Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 April 190(3. Er moet vervangen worden 1350 00 M2 veldkeibestra- ting door 15000 3D keien en 20000 3D klinkers. 20000 M2 klinkers, duur pl.m. 25 jaar, kosten 45200 15000 M2 vierk. keien, duur plm. 100 jaar, kosten -82500 Totaal 127.700 Jle annuïteit van het eerste kapitaal a 3£ «/P is 2742.42 1 )e annuïteit van het tweede kapitaal a 3£ o/0 is 2982.40 ƒ5724.82 Hiervan afgetrokken de rente van de vrijko mende veldkeien 3| °/o van /'10210 is 357.35 Zoodat de begrooting in eens wordt belast met een bedrag vanƒ5307.47 per jaar aan annuïteiten. En nu de reparatiekosten. Op bladz. 5 van het rapport van den heer Directeur der gemeentewerken staat, dat het onderhoud der balstecnen jaarlijks kost 2000, terwijl bjj toepassing van het idee- Besuijen de kosten der klinkers ook ƒ2000 bedragen. Voor de vervanging dus ƒ2000 en daarna eveneens, zoodat deze beide bedragen elkaar totaal opheffen. Ook waar spreker later voorstelt uitsluitend met keien te bestraten, heelt hij het verschil in onderhoudskosten in aanmerking genomen, zie daarvoor de ingezonden memorie. Hoeveel is nu het bedrag van 53(57.47 meer, dan dat wat besteed wordt bij het systeem van geleidelijke ver vanging, dat door Burgemeester en Wethouders wordt voorgestaan. Is er wel een systeem bij Burgemeester en Wethou ders? Zoo ja, hoeveel wordt dan nu jaarlijks aan ver vanging besteed Wanneer men het systeem der geleidelijke vervanging op zijn zwakst toepast dan zal er moeten worden betaald voor klinkers x J 45200 1808 voor keien '/Joo X 82500 825 2633 per jaar. Doen Burgemeester en Wethouders dit niet, dan is van een systeem geen sprake meer, want het bedrag van ƒ2633.zal zeli's na de verbanning der veld keien nog geheel noodig zjjn voor voordurend jaarlijksche vernieuwingen. De meerdere kosten van sprekers svsteein bedragen dus ƒ5367.472633.ƒ2734.47. Voor dit betrekkelijk geringe bedrag zouden wij dus alle enorme voordcelen genieten, die door den Directeur der gemeentewerken zijn opgesomd. Bij het tweede prae-advies is al dadelijk gebleken, dat er van een systeem geen sprake is, omdat geen 2633. maar in doorsnee slechts 1678. per jaar wordt uitbe taald voor de vernieuwing van pl.m. 500 3D. keien, wat hetzelfde beteekent als dat wij nog 70 jaar op de bal stecnen zullen moeten tippelen en tevens, dat het bedrag na 25 jaar moet worden verhoogd, omdat dan reeds een deel der klinkerbestrating op is en voor vernieuwing in aanmerking komt. Van een systeem is dus geen sprake, want een systeem veronderstelt regelmaat. levens blijkt uit het 2e prae-advies, dat de gegevens in het eerste rapport van den Directeur der gemeente werken onjuist waren, want nu wordt er gezegd dat het onderhoud geen 2000.— maar slechts ƒ546.— kost; waai de onderhoudskosten van balsteenen en klinkers gelijk hoeten, zal dus ook het onderhoud der klinkers van ƒ2000 op ƒ546 moeten worden gebracht. Aannemende, dat het cijfer van 1(378.juist is, dan zou sprekers sy steem ƒ5367.47ƒ1678.- f 3689.47 meer kosten. Burgemeester en Wethouders tellen de 2633.— op, dit is onjuist, want het zijn geen reparatie- maar vervangings- kosten welke in het systeem der geleidelijke vervanging, als het bestond, (wat spreker mocht veronderstellen) jaar lijks minstens zou moeten worden uitgegeven. (Jok wil het Dagelijksch Bestuur geen lOOjarige annuïteit. Spreker heeft geen bezwaar daarvoor een 60jarige te nemen waardoor dan echter de kosten slechts met ƒ324.94 worden verhoogd; ten slotte, de leening te plaatsen tegen 97 pCt., verhoogt de annuïteit met ƒ181.37, zoodat dan sprekers systeem meer zal kosten ƒ4195.78. Er is echter nog een groot argument voor sprekers systeem waarop met geen enkel woord is gereflecteerd en wel dit dat bij