192 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 September 1906.
de opmerking van den heer Duparc goed doorziet, dan
ligt er in opgesloten een verwijt aan de beide andere
eommissieleden, die het punt ter sprake hebben gebracht.
Spreker geeft toedat de huldebetuiging die de com
missie liet hooren, beter op hare plaats ware geweest in
het voorjaar, maar omdat ze toen achterwege is gebleven,
meenden de heer Koopmans en sprekerdat zij nu bij
deze gelegenheid Burgemeester en Wethouders de hulde
niet mochten onthouden, die hun toekwam. Zij waren
het dusdie over den betrekkei ij ken begrootingspost
eene opmerking maakten; de beer Besuijen kwam juist
daar tegen op en stond dus principieel sterker in zijn
recht, dan de beide andere commissieleden.
De beraadslaging wordt gesloten.
l)e gemeenterekening, dienst 1905, wordt met alge-
meene stemmen de wethouders onthouden zich van
medestemmen voorloopig vastgesteld
in ontvang op f 1,807,610.24
in uitgaaf op - 1,231,236.29^
met een batig saldo van. 76,373.94^
5. Voorstel van Burgemeester ca Wethouders tot het
leggen, van ecu tweeden dam in de Potmurge'düü M. ten
Oosten van den bestaande.
Te dezer zake is door Burgemeester en Wethouders
het volgend prae-advies uitgebracht:
Aan den Gemeenteraad.
Sinds 19 April van dit jaar wordt door de Stroocar-
tonfabriek haar afvalwater op een afstand van 1500 Meter
geloosd achter een over de geheele breedte der Potinarge
gelcgdeu dam, die het onmiddellijk terugvloeien van die
stoffen naar de stad belet en met voldoening mag worden
geconstateerd, dat sinds een aanmerkelijke verbetering in
den toestand van het vaarwater in en om de stad tot
stand is gekomen. Dit kan trouwens niet verwonderen
als men weet dat de hoeveelheid uitgeworpen afvalwater,
dat vroeger rechtstreeks onze grachten verontreinigde
en waarvan wij thans verschoond blijven, niet minder
bedraagt dan één millioen Liter per etmaal.
Bij andere dan een Westelijke windrichting worden de
achter den dam gestorte stoffen verhinderd om zich te
verspreiden, en vormen over eene aanzienlijke lengte een
op sommige plaatsen plm. 20 cM. dikke korst, die, tot
ontbinding overgaande, een onaangenamen geur verspreidt.
Deze omstandigheid heeft aanleiding geven tot twee
aan Uwe vergadering gerichte adressen, t. w. dat d.d.
2 Juni 1.1. van P. Bergsma en Fierst ra, bewoners
van pereeelen tusschen den dam en de uitmonding der
Potinarge in de Tijnje, die zich beklagen over de ver
vuiling en daarmede gepaard gaande verpestende lucht
van het water en verzoeken hierin verbetering te willen
aanbrengen
en dat d.d. 10 Juli d.a.v. van de Gezondheids-Com
missie, waarbij zij met wederopvatting van een vroeger
reeds gekoesterd denkbeeld in overweging geeft het maken
van een tweeden dam, 200 Meter ten Dosten van den
eerste, teneinde het rottingsproces tot die plaats te be
perken en aldus een open septic-tank te vormen, waaruit
het afvalwater, zooal niet geheel, dan toch belangrijk
gereinigd weder in het boezemwater afvloeit. Zjj wenscht
dien tank door evenwijdig aan den oever te graven slooten
geheel van de omgeving te isoleeren.
