303 Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1905. 11 jj wil de commissie van toezicht op het lager onderwijs nader hooren, maar spreker gelooft, dat Burgemeester en Wethouders dan in antwoord een desbetreffend schrijven zullen ontvangen dat de commissie zich niet competent acht, nota van deze zaak te nemen. Zjj heeft dan pas over een bijzondere school wat te zeggen wanneer deze er staat, maar niet te maken met de plaats. liet Kjjk wenscht waarborgen voor het onderwijs in school. Een geheel andere zaak is het aanwijzen eener bepaalde plaats. Spreker wil er op wijzen, dat het den Raad niets kan schelen waar dat bestuur een school wil stichten, liet bestuur der Ambachtsschool heeft er zich niet tegen ver zet en deze school, op 300 meter hemelsbreedte afstand is de eenige, die dicht bij ligt. De kinderen van de Vlietsterschool komen hier niet voorbij. )p andere pun ten der stad heeft men bovendien in kleineren kring nog wel meer instellingen bijéénde school van mej. Buis, die van Poutsma, de school voor M. O. voor meisjes, en het Gasthuis liggen stellig binnen niet grooteren kring. Men leeft nu eeDmaal in een bewoonde stad en moet gelegenheid geven om stichtingen daar te stellen. Waar nu het schoolbestuur eerst het oog heeft gehad op een terrein bij den Groninger straatweg, wat een zeer ongewensclite plaats werd geacht en nu de voorkeur geeft aan dit terrein, is er voor den Ilaad geen reden om de beslissing nog eens uit te stellen en het bestuur nog eens wat te laten wachten. Tegenover het bezwaar, dat voor school 12 12,000 meer zou zijn uitgegeven om die niet hier te zetten, kan worden opgemerkt, dat het toen voor die school beoogde terrein op de helft van den afstand van het nu aange vraagde lag; de Directeur van Gemeentewerken heeft overigens zelf verklaard, dat de grond daar nog veel minder was. Overigens heeft dat hiermee niets te ma ken. Tenzij het gemeentebestuur overwegende bezwaren heeft, kan er, nu het schoolbestuur deze plaats gewenseht acht, geen reden bestaan waarom het dezen grond niet zou kunnen krijgen. De heer Haverschmidt, lid der schoolcommissie, spreekt als zijn persoonlijk gevoelen uit, dat hij het bezwaar van den heer Komter niet deelt. Dit is een heel ander terrein, dubbel zoo ver van de Ambachtsschool als de vroegere plek, die om meer dan een reden ongeschikt werd verklaard. Ging liet bezwaar van den heer Komter op, dan wordt de golieele Noordzijde van het Kanaal ongeschikt verklaard voor verderen schoolbouw. De heer van Ketwich Verschuur verklaart, dat de heer Feddema wel gelijk heeft, dat de schoolcommissie eerst macht verkrijgt, wanneer een school er eenmaal staat, maar telkens bij bouw- en verbouwing wordt de com missie terecht ook gehoord. Wat nu de plaats van déze school betreft, bij de stichting van school 12 heeft het een punt van overweging uitgemaakt of die school aldaar gebouwd, ook te dicht bij de andere in die buurt reeds bestaande zou komen, waardoor eene te groote aglome- ratie van kinderen, in een paar straten bij elkaar zoudo worden gebracht. Dat is ook overwogen in de commissie van openbare werken en daarna hebben enkele leden uit de schoolcommissie vergaderd met de leden uit eerst genoemde commissie. Toen heeft zeer zwaar gewogen het punt van het bijéénbrengen van zooveel kinderen op een betrekkelijk klein terrein. De heer Eeddema nu heeft ongelijk waar hij zegt, dat de kinderen der Vliet sterschool van een anderen kant komen dit is een be talende school, waarmede in die buurt in het lager on derwijs wordt voorzien door de nietbetalende