180 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 September 1006.
G. W. Koopmans is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 brief
jes in blanco zijn ingeleverd.
8. de heer Mr. C. Beekhuis met 17 stemmen. Op
elk der heeren Mr. A. Burger eu J. A. A. Schoonder-
mark is 1 stem uitgebracht, terwijl 3 briefjes in blanco
zijn ingeleverd.
4. de heer Mr. A. Burger met 20 stemmen. Op den
heer Mr. A. Menalda is 1 stem uitgebrachtterwijl 1
briefje in blanco is ingeleverd.
6. Benoeming van vier leden der Commissie voor de
gemeentelijke gasfabriek.
Benoemd worden de heeren
1. Mr. A. Menalda met 15 stemmen. Op den heer Jansen
zijn 2 stemmen en op elk der heeren Koopmans, Burger en
van Messel is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 briefjes in blan
co zijn ingeleverd.
2.0. L. B. J. Feitz met 14 stemmen. Op elk der hee
ren Koopmans, Lautenbaeh, van Messel en Jansen is 1
stem uitgebracht, terwijl 3 briefjes in blanco zijn inge
leverd. De heer Baart de la Faille heeft aan deze stem
ming geen deel genomen.
3. F. A. Wilhelmy met 17 stemmen. Op den heer Jan
sen zijn twee stemmen uitgebracht, terwijl 3 briefjes in
blanco zijn ingeleverd.
4. Z. S. Feddema met 19 stemmen. Op den heer Jansen
is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 briefjes in blanco zijn
ingeleverd.
7. Regeling van de rangorde van zitting der leden van
den Raad.
Deze wordt vastgesteld als volgt
No. 1 de heer S. van Messel.
2 A. Duparc.
3 J. Baart de la Faille.
4 N. T. Haverschmidt.
5 Z. S. Feddema.
6 1'. A. Wilhelmy.
7 Mr. A. Menalda.
8 J. Oosterhoff.
9 1'. K. W. Besuijen.
10 G. W. Koopmans.
„11 14. Beucker Andreae.
12 S. Jansen.
13 1). Tigler Wijbrandi.
14 O. L. B. J. Feitz.
15
16
Mr. A. Burger.
L. A. Troinp.
deelt de Voorzitter inede, dat hij van het bestuur van
het St. Anthony Gasthuis bericht heeft ontvangen, dat
het portret van 11. M. de Koningin gereed is en eerst
daags kan worden geplaatst. Vrijdag a.s. te 3 uur nam.
zal de overdracht aan het gemeentebestuur plaats vinden,
waarom spreker den leden verzoekt alsdan in de Raads-
zaal tegenwoordig te willen zijn.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake
het adres van V. Bakkers en atdere bewoners van het
Nuauwom demping van het vaarwater aldaar.
Te dezer zake is uitgebracht het navolgend prae-advies:
Aan den Raad.
Mijne Heeren]
17 Mr. 11. 1). van Ketwich Verschuur.
18 J. A. A. Schoondermark.
19 D. Lautenbaeh.
20 A. D. Beerends.
8. Verdeeling van den Raad in sectiën.
In de 1ste sectie nemen zitting de heeren
lv. 1'. V7. Besuijen, N. T. Haverschmidt, Mr. 11. 1).
van Ketwich Verschuur, A. D. Beerends, P. A. Wilhelmy
eu J. Baart de la Faille.
In de 2e sectie nemen zitting de heeren
Mr. A. Burger, A. Duparc, G. W. Koopmans, L. A.
Tromp, Z. 8. Feddema 1). Tigler Wijbrandi en 8. van
Messel.
In de 3e sectie nemen zitting de heeren:
11. Beucker Andreae, 1). Lautenbaeh, J. Oosterhoff,
0. L. B. J. Feitz, J. A. A. Schoondermark, 8. Jansen
en Mr. A. Menalda.
Door het lot wordt beslist dat de heer Mr. C. Beek
huis voorzitter der 2e sectie wordt eu de heer 8. 11.
