Voortgezet Donderdag i NOV. iroc
256 Verslag van do handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 81 October 1906.
voorstel staat opheffing of inkrimping. Spreker zou
dat woord willen vervangen door „reorganisatie."
Het woord reorganisatie toch kan ook uitbreiding
beteekenen en heeft dus ruimere beteekenis.
Rapporteurs nemen dit amendement over, waarna
het voorstel met algemeene stemmen wordt aange
nomen.
De heeren Tromp en Feitz waren bij deze stemming
niet aanwezig.
Volgnos. 202 en 208 worden ongewijzigd goedge
keurd.
Volgno 204. Jaarwedden ca. der onderwijzers.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Besuijen heeft
verzocht algemeene beschouwingen te mogen houden.
Spreker verleent hem hiertoe het woord.
Reeds bij de algemeene beschouwingen werd door
don heer Besuijen opgemerkt, dat er een tweede voor
stel zou worden gedaan om een voorstel aangenomen
te krijgen, wat de heeren, die bezuinigingen willen
invoeren, niet onaangenaam kan zijn. Spreker bedoelt
het nemen van een proef' met de invoering van
klassehoofden.
In de toelichting tot dit voorstel zal spreker zeer
sober zijn, omdat de motie zal worden behandeld in
oen andere vergadering en het de bedoeling is er
over te spreken als Burgemeester en Wethouders
prae-advies hebben uitgebracht. Over het algemeen
behoeft men geen tegenstander van het hoofdschap
te zijn, om een tegenstander van het ambulante hoofd
schap te wezen. Op de dorpen en voor 25 jaar ook
in de steden, kent en kende men het ambulante hoofd
schap niet.
't Is een idee van den laatsten tijd en ook weer
niet van den allerlaatsten, want in eenige gemeenten
is men weer van dit idee teruggekomen, geeft men
den hoofden klassen.
Waar nu in de praktijk dit beter blijkt te voldoen
en tevens een niet geringe besparing geeft, meent
spreker dat een pogen in deze richting in onze ge
meente momenteel wel eenige kans van slagen zal
hebben, omdat men nu op grond van verschillende
motieven er voor zal kunnen stemmen.
Het rs volstrekt niet sprekers bedoeling om op een
goeden morgen allo hoofden een klas te geven, zoo
wel die van school 2 als van school 8.
Alleen wenscht spreker Burgemeester en Wethou
ders de gelegenheid te geven zich eens af te vragen
of hier niet eenige verbetering kan worden aange
bracht. Sprekers in te dienen motie luidt dan ook
De Raad besluit in beginsel en bij wijze van proef
tot het invoeren van klassehoofden.
Een gelijksoortige motie werd voor 3 jaar te Alk
maar aangenomen. Wat beteekent dat? Toen aan
een niet te groote school een vacature voor een on
derwijzer was, heeft men die vacature niet vervuld,
maar de klas aan het hoofd gegeven. Men deed dit
bij twee scholen en wat was de uitkomst
Besparing en verklaring van de hoofden dat zij er
mee ingenomen waren en van den schoolopziener een
dergelijke mededeeling.
Waarschijnlijken daarvoor wil spreker Burge
meester en Wethouders waarschuwenzullen de
hoofden wel meenen en melden, dat hun ambulantisme
onmisbaar is. Dat is begrijpelijk en zien we elders
ook. Zoo zegt du militaire medewerker van de Nieuwe
Rotterdamsche Courant 8 Mei 1.1., sprekende over de
bezuinigingen van Minister Staal
„Men bedenke wel, dat zoolang een betrekking be
„staat, de titularis alle mogelijke moeite zal doen om
„die noodig, ja onmisbaar te doen schijnen. Is de
„plaatselijke commandant een zeer ijverig mandan
„zal hij zich zeiven niet willen bekennen dat hij best
„gemist kan worden met ijver zal hij den verouder
den garnizoensdienst bestudeeren en anderen zal
„hij het lastig maken met allerlei kleinigheden die
„tot het wezen van de zaak niets afdoen.
„Een garnizoenscommandant daarentegen, voor wie
„dit commando slechts bijzaak is, zal geen muggen
„als kameeleh behandelenhet noodige werk zoo
snel mogelijk afdoen en op middelen bedacht zijn
„om dit werk te verminderen, ten einde tijd beschik-
„baar te krijgen voor gewichtiger zaken."
Het Dagelijksch Bestuur vergete niet, dat wanneer
men wijzen gaat op den berg van administratieve
werkzaamheden verklaringen van hoofden bestaan,
waarin wij lezen dat voor een school van 100 kin
deren geen 90 uren aan administratie wordt besteed,
dus om de 4 dagen 1 uur.
Vooral, waar wij scholen zien als 2, 3, 9 4, 6, 5
en 7 zal de opheffing van het ambulantisme wel
mogelijk blijken.
Zelfs heeft spreker nog eenige hoop dat sommige
hoofden op een klasse gesteld zijn spreker trof dit
ten minste aan bij hoofden van bewaarscholen.