school 11 aan de Vjjversbuurt. Beiden worden bezocht door kin deren uit den geheelen omtrek, van Achter de Hoven en de Klanderijstraat zelfs. Ook naar school 11 komen al veel kinderen langs den weg Achter de Hoven en omgeving. Waar de commissie van toezicht indertijd is gehoord en deze overweging een motief heeft uitgemaakt om school 12 daar niet te stichten, meent spreker, dat ten minste de schoolcommissie zich thans ook moet uitlaten. Wel gaat het hier om een iets verder gelegen plaats, maar de ophooping van kinderen wordt niet minder. Naar de nu te bouwen school zullen kinderen komen uit de geheele stad, die zich ook bij het uitgaan weer over de geheele stad moeten verspreiden. Nu komt het spreker gewenseht voor, zooals de lieer Komter voorstelt, om de schoolcommissie vooraf te hooren. Er is niets geen bezwaar tegen hot is slechts een uitstel van 14 dagen. En als het bezwaar blijkt werkelijk te bestaan dan is het toch beter, dat van te voren daarover wordt gedacht, dan wanneer het terrein reeds voor school bouw vergeven is. liet idee van uitstel komt spreker niet onjuist voor; 14 dagen kan men wel wachten en het be zwaar heeft indertijd werkelijk in de commissie van open bare werken als motief gegolden. De heer Buryer gelooft, dat welke vergissingen de lieer Feddema ook begaan moge hebben, zijn uitlegging van do bevoegdheid der Commissie van toezicht juist is. liet is hier niet de vraag of men vergunning zal geven voor schoolbouw, maar of men het terrein in verkoop zal geven. Het schoolbestuur heeft voor den bouw-geen vergunning te vragen aan den Raad en de Raad zou daarmee buiten zijn bevoegdheid gaan. Wanneer de aanvraag was geschied naar de gewone regelen der voor waarden, zouden Burgemeester en Wethouders, ais er geen concurrentie was, den grond eenvoudig hebben toe gewezen en eerst later zou gebleken zijn, dat er een school werd gebouwd. Daarover heeft men het ook nu niet. Alleen is de vraag gedaan om voorkeur te mogen hebben en daar hebben adressanten in moreeleu zin aan spraak op. Bijzondere redenen voor inwilliging zijn hier de tijdige indiening en het feit, dat verkrijging van een dergelijk bruikbaar terrein door de vrije concurrentie bezwaar kon ondervinden. Men heeft niet te overwegen of het wel gewenseht is, dat daar een school verrijst daarmee heeft men niet te maken. Spreker wil ook de Commissie van toezicht niet hooren. Gesteld eens, dat deze bezwaren vond bezwaren van de school zelf gaan den Raad niet aan maar ook als de com missie andere bezwaren had, zou spreker zich nietgerech- tigd achten, op grond van die bezwaren tegen te stemmen. Dat staat geheel buiten de quaestie. De leden van den Raad zouden dus toch vóór moeten stemmen, al deel den zij de bezwaren, liet verdient aanbeveling, de zaak af te doen en niet de cominisie te hooren. De heer Komter doet opmerken, dat wanneer de heer Burger gelijk had, de Raad aan don verkoop van ge meentegrond geen enkele bepaling zou mogen verbinden. Toch wordt herhaaldelijk bepaald, dat op een bepaald stuk grond geen fabriek mag komen en dat er zus of zoo hoog gebouwd moet worden enz. Dat zijn bepalingen, die men zich bij verkoop kan voorbehouden. Spreker dunkt, dat liet een volkomen onjuist inzicht is, dat men bij verkoop van gemeentegronden geen hinder van bepaalde scholen zou kunnen beletten. Wanneer het vaststaat, dat er hinder uit zou voortvloeien, dan is het plicht der gemeente te beletten dat hier in deze buurt een 4de school bijkomt. Dat heeft zoo sterk gegolden, dat vroeger voor school 12 daarvoor p.m. 12.000 extra is