174 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1006.
fitoeren van de jaarlijksche subsidie die van de gemeente
wordt gevraagd. En dit is toch werkelijk zoo niet.
Spreker kan zicli voorstellen, dat, wanneer de woniugver-
eeniging niet anders deed dan op vrij terrein nieuwe
woningen bouwen, geen subsidie noodig zou zijn, en de
huuropbrengst de aflossing, renten en onkosten zou kun
nen dekken, doch nu ook in het geheele plan is begrepen
de onteigening en opruiming van krotten aan den Wis-
sesdwinger en daar de toestand door verbetering van
straten, riolen en betere woningen bijzonder in welstand
zal toenemen en een veel grooter kostenbedrag vordert
dan bouwen op vrij terrein, doet men beter het subsidie
in gedachten daarvoor in rekening tc brengen dan te
mecnen dat het een voordeeltje zal worden voor huur
ders van woningen ad ƒ2.80 per week. Doch in elk
«■eval is het geven van een klein subsidie voor de gemeente
.geen weggegooid geld; de geheele zaak komt in 't ver
volg toch de gemeente ten goede.
De heer Feddema repliceert, dat de Vereeniging „Eigen
Brood", die op voorbeeldige wijze wordt geadministreerd,
ook oude krotten heeft aangekochten mitsdien dit
"■edeelte van verbetering der volkshuisvesting ook tot
haar taak heeft gerekend.
De Voorzitter kan den lieer Koopmans geen pertinent
antwoord geven. Bij Burgemeester en Wethouders zijn
de gronden niet bekend, waarop door Gedeputeerde Staten
hetverzoek van het Bildt is afgewezen. Spreker weet
echter wel, dat het voorstel van Burgemeester en Wet
houders zich aansluit aan de woningwet en in overeen
stemming is met hare bedoelingen, zoodat alle hoop be
sraat dat de medewerking van de Regeering en van
Gedeputeerde Staten verkregen wordt.
Den heer Feddema kan spreker antwoorden, dat de
hoogere opbrengst van huizen zooals dat raadslid bedoelt,
ten "goede komt aan de andere, die daardoor goedkooper
worden, terwijl, wat de vereeniging „Eigen Brood" be
treft, deze voor jaren begonnen is en niets te maken
heeft met eene SOjarige annuïteit.
De beraadslaging wordt gesloten.
De conclusion van het outwerp-besluit worden evenals
het besluit in zijn geheel aangenomen met op 1 na al-
gemeene stemmen.
De heer Feddema verzoekt aanteekening dat hij er
zich tegen verklaart.
V. De Voorzitter deelt mede, dat door den heer 11 ijlkema
het woord is gevraagd tot het geven van inlichtingen
terzake de werkuren enz. aan de gasfabriek.
De heer van Messel verzoekt het geven van de inlich
tingen uit te stellen.
Dit is den heer Hijlkema goed, zoodat daartoe wordt
besloten.
De vergadering wordt geschorst, de Raad gaat in
comité.
VI. Na heropening stelt de Voorzitter voor een aan
Burgemeester en V ethouders gcrichten brief van het
Bestuur iler Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te
lezen. Dit geschiedt.
Daarbij wordt o. a. medegedeeld, dat 11. M. de Koningin,
II. M. de Koningin-Moeder en Z. K. II. de l'rins der
Nederlanden door het bestuur zijn uitgenoodigd tot bij
woning der onthulling van het standbeeld voor Graaf
Willem Ludewjjk van Nassau op 25 September e. k.,
met verzoekdat de kosten van ontvangst door de
gemeente zullen worden gedragen en in dien geest een
voorstel aan den Raad te doen.
In verband hiermede stellen Burgemeester en Wet
houders den Raad voor hun een maximum crediet te
verleenen van 2000, ter bestrijding der eventuëele
kosten, die uit de ontvangst der Koninklijke gasten
I voortspruiten.
De heer Besuijen is absoluut tegen het verleenen van
crediet en zou het voorstel kunnen bestrijden met de
bezwaren in het begin dezer vergadering geopperd bij
de behandeling van het adres van de Werkverschaffing.
Toen is van de bestuurstafel gezegddat de financieele
toestand niet toeliet het gevraagd subsidie van 8000.
te geven. Dit is nu wel wat mindermaar 't wordt
I nog dwazer als men zich herinnertdat er ten vorigen
jare voor dezelfde -soort reclame ƒ11000.is besteed.
