276 Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1906.
bepalingen in bestekken van van gemeentewege uitgevoerde
werken.
Heeft ter visie gelegen, om nog heden te worden be
handeld.
3. Alsvoren in zake een adres van den heer A. G.
van der Meij tot het maken van twee inritten in het
trottoir der Willem Loréstraat.
4. Alsvoren in zake het verzoek van den heer N.
T Albarda, om eervol ontslag als voogd van het Nieuwe
Stads Weeshuis.
5. Alsvoren inzake eene reclame tegen aanslag in de
belasting op het houden van honden, dienst 1906.
De punten 35 zullen in eene volgende vergadering
worden behandeld.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1906.
In handen van de heeren FeddemaWilhelmy en in
de plaats van den heer Jansen, overleden, den heer Oos-
terhoff.
7. liet eerste suppletoir kohier van den koofdeljjken
omslag, dienst 1906.
8. l'rae-advies van Burgemeester en Wethouders in
zake het nader ingekomen adres der vereenigiiig „Leeu
warder Werkverschaffing."
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan mej. IJ. G. Behrns,
als onderwijzeres in de gymnastiek aan gemeenteschool
uo. 1.
10. Voordracht voor de benoeming van een onder
wijzer aan de gemeenteschool no. 5, waarop zijn geplaatst
1. F. Klijzing te Rijssen;
2. T. de Groot te Noordwijk-Binnen
3. li. Kanninga te Hasselt.
De punten 7—10 zullen in eene volgende vergadering
worden behandeld.
IV. Rapporten.
De heer Beucker Antlreae deelt namens de reclame
commissie mede, dat de commissie weer gereed is met
eenl00-tal reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken
omslagzoo in eersten aanleg als in hooger beroep.
Spreker stelt voor het rapport als gelezen te beschouwen
en het in de volgende vergadering te behandelen
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Hierna komen de voor heden op de agenda ge
plaatste punten aan de orde.
1. Voorstel van Burgemeester ert Wethouders am aan
de Voogdij van het Old Burger- Weeshuis vergunning te
verleenen tot het. maken van een inrit in hei trottoir rooi
den hoofdtoegang van het nieuwe Gabbema-gasthuis aan
de Wijbrand de Geeststraat.
Met algemeene stemmen wordt besloten
aan de Voogdij van het Old Burger-Weeshuis en hare
rechtverkrijgenden vergunning te verleenen tot het maken
en tot wederopzeggens toe hebben van bedoelden inrit,
onder voorwaarde
a. dat de inrit door en op kosten van adressante
worde aangelegd van klinkers in zand; eene breedte
verkrijgo van ten hoogste 3 M., met eene geleidelijke
helling over de breedte van het trottoir aan den rijweg
aansluite en voor den duur der vergunning over de
geheole oppervlakte worde onderhoudeneen en ander
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders;
b. dat als erkenning van het eigendomsrecht der ge
meente op den grond, waarop de inrit wordt gemaakt,
door adressante of hare rechtverkrijgenden jaarlijks vóór
of op 12 November, het eerst voor of op 1 December
1906, ten kantore van den gemeente-ontvanger worde
betaald eene recognitie van 1.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
W. Snijder vergunning te verleenen tot het maken van
een inrit in het trottoir voor zijn perceel aan de Rom-
keslaan.
Met algemeene stemmen wordt besloten
aan W. Snijder en zijne rechtverkrijgenden vergunning
te verleenen tot het maken en tot wederopzeggens toe
hebben van bedoelden inrit onder voorwaarde
1. dat de inrit door en op kosten van adressant worde
gelegd, zooals op de overgelegde situatieteekening is aan
geduid, en voor zoover op gemeentegrond gelegen, worde
bevloerd met klinkers in sterke specie;
2. dat de rand van het trottoir ter weerszijden van
den inrit aan de zijde van den rijweg worde afgerond
en voorzien van hardsteenen hoeksteen en
3. dat de inrit voor den duur der vergunning door
den adressant ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders worde onderhouden, terwijl bij opheffing daarvan
het trottoir ter plaatse in gelijken staat moet worden
gebracht als waarin het zich bevond op het tijdstip waarop
de vergunning werd verleend, een en ander ter beoor
deeling van den Directeur der gemeentewerken en op
kosten van den adressant
4. dat als erkenning van het eigendomsrecht der ge
meente op den grond, waarop de inrit wordt gemaakt
door adressant of zijne rechtverkrijgenden jaarlijks voor
of op 12 November, het eerst voor of op 1 December
1906, ten kantore van den gemeente-ontvanger worde
gestort eene recognitie van 1.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethuoders inzake
de onderhandsche verhuring van de zuthe en lauden op
W ij laarderburen.
Dit voorstel luidt als volgt:
De aan de gemeente beboerende zathe en landen op
Wij laarder buren, groot 73.14 X 363/4 are, is tot 5 Maart en
12 Mei 1907 verhuurd aan L. II. Hotsma tegen 1680.
per jaar.