toepassing er van, n.l. de geheele vervanging der veldkeien door middel eener leening, de lasten vrij gelijk drukken op alle gemeentenaren, J die van de beste bestrating profiteeren. Het systeem van Burgemeester en Wethouders daarentegen geeft een ka pitaal cadeau aan het nageslacht. Wij betalen eene mooie bestrating voor de komende generaties en blijven ten I pleiziere van hen zelf op de balsteenen loopen. Dit na- j geslacht zal liever het systeem van Burgemeester en Wethouders zien toegepast, want het kan met de rente i van het in den grond gestoken kapitaal het bedrag van 5367.47 verminderen tot ƒ2633. Spreker haalt een voorbeeld aan ter verduidelijking. Veronderstel sprekers systeem is ingevoerd. Va 100 jaar is de bestrating op, maar de leening door de annuïteit gedelgd. De dan levende Leeuwarders ontvangen geen cadeau, maar vinden ook geen schuld. Bij het systeem van Burgemeester en Wethouders j echter vinden de dan levende Leeuwarders '/too spik splinternieuwe bestrating, een tweede iu is een jaar oud, een derde i/wo is twee jaar oud enz. tot het laatste oo deel, dat op is en dat met de bovengenoemde 2633.- moet worden vernieuwd. Die Leeuwarders zullen dan juichen over onze dwaasheid, om zelf langen tijd over de balsteenen te strompelen ten einde hun een kapitaal te bezorgen. 3Ieu zal spreker moeten toegeven, dat het eerste systeem een gezonde financiëele politiek is, die voor de tegenwoordige ingezetenen voordeeliger is. Spreker meent hiermede te kunnen volstaan. De Voorzitter zegt, dat thans allereerst dient vastgesteld het onderwerp van beraadslaging. De heer Besuijen diende 8 November des vorigen jaars eene motie in nog vóór die in behandeling is, doet hij aan het slot zijner nota van 3 Maart j.l. een voorstel van andere strekking dan de motie. Zooeven besluit de Baad de motie in behandeling te nemen bjj zijne verdediging daarvan, spreekt de heer Besuijen aanhoudend van zjjn voorstel; zelfs hoorde spreker dat lid zeggen„mijne motie, vervangen door mijn voorstel". Wil de heer Besuijen hiermede zeggen dat hij zijne motie heeft ingetrokken, dan verzoekt spreker hem zulks te verklaren. De heer Besuijen antwoordt bevestigend. De Voorzitter constateert, dat de heer Besuijen zijne motie heeft ingetrokken en brengt nu diens voorstel in J behandeling, luidende De Baad besluitde veldkeibestrating ten spoedigste te doen vervangen door klinker- en (off) keibestrating: en noodigt Burgemeester en Wethouders uit de hiervoor noodzakelijke finaneieele voorstellen bij hem in te dienen. De heer Komter is van oordeel, dat de toelichting, die de heer Besuijen heeft gegeven, wat de cijfers betreft, j niet volkomen slaat op de nota van Burgemeester en Wethouders. Spreker wil een en ander zeggen over deze be cijferingen. II ij wijst hiertoe allereerst op den post van j 20U0.voorkomende in het eerste rapport van den Directeur der gemeentewerken voor onderhoud der veldkei bestrating. Deze post is globaal geraamdzonder berekening en is dus ook slechts als zoodanig te beschouwen. lu het tweede rapport is de directeur er toe over gegaan eene berekening te maken en komt daarin ten j slotte tot de conclusie, dat in tien jaar voor dat onderhoud is hesteed 5000.- dus ƒ500.per jaar. Deze berekening heeft hij getrokken uit de loonstaten, aangevuld met eene raming van transportkosten en zand. Burgemeester en Wethouders hebben den post nog verhoogd met ƒ46. omdat zoo nu en dan bij vervloeiing eenige keien te kort schieten; totaal alzoo 546.per jaar. Er is dus een groot verschil in de onderhoudskosten, vóór en na de i geheele vernieuwing. Volgens den Directeur der gemeente verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 April 1906. 