Vergadering van Dinsdag 26 Juni 1906. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 Juni 1906. 125 Aanwezig 18 leden, te weten de heez-enBeucker Andreae, Schoondermark, Besuijen, Oosterhoff, Beekhuis, Jansen, Tigler Wijbrandi, Haverschmidt, Beerends, Fed- dema, van Ketwich Verschuur, Lautenbach, Koopmans, Komter, Hijlkema, Menalda, Baart de la Faille en Burger. Afwezig 5 leden, waarvan met kennisgeving de heeren Wilhelmjj, van Messel, Duparc en Feitz en zonder kennis geving de heer Tromp. De heer Feddema, met verlof der derde maal het woord bekomen hebbende, heeft over de zaak gesproken om er 's Baads aandacht op te vestigen liet beroep op den Raad, ingesteld bij verordening, moet kunnen worden. Spreker denkt er niet aan en Wethouders te passeeren. vei'gadering voorde gehandhaafd Burgemeester Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, burgemeester. De Voorzitter repliceert, dat de Raad souverein is om te beslissen of de opvatting van Burgemeester en Wet houders de juiste is. Om die opvatting echter te beoor- deelen, moet zij eerst worden gekend. Rationeel is het dus te zeggen de Raad wil weten, welke de opvatting van Burgemeester en Wethouders is. I. De notulen der op Dinsdag 12 Juni 1.1. worden vergadering gelezen en goedgekeurd. gehouden Verschuur voor, dat II. Wordt medegedeeld 1. Verslag van Burgemeester en Wethouders van een door hen gebracht bezoek aan het Nieuwe Stads Weeshuis. Wordt aangenomen voor kennisgeving. 2. Adres van II. Berghaeuser om hem vrij te stellen van de verplichting tot bebouwing van het bouwterrein, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no. 7398. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders om prae-advies. 3. Adi'es van het bestuur der Vcreeniging voor Christe lijk Schoolonderwijs, om alsnog goed te keuren het door ingezonden plan voor het bouwen Het komt den heer van Ketwich in de eerste plaats moeten worden gekend de motieven, die Burgemeester en Wethouders hebben geleid bij het nemen van hun besluit. Eerst indien de Raad zich daarbij niet kan neerleggen, kan er aanleiding zijn eene vaste raadscommissie of eene speciale commissie te hooren s liaads soevereiniteit blijft dan toch intact. Spreker eheel met de zienswijze van den Voorzitter mede. gaat die Vereeniginf eene school aan de Margaretha de Heerstraat. van Thans wordt besloten het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten tine van prae-advies. 4. Missive van het Bestuur der Vei'eeniging ter be vordering van Vreemdelingenverkeer, waarbij de gemeente wordt aangeboden De Voorzitter stelt van Burgemeester en voor dit adres Wethouders om te stellen in handen prae-advies. de Vereeniging voor Chris- De heer Feddema zegt, dat telijk Schoolonderwijs een beroep heeft gedaan op den Raad, een beroep, dat voor ieder openstaat, die eene voorwaardelijke bouwvergunning heeft gekregen. Spreker vraagt, of het niet wenschelijker is het verzoek te stellen in handen van de bouwcommissie of eene speciale raads- te renvoyeeren aan Burgemeester en prae-advies. Dit prae-advies toch ten geschenke worat aangenoaen een gedenkteeken voor Graaf V illem Lodewijk van Nassau, Frieslands eersten stadhouder, benevens 250.voor de fundeering van het monument. De Voorzitter stelt voor hot gedenkteeken onder dank betuiging te aanvaarden en de plaats waar het zal worden opgericht op het Hofplein, te doen bepalen door Bur gemeester en 'Wethouders, in overleg met de schenkers. Wordt met algemeene stemmen conform besloten. commissie, dan het Wethouders om vrijwel bekend. De Voorzitter antwoordt dat men prijs stelt op het kennen van het er het Doet van afhangt is of prae-advies men dat wel, van dan Burgemeester en Wethouders. kan men niet zeggen dat de motieven van Burgemeester en Wethouders reeds bekend zijn uit de reclame in beroep, maar zal de Raad dat college zelf over die motieven moeten hooren. Eerst dan heeft de Raad beide partijen gehoord, en ook eerst dan is het oogenblik aangebroken om te beslissen of men al dan niet voldoende is ingelicht en al dan niet speciale commissies wil doen rapporteeren. Het komt den heer Feddema voor, dat, wanneer iemand een beroep doet op den Raad tegen een besluit van Burgemeester en Wethouders, het abnormaal is het beroep in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders. Het kan in handen worden gesteld van eene commissie, die ook het advies van Burgemeester en Wethouders kan hooren. En daarmee bedoelt spreker natuurlijk tevens, dat Burgemeester en Wethouders niet buiten de zaak moeten gehouden worden. 5. Aanbeveling van het Bestuur van het Nieuwe Stads Weeshuis ter vervulling der vacatur'e-mevr. Reeling Brou werVegelin van Claerbergen. Zal in eene volgende vergadering worden behandeld. 6. Resolutie van Gedeputeerde Staten, geleidende het Koninklijk Besluit d.d. 1 Juni 1.1. no. 48, waarbij aan Burgemeester en Wethouders machtiging wordt verstrekt om eene vergunning boven het vastgesteld maximum te verleenen tot verkoop van sterken drank in het klein voor de groote zaal en hot terras van de feesttent der hier te houden tentoonstelling. 7. Dat aan den heer 11. II. Kramer op zijn verzoek eervol ontslag is verleend als brandmeester en opperbrand- meester dezer gemeente met ingang van 1 Augustus e.k. 8. Dat tot klerken ter secretarie zijn benoemd J. C. Annokkec te Jellum en J. de Groot te Ransdorp. punten 6—8 worden voor kennisgeving aangenomen. De III. Wrordt ter Voordracht tafel voor gebracht de benoeming van eene onder wijzeres aan gemeenteschool no. 7 (vacature inej. A. Kink.) 2. oorstel van Burgemeester en Wethouders om De Voorzitter is het niet met den heer Feddema eens. Burgemeester en Wethouders hebben zelf te beoordeelen of zij eene commissie van bijstand, gelijk de bouwcom missie is, willen raadplegen. De Raad kan dit verzoek niet stellen in handen der commissie van bijstand met voorbijgang van Burgemeester en Wethouders. Bedoelt de heer Feddema eene andere, speciaal te benoemen com missie uit den Raad, dan zal toch ook deze altijd eerst Burgemeester en Wethouders moeten hooren. alhier in koop over perceel gem. Leeu- van de gebrs. F..en I). Hoeksema te nemen een gedeelte van het kad. warden sectie F no. 2289. 3. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van den 7en suppletoiren staat van waterstaatswerken, niet in onderhoud of beheer bij het Rijk, de provincie of bij waterschappen. 4. Rrae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake bezwaarschriften tegen aanslagen in do belasting op het houden van honden. Deze punten zullen in eene volgende worden behandeld. vergadering

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 1