uitge- j geven. De heer Haverschmidt zegt, dat het toen niet dit ter rein betrof, maar spreker wil wel zeggen, dat bij hem en andere leden der bouwcommissie toen geen bepaald perceel vaststond, maar het terrein aan de Noordzijde van het Kanaal in het algemeen. Het terrein bleek hier beter, daar minder te zijn, maar de doorslag werd ge geven door het feit, dat men te dicht bij andere scholen kwam. Bestaat dat bezwaar nu niet of niet meer, dan is het spreker goed, maar hij begrijpt niet waarom dat 12,000 extra uitgegeven zou zijn om een eigen school Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1905. 304 hier van daan te houden, terwijl men nu hetzelfde plekje grond voor een andere school zou afstaan. De heer van Messel meent, dat deze schoolgeschiede nis al eigenaardig genoeg was en dat door de debatten van heden nog meer is geworden. Nu eindelijk de heer Komter het bezwaar oppert, dat indertijd op die plaats school 12 niet is gesticht, en wel op advies van de com missie van toezicht, wenscht spreker er op te wijzen, dat de ledon der commissie zelf daarover wenschelijk hebben gezwegen en ook hun opmerkingen wellicht geheel zou den hebben bewaard. Nu de lieer Komter aandringt,- worden de leden der schoolcommissie uit hun nestje gehaald, als spreker dat zoo eens mag zeggen. De heer van Ketwich Verschuur wil ook de zaak 14 dagen uit stellen opdat de commissie advies kan geven. Het is echter hoogst eigenaardig, dat gedurende al den tijd, dat de zaak hangende is geweest, de schoolcommissie zelf geen enkel bezwaar heeft ingediend. Spreker is overtuigd, dat wanneer de lieer Komter had gezwegen, de com missie ook gezwegen zou hebben. En nu is spreker het eens met de heeren Eeddema en Burger, dat men den Raad niet voor de moeilijkheid moet stellen, van zijn stem te bepalen tegen een advies in, waarmee hjj toch geen rekening mag houden. Overigens meent spreker met den heer Troelstra dat het tijd wordt, dat de zaak tot een eind komt. Spreker is vóór het voorstel-Eeddema en vóór het komen tot een beslissing op dit oogcnblik. De heer Troelstra wenscht even in herinnering te brengen, dat toen besloten is tot den bouw van school 12 Achter de lloven, vooral het argument heeft gegolden, dat indertijd het terrein aldaar voor een school was ge kocht en dat de schoolcommissie bezwaar had tegen de plaats, waar nu ongeveerde christelijke school zal komen. De districtsschoolopziener wenschte echter school 12 ge plaatst te zien ongeveer op het terrein dat nu voor de christelijke school wordt aangevraagd. Tusschen het Da- geljjksch Bestuur en Gedeputeerde Staten is daarover nog een correspondentie gevoerd. Van zijn kant werd er dus geen school bezwaar in gezien. Overigens wil spreker den lieer Eeddema in overweging geven, in zijn voorstel op te nemen, dat het bestuur binnen bepaalden termijn aan Burgemeester en Wethouders te kennen moet geven of het op den koop ingaat. De heer Feddema stemt daarin toe. De Voorzitter deelt mede, dat bij hem is ingekomen een als volgt geredigeerd voorstel van den heer Eeddema „aan het bestuur der verecniging voor christelijk ou derwijs te Leeuwarden in antwoord op zijn adres te doen weten, dat aan zijn verzoek wordt voldaan en dat blok XXIII voor dit Bestuur in koop is te krijgen tegen den prijs en op de voorwaarden, door den Raad vastgesteld in zijne vergadering van 12 December; bijaldien dit be stuur zich ter zake niet in bevestigenden zin verklaart binnen door Burgemeester en Wethouders te bepalen ter mijn, en niet ingaat op dit besluit, worden van kracht de nadere