86 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 April 1906. Mej. A. Kink op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan Gemeenteschool no. 7. De heer Schoondermark zegt, dat eerst het voorstel der commissie van Toezicht was het ontslag te verleenen op 1 Mei. Later is dit veranderd in 1 Juni. Dit is een misverstand. Spreker wenscht er op te wijzen, dat het in het belang van het onderwijs is, dat het ontslag verleend wordt op 1 Mei. Dan begint de nieuwe cursus, en bij een ontslag op 1 Juni komt er storing in den gang van het onderwijs tengevolge van de mutation van 1 Juni tot de groote vacantio en later die van de ver vanging der tijdelijk benoemde door de definitieve. Spre ker zou in overweging willen geven Mej. Kink op 1 Juni te ontslaanomdat de verordening niet anders toelaatmaar haar op 1 Mei verlof geven onder voor waarde, dat zij van af dien datum een plaatsvervangster stelt ten genoegc van Burgemeester en Wethouders. De Raad vereenigt zich met het voorstel van Burge meester en Wethouders, zoodat besloten wordt aan Mej. A. Kink op haar verzoek eervol ontslag te verleenen met ingang van 1 Juni 1906. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den heer D. van der Schaaf op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 10. Met algemeene stemmen wordt besloten aan den heer 1). van der Schaaf op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool iio. 10, ingaande 1 Juni 1906. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om voor het aanbrengen van eene hetere waschgelegenheid in het hulpziekenhuis een crediet beschikbaar te stellen. De heer Tromp. M. de Voorzitter! 't Js eene der vele zaken waarin ik het volkomen eens ben met mijn collega Baart de la Faille, n.l. dat er aan het hulpziekenhuis geen steen deugt. Dit is geen nieuws, want liet is reeds èn door hem èn door mij in dezen Raad opgemerkt, dat dit ziekenhuis zelfs niet voldoet aan de allerlaagst gestelde eischen. De keien worden middeneeuwsch ge noemd, maar men zou ditzelfde met evenveel recht van het hulpziekenhuis kunnen zeggen. Deze toestand eischt dringend verbetering. Fr is te dezer zake geruimen tijd geleden reeds een verzoek ingekomen van de vereeniging Medicorum Vinculum, en nog onlangs heeft de gezond heidscommissie er een vernietigend oordcel over uitge sproken. En nu wil men dit pakhuis van eene betere waschgelegenheid voorzien. Wel zeker, dan zeilt het wel weer voor een paar jaartjes! Toestaan van het gevraagde crediet beteekent dan ook niet anders dan bestendiging van een onhoudbaren toestand en op dien grond zal ik mij verklaren tegen het voorstel van Burgemeester en W ethouders. De lieer Du pare zal zijn stem geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Zoo lang er geen betere gelegenheid bestaat tot verpleging van lijders aan be smettelijke ziekten, moeten de gebreken in de inrichting worden weggenomen. Door voor te stemmen, wil hij niet worden geacht, dat hij den toestand goed vindt. Trouwens de gezondheidscommissie heeft er reeds een afkeurend oordeel over uitgesproken evenals reeds lang geleden de toen bestaande vereeniging tot verbetering van volksge zondheid. Spreker brengt voorts in herinneringdat omstreeks 15 jaren geleden de bewoners van de plaats, waar het hulpziekenhuis staat, op algeheele ver wijdering der inrichtiug aldaar hebben aangedrongen. Een ieder èn Burgemeester èn Wethouders in de eerste plaats, zullen willen erkennen, dat de toestand zelfs niet aan de matigste eischen voldoet. Zoolang echter het hulpziekenhuis nog dienst moet doen, zal er ook de hand aan moeten worden gehouden. De heer Beekhuis zou het bezwaar van den heer Tromp billijken, als er eene belangrijke uitgaaf mee was gemoeid. De gevraagde som van 127.50 houdt echter niet het principe tot instandhouding der instelling in. Wanneer de stand der begrooting het had toegelaten, zouden deze kosten uit den gewonen post onderhoudskosten zijn be streden en zouden Burgemeester en Wethouders niet eens met dit voorstel bij den Raad gekomen zijn. Spreker is van oordeel, dat de Raad, door het voteeren dezer uitgaaf, geenszins uitspreekt, dat de toestand van het hulpziekenhuis voldoende is. De heer Tromp begrijpt wel, dat de waschgelegenheid er komt, maar hij heeft de motiveering van zijne stem aan gegrepen als eene welkome gelegenheid om nogmaals te wijzen op den treurigen toestand van het hulpziekenhuis. Gedachtig aan het: Frappez, frappez toujours, hoopt hij, dat er eindelijk eens tot radicale verbeteiing moge worden overgegaan De Voorzitter wil den heer Tromp doen opmerken, dat hij niet geheel binnen de orde was, toen hij den toestand van het hulpziekenhuis besprak. Er is een schrij ven ontvangen van de commissie van beheer van het stadsziekenhuis, waarop advies is uitgebracht. Burge meester en Wethouders brengen noch de mérites van het hulpziekenhuis, noch die van de waschgelegenheid ter sprake, maar stellen alleen voor eene door de commissie van beheer noodig geoordeelde verbetering aan te brengen, althans de gelden die daarvoor noodig zijn, toe te staan. Hierna wordt met op één na algemeene stemmen be sloten Burgemeester en Wethouders te machtigen het voor de uitbreiding van een en ander benoodigde bedrag van 127.50 te brengen ten laste van den post „onderhoud van gebouwen voor armeninrichtingcn", volguo. 