301 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1905.
bouwterrein omzet, komt men tot prijzen van 3.en
3.50, waar de commissie van openbare werken tocli bij
haar taxatie van het goedkoopste gemeenteterrein al aan
zienlijk boven is gegaan. Een en ander doet spreker
geen wijziging der door de commissie voorgestelde prijzen
wenschen. Een voorstel zal spreker niet doen, aangezien
bij kan stemmen tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, hetgeen dan de beteekenis heeft, dat
spreker wil vasthouden aan de prijzen, zooals die dooi
de commissie zijn gesteld.
Er is nog een ander punt dat niet is geobserveerd en
dat bij spreker nogal weegt. Spreker wenscht er do
commissie van toezicht op het L. O. en Burgemeester
en Wethouders opmerkzaam op te maken, dat toen ver
leden jaar werd gezocht naar een terrein voor den bouw
van gemeenteschool no. 12, omdat in het daarvoor aan
gekochte terrein Achter de Hoven zooveel geheid moest
worden, dat men 12.000 in den grond moest verwerken,
waarop niet was gerekend, ook is gewezen op het gemeente-
terrein aan de noordzijde van het Kanaal. Er is ook op
dat terrein een onderzoek gedaan naar den grond en ge
bleken, dat de grond daar beter was dan die, waarop
school 12 nu is gebouwd. Wel twee maal heeft toen
de commissie voor openbare werken ecu vergadering ge
had met de commissie van toezicht op het lager onder
wijs en in die beide vergaderingen is door de commissie
van toezicht met kracht en klem bestreden het stichten
eener school op het gemeente terrein aan de Noordzijde
van het Kanaal. Dat terrein, zoo werd er gezegd, lag
veel te dicht bij de Ambachtsschool, de school van
l'ostma ön de bewaarschool. Daarop is door de commissie
van toezicht zoo veel nadruk gelegd, dat spreker en an
deren toen zijn gezwicht en hebben berust in het be
steden van 12,000 voor grondwerk, omdat de school
nu eenmaal aan de noordzijde van het Kanaal niet
gewenscht was.
Nu rijst do vraag of datgene waar men thans voor staat
zoo veel anders is. Waar de gemeente zelf geen school
meende te mogen stichten, zal nu toch een school komen.
Men heeft toch niet, om een bijzondere school te bevoor-
declcn, zelf dat slechtere terrein bebouwd Of is de
commissie van toezicht van oordeel veranderd of mis
schien niet gehoord Wanneer alles nog is zooals ver
leden jaar, kan men niet nu het terrein afstaan zonder
de commissie van toezicht te hooreu. Wanneer andere
scholen daardoor benadeeld dreigen te worden, zooals
toen met klem is betoogd, is liet toch niet goed, hier een
school te laten bouwen.
Afgezien van de vraag of het een openbare of een
bijzondere school is, kan men nu geen school gaan
bouwen op een terrein dat daarvoor verleden jaar niet
in aanmerking mocht komen. Misschien is er nog ge-
o o
legeulieid om de commissie van toezicht te hooren.
De heer Besuijen wenscht te repliceeren op het dooi
den heer Haverschmidt te berde gebrachte. Spreker
begint met er zijn verwondering over uit te spreken,
dat de leden nog niet in het bezit zijn van het verslag
van het in de vorige vergadering gesprokene. Spreker
meent, dat wanneer bij het Dagelijksch Bestuur de be
paalde wil had voorgezeten om te voldoen aan het door
spreker in de vorige vergadering gedaan verzoek, er wel
een weg zou zijn geweest om te zorgen dat het onder
zoo weinig aandacht door spreker gehouden betoog thans
gedrukt in handen der leden was.