Waar de omstandigheden hier in alle opzichten het
nemen van een proef met een open septic-tank recht
vaardigen en het zich laat aanzien dat daarvan gunstige
resultaten zullen mogen worden verwacht het vroegere
van 29 Mei 1903 dateerende schrijven van de Gezondheids-
Commissie, alsmede de terzake haar laatste adres dooi
den Directeur der Gemeentewerken aan ons uitgebrachte
adviezen leggen wij tot staving dier meening hierbij over
komt het ons voor, dat tot het leggen van een tweeden
dam op een afstand van 200 M. ten Oosten van den
eersten alle reden bestaat, doch voorloopig, indien dit
alleen bij wijze van proef zal geschieden, zonder uitbag
gering, zonder slootgraving of aanleg van rasterwerk,
kortom zonder bijkomende kosten, derhalve eenvoudig
van oever tot oever een dam iets lager dan-, doch overigens
gelijk aan den bestaande. Volgens het rapport van den
Directeur der Gemeentewerken zal met dat werk een
som van 940.—, waaronder begrepen het maken van
eene in- en uitlaat van het water, gemoeid zijn. Wordt
door u daartoe in beginsel besloten, dan stellen wij ons
voor, nadat inmiddels de staat van waterstaatswerken
zal zijn gewijzigd en andere voor de uitvoering noodza
kelijke maatregelen zijn beraamd, u te zijner tijd de.
meer gedetailleerde voorstellen te doen en voorts met
het oog op den uitslag van deze proefneming intusschen
in overweging te houden, of op den duur tot verdere
stappen in den geest als door de Gezondheidscommissie
en den Directeur der Gemeentewerken zjjn voorgesteld,
zal moeten worden overgegaan, terwijl aan de adressanten
Bergsma en Fierstra zal kunnen worden bericht dat
maatregelen worden voorbereid waardooraan de water
verontreiniging in het Oostelijk deel der Potinarge voor
zoover doenlijk een einde zal worden gemaakt.
Op grond van een en ander hebben wij de eer U
voor te stellen
1. In beginsel te besluiten tot bet leggen van een
dam in en over de geheele breedte van de Potinarge,
200 meter ten Oosten van den bestaanden dam, ten einde
een proef te nemen met een aldus gevormden open
septic-tank.
2. Te besluiten
a. Burgemeester en Wethouders te verzoeken het
noodige te verrichten en voorstellen in te dienen die
aan de uitvoering van het sub 1 genomen besluit zullen
blijken te moeten voorafgaan en hen uit te noodigeu te
zijner tijd van den uitslag der genomen proefneming
mededeeling te doen aan den Uaad, c. ij. met indiening
van voorstellen, die hun alsdan geraden zullen voor
komen
b. van het sub 1 en 2a genomen besluit kennis te
geven aan de Gezondheidscommissie;
e. aan de adressanten P. Bergsma en E. Fierstra in
antwoord op hun adres te doen wetendat voorbereid
selen worden getroffen waardoor aan de klachten over
water-verontreiniging in het Oostelijk deel der Potinarge,
voor zoover mogelijk, zal worden tegemoet gekomen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Haverschmidt betuigt zijne instemming met
het voorstel tot het leggen van een tweeden dam.
Als belangstellende bezocht spreker in den loop van
den zomer den dam een paar malen en .telkens heeft hij
zich overtuigd dat de dam uitstekend werkt. Hij heeft
met inwoners van lluizum gesproken en deze hebben
hem verklaard dat het water nooit zoo zuiver was als
tegenwoordig en dat ze nu wel wisten dat hec de fabrieken
niet de gemeentereiuiging was, die het water in zoo
erge mate vervuilde.
Als bewijs van de zuiverheid deelt spreker mee, dat
de bleeker aan deze zijde van den dam met zijn molen
het water in zijn slooten maalt en dat zich aldaar een
plantengroei ontwikkelt, die alleen in zuiver water wordt
aangetroffen.
Spreker deelde zijne bevinding indertijd aan de ge
zondheidscommissie mee.
Bij zijne bezoeken kreeg spreker tevens de overtuiging,
dat men met het leggen van één dam maar half werk
heeft verricht. Bij Westenwind gaat het vuil naar de
ouden en we hebben daarover in de Courant wel klach
ten gelezen en bij Oostenwind gaat het den hoek om
weer naar de stad, en een eenvoudig man, dien spreker
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 September 1906. 193
ter plaatse aantrof, en die zeker nooit had hooren spreken
van een septic-tank of van biologische reiniging, vond,
dat Huizum veel meer van den dam profiteerde dan de
stad, zoolang er geen tweede dam gelegd was, waardoor
het vuil gelegenheid had te bezinken.