194 der gemeentebegrootiug, dienst 1906.. De heer Tromp verzoekt aanteekening, dat hij er zich tegen verklaart. 6. Motie van den heer Besuijen inzake de vervanging van nog bestaande veld kei-best ruling door bevloering met Belgische sternen of Waalklinkers. De beraadslaging wordt geopend. De heer Besuijen betreurt het, dat de gewisselde stuk keu in deze zaak niet gedrukt zijn, om eene behandeling mogelijk te maken met den ernst waarop zij recht heeft. De vele cijfers, want het is grootendeels eene cijfer- kwestie, kunnen moeielijk alle leden voor den geest staan. Spreker zal toch de moeite doen om, waar hij zelf heilig doordrongen is van zijn gelijk, ook die overtuiging bij de andere leden ingang te doen vinden. Eerst wil spreker nog een poging doen om eene dege lijke behandeling mogelijk te maken door indiening van het volgend voorstel „De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit „alle naar aanleiding van de motie-Besuijen betreffende „de bestrating gewisselde en nog te wisselen stukken te „doen drukken als bijlagen en de behandeling van punt „7 der agenda uit te stellen tot een volgende vergadering". Bij aanneming van dit voorstel kan spreker het antwoord schriftelijk indienen en ieder lid verder thuis nagaan, dat zijne becijfering ten onrechte onjuist wordt genoemd; dat integendeel de kern van het prae-advies van Burge meester en Wethouders beslist foutief is, tenzij men rondweg erkent, dat het rapport van den Directeur der Gemeentewerken, waarop sprekers becijfering berust, ver keerd is. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 April 1906. 87 Spreker houdt zich overtuigd, dat bij het overleggen van de bescheiden aan een behoorlijk gerenommeerd accountantskantoor, het gelijk aan zijne zijde zal blijken; financiëele bezwaren houden spreker daarvan terug, maai bij eventueel in druk verschijnen kan ieder, die het noodig acht, zelf elders advies inwinnen. Alvorens spreker verder gaat, wil hij eerst het lot van zijn ingediend voorstel afwachten. De Voorzitter merkt den heer Besuijen op, dat voor het oogenblik uitsluitend diens motie in behandeling is en dat spreker hem overeenkomstig artikel 31 van het 11. v. O. het woord heeft verleend tot toelichting, om vervolgens den Raad te doen besluiten die motie al of niet in behandeling te nemen. Eerst daarna heeft de heer Besuijen het recht het prae-advies of de andere stukken, die naar aanleiding zijner motie zijn geschreven, te be spreken en desgewenscht aan kritiek te onderwerpen. De heer Besuijen zegt, dat hij een verzoek gericht heeft aan het Dagelijksch Bestuur. Aan dat verzoek is reeds voldaan. Burgemeester en Wethouders zeggen toch wij hebben de aanneming niet afgewacht. De aanneming der motie is dus overbodig, een bloote vorm. De Voorzitter repliceert, dat hij het reglement van orde moet naleven. De motie is in behandeling en daarom verleende spreker den heer Besuijen liet woord tot toe lichting. Zulks is bovendien voor dat raadslid volstrekt geen nadeel. Wanneer de Raad de uitspraak deed de motie niet in behandeling te nemen, dan hadden Bur gemeester en Wethouders veel noodeloos werk verricht; liet nadeel, waarop de heer Besuijen doelde, is dus aan hunne zijde. Spreker stelt voor de motie in behandeling te nemen. lliertoe wordt besloten. De heer Besuijen herhaalt, dat eene behoorlijke be oordeeling niet wel mogelijk is zonder dat de leden de cijfers onder de oogen hebben, vandaar zijn voorstel om de stukken te laten drukken. Spreker is van de juistheid zijner becijfering overtuigd. Zijn de stukken gedrukt en bjj de leden rondgezonden, dan kan elk inlichtingen vragen, waar hem dat goeddunkt. De stukken, die ter ~XXT 1 visie liggen, kunnen toch niet worden meegenomen. Wordt zijn voorstel evenwel niet aangenomen, dan zal spreker trachten den Raad zoo goed en kwaad het gaat een denkbeeld te geven van zijn systeem. De heer Komter is van meening, dat de zaak gemak kelijk kan worden overzien, mits men de voeten op den grond houdt en zich niet te veel verdiept in theoretische