89 werken gaat het er mede als met de vervanging van een goedkoop, sterk klecdingstuk, door een kostbaar kleed. Dit laatste kost niet alleen veel van aanschaffing, maar doet tevens de onderhoudskosten belangrijk stijgen. Terwijl de veldkeibestrating, die bijna onverslijtbaar is, aan onder houd per jaar 546.kost, berekent de heer Besuijen, dat na de verbanning der veldkeien jaarlijks voor ver nieuwingen noodig is 2633.—. Het verschil groot 3546 zit dus voor een deel hierin. Heeft liij echter met deze jaarlijksche vernieuwingen niet het onderhoud bedoeld, dan ontbreekt in zijn betoog de onontbeerlijke post voor onderhoud geheel. In het theoretisch betoog van den heer Besuijen (die toch moet zorgen, dat er aan het einde van zijne annuïteits-termijnen een bestrating over blijft, omdat deze er ook was bij de invoering van zijn systeem) zou de genoemde som van 2633.dus zeer goed als onderhoudspost dienst kunnen doen. Dit aan nemende, komt spreker tot de conclusie dat het systeein- Besuijen ƒ8500. per jaar kost. Weet men nu, dat in de laatste jaren gemiddeld is besteed aan opruiming van veldkeibestrating 1678.en aan onderhoud ƒ546, samen alzoo ƒ2234. dan kost het genoemde systeem <>276. meer inplaats van 'd7.il.zooals door den heer Besuijen is berekend. In de nota van Burgemeester en Wethouders is er op gewezen, dat het jaarlijksche onderhoudsbedrag iets grooter wordt, naarmate er meer veldkeien worden vervangen, omdat liet onderhoud van eene duurdere bestrating ook duurder is. Verder wil spreker nog op iets anders wijzen. Hoe meer vaste posten jaarlijks op do begrooting voorkomen, hoe moeielijker het is haar sluitend te maken. Er zijn jaren, dat sommige bronnen van inkomsten wat ruimer vloeien en de uitgaven voor andere doeleinden kleiner zijn. In zulke jaren kan men wat meer besteden aan opruiming van veldkeien, terwijl in het omgekeerde geval met minder kan worden volstaan. Spreker wil hiervoor wijzen op de zeer variëerende hoeveelheden vervangen veldkeien in de laatste 4 jaar. In 1901 bedroeg dit389 3D ln 1902 640 3D In 1903 1944 3D In 1905 419 3D Dit is een gevolg van de omstandigheid, dat er meer of minder geld beschikbaar was. De heer Besuijen zal misschien zeggenlief meer belastingmaar dat raadslid heeft oog voor cijfers en voelt wel, dat men maar niet willekeurig de gemeente belasting kan verhoogen. Een vaste uitgaafpost van ruim 6000,zou de begroeting op bezwarende wijze drukken. Ook wil spreker er nog op wijzen, dat er in den loop der jaren beter en aangenamer plaveisel kan worden uitgevonden. 3Iaar wanneer wij dan voor de aflossing- der annuïteiten hebben te zorgen, zal voor de aanschaf fing daarvan geen geld beschikbaar zijn. Al liet aangevoerde pleit voor geleidelijke vervanging der veldkeien. De heer Besuijen wil eenige categorische vragen stellen: 1. Of zijn voorstel gebaseerd is op onjuiste cijfers? De Directeur der gemeentewerken heeft eerst opge geven als onderhoudskosten 2UÜÜ.later 546dat is een groot verschil. Is dit laatste cijfer nu goeddan wil spreker uitstel van behandeling vragen. 2. Er is gezegd dat de veldkeibestrating onverslijt baar is, terwijl in het rapport van den Directeur staat, dat veldkeibestrating evenveel kost aan onderhoud. Wat is nu waar Verder heeft spreker niet gehoord dat er erkend is, dat er geen systeem bestaat, wat hij toch meent te heb ben aangetoond. AVel heeft de heer Komter gezegd dat ernaar de finaneieele omstandigheden het toelaten meer of minder wordt gedaan. Dit noemt spreker schar- relpolitiek en is een bewijs te meer dat er bij Burge meester en Wethouders geen systeem bestaat. 