Iljjlkema voorzitter der 3e sectie, terwijl dientengevolge
de heer T. Komter in de le sectie zitting neemt.
Alvorens over te gaan tut de behandeling van punt 9
Onder dagteekening van den 19en Augustus van het
vorige jaar werd aan Uwe vergadering ingediend een
adres van F. Bakkers en 18 andere bewoners van per-
ceelen aan het Naauw, met verzoek dit vaarwater te dempen,
opdat het gevaar, veroorzaakt door de schadelijke uit
damping van het water en door de nauwe passage, zou
worden weggenomen.
I in dezen van het verlangde prae-advies dienende,
merken wij ten aanzien van het eerste punt de scha
delijke uitdamping op, dat het alleszins rationeel
schijnt nu niets meer aan het leggen van den dam
in de Potmarge in den weg staat en mitsdien weldra
aan de (Jartontabriek de gelegenheid zal worden ontnomen
om onze openbare wateren door haar afvalwater te ver
ontreinigen thans eerst af te wachten, of inderdaad
het leggen van dien dam die zegenrijke resultaten ten
gevolge zal hebben, die van verschillende zijden daarvan
zijn voorspeld. Zoo ja, dan is van de Naauw-bewoners
hun voornaamste grief weggenomen, zoo neen, dan zal
de toestand in de naaste toekomst meer algemeene voor
ziening behoeven, dan alleen door de demping van het
Naauw zou kunnen worden verkregen.
Ken andere klacht in het adres betreft het gevaar dat
de nauwe passage aldaar voor de veiligheid van het
verkeer oplevert. Na de indiening van het request is
evenwel door de plaatsing van een houten afscheiding
aan weerszijden van het water, oorspronkelijk aangebracht
met het oog op de bij gelegenheid van het koninklijk bezoek,
in September 1.1. verwachte menschenmassa's, en met Uwe
instemming aldaar sinds in stand gelaten, aan deze grief
in voldoende mate tegemoet gekomen.
is derhalve op de in het adres aangevoerde gronden
nog al een en ander af te dingen, en hieruit is
wellicht het later gebleken gebrek aan belangstelling bij
adressanten zelve te verklaren, waarvan sprake is in het bij de
stukken gevoegde rapport van den Directeur der Ge
meentewerken zoodat wij zouden moeten aarzelen
alleen op die gronden U de demping van het Naauw
in overweging te geven, ook de eischen van het doorgaand
rij verkeer en der aesthetica, die door den Directeur op
den voorgrond worden geschoven, komen ons voor niet
zoo luide te spreken, dat tot de demping eerder
vandaag dan morgen zou moeten worden besloten. Nu
daarmede een som van ruim 260ÜU bljjkt gemoeid te
zijn, zal men wel doen zich voorshands den kleinen
omweg, noodzakelijk door de afsluiting van het Naauw
voor het verkeer per as, te blijven getroosten. En het
zal nog zeer de vraag zijn of onze stad, die haar schil
derachtig aanzien voor een groot deel aan het water ont
leent, bij de demping, voortgezet tot aan de Oude Waag,
zooals de Directeur zich voorstelt, wel zal winnen.
De vaartuigendie bij een reehtstreekschen doorgang
Nieuwestad naar de Voorstreek belang hebben,
zich dien zien ontnomen
van de
zullen zich dien zien ontnomenal moge wellicht het
scheepvaartverkeer aldaar worden overschat en is bij de
statistiek van den Directeur der Gemeentewerken mis
schien wat al te zeer de nadruk op het aantal der pas-
■P
Verslag v:in de
handelingen
van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 September 1906. 181
seerende schepen gelegd. Moet het ten slotte eenmaal
tot de gevraagde demping komen dan zal het echter
zooals wij de zaak thans inzien overweging verdienen
het tijdstip af te wachten waarop tevens de staat der
walmuren tot voorziening noopt. Behoudens een klein
gedeelte wellicht, is daarvan thans nog geen sprake.