Altijd zullen er wel oorzaken blijven die het water
vervuilen. Zoo leest spreker met eenige bezorgdheid in
eene courant, dat bij het groote rioleeringsplan in Leeu-
warderadeel het hoofdriool het vuil zal loozeu in de
Potinarge, hetgeen, zegt die courant er bij, een nieuwe
aanwinst zal zijn voor de Leeuwarder grachten, maar de
hoofdoorzaak, het millioen Liter afvalwater per etmaal
van de Cartonfabriek, zal door de beide dammen vrij
wel onschadelijk worden gemaakt.
Spreker wil gaarne zijn stem aan het voorstel geven.
De heer Koopmans wil zich bij den heer Haverschmidt
aansluiten. De zaak heeft sprekers geheele sympathie
en het doet hem genoegendat Burgemeester en Wet
houders er zoo vlug mee zijn gekomen. Spreker had
dit niet verwacht. Hij koestert echter de vrees, dat de
bewoordingen van liet voorstel aanleiding kunnen geven
tot uitstel en wil daarom Burgemeester en Wethouders
oj) het hart binden vooral spoed te maken. De toestand
ten Oosten van den dam is treurig, terwijl zelfs de be
woners van de Willem Lode wijkstraat bij Zuid-Oosten
wind hunne deuren en vensters moeten gesloten houden
om de onaangename lucht buiten te keeren.
De heer Baart de la Faille betuigt zijn ingenomen
heid met het voorstel van Burgemeester en Wethouders
en dankt de vorige sprekers voor hunne adhaesiebetui-
giug. Spreker moet echter de opmerking van den heer
Koopmans deelen en de vraag stellen aan Burgemeester
en Wethouders, waarom het voorstel min of meer schoor
voetend is geadstrueerd door te zeggen in beginsel be
sluiten. liet is spreker niet recht duidelijk, waarom
niet dadelijk tot uitvoering kan worden overgegaan. Spre
ker kan zich niet voorstellen waaruit die gereserveerde
houding van Burgemeester en Wethouders voortspruit,
llij had gewenseht, dat het denkbeeld der gezondheids
commissie wier beide adviezen volgens het voorstel
bij de stukken zijn overgelegd doch die spreker er
tusschen twee haakjes niet bij heeft gevonden, en dat
van den Directeur der Gemeentewerken geheel waren
gevolgd, omdat het hem voorkomt, dat die adviezen be
hoorlijk doordacht en voorbereid zijn.
Deze adviezen zijn twee- of drieledig:
1. beveiliging van den septic-tank, door het graven
van slooten aan weerszijden. Hierdoor zou ook voor liet
grazende vee gelegenheid zijn gemaakt om zuiver water
te drinken. Het laat zich wel aanzien, dat het water,
als het de septic-tank verlaat, zuiverder zal zijn dan
voorheen na den eersten dam maar het is daarmede
nog niet tot een voldoenden graad van zuiverheid gebracht.
Wanneer nu in de te graven slooten water werd gelaten
uit de Potinarge voor den dam, dan zou dat weinig te
wenschen overlatenzooals de ondervinding nu reeds
heeft geleerd.
Spreker acht het ook gewenseht slooten te graven
omdat dan meteen de aarde was gevonden voor de aan
weerszijden van den dam aan te leggen dijken. Burge
meester en Wethouders daarentegen hebben gemeend de
slooten nog niet te moeten graven. De hoogte van de
thans bestaande dijkjes zal echter licht onvoldoende blij
ken, omdat het peil in den tank zelfs bij den hoogsten
waterstand hooger moet zijn dan de boezem. Van daar
liet voorstel tot het graven van slooten.
Eindelijk had spreker wel uitbaggering van den bodem
tusschen de beide dammen gewensehtom den septic-
tank op voldoende diepte te brengen. Zoo zou het ge
heel in eens zoo goed mogelijk worden ingericht.
liet geldt echter een proef en als deze geluktkan
later de toestand geheel in orde worden gemaakt. Spre
ker zal dus met deze gedeeltelijke maatregel voorloopig
gaarne genoegen nemenals liet werk maar spoedig
wordt uitgevoerd, llij acht dit van groot belang, opdat
de tank in het volgende voorjaar zijn volle werkzaamheid
kan ontvouwen.
