142 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Juli 1906. de Voorzitter gezegd, dat dit adres door Burgemeester en Wethouders behoort te worden afgedaan, en dit is door niemand tegengesproken, ook niet door den heer Burger, die zelf zeide dat hij niet wilde dat de Raad op liet adres zou beslissen. De ljeer Burger dient nu de volgende motie in De Raad, gezien het adres van L. Bams en anderen, werklieden der gemeentelijke gasfabriek, verzoekende dat de Raad eene herziening van de door Burgemeester en Wethouders onlangs gewijzigd goedgekeurde regeling van hunnen ar beidsdag zal bevorderen, van oordeel, dat de werktijd dezer werklieden bij de nieuwe regeling te groot is, noodigt Burgemeester eu Wethouders uit, het verzoek van adressanten in gunstige overweging te nemen. De Voorzitter merkt op, dat de motie niet opgaat. In de motie wordt uitgesproken, dat do werktijd te groot is. Daarover zal eerst dan kunnen worden geoordeeld, als Burgemeester en Wethouders de noodige inlichtingen hebben verschaft. Burgemeester en Wethouders zijn bereid deze te geven al is het ook staande deze verga dering. Vóóraf moet echter het adres worden geren- voyeerd naar Burgemeester en Wethouders ter afdoening. De motie loopt bovendien de zaak vooruit; er wordt daarin eene conclusie genomen, zonder dat de Raad weet of het fundament wel juist is. De heer Beerends zou wel eenige inlichtingen van Burgemeester en Wethouders willen hebben naar aan leiding van den arbeidsdag en het loon. liet loon bestaat volgens het door Burgemeester en Wethouders vastgestelde besluit: in een vast weekgeld; Ij. in eene vergoeding wegens werkzaamheden buiten den vastgestelden werktijd. Nu is bij instructie voor de lantaarnopstekers als vaste werktijd bepaald o.a. 's morgens van 9 12 uur; in wer kelijkheid is die tijd van 812. Voor dat uur wordt geen overgeld betaald. De werklieden willen liever 1 uur minder werken dan voor dat uur overgeld ontvangen. Nu meent spreker dat Burgemeester en Wethouders liet verzoek niet maar eenvoudig kunnen afwijzen, maar dat een van beiden zal moeten gebeuren, óf er moet overgeld worden betaald, óf de werktijd moet 1 uur korter worden gemaakt. De lieer Koopmans is het met den Voorzitter eens. De Raad kan twee wegen bewandelen, óf er kan eene interpellatie worden gehouden, óf er moet, zooals spreker indertijd met den Prinsentuin heeft gedaan, wijziging van de verordening worden voorgesteld, waarin dan be paald wordt, dat de Raad de loonregeling aan zich houdt. De Voorzitter kan den heer Beerends opmerken, dat deze voor zich heeft de oude instructie, die op advies der gascommissie is gewijzigd. Als Burgemeester en Wethouders den Raad mededeelen hoe de regeling is, kan hij er over oordeelen. Spreker is bereid de gewenschée inlichtingen te verschaffen, zoodra het voorstel van Bur gemeester en Wethouders is aangenomen. Dan is de zaak in het juiste spoor geleid. De heer Beerends vestigt er de aandacht op, dat de Raad bij herhaling in ongelegenheid komt door oude stukken en oude instructies. De instructie, waarop de Voorzitter doelt, kent hij niet, hij heeft geen andere dan die van 1900. De Voorzitter zegt den lieer Beerends toe, dat de nieuwe instructie zoo spoedig mogelijk zal worden gedrukt. De Voorzitter vraagt den heer Burger of deze zijn motie nu intrekt. De heer Burger antwoordt bevestigend. liet voorstel van Burgemeester en Wethouders, om het adres in hunne handen te stellen ten fine van af doening, wordt aangenomen met 16 tegen 1 stem. Vóór stemmen de heeren Beucker Andreae, Tigler Wijbrandi, Lautenbach, Wilhelmij, Hijlkema, Oosterhoff, Beekhuis, Beerends, Feitz, Schoondermark, Koopmans, Burger, Duparc, Baart de la Faille, van Messel en Fed- dema. Tegen de heer Besuijen. De Voorzitter is bereid den Raad reeds thans de ge- wenschte inlichtingen te verstrekken. De heer Schoondermark zou liever do inlichtingen hebben als de Raad de gedrukte nieuwe instructie voor zicli heeft. De heer Burger geeft Burgemeester en Wethouders in overweging met liet nemen eener beschikking te