76 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 April 1906 De heer Burger heeft in de vorige vergadering uit drukkelijk verklaard dat het voorstel, al bracht het eeuige verbetering, hem volstrekt niet naar den zin was en tevens de redenen medegedeeld, waarom hij er niettemin voor stemde. Hij moet dus voor zijn persoon opkomen tegen de redeneering van den Voorzitter, dat stemmen voor het voorstel beteekende dat men daarin de beste oplossing der kwestie zag. Natuurlijk doet dit geen afbreuk aan het recht van den Voorzitter om zijne, sprekers, houding onjuist te vindon en hem den heer Besuijen als voorbeeld te stellen. Hij was niet voornemens thans aan de dis cussie deel te nemen, maar is door den Voorzitter uit zijn tent gelokt en meende dit protest niet achterwege te mogen laten. De heer Komter is het eens met de bestrijders van het voorstel-Baart de la Faille. Door aanneming van dat voorstel komen wij buitendien in nieuwe moeielijkheden. Doen wij de dames, die overgingen, nu nog nieuwe con cessies, dan is dit onbillijk tegenover de andere dames die nu niet meer kunnen overgaan, omdat de termijn van 1 April verstreken is. De heer Menalda acht het gevaar, waarop door den heer llijlkema is gewezen, niet groot. Er is verzuimd te wijzen op het feit, dat de damesin kennis zijn gesteld met het besluit, dat stond genomen te worden. Dit is gebeurd, opdat zjj zich daarover konden verklaren. Nu is het besluit genomen, terwijl men algemeen meende, dat de dames waren ingelicht, wat is gebleken niet het geval geweest te zijn en daarom zal spreker meegaan met het voorstel van den heer Baart de la Faille. De Voorzitter brengt nu in stemming het voorstel van Burgemeester en Wethouders als zijnde van de verste strekking. De punten 20-22 worden voor kennisgeving aange nomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders betref fende de motie-Besujjen inzake de benoeming eener com missie omtrent door de gemeente over te nemen parti culiere straten. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om voor het aanbrengen van eeue betere waschgelegenheid in het Hulpziekenhuis een bedrag van hoogstens 127.50 be schikbaar te stellen. 3. Als voren om aan mej. A. Kink op haar verzoek eervol ontslag te verleeuen als onderwijzeres aan gemeente school no. 7. 4. Alsvoren op een gelijk verzoek van den heer D. v. d. Schaaf als onderwijzer aan gemeenteschool no. 10. Deze punten zullen in eeue volgende vergadering worden behandeld. IV. Rapporten. De heer Wilhelmij rapporteert, dat de commissie van rapporteurs voor het kohier van den Hoofdelijken Omslag met haar rapport gereed is, hetwelk zij verzoekt als gelezen te beschouwen en waarvan zjj behandeling in eene volgende vergadering voorstelt. Tevens deelt spreker mede dat de heer Beucker Andreae tot voorzitter der commissie is benoemd. De Voorzitter stelt voor overeenkomstig de conclusie van het rapport te besluiten. Hiertoe wordt besloten. Het wordt aangenomen met 1U tegen 7 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Jansen, Wilhelmij, Komter, Feitz, Koopmans, Beekhuis, van Messel, llaverschmidt, Lautenbach en Hijlkeina, tegen de heeren: Schoondèrmark, Besuijen, Burger, Baart de la Faille, Duparc, Menalda en van Ketwich Verschuur. 16. Adres van het tentoonstellingscomité om wijziging van enkele voorwaarden, verbonden aan het gebruik van den Arendstuin voor het houden dier tentoonstelling. Heeft ten tine van kennisneming bij de stukken gelegen en zal ingevolge art. 26 der betrokken voorwaarden door Burgemeester en Wethouders worden afgedaan. 17. Adres van de feestcommissie der tentoonstelling om aan 11. M. de Koningin een verzoek te richten ten einde Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het verleenen van vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein in een feestgebouw der tentoonstelling. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet- De heer Schoondèrmark, wien in de vorige vergadering is opgedragen de rekening en verantwoording der Am bachtsschool na te zien, heeft zich van deze opdracht gekweten. Niet alleen was de rekening keurig in orde, I maar ook waren alle bescheiden aanwezig. Spreker deelt mede, dat de rekening sloot in ontvang88920.76a in uitgaaf88019.58a dus met een batig slot van 901.18 houders om prae-advies. 18. Adres van de afdeeling Leeuwarden van het Ned. Onderwijzers-Genootschap, waarbij wijziging der salari- eering van de onderwijzers wordt aanbevolen. Zal bij de stukken worden gevoegd. 19. Verslag van den toestand van het M. O. alhier over 1905. Wordt voor kennisgeving aangenomen en zal eenigen tijd ter visie liggen voor de leden. 20. Dat het verslag van den toestand der gemeente over 1905 gereed is en eerlang in druk zal verschijnen. 21. Dat bij openbare aanbesteding is gegund de levering van 400 privaattonnen aan J. A. Beek te Hoorn voor ƒ840.— 22. Dat de uitreiking der getuigschriften aan gemeen teschool no. 8 niet zal plaats hebben op Maandag 23 April, doch op Maandag 30 April d.a.v. De penningmeester is zoo welwillend geweest de reke ning ter beschikking te stellen, zoodat die wel eenige dagen ter visie kan liggen. Spreker veroorlooft zich echter eene opmerking. Het is hem opgevallen, dat bij de Ambachtsschool een pensioen fonds bestaat. Dit nu bestaat bij de gemeente niet en is zeer gevaarlijk. Wij ontvangen gelden, die verbruikt worden, terwijl wij later het personeel moeten pension- neeren. Dit kan aanleiding geven tot moeielijkheden. In art. 2 van het reglement staat dat de Ambachtsschool betaalt 5 van den geheelen pensioensgrondslag en nog 500 bovendien. Hierop zou spreker de aandacht willen i vestigen van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter zegt den heer Schoondèrmark dank voor de door hem verrichte werkzaamheden. Wat de .opmerking omtrent het pensioenfonds aangaat, Burgemeester en Wethouders erkennen de juistheid er van. De zaak heeft reeds bij hen een onderwerp van bespreking uitgemaakt en zal nog nader ernstig worden overwogen. Spreker stelt voor de mededeeling van den heer Schoondèrmark aan te nemen. Hiertoe wordt besloten. De heer Komter deelt mede, dat de Commissie voor reclames van 19U5 gereed is met hare rapporten over 3 reclames in beroep en een 5U-tal tegen aanslagen op de suppletoire kohieren. Spreker stelt voor deze rapporten Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 April 1906. 77 voor de leden ter visie te leggen en in de volgende vergadering tot de behandeling daarvan over te gaan. De Voorzitter stelt voor overeenkomstig de conclusie van het rapport te besluiten. Hiertoe wordt besloten. V. Thans komen aan de orde de voor heden op de agenda geplaatste punten. 1. Beëediging van den nieuwbenoemden gemeente-ont vanger. De nieuwe functionaris legt de beide bij de gemeen tewet voorgeschreven eeden af. De Voorzitter wenscht hem met zijne benoeming geluk en beveelt hem de belangen van den gemeentedienst ernstig aan. In den heer van der Veen heeft hij een voorbeeld van plichtsbetrachting gehad en spreker hoopt, dat de nieuwbenoemde de voetstappen van zijn voorganger zal drukken. 2. Benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. 1. De voordracht bestaat uit de dames 1. Mej. L. J. II. Visser; 2. Mej. S. Steenhuizen 3. Mej. K. üzinga. Met algemeene stemmen wordt benoemd Mej. L. J. II. Visser. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het verzoek van de Maatschappij van schilder- en teeken- kunst alhierom gebruik van het beurslokaal voor ltel houden van eene tentoonstelling. Met algemeene stemmen wordt besloten 1. aan het Bestuur der Maatschappij van schilder en teekenkunst alhier op Zaterdag 14 April a.s., van des namiddags 1 tot 4 uur, Zondag 15 April d.a.v., van des middags 12 tot des namiddags 4 uur Maandag 16 April, van des voormiddags 11 tot des namiddags 4 uur in gebruik af te staan het bovenlokaal van het beurs gebouw onder voorwaarde dat 1. het beurslokaal onder toezicht van den bcursmeester blijve; 2. de adressant verantwoordelijk zij voor alle schade, die gedurende de tentoonstelling aan het lokaal en de daarin aanwezige voorwerpen mocht worden toegebracht en 3. het lokaal na afloop der tentoonstelling op kosten van adressant naar behooren worde schoongemaakt; II. Burgemeester en Wethouders te machtigen om het eventueel jaarlijks door adressant in te dienen ver zoek van gelijke strekking voortaan zonder nadere auto risatie af te doen. 4. Rapport der Commissiebelast geweest met het onderzoek van de rekening en verantwoording van de Stads- Bank van Leening, dienst 11)05. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der rekening en verantwoording, wordt aangenomen. 5. Rapport der Commissie omtrent het verzoek van de voogden der Stads-Armenkamer tot het doen van af- en overschrijvingen op de begrooting dier instellingdienst 11)05. De conclusie van het rapport, om de gevraagde af- en overschrijving toe te staan tot een bedrag van 255,09s wordt aangenomen. 6. Rapport der Commissie omtrent het verzoek van de Commissie van Beheer over het Stads-Ziekenhuis tot het cloen van eene af- en overschrijving op de begrooting dier instellingdienst 1905. De conclusie van het rapport om de gevraagde af- en overschrijving toe te staan tot een bedrag van ƒ570 wordt aangenomen. 7. Voorstel van den heer G. W. Koopmans tot ver meerdering van het getal wethouders dezer gemeente met één. De beraadslaging wordt geopend. van Burge- De heer Koopmans heeft het prae-advies meester cii Wethouders gelezen en is daardoor niet van gevoelen veranderd. Als hij samenvat, wat het prae-advies geeft, dan constateert hij, dat daaraan hangt geen groote stadsluchtmaar stadhuislucht. Alles wijst er op, dat het is gefabriceerd tusschen de muren van het stadhuis. Burgemeester en Wethouders zeggen daarin dat bijna de geheele drukte der voorbereiding van uit te voeren werken rust op de schouders der ambtenaren. Als het dat de betrekking van wethouder zoo licht is waar was, als in het prae-advies is uitgedrukt, dan zou werkelijk zin aan krijgen ook zoo'n baantje te hebben. Het is veel te optimistisch gesteld, want de last, op de schouders van Burgemeester en Wethouders gelegd, is zwaar. De voorbereiding van groote werken toch kan niet rusten op de schouders van één wethouder en kost meer tijd dan in het prae-advies is voorgesteld. Bij stichten van een school b.v. komen niet alleen te de wethouder van publieke werken, maar ook die financiën en onderwijs. Indien spreker dan b.v. wet- veel het pas van men er houder van de gasfabriek ware, zou hij zich wel degelijk ook met die schoolzaak bemoeien. De aanleiding tot sprekers voorstel is bij den Raad bekend. In de vergadering van 8 Februari j.l. is dooi den heer Burger gewezen op een conflict tusschen Bur en Wethouders eii de meerderheid van den gemeester Raad. Verschil van gevoelen bestond inzake het punt college van scheidsgerechten. Dergelijke conflicten kunnen gevaarljjl worden en treurige gevolgen na zich slepen. Om nu te voorkomen, dat er zich een dergelijk geval weer zou voordoen, rijpte bij spreker het plan om het Dagelijksch Bestuur uit te breiden. In het prae-advies wordt gezegd, dat als spreker geen andere motieven heeft, de uitbreiding van het college van Burgemeester en Wethouders overbodig is. Andere mo tieven, dan om de taak van Burgemeester en Wethouders te verlichten, had spreker niet. Weten Burgemeester en Wethouders misschien andere Spreker gelooft stellig, dat aanneming van zijn voorstel de gemeente Leeuwarden zeer ten goede zal komen. Hot gebeurt zoo nu en dan, dat een van de heeren aanwezig kan zijn door ziekte of andere omstandig- niet heden en ook dan zal de maatregel gunstig werken. Burgemeester en Wethouders kunnen wel zeggen, dat in andere gelijksoortige gemeenten niet meer wethouders zijn dan hier, maar dit is een zwak argument, want de omstandigheden in de eeue of andere gemeente kunnen geheel anders zijn. Burgemeester en Wethouders komen met een statistiek waarin staat Zaandam heeft 23.500 inwoners, 19 raadsleden, 3 wet houders. Zutfen 18.000 inwoners, 17 raadsleden, 2 wethouders. Leeuwarden wethouders. nu heeft 34.000 inwoners, 23 raadsleden,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 3