110 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Mei 1906. het aanvangsalaris op ƒ700.te brengen, aldus de Voor zitter. Spreker heeft dit niet gedaan, omdat hij wist, dat het de inoriaan geschuurd was; zijn hart is er wel goed voor. Hij heeft evenwel gedacht, ik zal niet naar de zon grijpen. De amendementen van den heer Burger komen spreker te vroeg voor. Die kunnen pas bij de artikelen worden behandeld. De heer Haverschmidt dient naar aanleiding der ge rezen bezwaren en onder intrekking van het eerste voor stel, mede namens de heeren van Ketwich Verschuur en Sclioondermark het volgende gewijzigde voorstel in: „ter gemoetkoining in de bijdrage voor pensioneering van weduwen en weezen der onderwijzers, de jaarwedde van het mannelijk personeel van bijstand der openbare scholen 1 11 te verhoogen met 25 gulden." De lieer Burger wijzigt nu ook zijn voorstel in dier voege, dat het alleen geldt voor mannelijk personeel. De heer Besuijen meent, dat het, door de dames uit te sluiten, niet goed gaat. De onderwijzers worden dan boven de onderwijzeressen bevoordeeld. De onderwijzers gaan dan van hier en kunnen zeggen, het resultaat is dat wij een gratis verzekering hebben gesloten voor onze weduwen en weezen. Wij hebben resultaat gehad. De onderwijzeressen vertrekken zooals ze gekomen zijn. Druist dat niet in tegen het rechtvaardigheidsgevoel van den heer Burger 'i l)e lieer Sclioondermark gelooft, dat de heer Besuijen dwaalt, want het pensioen betreft weduwen en weezeu. Wij zouden in dezelfde fout vervallen als in Indië het geval isdaar betaalt n.l. een li. K. geestelijke eene pensioensbijdrage voor zijn weduwe. Wat de verhoogingen aangaat van 50.50 /'100.ƒ100.deze zijn zoo geregeld op advies der medische elementen, omdat in den eersten tijd de behoeften niet zoo groot zijn, terwijl latei- de kinderen ook geld kosten. De heer Koopmans zegt, dat alle discussiën tot één zaak leiden en wel de vraag, zijn de salarissen hoog genoeg of niet. Spreker meent dat de salarissen te laag zijn en dient een amendement in op dat van den heer Besuijen n.l. dit, hij wil het minimumsalaris verhoogen met ƒ50.Hij heeft zelf in eene dusdanige positie op jongen leeftijd verkeerd en weet daarom best dat de sa larissen, zoowel voor mannen als vrouwen, te laag zijn. De Voorzitter beweerde straks dat hij en de meesten dei- raadsleden op 1 Sjarigen leeftijd geen ƒ600.verdienden, doch daarop kan spreker antwoorden, dat wanneer onze onderwijzers en onderwijzeressen op dit moment verkeer den in dezelfde positie, waarin de Voorzitter en de be doelde Raadsleden, op den bedoelden leeftijd waren, zij (de onderwijzers en onderwijzeressen n.m.) geen verhoo ging van salaris zouden aanvragen. Dit amendement wordt ondersteund. De beraadslaging wordt gesloten. De conclusie van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders luidt: 1. aan de besturen der plaatselijke nfdeelingen van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers en van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap in antwoord op hunne adressen mede te deelen dat op hetgeen daarbij is verzocht, is gelet 2. tot wijziging der verordening tot regeling der jaarwedden en der verdere inkomsten van het onderwij zend personeel aan de scholen van openbaar lager onder wijs (gemeenteblad 1904 no. 13), gelijk deze nader is gewijzigd en daartoe te nemen het besluit, dat in ont werp hiernevens gaat. De Raad der gemeente Leeuwarden; Overwegende dat het wenschelijk is den termijn te verkorten, waarbinnen door de onderwijzers van bijstand aan de openbare lagere scholen der le, 2e en 3e klasse, die e hoofdacte bezitten, de maximum-jaarweddeaan hunne betrekking verbonden, kan worden bereikt, als mede de tegemoetkoming in de woning-huur voor alle openbare onderwijzers te verhoogen Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders; Besluit I. art. 3 2e lid b der verordening tot regeling der jaarwedden en verdere inkomsten van het onderwijzend personeel aan de scholen van openbaar lager onderwijs te Leeuwarden (gemeenteblad 1904 no. 13), gelijk deze nader is gewijzigd, te lezen als volgt: b. indien zij de hoofdacte bezitten bij een diensttijd van minder dan vier jaren700.— van vier en meer, doch minder dan acht jaren - 750. van acht en meer, doch minder dan twaalf jaren - 800. van twaalf en meer, doch minder dan zestien jaren- 900.