In verband met het atloopen van het bestaande con
tract hebben wij die zathe en landen laten opnemen dooi
de deskundigen 11. F. Smids te llardegarijp en J. J. de
Jong te Wirdum, met opdracht van hunne bevinding
rapport aan ons uit te brengen.
Uit dit rapport, den 27 Juli 1906 opgemaakt, blijkt
dat de landerijen in goeden toestand verkeeren, dat de
verschillende werkzaamheden ter instandhouding en ver
betering daarvan met zorg en op tijd worden uitgevoerd
en dat de huizinge net en zindelijk wordt bewoond.
De deskundigen achten het tot nut en gerief van den
huurder gewenscht, om het gedeelte van het achtererf
thans gedeeltelijk boomgaard te bestemmen en in te
richten tot reserve melkjister of tot verzamelplaats van
de mest.
De huurder, hieromtrent door ons gehoord, deelde ons
mede dienaangaande geen wensch te hebben uitgesproken.
Wij meenen dus dat op een en ander niet behoeft te
worden ingegaanmocht naderhand de wenschelijkheid
blijken, dan kan de huurder de verandering van bestem
ming nog altijd aanvragen.
Naar aanleiding van de opmerking, dat de bevrediging
aan den Zuidkant der hieminge naast het schiphuis in
zeer vervallen en slechten toestand verkeert, kan aan
het nieuwe contract eene bepaling worden toegevoegd,
waarbij het onderhoud speciaal aan den huurder wordt
opgedragen, daar vast staat, dat dit onderhoud dezerzijds
en niet door den eigenaar van het schiphuis moet ge
schieden.
De deskundigen vinden het voorts billijk dat de kosten
van aankoop en vervoer der terpaarde thans'geheel
voor rekening van den huurder voortaan door dezen
en de gemeente, ieder voor de helft, worden gedragen.
Rekening houdende met een en ander is de jaarlijk-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1906. 277
sehe huurwaarde van zathe en landen door hen geschat
op 73 x 32 ƒ2336.—.
Na overweging van het rapport is het ons wcnschclijk
voorgekomen omtrent den aankoop en het vervoer van
terpaarde geen veranderingen in de bestaande bepalingen
aan te brengen.
In de eerste plaats zou zulks niet zijn in het belang
der gemeente, integendeel slechts vermeerdering van toe
zicht en administratie medebrengenen in de tweede
plaats voor den huurder geen noemenswaardig voordeel
opleveren. Het wil ons voorkomen dat de bestaande
bepalingwaarbij aan de gemeente het recht is voorbe
houden de terp aan te wijzen, waarvan de aarde gehaald
moet worden, voldoende zekerheid geeft dat inderdaad
goede aarde wordt gebruikt.
Deze afwijking van het rapport maakt het noodzake
lijk de getaxeerde jaarlijksche huurwaarde te verminderen
met de helft der kosten van aankoop en vervoer der
terpaarde, geschat op ƒ200,
De huurprijs kan inderdaad in verband met de gun
stiger tijdsomstandigheden hooger dan tot dusver worden
gesteld, en wellicht zou bij eene publieke verhuring nog wel
meer dan 32. per pondemaat kunnen worden bedongen.
Het gemeentebelang brengt evenwel stabiliteit in den
persoon van den huurder mede de waarborg is dan te
meer verkregen dat ook zijnerzijds voor de verbetering
en het goede onderhoud der landerijen waarlijk zal wor
den zorg gedragen, omdat de belangen van landheer en
pachter samen loopen.
In overeenstemming ook met het advies van den Directeur
van Gemeentewerken, d.d. 17 October j.l. no. 1043/y is
deze dus door ons bepaald op vorengenoemd bedrag,
zijnde 73-14 X ƒ32 100,— ƒ2240.48 of rond
2250.—.
Daarbij is rekening gehouden met den wensch van den
huurder om de plaats te behouden gelijk zij ook thans
is. Het perceel no. 3654 aan de andere zijde der Tjjnje
blijft er dus toebehooren, hoewel de Directeur aanvan
kelijk het denkbeeld koesterdeom het er van af te
scheiden en op eene andere wijze te verhuren.
Verder komt het ons wenschelijk voor in het nieuwe
contract eene bepaling op te nemen, die aan de gemeente
liet recht geeft de landerijen geheel of gedeeltelijk tus-
schentijds uit de huur te nemen tegen schadeloosstelling
van den huurder; voor dat geval wordt, evenals bij de
boereplaats Kleienburg, de huurwaarde van het huis op
ƒ150.geschat; voor de overige aan te brengen wijzi
gingen meenen wij te kunnen volstaan met te verwijzen
naar het advies van den Directeur der Gemeentewerken.
Wij hebben den huurder met het vorenstaande in ken
nis gesteld en hem medegedeeld dat wij bereid waren U
voor te stellen voor den tijd van vijf achtereenvolgende
jaren de zathe en landen wederom aan hem in huur af
te staan, indien hij den wensch daartoe schriftelijk aan
ons kenbaar maakte. Bij nevensgaand adres is zulks
door Ilotsma geschied. Hij verzoekt tevens in de voor
waarden vast te leggen, dat het door hem gestichte hou
ten gebouwtje achter de schuur bij eventueel verlaten
van de plaats door den opvolgenden huurder zal worden
overgenomen. Hieraan kan gevoegelijk worden voldaan.