Dat niet aan spreker's verzoek is voldaan, is de voor
naamste reden, waarom hij zijn oorspronkelijk plan heeft
gewijzigd en dat hij zijn amendement, om in art. 2 te
bepalen, dat do gronden uitsluitend in erfpacht verstrekt
zouden worden, terughoudt, om binnen niet te langen tijd
een afzonderlijk voorstel in te dienen en daardoor een
breedere behandeling van dit Onderwerp mogelijk te ma
ken. Spreker wil zijn verdere repliek op liet debat alleen
beschouwen als motiveering zijner stem tegen het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
Naar aanleiding van het gewaardeerd debat van den
heer Haverschmidt, waar deze zegt, dat men b.v. kerken
en scholen niet bouwt op erfpachtsgrond, wil spreker
doen opmerken, dat men van zulke aanvragen hier niet
veel last heeft, en waar het heet, dat op erfpachtsgrond
geen woningen zouden worden gebouwd, moet spreker
dit onjuist noemen. Elders gebeurt het veelvuldig en
ook hier beeft men het voorbeeld in de huizen van Jel-
lema en meerderen.
De vrees, dat er stagnatie in het bouwen zou komen?
Vrees is altijd een slechte raadgeefster. Ze houdt terug
van doortastende maatregelen. Elk ingrijpend voorstel
zal tengevolge hebben, dat er menschen zijn, die zich
door vrees laten weerhouden. Dat heeft men bij de
9-uur winkelsluiting ook bemerkt, toen gevreesd werd de
persoonlijke vrijheid der winkeliers te veel te beperken,
ofschoon de winkeliers er vóór waren. Bij het abattoir-
voorstel deed ook de vrees dienst, men vreesde dat de
exportslagerij zou verdwijnen en nu was hier de proef
met een abattoir moeilijk te nomen, maar met erfpacht
kan men tenminste een eerlijke proef nemen.
Door erfpacht in te voeren zou het tegenwoordige
geslacht te veel worden belast Na de vorige vergade
ring heeft spreker eens nagelezen, wat de heer Troelstra
vroeger tegen erfpacht heeft aangevoerd. Deze heeft
toen ook dit bezwaar al in liet midden gebracht. Dat
argument kan echter werkelijk niet erg steekhoudend
worden genoemd.
Bij het toepassen van erfpacht krijgt men geen koop
sommen meer en de rente van de lceningen, die voor
den aankoop van den grond zijn aangegaan, moet door
het tegenwoordige geslacht uit de gewone middelen
worden bestreden, aldus wordt beweerd. Daartegenover
kan spreker zeggen de gemeente stelt nu wel de gele
genheid tot koop open, maar laat de keus vrij. Wanneer
allen eens erfpacht verkozen, zou men onder het be
staande systeem ook al voor de vraag komen te staan,
die nu als argument tegen uitsluitende uitgifte in erf
pacht wordt uitgespeeld.
De voorstanders van het tegenwoordig gevolgde systeem,
kennen dan ook evengoed als de voorstanders van het
erfpachtsysteem het antwoord. Dat kon indertijd al
door Burgemeester en Wethouders zijn gegeven bij de
invoering van het tegenwoordig stelsel, omdat dezelfde
vraag hen toen kan zijn voorgelegd.
Wat de leeningen betreft, kan er voor de aflossingen
worden geleend en zelfs voor de rente ook, totdat de
opbrengst der erfpachtsommen voldoende zou zijn om de
rente te dekken.
Een vergelijking tusschen het systeem verkoop en het
systeem erfpacht. Spreker meent, dat de gemeente Leeu
warden nog ongeveer 18 II.A land heeft liggen, waar
van 8 H A. af gaat voor straten, zoodat er 15 11. A.
overblijft. Deze cijfers kunnen misschien niet volkomen
juist zijn, doch dit doet er weinig toe, liet betreft een
vergelijking tusschen het systeem verkoop en systeem
erfpacht; de verhouding blijft -toch dezelfde. Om den
grond geheel betaald te krijgen moet er nog worden
afgelost in het tegenwoordig systeem 61/4 ton daarin
begrepen nog 1 ÜO.OOO voor stratenaanleg. Brengt de
grond in verkoop gemiddeld 5 op, dan bedraagt de
winst, nadat alles verkocht is, 11/4 ton.