Spreker kan zich voorstellen, dat wanneer zij in
derdaad goede leerkrachten zijn en door hunne ver
ordeningen gedwongen hoogstens 12 uur doceeren,
en de rest met minderwaardigen arbeid, staatjes schrij
ven, leermiddeitjes uitreiken, absenten ophalen moe
ten vullen, zij zich niet in hun element voelen, maar
als Vondel in de Bank van Leening-
Door het indienen van sprekers motie hebben Bur
gemeester en Wethouders gelegenheid een en ander
te onderzoeken, te overwegen en in hun prae-advies
te vermelden. Bij de behandeling daarvan stelt spre
ker zich voor nader op de kwestie in te gaan.
De heer Oosterhoff vraagt verluf, om waar over het
lager onderwijs geen algemeene beschouwingen wor
den gehouden, thans een onderwerp te mogen behan
delen dat eigenlijk bij geen der artikelen behoort.
Do Voorzitter verleent don heer Oosterhoff' hot woord
om algemeene beschouwingen te houden.
De heer Oosterhoff wenscht namens Rapporteurs
een enkel woord te spreken naar aanleiding van de
opmerking in de le sectie over de verplichte school
vergaderingen. Vooraf wenscht hij echter te wijzen
op hetgeen in de Memorie van Antwoord wordt ge
zegd n.l. dit„Ook in zijn gewijzigde samenstelling
zal het college van Burgemeester en Wethouders
eerbied toonen te hebben voor het met groote meer
derheid den 27 September 1904 genomen Raadsbe
sluit, waarbij op een verzoek tot het verplichtend
stellen van gereglementeerde schoolvergaderingen af
wijzend werd beschikt."
Later zeggen Burgemeester en Wethouders „voor
het overige meenen Burgemeester en Wethouders de
opmerking hier niet achterwege te mogen laten, dat
de minder kiesche toespeling op de samenstelling van
hun college hun onaangenaam heeft getroffen."
Dit nu was het antwoord op de hoop die in de le
sectie word uitgesproken, dat het Dagelijksch Bestuur,
waarvan de samenstelling gewijzigd is, nu zelf gere
glementeerde schoolvergaderingen zou voorstellen.
Het doet spreker leed, dat Burgemeester en Wet
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 31 October 1906. 257
houders zich aan die uitdrukking hebben gestooten,
al begrijpt hij dit niet. Een lid uit de eerste sectie
toch heeft eenvoudig geconstateerd dat de samen
stelling van het Dagelijksch Bestuur veranderd is,
meer niet. Dat dat lid daaraan zekere verwachting
heeft vastgeknoopt behoefde toch geen aanstoot te
geven.
Burgemeester en Wethouders zeggen eerbied te
hebben voor 's Raads besluiten. Die eerbied bestaat
bij Rapporteurs ook, maar de manier, waarop een
besluit is genomen, mag daarbij toch wel eeniger-
mate in aanmerking worden genomen. En nu moge
het waar zijn, -dat het verzoek van den Bond met
groote meerderheid werd afgewezenhet amende
uient-Haverschmidt dat in hoofdzaak met het voor
stel van Rapporteurs overeenstemt, werd verworpen
met eeno meerderheid van slechts één stem in eene
vrij onvoltallige vergadering.
Daarom vonden rapporteurs er geen bezwaar in op
deze zaak terug te komen. Spreker heeft nageslagen
hetgeen er in 1904 over gesproken is, en het heeft
hem getroffen dat alle loden eenparig het nut van
schoolvergaderingen erkenden', rmn bezwaar werd
er slechts geopperdmen vreesde de schoolhoofden,
die ze reeds uit eigen beweging hielden, te ontstem
men, door ze voor te schrijven. Wij allen hebben
ons echter te onderwerpen aan allerlei nieuwe ver-
bodsbepalngen en voorschriften, en het is spreker nog
nooit overkomen, als er een nieuwe verbodsbepaling
in het loven werd geroepen, dat hij neiging gevoelde
zich, indien hij dat vroeger niet deed, alleen daarom
aan overtreding schuldig te maken.
Spreker stelt daarom voor het houden van school
vergaderingen verplichtend te stellen.
In theorie, zegt de heer Haverschmidt, is het heel
mooi, de hoofden een eigen klasse te geven, maar
aan een groote stadsschool met 10 of' 12 lokalen is
het niet mogelijk.
De voorstanders beweren dat het hoofd toch maar
boekjes zit te schrijven in zijn kamertje, boekjes,
die natuurlijk in eene dringende behoefte heeten te
voorzien, maar aan geen der Leeuwarder scholen
komt dit voor. Een actief' hoofd als de heer Visser,
met wien spreker het meest in aanraking komt, vond
hij bij zijn talrijke bezoeken gedurende tien jaren,
altijd met zijn leerlingen bezig en de anderen doen
dit ook, zoodat het niet waar is dat de beste leer
kracht voor de school verloren gaat. De verordening,
die voorschrijft dat in gewone omstandigheden het
hoofd niet minder dan zes- en niet meer dan twaalf'
uren per week geregeld onderwijs moet geven, waakt
daar trouwens tegen, en bij vacatures of ongesteld
heid, bij het leiden van een jong onderwijzer en in
zoovele andere gevallen is de hulp van het hoofd
onmisbaar, terwijl het onderzoek naar sollicitanten
hem somtijds alwezig doet zijn.