beschouwingen. Alles komt slechts op een paar cijfers neer en wel op deze, hoeveel bedraagt de anuuiteit der geheele vernieuwingen, wat kost daarna het onderhoud? Wat wordt uitgegeven voor onderhoud en wat wordt nu gedaan ter geleidelijke verbetering? Deze cijfers, voorkomende in het advies vau Burgemeester en W et- houders, zijn met één oogopslag te vergelijken en be- heerschen de kwestie. Als men liet voor het wenschen had, zou spreker óók wenschen, dat de veldkeieu ver dwenen; dr. Tromp zou dan een nieuw ziekenhuis wen schen en zoo zou het verlanglijstje nog met menige goede zaak kunnen worden aangevuld, doch de wal keert het schip. Spreker acht de zaak beslist voor dadelijke behan deling vatbaar en gaat dus niet mee met het voorstel- Besuijen. De heer Besuijen meent, dat dit laatste eene kwestie is, die elk lid voor zich zelf moet uitmaken. Hadden alle leden alle cijfers in hun hoofd, dan was drukken overbodig. liet voorstel-Besuijen wordt verworpen met 11 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heerenJansen, Koopmans, Schoon dermark, Besuijen, Bcerends en Tromp. Tegen de heerenKomter, Menalda, Beucker Andreae, Feddema, Beekhuis, van Messel, WilhelmijDuparc, Hijlkema, Tigler Wijbrandi en Haverschmidt. De heer Besuijen zal dan trachten zoo goed en kwaad hij het nu doen kan zijn standpunt duidelijk te maken. Zijn systeem bedoelt de plotselinge verbanning van alle veldkeien balsteeuen uit de gemeente, theoretisch gesprokenin één nacht. Hiervoor is natuurlijk een kapitaal noodig. Dat kapitaal moet worden geleend. Bur gemeester en Wethouders zeiden in hun le prae-advies te twijfelen of een leening voor dat doel zou worden toe gestaan en verwijzen naar het Koninklijk Besluit van 13 Januari 19U5 no. 33. In conclusie luidt dit Koninklijk Besluit aldus Kosten van vernieuwing van gemeentewegen welke vernieuwing on noodig zou zijn geweestindien die wegen niet ten gevolge van gebrek aan gewoon onderhoud in een toestand van verwaarloozing waren geraakt mogen niet worden gerangschikt tot de buitengewone uitgaven, waarin door leeuing mag worden voorzien. Spreker antwoordde hierop, dat het hein bevreemdde dit Koninklijk Besluit te zien aangehaald, aangezien daarin toch de erkenning lag dat men hier de balsteenstraten door gebrek aan gewoon onderhoud in een toestand van verwaarloozing had doen geraken. Een zelfbeschuldiging, die door spreker niet wordt ondersteund. In het 2e prae- advies doelen nu Burgemeester en Wethouders mede, dat de door spreker aangehaalde clausule niet is het Koninklijk Besluit, maar de conclusie daarvan, opgemaakt door de redactie van het Weekblad voor Burgerlijke Administratie. Zjj achten verder die conclusie: te pertinent geformuleerd en wenschen het Koninklijk Besluit aldus te lezen Vernieuwing van gemeentewegen komt doorloopend voor, ook al houdt het vernieuwde gedeelte 50 jaar stand; de kosten belmoren dus ten laste der gewone uitgaven te komen. Spreker zal hierover niet lang uitweiden, omdat ook Burgemeester en Wethouders van meening zijn, dat de lezing van het Koninklijk Besluit niet is des l'udels Kern, maar waar het 2e prae-advies van het Dagelijksch Bestuur het doet voorkomen alsof Besuijen het Koninklijk Besluit niet kent, wil spreker doen opmerken dat het gansche Koninklijk Besluit is afgedrukt in het reeds geuoemde nummer van het Weekblad voor Burgerlijke Admini stratie. Ieder raadslid heeft dus kunnen controleeren of de conclusie van de redactie uitdrukte wat in het Konin klijk Besluit ligt opgesloten. Het betrof de weigering van een leeuing voor een gemeenteweg in Zwolle en onder de motieven voor de weigering lezen wij dal de weg ten gevolge van gebrek aan gewoon onder kou t in een toestand van verwaarloozing was geraakt. Deze reden tot weigering wordt door Burgemeester en Wethouders eenvoudig in hun conclusie geëlimineerd. Dat gaat toch niet aan. Spreker schaart zich aan de zijde van de redactie van het genoemde weekblad en wijst er op, dat Burgemeeeter en Wethouders uitdrukkelijk verzekerendat slechts twijfel bestaat over de al of niet toelaatbaarheid der leening. Dus geen zekerheidalleen twijfelwaardoor dit dus volstrekt geen doodend argument mag worden geacht. De becijfering heet niet juist, omdat door spre ker alleen is gelet op de annuïteiten en niet op de re paratiekosten vóór en na de vernieuwing. Deze stelling is de basis van het praeadvies van Burgemeester en Wethouders. Hun heele verdere redeneering is hierop gebaseerd. Is die stelling foutief, dan zakt het prae- advies als een kaartenhuis ineen. En inderdaad, die stelling is beslist onjuist. Op reparatiekosten is wel degelijk gelet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 2