Het is op grond van het bovenstaandedat wij het
adres wederom aan U overleggendede eer hebben U
voor te stellen aan adressanten in antwoord op hun
verzoek te kennen te geven dat daarop afwijzend moet
worden beschikt.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Baart (Ie la Faille heeft met teleurstelling
gezien dat Burgemeester en Wethouders bij hun prae-
advies gebleven zijn, hoewel de gezondheidscommissie
heeft gemeend het verzoek der Naauwbewoners te moeten
steunen. Burgemeester en Wethouders zijn zoo goed
geweest nota te nemen van de opmerking aan het slot
van het advies der commissie om. als er bezwaar mocht
bestaan tegen demping, het Naauw te overkruinen. Ook
van dit werk is door den Directeur der gemeentewerken
eene begrooting opgemaakt. Het is spreker echter niet
duidelijk uit het advies van den Directeur gebleken, dat
het zoo'n groot verschil is. Bij vergelijking der cijfers
toch komt men voor demping op 26600.voor overkrui-
ning op 25190.—. Spreker weet wel, dat de demping
zich zou uitstrekken tot de Oude Waag en de overkrui-
ning zich alleen bepaalt bij het Naauw en dat dit laatste
natuurlijk veel minder omvattend is.
Wat spreker bevreemd heeft in het advies van den
Directeur is, dat bij overkruining, die volgens de ge
zondheidscommissie het vaarwater intact moet laten, dit
vernauwd zou worden en er geen vaarwater over zou
blijven, slechts een smalle strook van 1 M. breed, liet
is spreker niet duidelijk waarom dit zal plaats hebben.
Spreker had in ieder geval meer sympathie verwacht
voor de klacht der bewoners, omdat verbetering zeer
geweuscht is. Een opmerking in het prae-advies kan
spreker moeielijk deelen, dat door demping het schilder
achtig aanzien der stad benadeeld zou worden. Spreker
stemt toe, dat grachten met hoornen beplant, zooals de
Nieuwestad en Voorstreek, iets schilderachtigs hebben,
maar vindt de bewering kras, dat dit ook met het water
in het Naauw het geval is.
Als verkeersweg zou het eene belangrijke verbetering
zijn, die aan het schilderachtige der stad geen afbreuk
doet.
Intusschen, sedert het adres inkwam, zijn de omstan
digheden veranderd. Wij hebben dezen zomer het voor
recht gehad, dat het water der grachten minder onaan
gename geuren heeft verspreid dan in andere jaren. Spreker
zal niet ingaan op de kwestie waaraan dit is toe te
schrijven, liet is mogelijk dat de dam in du Potmarge
er veel toe heeft bijgedragen, aan den andereu kant wil
hij daar geen al te grooten invloed aan toeschrijven,
Spreker wil toestemmen, dat misschien hierdoor de
groote drang der omwonenden tot demping, vooral nu
eene bijdrage tot de onkosten gevraagd wordt, wel wat
geluwd is. Burgemeester en Wethouders hebben er op
gewezen en gemeend, dat, waar die belangstelling niet
is toegenomen, ook de Raad minder warm gestemd zal
zijn voor verbetering. Spreker wil het denkbeeld opperen
de zaak aan te houden en af te wachten of de tegen
woordige gunstige omstandigheden ook weer plaats maken
voor minder gunstige, zoodat de zaak dan opnieuw urgent
wordt. Als sprekers denkbeeld bijval vindt, wil hij gaarne
in dien geest een voorstel doen.
De heer Jansen geeft te kennen, dat het hem genoegen
doet, dat de heer Baart de la Faille een lans breekt om
de zaak niet van de baan te schuiven. Spreker had echter
gehoopt, dat die spreker meer beslist gevraagd had de
conclusie van prae-advies te verwerpen en het Naauw
te dempen. Spreker kan zich begrijpen, dat de lieer
Baart de la Faille daarvoor misschien eenigszins terug
gedeinsd is, omdat men tegenwoordig huiverig is een
voorstel te doen, dat groote kosten met zich sleept. Dem
ping zal echter te eeniger tjjd toch gebeuren, zegt spreker
en daarom moet de zaak warm worden gehouden.
