschouwingen nog even te bespreken. Ten eerste wat de prijzen betreft. De commissie van openbare werken, die in haar midden twee deskundigen heeft, is indertijd nog het oordeel van twee andere des kundigen gaan vragen en meende, door toetsing dei- opinies van 4 deskundigen, vasten grond onder de voeten te hebben. Gaarne wil spreker zeggen, zichzelf niet te rekenen bij de deskundigen, doch spreker meende, dat men eenig vertrouwen kan hebben in de basis der taxatie van de commissie. Men kan wel optimistisch redeneeren, maar de commissie van openbare werken werd tot haar oordeel geleid door do voorlichting van deskundigen. Daar wordt niets tegenover gesteld. Wanneer Burge meester en Wethouders andere deskundigen hadden ge- hoord, zou dit iets zijn, maar dat is niet gebeurd. liet verschil is wol niet zoo heel groot, maar de-vraag is: welke taxatie is de meest juiste? Te dien aanzien heeft spreker nu geen aanleiding gevonden om af te wijken van die der commissie. Langs andere wegen, als bestuurder der woningver- eeniging, heeft spreker ook eenige ondervinding opgedaan omtrent prijzen. Van zeer verschillende kanten heeft die vereeniging aanbiedingen ontvangen tegen veel lagere prijzen dan de gemeentelijke. Men kan rondom de stad nog grond koopen beneden ƒ1.per meter, natuurlijk gedeeltelijk verschillend in ligging met dezen gemeente grond, maar toch op ongeveer gelijken afstand van het centrum der stad. Als men dan die terreinen van 50 ct. tot koopt en door stratenaanleg in gereed

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 4