bepalingen betreffende de uitgifte van Bouw terreinen gelegen aan de Noordzijde van het Nieuwe Kanaal, vastgesteld in de raadsvergadering op heden." De heer Komter verzoekt, dat zijn voorstel om de beslissing aan te houden, als zijnde van de verste strek king, het eerst in stemming zal worden gebracht. Spreker is op zichzelf niet tegen het voorstel-Eeddema en zou er anders toch tegen moeten stemmen. liet voorstel-Komter, in stemming gebracht, wordt verworpen met 15 tegen 3 stemmen, die der heeren: Besuijen, Komter en van Ketwich Verschuur. Het voorstel-Eeddema wordt hierop aangenomen met 17 stemmen tegen 1, die van den heer Besuijen. 8. Voorstel van de heeren KoopmansJansen en Lau- tenbach tot invoering van een scheidsgerecht. Bijlage no. 27). Wordt besloten dit punt aan te houden tot een volgende vergadering. De heer van Ketwich Verschuur doet opmerken, dat zooals de Voorzitter aankondigde, wegens het Kerstfeest de volgende vergadering zal gehouden worden op Woens dag 27 December. Nu is dit aangehouden punt der agenda er één van groot belang. 1 n de Kerstdagen gaan vele leden uit de stad, spreker behoort tot hen, die Woensdag 27 December niet aanwezig zullen zijn. Men is er overigens op geprepareerd, dat de raadsvergaderin gen op Dinsdag vallen en spreker meent, dat bet niet goed is, zulk een belangrijk punt op een buitengewonen dag te behandelenhet is niet doelmatig ook. Waar het punt nu al voor de tweede maal op de agenda staat en het oorspronkelijk voorstel van de heeren Koopmans c.s. reeds dateert van Maart j.l. dunkt het spreker, dat oe zaak nog wel een uitstel tot begin Januari kan lijden. De heer Besuijen meent, dat de Raad reeds heeft be sloten, Woensdag 27 December het scheidsgerecht te behandelen. Nu kan de heer van Ketwich Verschuur wel voorstellen op dat besluit terug te komen, maar is het een argument, dat het punt al zoo lang op de agenda staat en er dus nog wel wat op kan blijven staan? Spreker meent, dat er eerder roden bestaat om liet om gekeerde te zeggen de zaak wacht nu al zoo lang, dat het hoog tijd wordt, haar af te doen. Wanneer spreker niet vooruit wist, dat men het toch niet zal willen, zou hij wel willen "voorstellen, er een avondzitting voor te houden. De heer van Ketwich Verschuur wijst erop, dat er punten kunnen zijn, die bepaald dit jaar nog moeten worden afgedaan. Misschien is het dus bepaald noodig, dien Woensdag voor bepaald dringende zaken samen te komen. Spreker blijft echter verzoeken, het punt „Scheids gerecht" op dien dag niet aan de orde te stellen. De Voorzitter is het volkomen met den lieer van Ketwich Verschuur eens. Toen spreker in het begin der vergadering voorstelde om Woensdag 27 December te vergaderen, had hij hoop, dat de agenda van heden zou worden afgewerkt, al is zulks in den laatstee tjjd in deze vergadering niet altijd het geval geweest. Spre ker kon dat toen niet voorzienmaar gelooftdat over hot niet afgewerkte deel van de agenda een uit voerig debat is te wachten en dat alle leden er prijs op zullen stellen, daarbij tegenwoordig te kunnen zjjn. Er is terecht gezegd, dat de leden rekenen op den Dins dag, en daarom zal spreker het betreffende punt dus niet zetten op de agenda voor Woensdag 27 December, opdat hij niet verdacht kunne worden het bij voorkeur in eene onvoltallige vergadering te willen doen behandelen. Misschien is het mogelijk, die vergadering geheel achter wege te laten; spreker zal dit overwegen, en terzake de Wethouders raadplegen. De vergadering wordt gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1905 | | pagina 6