Volgens spreker's systeem van erfpacht handelende,
zegt de heer Haverschmidt, zou er stagnatie in de uit
gifte komen. Ofschoon spreker die meening ongegrond
acht, wil hjj daaraan op dit oogenblik tegemoet komen
en aannemen, dat de uitgifte de helft langzamer zou
gaan en ook, dat de erfpachtcanon niet 4'u maar 4 püt.
zou bedragen. Dan zou dit toch voor de bouwers een
kolossaal groot voordeel opleveren omdat de erfpacht-
rente dan lager zou zijn dan de hypotheek-rente.
Nu bedraagt de schuld op dit oogenblik 331,000.
Per jaar moet daarvan worden afgelost 7900. Daarvoor
wordt geleend. De lage rente van 3 pCt., zal men zeggen,
gold alleen voor dat groote bedrag. Voor die kleine
leeningen voor aflossing zal het meer zijn en op den
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
duur 3i pCt. worden. Neem aan, dat dit eens direct
het geval was dat dadelijk van het geheele bedrag 34
pCt. moest worden betaald, wat niet zoo is. De som
van 331,000 blijft, wanneer men telkens voor de af
lossingen leent, in haar geheel als schuld voortbestaan.
Over dat bedrag valt dus 3£ pCt. te betalen. Voorloopig
is dat rentebedrag grooter dan de opbrengst van erfpacht.
De rente komt echter ook niet ten koste van het tegen
woordige geslacht. Totdat de opbrengst der erfpachten
de rente dekt, wordt ook daarvoor geleend. Nu heeft
spreker berekend, dat men, tot aan genoemd oogenblik,
dat het niet meer noodig zou zijn, 70,000 zou moeten
leenen, voor rentebetaling hetgeen met de schuld die er
is ongeveer 4 ton zou maken (331.000 70.000). Tegen
3| pCt. bedraagt de rente daarvan plm. 14.000 per
jaar. Dat is dus het bedrag, dat door de erfpachten
gedekt zou moeten worden. Als de uitgifte nu maar
half zoo snel gaat als thans, kan dat bedrag gedekt zijn
na 18 jaar, door een canon van 4 pCt. Daarna gaat
de uitgifte door, de opbrengst van de erfpacht stijgt
telkens en de rente blijft voortaan gelijk. In het 14de
jaar maakt men al winst en als dat doorgaat totdat alles
in erfpacht is uitgegeven, komt men ten slotte zoo ver
dat men jaar in jaar uit lti.000 verdient.
Nu moet men echter nog straten aanleggen. Ook
daarvoor gaat men leenen, evenals bij het verkoopsysteem
stelt spreker dit bedrag op 1UÜ.0ÜÜ. Als men de rente
van dat geld van de winst aftrekt, blijft er nog/12.500
over. Na 10 jaar tijd heeft men dan het bedrag van
11 /j. tondat bet koopsysteem ons doet verdienen
terug en het bedrag van 12.500 blijft later voortdurend
bestaan als gewone inkomst of als bate, waaruit de
amortisatie kan plaats hebben van de lceningen, waardoor
men op den duur zelf het land zuiver in eigendom houdt.
Als men dan later eens den canon op 41 '2 pCt. kan
brengen, wordt de winst steeds grooter.
Spreker constateert 1111 niet slechts gezegd tc hebben
wat in liet in 1895 aan de leden van den Baad rondge
deelde boekje staat, maar aangetoond te hebben, dat er
voordeel ligt in het erfpachtsysteem, niet alleen als men
den grond in eigendom heeftzooals bedoeld geschriftje
behandelt, maar zelfs als men eerst grond moet koopen.
Dé gemeente kan toch van haar groot crediet gebruik
maken 0111 groote sommen te leenen tegen lage rente.
En naarmate de waarde van den grond stijgt, kan 111011
de erfpacht verhoogen.
Zooeven heeft spreker al gezegd,- nu geen amendement
te zullen indienen maar te zullen stemmen tegen het ge
heele voorstel tot uitgifte van grond. Weldra wil spre
ker door indiening van een voorstel de gelegenheid ope
nen 0111 de zaak in den breede te bespreken.
De algemeene beraadslaging wordt gesloten.
Do verschillende onderdeden van het voorstel (Bijlage
32) worden in behandeling gebracht.