Wat echter de overname van de door hem gelegde en
nog te leggen draineerbuizen aangaat, wij meenen dat dit
moeilijk kan worden voorgeschreven en ook niet van
een opvolgenden huurder mag worden verlangd; taxatie
toch is zoo goed als onmogelijk. Wij zijn evenwel niet
ongenegen deze aangelegenheid te zijner tijd nader onder
de oogen te zien.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken, heb
ben wij de eer U voor te stellen te besluiten
aan Lammert Hendriks Hotsma, veehouder te Leeu
warden, ondershands voor den tijd van vijf achtereen vol-
gende jaren, in te gaan 5 Maart en 12 Mei 1907 te
verhuren de zathe en landenstaande en gelegen op
Wjjlaarderburen en wat één perceel betreft ten Zuiden
van den spoorweg van Leeuwarden naar de Tijnje, ten
kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie F nos.
405, 406, 409, 410, 410«, 414, 419, 420, 423,879,886,
887, 1808, 1809, 2440, 2275, 2441, G 3654 en gemeente
Iluizum in sectie D no. 56, samen groot 26-87-85 II.A.
tegen een jaarlijkschen huurprijs van 2250.met be
paling dat hij bovendien voor zijne rekening moet nemen
de kosten van 200 scheepstonnen beste, door de gemeente
jaarlijks aan te koopen terpaardealsmede de kosten van
transport der aarde van de terp tot de daarvoor door ver
huurders aan te wijzen perceelen land en verder op de
voorwaarden door Burgemeester en Wethouders nader
vast te stellen in hoofdzaak overeenkomende met die
vermeld in het thans nog loopende huurcontractd.d.
22 December 1899.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om in
schrijvingen op het Grootboek der Ned. Wer kei. Schuld
ten name der gemeente te doen overschrijven op naam der
Nederlandsche Bank ten behoeve van met die instelling
aan te gane verbintenissen.
Dit voorstel luidt als volgt
Zooals U bekend is, komt jaarlijks op de begroeting
een post voor van 100.000.als tijdelijke geldopne
ming ter voorziening in de eventuëele behoefte aan kas
geld.
Bovendien zijn op de begrooting voor 1905 tijdelijke
geldleening in toegestaan tot dekking van buitengewone
uitgaven, ten bedrage van ƒ145.261.86''.
De Raad machtigde Burgemeester en Wethouders hier
voor tijdelijk geld op te nemen tegen eene rente van
hoogstens i/8 pCt. boven het promessen disconto bij de
Nederlandsche Bank.
Bij de laatste inschrijvingen was de voordeeligste aan
bieding die, waarbij ecu rente werd bedongen vanpCt.
boven de rente van beleeniugen van binnenlandsche effecten
bij de Nederlandsche Bank. Door zonder tusscheukoinst
van derden, direct van de Nederlandsche Bank te leenen,
zal dus eene besparing worden verkregen van i/„ pCt.,
wat, wanneer een jaar lang 100.000 wordt opgenomen,
eene rentebesparing geeft van /'500.
De Nederlandsche Bank verlangt echter onderpand.
Zij accepteert als zoodanig ook inschrijvingen op het
Grootboek, mits deze ten haren name worden overge
schreven.
Blijkens bijgevoegd schrijven wordt door het Gemeen
tebestuur van Zwolle betaald: voor overschrijvingskosten
5 cents per 1000.en voor weder-terugbreuging op
naam der gemeente eveneens 5 cents, zoodat voor een
bedrag van 160000.tweemaal 8.wordt gevorderd.
Ook nadat de vorengenoemde soin van 145.261.86"',
waarschijnlijk vermeerderd met uitgaven voor nog in voor
bereiding zijnde werken, in een definitieve leening zal zijn
omgezet, zal er behoefte blijven bestaan aan tijdelijke
geldopnemingen voor kasgeld. Ook op volgende begroe
tingen zal dus de eerder genoemde post vaii 100.000
niet gemist kunnen worden.
Bijgevolg zal ook voor komende jaren de beoogde
maatregel doeltreffend zijn en eene rentebesparing van
minstens i/2 pCt. voor tijdelijke geldopnemingen mogelijk
maken.
Op grond van deze overwegingen hebben wij de eer
u voor te stellen te besluiten
de inschrijvingen der gemeente op het Grootboek der
Nederlandsche Werkelijke Schuld, die aan het einde van
dit jaar ongeveer zullen bedragen ƒ160.000, te doen
overschrijven op naam van de Nederlandsche Bank om
te strekken tot onderpand voor met haar aan te gane
verbintenissen, opdat de gemeente binnen de perken der
begrooting en voor zooverre het onderpand strekt, bij
die instelling kan voorzien in hare tijdelijke behoefte
aan kasgeld.