— van zestien en meer jaren- 1000. II. art. 4 van voornoemde verordening te lezen als volgt Elk der mannelijke onderwijzers, bedoeld in art. 3, geniet, indien hij gehuwd, of weduwnaar met minder jarige kinderen is, en den leeftijd van acht en twintig- jaren bereikt heeft, eene tegemoetkoming in de huishuur ten bedrage van 75.—. Dit bedrag wordt met 10.verhoogd voor elk zijner minderjarige kinderen beneden de achttien jaar, dat tot zijn gezin behoort. III. te bepalen dat deze wijzigingen in werking zullen treden den len September 1906. b. behoudens het bepaalde bij het tweede lid van art. 7 van voornoemde verordening, de op 1 September 1906 bij het openbaar lager onderwijs te Leeuwarden in dienst zijnde onderwijzers van bijstand met ingang van dien datum in hot genot zullen worden gesteld van de jaar wedden, berekend volgens het hierboven sub I bepaalde. Hierop zijn ingediend de volgende amendementen: Op sub 1 het amendement-Koopmaus om do miniinum-trac- tementen met ƒ50.— te verhoogen. Dit amendement wordt verworpen met 15 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Jansen, Besuijen, Lauteu- bach, Beerends en Koopmans en tegen de heeren Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Sclioondermark, Burger, Kom terDuparc, Beekhuis, MenaldaFeitzTromp, FeddemaBaart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt. b. het amendement-Besuijen om de minimum-traete menten met 25.te verhoogen sub a en b. Dit amendement wordt verworpen met 14 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Jansen, Besuijen, Lauten- bach, Beerends, Koopmans en Baart de la Faille en tegen de heeren Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, SclioondermarkBurger, Kom ter Duparc, Beekhuis, Menalda, Feitz, Tromp, Feddema, van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt. c. het amendement-Burger om de salarissen sub a en b art. 3 met ƒ50.te verhoogen. Dit amendement wordt verworpen met 12 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Jansen, Burger, Besuijen, Lautenbach, Beerends, Menalda, Tromp en Koopmans en tegen de heeren: Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, 111 Sclioondermark, Komter, Duparc, BeekhuisFeitzFed dema, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Hijl- kema en Haverschmidt. d. het gewijzigde voorstel van de heeren Havei-- schmidt, van Ketwich Verschuur en Sclioondermark. Dit wordt aangenomen met 18 tegen 2 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae Schoondermark Jansen Burger Besuijen Komter, Duparc, Lautenbach, Beerends, Menalda, Feitz, Tromp Feddema Koopmans Baart de la Faillevan Ketwich Verschuur en Haverschmidt en tegen de heeren Beekhuis en Ilijlkema. r. een voorstel van den heer Besuijen om tusschen de bezitters en niet-bezitters van de hoofdacte geen on derscheid meer te maken dan de wet doet. Dit wordt verworpen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerenBesuijen, Lautenbach, Tromp en Koopmans en tegen de heeren: Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Schoondermark, Jansen, Burger, Komter, Duparc, Beek huis, Menalda, Feitz, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt. een amendement-Besuijen om de periodieke ver hooging ook voor de niet-bezitters der hoofdacte te stellen op 100. na elke 5 jaar. Dit wordt verworpen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de hoeren Jansen, Besuijen, Lauten bach, Koopmans, en tegen de heeren Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Schoondermark, Burger, Komter, Duparc, Beekhuis, Me nalda, Feitz, Tromp, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt. g. Een amendement van den lieer Burger om de vier periodieke verhoogingen te bepalen op ƒ75.— na elke jtiiir. Dit wordt verworpen met 13 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Jansen, Burger, Besuijen, Lautenbach en Koopmans en tegen de heeren: Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Schoondermark, Komter, Duparc, Beekhuis, Menalda, Feitz, Tromp, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt. Een voorstel van den heer Burger om de waarde van de hoofdacte te bepalen op 125.