3. Wat zijn de onderhoudskosten der keibestratingen? Burgemeester en Wethouders zeggen in hun praeadvics 2633.nu heet het dat men dit niet zeggen kan van straten welke er nog niet zijn. Is het dan niet mogelijk de onderhoudskosten van de reeds bestaande keibestrating op te geven De Directeur spreekt over het onderhoud der keibestrating en noemt het niet noemenswaardwat moet spreker toch aannemen Als apotheose zegt de heer Komterdat spreker er voor zou zijn belastingen te heffen. Dit is onjuist. Juist het tegenovergesteldehij wil de burgerij niet belasten ten faveure van komende generaties. Als de gemeentekas zoo berooid is, moet men zeker geen cadeaux gaan geven aan onze kindskinderenzooals in het systeem of het niet-systeem van Burgemeester en Wethouders geschiedt. Niemand ontkent of kan ontkennen dat het leensysteem een gezonder finaneieele politiek is. liet is den heer Beekhuis onbegrijpelijk, hoe overeen zoo praktisch onderwerp (spreker zou haast zeggen een onderwerp in de letterlijke bcteekenis des woords zoo laag bij den grond als deze balsteenen) zulke theoretische beschouwingen kunnen worden gehoudenals door den heer Besuijen is gedaan. De heer Komter heeft er reeds op gewezen, dat de redevoeringen van den heer Besuijen en die van Burgemeester en Wethouders naast elkaar loopen. Spreker gelooft dat dit daarin zit, dat de heer Besuijen theoretische beschouwingen baseert op enkele cijfers, terwijl Burgemeester en Wethouders de zaak van den praktischen kant bekijken. Waar de directeur dei- gemeente werken gezegd heeft, Belgische keien duren 100, waalklinkers 25 jarenheeft de heer Besuijen er van gemaaktdat de bestrating zoo lang duurt. Op deze cijfers wordt de beschouwing opgezet dat eene straat van klinkers na 25 jaar en eene van keien na 100 jaar plotseling te niet gaat. Natuurlijk is dit niet het geval; de steen op zich zelf kan 100 jaar mee, maar de bestra ting eisclit voortdurend onderhoud en vernieuwing. De heer Besuijen heeft gezegddat het Koninklijk besluit niet veel afdoet. Burgemeester en Wethouders zeggen, dat er twijfel bestaat, of een dergelijk leenings- besluit zal worden goedgekeurd. Hoe men hierover nu moge denken, zoo geeft toch in ieder geval dat Konink lijk besluit eene vingerwijzing om de bedoelde kosten uit het gewoon onderhoud te bestrijden. Worden nu de balsteenen (en terecht) veroordeeld wie weet of niet binnen weinige jaren do keien door asphalt zullen moeten worden vervangen en of niet daarna weer een ander materiaal voor bestrating, als liout of papierwordt gekozen. 31oet men dan telkens op eens alle straten van dat nieuwe materiaal maken en daarvoor leenen? Neen, uit de gewone middelen en naar de draagkracht der ingezetenen moeten de straten voortdurend en gelei delijk worden verbeterd. De heer Baart de la Faille zal niet treden in de dis cussion over de détails van de kwestie, omdat hij niet bij de geheele behandeling tegenwoordig is geweest, maar spreker is nog niet bekomen van zijne verbazing over het feit, dat de lieer Besuijen het goedvindt om met een denkbeeld, dat zoo op een goeden dag in zijn hoofd is opgekomen, zonder eenig gezond motief, zijn medeleden urenlang te vermoeien. Eveneens over het feit, dat de heer Besuijen zich opwerpt als specialiteit in bouwzaken, specialiteit in tinantiüu, kortom specialiteit in alles. Do heer Besuijen toont daarmede al weinig respect te hebben voor zijn mandaat en dat van zijn medeleden, door hun zooveel kostbaren tijd te ontrooven, die noodig is 0111 zijne denkbeelden te weerleggen. Het zijn eigenlijk geen denkbeelden, maar bloot opvattingen, fantasmugorien, waarbij spreker denkt, ofschoon hij het niet wil gebruiken, aan het voorbeeld van den aap of den dronkenman in de porceleinwinkel. Spreker hoopt, dat de Raad in het ver volg verschoond mag blijven van dergelijke onbekookte voorstellen, opdat de tijd gebruikt kan worden voor de I behandeling van ernstiger zaken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 3