In de raadsvergadering van 9 Augustus 1898, toen de
Lange Pijp verbeterd moest worden, deed de heer van
Sloterdijck het voorstel om het geheele gedeelte vanaf de
Lange Pijp tot de Brol te dempen. Daaraan is geen
gevolg gegeven, want men zag op tegen de groote kosten.
Toen had men misschien nog niet zooveel last van stank-
in de binnengrachten als tegenwoordig.
Er is echter nog ook iets anders voor te zeggen.
Wanneer men den Wirdumerdijk passeert om naar de
Voorstreek te gaan. kan men daar niet anders komen dan
door nauwe straten, het Naauw, dat zijn naam er aan
ontleent, de Peperstraat, of men moet een omweg maken
door de St. Jacobstraat langs den Eewal. Wordt nu het
Naauw gedempt, dan zou dit een mooie verbindingsweg
zijn tusschen de beide genoemde stadsgedeelten. Spreker
zal niet spreken alleen in het belang van de bewoners
van het Naauw, die gaarne willen dempen, doch op een
paar uitzonderingen na, weinig willen bijdragen. Spreker
acht de zaak een stadsbelang, door demping van het
Naauw zal een schoone verbindingsweg komen van de
Voorstreek tot Nieuwestad en Wirdumerdijk en alle in-
wonenden ten goede komen. Spreker zal dus om de
wille vau deu welstand gaarne met het voorstel van den
vorigen spreker meegaan.
De heer Koopmans wil nog iets aan liet gesprokene
door den heer Jansen toevoegen. Op het oogenblik is
de eenige toegangsweg van het Oosteii der stad, het
Nieuwe Kanaal, naar het Westen, waar de passage zich
concentreert, de Peperstraat, 't Is soms onmogelijk er
door te komen. Vroeger was de verbinding, door het
Naauw en de Peperstraat voldoende, thans is dit veran
derd. Het is noodig, dat er een goede toegangsweg
tusschen de beide genoemde stadsgedeelten tot stand komt.
Spreker zal meegaan met het voorstel van den heer
Baart de la Faille.
De heer Feddema wil met een enkel woord het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders aanbevelen.
Wanneer aan liet verzoek van adressanten zou worden
voldaan en het Naauw gedempt worden, dan springt het in
het oog dat het gedeelte stadsgracht van af het Waags-
plein tot aan het Schavernek een dood eind sloot zal
worden. Wat een doode sloot is, dat weten zeker alle
leden van dezen Raad voldoende.
Bij eventueele demping van het Naauw en verbinding
van de gracht bij de Kelders en die bij het Waagsplein
met een riool, zal alle vuil op dit riool geloosd, zich op
de beide uiteinden daarvan ophoopen en zal het vuil uit
de riolen op de Nieuwestad uitmondende, zich in dit
vaarwater ophoopen. De nu nog steeds drijvende massa
vuil zal veranderen in een vaste hoop; terwijl wij ous
b j den tegenwoordigen vrij Imogen stand van het boezem
water mogen verheugen in weinig of geen stank, zullen
bij eventueele afsluiting de zwavel waterstofgassen zich
bij nog hooger waterstand zeker gaan ontwikkelen.
Spreker wil den naam niet noemen, maar iu een onzer
provinciesteden werd voor korte jaren een vaarwater
afgedamd, omdat daarover een brug moest gelegd worden.
Alhoewel de afsluiting van dit vaarwater slechts enkele
maanden duurde, vertoonden zich bij de aanwonendeu
gevallen van typhus en malaria-koortsen. Spreker voor
spelt bij de demping van liet Naauw dezelfde gevolgen
voor de bewoners van de Nieuwestad en binnen zeer
korten tijd zal de demping van de geheele Nieuwestads-
gracht een eisch zijn geworden.
Voor dergelijk groot werk, dat vast te komen staat,
acht spreker den tijd nog niet daar. Ongerekend de be
langrijke daaruit voortvloeiende kosten, is het vaarwater