Spreker herinnert bij deze gelegenheid aan schoolvoe-
ding en kleedingvoor dergelijke zaken de sociale
nooden, is geen geldwel voor diners voor de raads
leden waarvoor per couvert 32.uit de gemeentekas
wordt betaald. Waar Vreemdelingenverkeer de invitatie
j heeft gedaan moet die vereeniging ook voor de kosten
staan. Hoeft ze geen geld, dan niet inviteeren of anders
j moeten de heeren maar botje bij botje leggen dan be
talen ten minste niet de Leeuwarders mee, die geen
sympathie voor die parade gevoelen. Als spreker zijn
tante te logeeren vraagt, gaat het toch niet aan, dat hij
naar zijn buurman gaat om de onkosten van dat pretje
door dezen te laten betalen.
De heer Lautenbach zou met pleizier voor stemmen
i als de uitnoodiging was uitgegaan van het gemeentebe
stuur, nu echter de vereeniging Vreemdelingenverkeer"
daartoe den moed had, verklaart hij zich tegen.
De heer Burger zal met stilzwijgend protest voorbij
gaan hetgeen door den heer Besuijen is gezegd, lij
wenscht het uit te spreken, dat hij een eventueel bezoek
van Ilare Majesteit de Koningin of leden van Haar Huis
aan deze gemeente beschouwt als een groote eer voorde
gemeente en dat hij gaarne zal stemmen vóór het ver
leenen van het gevraagde crediet.
De vereeniging „Vreemdelingenverkeer" echter is
onbescheiden geweest en wei zoodanig onbescheiden, dat
het schrijven van die vereeniging geen antwoord verdient.
Hoe juist bij dergelijke plechtigheden als de onthulling
van het monument, eene invitatie aan de Koninklijke
familie op haar plaats is, Vreemdelingenverkeer had,
zoo zjj niet voornemens was, de kosten, uit de uitnoodi
ging der vorstelijke personen voortvloeiende, zelve te
dragen, doch die op de gemeente wilde schuiven, ook de
eer der uitnoodiging aan de gemeente moeten laten.
Spreker stelt voor het schrijven voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer Koopmans begrijpt, dat er iets gebeurd is,
dat niet in het reine is. Spreker wil dit echter eene
te goeder trouw begane vergissing noemen en er over
heen stappen. Spreker voelt wel iets voor het gesprokene
door den heer Besuijen, waar deze aantoont dat er, als
hel den minderen man geldt, gewoonlijk geen geld te vinden
is. Te dien opzichte schaart spreker zich meestal aan
de zijde van dat raadslid. In de onderwerpel jke zaak
echter wenscht spreker vrij te blijven en zijn stem te
geven geheel afgescheiden van alle andere overwegingen,
lij gelooft dat liet voordeel, de stad aangebracht, niet te
duur gekocht is met 2U00.
De heer Besuijen zegt, dat men niet moet denken dat
hij tegen stemt uit wraakomdat veeltijds tegen voorstellen
wordt gestemd die ten behoeve van de arbeidende klasse
worden gedaan. Spreker ziet echter de noodzakelijkheid
niet in. liet zal zoo langzamerhand een vaste post op
de begrooting worden, van 't jaar tentoonstelling, een
volgend jaar wat anders enz. Vooral als men hier gaat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1906. 175
redeneeren: „We moeten wel, al zijn we boos op Vreem
delingenverkeer". Dan wordt de regel: „Noodig maar
uit, de gemeentekas is er goed voor".
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen met 15 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Schoondermark, Beucker
Andreae, Komter, Wilhelm ij, Koopmans, Feitz, Menalda,
Burger, Feddema, Duparc, Beekhuis, Baart de la Faille,
van Messel, Tigler Wijbrandi en Hijlkema en
tegen de heeren Besuijen en Lautenbach.
De heer Jansen is voor de stemming vertrokken.
Het voorstel van den heer Burger wordt aangenomen
met 12 tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Lautenbach, Komter, Wil-
helmij, Koopmans, Feitz, Menalda, Burger, Besuijen,
Beekhuis, Baart de la Faille, Tigler Wijbrandi en van
Messel en
tegen de heeren: Beucker Andreae, Feddema en Duparc.
De heer Schoondermark hield zich buiten stemming,
de heer Hijlkema was vertrokken.
De Voorzitter sluit hierna de vergadering.