Hij zal dus zijn stem geven aan het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders, maar zou gaarne van de be
stuurstafel de toezegging vernemen, dat de uitdrukking
„ï/t principe" geen uitstel beteekent.
De heer Burger kan niet, zooals de heer Haverschmidt
zeggen, dat de dam al vele jaren zijn sympathie heeft.
Die sympathie is pas gekomen toen de dam er was en
resultaten gaf. Maar wel had spreker naar aanleiding
van hetgeen hij hier en daar over dit onderwerp heeft
gelezen al jaren lang sympathie voor het idee van de
biologische reiniging. Te dezen opzichte nu meent spre
ker een vraag te moeten stellendie men hem als leek
zeker wel ten goede zal houden.
De biologische reiniging berust op den toestand van
rust, waarin het vuile water wordt gebracht en waar
door de werkzaamheid der bacteriën wordt bevorderd.
Is die toestand van rust nu op de voorgestelde wijze te
bereiken
De tank is een kuil van betrekkelijk kleinen omvang,
waarin dagelijks 1,ÜU0,ÜUU L. vuil water wordt uitge
stort en waar natuurlijk even veel weer uit moet loopen.
Waren er nu meerdere tanks naast elkaar, die bjj af
wisseling gebruikt konden worden zóó dat, terwijl de
eene gevuld werd, het water in de andere stil kon staan,
dan zou er een toestand van rust kunnen komen. Maar
hier krijgt men feitelijk stroomend water en hoe daarin
de biologische reiniging tot haar recht zal kunnen komen,
is spreker, gegeven de notie, die hij omtrent dit onder
werp beziteen raadsel. Spreker hooptdat men hem
te dezen opzichte kan gerust stellen.
De heer Baart lie la Faille kan zich begrijpen, dat
deze vraag bij den heer Burger rijst. Het is een feit,
dat met een open septic-tank geen volmaakte zuivering
te verkrijgen is. Maar dat is met een gesloten tank
evenmin het geval. De heer Burger make zich geen al
te overdreven voorstelling van de gewenschte rust, want
hij vergete niet, dat in iederen septic-tank water in en
uitstroomt.
Het zou niet verkeerd zijn als er nog een tweede werd
aangelegd, maar zooals reeds gezegd is, hier wordt een
proef genomen met beperkte hulpmiddelen. Spreker wil
den heer Burger op de ervaring wijzen die wij nu al
hebben met den eenen dam. Er heeft op den bodem
vooreerst een belangrijke bezinking plaats en aan de
oppervlakte vormt zich een korst, die nog zal toenemen,
wanneer het water niet terstond wegloopt. De inrich
ting is zonder twijfel primitief en laat te wenschen over,
maar levert toch eenigszins zuiver water op den boezem.
Het zou te prefereeren zjjn als daarnevens Dibden's filters
konden worden aangelegd, waarbij door werking van aërobe
bacteriën die van de anaërobe bacteriën in den tank kon
worden aangevuld. Maar die inrichting zou nog heel
andere kosten na zich slepen.
De heer Feildema wil op het oogenblik niet in eene
uitvoerige beschouwing treden omtrent den invloed dien
de dam in de Potinarge uitoefent op den verbeterden toe
stand van ons grachtwater. Zeker is, dat dit jaar onze
binnengrachten veel zuiverder water vertoonen dan dit
de laatste jaren het geval was. Maar daaraan hebben
verschillende zaken het hunne bijgedragen. Een ernstig
protest wil spreker echter niet terughouden op de per
tinente verklaring des heeren Haverschmidt, dat deze
verbetering uitsluitend is ontstaandoordat het afval
water der cartonfabriek nu wordt geloosd over den dam.
Dit is absoluut onwaar en de heer Haverschmidt spreekt
hier tegen beter weten in.
En aangezien spreker gaarne wil medewerken om ook
de bewoners ten Oosten en in den omtrek van den dam
een beteren toestand te verschaffenzal hij het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, om een tweeden dam