wachten, tot na bespreking in den Raad. De Voorzitter antwoordt, dat de wenscli van den heer Burger in overweging zal worden genomen. De heer Lautenbach zegt, dat, als hij wel is ingelicht, de werklieden al 3 maanden leven onder vigueur der nieuwe verordening. liet duurt volgens spreker wel wat lang voor dat deze gedrukt is. Den werklieden is de ver ordening alleen voorgelezen en men moet dan al een goed opsluitend vermogen hebben om alles te onthouden. Waarom duurt het zoolang voordat de nieuwe regeling gedrukt wordt De Voorzitter antwoordt, dat de aangebrachte wijzigingen niet van grooten omvang en gemakkelijk te begrijpen zijn. Den werklieden is de nieuwe instructie voorgelezen, zoo dat zij er kennis van hebben kunnen nemen. De heer Lautenbach is van oordeel, dat de Voorzitter een eigenaardig antwoord geeft,,'t is de kwestie dat de regeling niet gedrukt is". Als iemand honger heeft zal men net zoo kunnen zeggen, het komt omdat gij niet gegeten hebt. Spreker zou wel willen weten, waarom de regeling nog niet gedrukt is, dat was immers de vraag die hij zooeven stelde, en thans nog eens herhalen moet. De Voorzitter zegt, dat drukke bezigheden op de secre tarie er de oorzaak van zijn. Spreker zegt echter den Raad toe, dat de instructie zoo spoedig mogelijk zal worden gedrukt. 7. Schrijven van Joh. F. v. d. Veen en van vrouw Gerbens alhier, houdende klacht over den hinder dien zij ondervinden van de slagerij van J. v. d. Weide aan de Voorstreek. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet houders ten fine van afdoening. 8. dat in de plaats van den heer II. II. Kramer, door Burgemeester en Wethouders is benoemd tot op- perbrandmeestor de heer W. Bekker. 9. dat aan J. Bonnema provisioneel in koop is toe gewezen een gedeelte ter grootte van ongeveer 3U9 M-. van bouwblok XXII dor terreinen aan het Nieuwe Kanaal voor de som van 7.5U per M2. 10. dat bij openbare aanbesteding is gegund a. het verrichten van verfwerken aan en in gemeente gebouwen en -eigendommen perceelen 1, 3 en 5 aan K. Roeda, resp. voor/96.— 126.en ƒ156.— Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Juli 1906. 143 perceelen 4 en 7 aan J. llaasdijk en T. de Boer, resp. voor ƒ295.-— en ƒ89.— perceel 6 aan W. Koolstra voor ƒ89.75; perceelen 8 en 10 aan W. J. de Jong, resp. voor 124.— en ƒ89.— perceel 9 aan II. Liqueur voor ƒ83. perceel 11 aan J. S. de Jong voor 29. perceelen 12, 13, 14 en 15 aan L. J. Koopmans, resp. voor f 95.ƒ35.ƒ140.en ƒ45. b. het aanleggen van wegen aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal en de rioleering van bestaande stra ten en wegen aan U. H. van Meekeren te Ilindeloopen, in massa voor ƒ14864. Do punten 8—10 worden voor kennisgeving aangenomen. II. Mededeeling van de voogdij van hot Old-Burger Weeshuis, dat zij besloten heeft wederom eene som van ƒ3000.aan de gemeente aan te bieden als bijdrage in de kosten der gemeentelijke instellingen van welda digheid. Wordt besloten 's Ilaads dank te betuigen aan de voogdij van het Uld-Burger Weeshuis. III. Worden ter tafel gebracht 1. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres der Commissie tot Werkverschaffing alhier, strekkende tot het bekomen van gemeentegrond in erf pacht en tot het toekennen eener subsidie uit de ge meentekas. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan W. v. d. Veen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 7. Punten 1 en 2 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van het beroep, ingesteld door liet bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs inzake het stichten van een schoolgebouw aan de Margaretha de Heerstraat. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een stuk gedempte sloot langs den weg Achter de Iloven van A. Negenman en W. Sijbesma. Punten 3 en 4 hebben ter visie gelegen en zijn voor lieden aan de orde gesteld. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op heb adres van H. Berghaeuser alhier, waarbij vrijstelling wordt gevraagd van de verplichting tot bebouwing van hem in koop afgestanon gemeentegrond. 