Sub lo wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
Sub 2o wordt in behandeling gebracht door behande
ling van de artikelen der nadere bepalingen betreffende
de uitgifte van bouwterrein.
De artikelen 1 19 worden zonder beraadslaging goed
gekeurd.
Artikel 2U. De beraadslaging wordt geopend.
De heer Feddema wil vragen wat dit artikel eigenlijk
in de bepalingen doet. Dat de koopors de volgende ar
tikelen in acht moeten nemen, zooals daar staat, spreekt
toch van zelf en dat zij ook alle andere wetten en ver
ordeningen moeten naleven, staat zoo vast, dat het ge
heel overbodig is, het nog eens te zeggen. Men maakt
verordeningen toch wel met geen ander doel dan dat ze
nageleefd zulleu worden.
van Leeuwarden, van Diusdag 12 December 1905. 302
De heer Beekhuis acht het mogelijk, dat dit artikel
misschien wel zou kunnen worden gemist. De strek
king is echter eigenlijk omgekeerd als de heer Feddema
zegtbuiten en behalve wetten en verordeningen is de
kooper gehouden, de artikelen op tc volgen, die verder
komen, liet is misschien overbodig, maar het schaadt
ook niet.
De heer Troelstra wil het artikel behouden.
Het artikel wordt onveranderd vastgesteld, evenals de
artt. 21—24.
Art. 25. De beraadslaging wordt geopend.
De heer Feddema doet opmerken, dat hetgeen hier
geschreven staat, ook is geregeld in de nieuwe bouw
verordening. Waarschijnlijk is ook dit artikel overge
nomen uit vroegere bepalingen, uit den tijd dat de bouw
verordening er nog niet was. Hier komen echter ook nog
voorwaarden voor die niet in de bouwverordening staan.
Misschien is dat een reden 0111 liet art. te behouden.
De Voorzitter bevestigt, dat dit voorwaarden zijn, af
wijkende van de bouwverordening en dat zij juist daar
om zijn opgenomen.
Het artikel wordt goedgekeurd, evenals de artt. 2633.
Over de lijst, aanwijzende de minimum-prijzen, wordt
niet afzonderlijk gestemd, evenmin als over de algemeene
bepaling aan het slot, doch de stemming over de be
palingen iu haar geheel aan de orde gesteld.
De heer Komtor verklaart tegen te zullen stemmen
omdat hij van oordeel is, dat het beter was, de prijzen
aan te nemen, voorgesteld door de commissie van open
bare werken.
I11 stemming gebracht, worden de bepalingen in haar
geheel aangenomen met 16 tegen 2 stemmen, die der
lieeren Komter en Besuijen.
Hierop worden sub 3» en 4° van het voorstel aangenomen
zonder beraadslaging met algemeene stemmen.
Sub 5°. De beraadslaging wordt geopend.
De lieer Feddema wil zijn in de vorige vergadering
ingediend voorstel herhalen om aan het adres van het
bestuur der vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs
in zoo verre te voldoen, dat het bestuur de beschikking
verkrijgt over bouwblok XXIII, tegen den zooevendoor
den Raad vastgestelden prijs, onder bepaling dat bijal
dien het bestuur daar niet op ingaat, het blok in uit
gifte wordt gebracht onder de volle werking der bepa
lingen.
De heer Komter heeft ten aanzien van dit punt ecu
ander voorstel, aansluitende bij hetgeen zooeven door
spreker in het midden is gebracht; hij wil de vraag on
der de oogen zien of thans de bezwaren, die verleden
jaar tegen den bouw eener openbare school op deze
plaats werden geopperd, niet meer bestaan. Wanneer
de beslissing werd uitgesteld tot de volgende vergadering,
zou men de commissie van toezicht kunnen vragen of er
al dan niet onderwijsbezwaren bestaan. Zoo niet, dan
verecnigt spreker zich gaarne met den heer Feddema.
Daarom stelt spreker voor, tot het hooren der commissie
van toezicht te besluiten en de beslissing uit te stellen
tot een volgende vergadering.
De heer Feddema acht het door den heer Komter te
berde gebrachte bezwaar van zeer geringe beteekenis.