—. Dit voorstel wordt verworpen niet 12 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren Jansen, Burger, Besuijen, Lautenbach, Koopmans en Baart de la Faille en tegen de heeren Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Schoondermark, Komter, Duparc, Beekhuis, Menalda, Feitz, Tromp, van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt. De Voorzitter deelt mede, dat op het voorstel sub II door den heer Duparc zijn ingediend de volgende amen dementen <i. achter het getal ƒ75.te voegen: „per jaar"; b. het woord „minderjarige" te laten vervallen. Het eerste nemen Burgemeester en Wethouders over, omdat het eene verbetering is. Tegen overname van het laatste hebben zij echter bezwaar, omdat door huwelijk een minderjarig kind beneden 18 jaar meerderjarig wordt zulks kan bij meisjes voorkomen; de plicht om haar te onderhouden rust alsdan op den echtgenoot en niet meer op den vader-onderwijzer. De heer Duparc trekt het laatste amendement in. De heer Besuijen dient een amendement in om f 75. te vervangen door 150.en alinea 2 te laten vervallen. Spreker zegt dit amendement in te dienen om te voor komen, dat de toelage van 10.per kind als pensioen grondslag wordt beschouwd waardoor deze in verhouding tot een eventueel te genieten pensioen te hoog wordt. De heer Koopmans amendeert dit voorstel door de 150.te vervangen door 100. Spreker licht zijn amendement toewat betreft het weglaten van het kinderstelsel. Hij zegt, dat in onze gemeente onderwijzers getrouwd zjjn met onderwijzeres sen. Deze laatsten worden in enkele gemeenten met ontslag bedreigdals zij kinderen krijgen. Zal men nu aan den anderen kant een premie daarop zetten, dan weten die lui niet wat het beste voor hen is. De heer Jansen heeft het amendement van den heer Besuijen ondersteund, omdat hij het idee van 10. vergoeding voor onderwijzers per kind wat ongelukkig gekozen vond. De meest aanleidende oorzaken voor de thans aan de orde zjjnde salarisbeweging der onderwijzers, vindt naar sprekers meening haar oorsprong in de eenige jaren geleden vastgestelde tegemoetkoming in de huishuur van zeer laag bedrag, en de thans vrjj zware belasting van 7 pCt. van het inkomen als bjjdrage voor de pen sioenregeling. De vergoeding voor woning-huur is destjjds veel te laag gezet; 75.toch is te weinig vergoeding voor onderwijzers die in Leeuwarden een fatsoenlijk huis overeenkomstig hun stand moeten bewonen waarvan de huur op zijn minst 200.bedraagt, 75.zou voldoende zijn in het platteland, waar woningen te krijgen zijn voor 50, 60 en 80.—, terwijl bekend is, dat er gemeenten zijn o.a. Rauwerderhem waar 100.— tege moetkoming voor huishuur wordt gegeven. Een toelage van 100.vindt hij billijk, eigenlijk nog laag waai de hoofden van scholen alhier 350.krijgen. Boven dien is de 10.vergoeding per kind, geen belooning voor het ambt. Hij die kindereu heeft, zou dan bevoor recht zijn boven een ander, die ze niet heeft. Hot salaris en de tegemoetkoming voor huishuur van een onderwijzer moet zijn de belouning voor het ambt, maar niet afhan kelijk zijn van het aantal kinderen. Spreker meent, dat een zoodanig stelsel niet deugt. Daarom zal hij stemmen voor elke voorgestelde billijke verhooging in de tegemoet koming voor huishuur. Het amendement-Besuijen wordt verworpen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Beucker Andreae, Schoon dermark, Jansen, Besuijen, Lautenbach, Koopmans, Baart de la Faille en van Ketwich Verschuur en tegen de heeren: Tigler Wjjbrandi, Burger, Komter, Duparc, Beekhuis, Menalda, Feitz, Tromp, Hijlketna en Haverschmidt. Het amendeinent-Koopmans wordt aangenomen met 16 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren: Beucker Andreae, Schoon dermark, Jansen, Burger, Besuijen, Komter, Duparc, Lautenbach, Menalda, Feitz, Tromp, Koopmans, Baart de la Faille, Van Ketwich Verschuur, Ilijlkema en Haverschmidt en tegen de heeren: Beekhuis en Tigler Wjjbrandi. III. De heer Besuijen stelt voor den datum van 1 September te veranderen in 1 Januari met het oog op de pensioenregeling. Dit voorstel wordt aangenomen met 13 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heeren Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Schoondermark, Jansen, Burger, Besuijen, Du parc, Lautenbach, Menalda, Koopmans, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur en Haverschmidt en tegen de heeren Komter, Beekhuis en Ilijlkema,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 8