Wat in een kleine plattelandsschool regel is, zal
in een groote gemeente niet uitvoerbaar zijn.
Nu de heer Oosterhoff in verband met de school
vergaderingen sprekers naam noemde, wil hij wel
meedeelen, dat zijne meening over deze zaak nog
onveranderd is, al wenscht hij niet opnieuw te agee-
ren tegen het vroeger gevallen besluit, dat tegen
zijn zin word genomen. Spreker vindt een school
vergadering in de hoogste mate bevorderlijk aan de
belangstelling en onderlinge waardeering van de on
derwijzers eener zelfde school, wanneer daar op vriend-
schappelijken toon onderwerpen van huishoudelijken
en paedagogischcn aard worden behandeld
De heer Besuijen zegt het lid geweest te zijn, dat
de opmerking over de gewijzigde samenstelling van
het college van Burgemeester en Wethouders heeft
gemaakt. Niet alleen dat collegedoch ook de
Raad is van samenstelling veranderdnadat het
amendement-Haverschmidt in 1904 met 9 tegen
8 stemmen verworpen is. De heeren Troelstra en
Wolff, tegenstemmers, zijn vervangen door den heer
Oosterhoff en spreker, voorstanders. In die gewij
zigde samenstelling van den Raad alleen reeds zag
spreker datals het opnieuw werd ingediend het
kans van slagen zou hebben. Eene verwijzing naai
de veranderde samenstelling van het Dagelijksch
Bestuur meende spreker gerust te kunnen doen
omdat daarin zitting hebben twee leden, die destijds
voor hot amendement Haverschmidt hebben gestemd,
n.l. de heeren Komter en Schoondermark.
Wij moeten immers aannemen dat in het college
van Burgemeester en Wethouders, dat, op den voor
zitter nagekozen wordt door den Raadin principi-
eele zaken, de meening van den Raad zich weerspie
gelt. Zooals een ministerie wordt geacht te zijn
samengesteld uit mannen, die in groote trokken het
standpunt van de meerderheid van een der Kamers
deelen zoo kan het nooit onkiesch heeten te ver
wachten dat de meerderheid in den Raad mannen
achter de bestuurstafel brengt, die in groote trekken
en in meerderheid het standpunt van dien Raad
deelen en omgekeerd mag men aannemen dat de
Raad te meten is naar het Dagelijksch Bestuur. Het
Dagelijksch Bestuur heeft onder zijn wethouders --
laatstgekozenen een meerderheid voor verplichte
schoolvergaderingen, de verwachting dat van die zijde
daartoe dus een voorstel komt of de vraag naar de
mogelijkheid van een voorstel van die zijde is dus
erg gewoon.
Spreker vindt het bovendien ontactisch een een
voudige vraag te meten met een subjectieve maat
kiesch. Als men hetzelfde eens ging doen ten op
zichte van de daden van het Dagelijksch Bestuur?
Wie kaatst moet den bal verwachten.
De heer van Ketwich Verschuur constateert, dat
schoolvergaderingen alhier reeds eenige jaren worden
gehouden zonder dat de onderwijzers er toe verplicht
zijn. Een lokaal is er voor disponibel gesteld, de ver
gaderingen worden goed bezocht en er kan door de
Commissie van Toezicht worden geconstateerd, dat zij
succes hebben. Uit de jaarverslagen over het Lager
Onderwijs blijkt een en ander. Waar nu hot perso
neel in vrijheid bijeenkomt om de belangen van het
onderwijs te bespreken, zou spreker willen vragen,
waarom moet nu dwang worden toegepast. In Ne
derland is men tegen op alios wat ook maar op dwang
gelijkt en daarom worde die, waar hij onnoodig is,
vermeden.
Het laatst is te Haarlem op 8 Januari 1906 in den
gemeenteraad een verzoek behandeld van den Bond
van Nederlandsche Onderwijzers om de schoolverga
deringen verplichtend te stellen, doch met groote
meerderheid verworpen.
Te 's Gravenhage heeft de Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs onlangs over doze zaak ver
slag uitgebracht en daarin leest men zoo juist „dat
„schoolvergaderingen alleen dan nuttig en gewenscht
„zijn en zonder gevaar als zij vrijwillig worden ge
houden. Het gevaar zit o.a. hierin, dat vooral jon
gelui die pas komen kijken, op die verplichte ver
gaderingen zoo dikwijls het hoogste woord willen
„voerenzij wenschen de verplichtstelling met re-
glemonteering er van als gevolg en adviseeren als doel.
Door de verplichtstelling zal de hartelijke, vriend
schappelijke en onbelemmerde modoworking schade
lijden van hen, die thans op de vrijwillige vergade
ringen samenwerken tot elkanders voorlichting en
daardoor tot verbetering van onderwijstoestanden.