6. Alsvoren op het adres van 15. M. 1', Dei bel om afstand van gemeentegrond, gelegen aan de Elizabetlistraat, achter de oude brugwachterswoning aan den Westersingel. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan P. Godhelp in koop af te staan de Doorgaande steeg met liet daaraan grenzend terrein, kadastraal bekend in sectie A no. 1479. 8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van liet bestuur der Vereeniging „Centraal Bureau voor Sociale adviezen" om toekenning van een jaarlijksch subsidie uit de gemeentekas. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van grond aan de Noord-Friesche Locaalspoor- weg-Maatschappij voor verbreeding van slooten langs de spoorbaan. De punten 59 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. 10. Voordracht voor de benoeming van eene onder wijzeres aan gemeenteschool no. 7, vacature mej. A. Kink. De voordracht bestaat uit de dames 1. M. Baltjes, Leeuwarden. 2. II. H. Zijlstra, Leeuwarden. 3. R. Reitsma, Schingen. De heer Wilhelmij vraagt of er ook bezwaar bestaat nog heden tot de benoeming over te gaan. Spreker heeft het hoofd van school 'no. 7 gesproken en deze heeft hem gezegd, dat hij gaarne zou zien, dat zoo spoedig mogelijk in de vacature werd voorzien, want hij zou de benoemde gaarne op 20 Augustus in functie hebben. De heer Schoondermark heeft in de vorige vergadering dezelfde opmerking gemaakt. Spreker is toep met een kluitje in het riet gestuurd en zou wel willen weten waarom nu wel kan gebeuren, wat toen niet kon. De Voorzitter zegt, dat het de bedoeling is geweest de benoeming heden te doen plaats hebben. Spreker heeft er mot den Burgemeester over gesproken, deze was van oordeel, dat het niet noodzakelijk is, ook met het oog op de vacantie. De Raad moet het echter zelf weten, maar hij heeft nu nog geen kennis genomen van de nieuwe stukken. t De heer Besuijen vindt do redeneering van den Voor zitter juist, maar omdat gewoonlijk no. 1 benoemd wordt, is de kans groot, dat dit ook nu het geval zal zijn. Wordt dit het geval, dan is er eene vacature aan school 10 door de benoeming heden te doen geschieden, zou dan eventueel weer spoediger de plaats aan school 10 kunnen worden bezet. De heer van Messel kan zich niet vereenigen met het voorstel van de heeren Wilhelmij en Besuijen. De Raad moet in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van de gegevens omtrent de sollicitanten. Men weet niet eens wie no. 3 is. Nu mag de heer Besuijen beweren, dat no. 1 toch meestentijds wordt benoemd, daarmede heeft spreker thans geen rekening te houden. Naar sprekers bescheiden meening moeten alle drie sollicitanten, op de voordracht voorkomende, capabel worden beschouwd om te worden benoemd, zoodat den Raad de noodige tijd moet worden gegeven om te weten te komen wie zij zijn. De lieer Besuijen zal in verband met de bescheiden meening van den heer van Mossel geen voorstel doen om de benoeming lieden te doen plaats hebben. Wordt besloten de benoeming te doen plaats hebben in de volgende vergadering. IV. Thans komen de voor heden op den oproepings brief vermelde punten aan de orde. 1. Aanbeveling voor de benoeming van leden van het college van zeilers. De nominatie bestaat uit de heeren A. O. Ssvalue Asman, i J. C. Kutsch Lojenga, aftredende leden. Jacs. Marcus, j P. A. Silvergieter Hoogstad. K. E. Brunger. J. Oosterhoff Wz. II. W. Sonnega. T. P. Plautinga Pz. L. Dijkstra. Hieruit wordt de volgende aanbeveling opgemaakt 1. A. O. Swalue Asman met 13 stemmen; op ieder der heeren van Messel, Silvergieter Hoogstad en Brunger is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 briefje in blanco is in geleverd. 2. J. C. Kutsch Lojenga met 14 stemmen, terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd. 3. Jacs. Marcus met 13 stemmen; op ieder der heeren Feitz en Dijkstra is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. 4. P. A. Silvergieter Hoogstad met 13 stemmen op ieder der heeren de Vries en Brunger is 1 stem uitge bracht, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1906 | | pagina 2