16 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Februari 1907. de nieuwe salarisregeling, is slechts in zooverre juist dat deze laatste dateert van 8 Mei 1906 en de heer van der Schaaf op 1 Juni de school heeft verlaten. Twee maanden vroeger, dus 1 April, heeft hij echter reeds ontslag moeten vragen, toen dus de oude regeling nog bostond en er van eene nieuwe nog geen sprake was. De begeerte om terug te komen, die trouwens geen onderwerp van beraadslaging be hoeft uit te maken, kan dus daardoor zijn opgewekt, dat de positie van den onderwijzer sedert belangrijk is verbeterd en daarmede vervalt dus alle reden, om te spreken van vooraf gedane beloften. De beraadslaging wordt gesloten. Van de 20 uitgebrachte stemmen krijgt de heer D. van der Schaaf te Wijnaldum 16, de heer M. II. Visser te Idskenhuizen 4 stemmen, zoodat benoemd is de heer D. van der Schaaf. 2. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake den aan de ivoningvereeniging Leeuwarden" van gemeentewege te verstrekken geldelijken steun Bijlage no. 3). Punt 7 der agenda.) Met algemeene stemmen worden aangenomen van ontwerp I, onderdeel A en onderdeel B sub I. Bij onderdeel B sub II A heeft de heer Komter namens Burgemeester en Wethouders eene kleine wijziging voor te stellen. Bij de woningtypen zouden er kunnen zijn, die de rogeering eenigszins anders wenscht te zien ingericht. Om nu te voorkomen, dat voor een dergelijke kleine wijziging de Baad nogmaals moet worden gehoord, stelt spreker voor Burgemeester en Wethouders te machtigen eenige afwijking in deze indeeling toe te staan, indien de regeering zulks mocht verlangen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Onderdeel B, II A en B, III, IV en V worden vervol gens met algemeene stemmen aangenomen. Ontwerp II wordt eveneens met algemeene stem men aangenomen. De Voorzitter stolt voor den brief, die op bladz. 78 van bijlage 8 is afgedrukt, aan Gedeputeerde Staten te zonden. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Komtor verlaat de vergadering. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake het adres van E. de Boer e. a., om verbetering van den Harlingcr trekweg tusschen Schenkenschans en Rit- zumazijl. Het prae-advies is van den volgenden inhoud E. de Boer en 28 andere onderteekenaren hebben zich bij adres van 29 December 1906 tot Uwe ver gadering gericht mot verzoek verbetering te brengen in den Harlinger trekweg tusschen Schenkenschans en Bitzumazijl, opdat deze naar behooren, vooral voor schoolgaande kinderen en kerkgangers en voor de bewoners van Bitzumazijl, als voetpad dienst kan doen. Dienaangaande uitgenoodigd U van prae-advies te dienen, merken wij op, dat bij de loopendo begrooting onder volgno. 119 op een bedrag van ƒ1500.voor het onderhoud van den weg is gerekend en brengen, zoo noodig, in herinnering, dat in Uwe zitting van 8 November 1905 deze som oorspronkelijk op 3000. uitgetrokken, reeds voor 1906 voldoende is geoor deeld, doch thans dan ook in hoofdzaak voor het daarmede beoogde doel, verbetering der walbeschoeiïng on van het weggedeelte onder Dronrijp, dat in de eerste plaats aan voorziening toe is, moet worden besteed. Mag de stand van den post in den loop van het jaar toelaten daaruit nog verder te putten, dan zal dezerzijds gaarne worden nagegaan, in hoeverre aan het verlangen van adressanten zal kunnen worden tegemoetgekomen. Onder wederaanbieding van het adres hebben wij de eer U voor te stellen ons te machtigen belang hebbenden in den bovenomschreven zin in te lichten. De heer Besuijen zegt dat in dit prae-advies duidelijk uitkomt, dat Burgemeester en Wethouders verbetering gewenscht achten. Dit is ook conform de meening van den directeur van gemeentewerken. De wensche- lijkheid van de verbetering is dus uitgesproken, alleen het tijdstip, waarop dit zal geschieden, is niet vast gesteld. Spreker zou Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven dit tijdstip op vandaag te stellen. Het bedrag is niet groot, 35Ü—de werke loosheid daarentegen wel en als niet meer op het ijs kan worden gewerkt, wordt deze nog grooter. Do 350.is hoofdzakelijk arbeidsloon, 200. voor puinkloppen, wat ieder kan doen, vervoer en verspreiding 80.grondwerk 30.Wanneer nu Burgemeester en Wethouders mee kunnen gaan met sprekers denkbeeld, dan kunnen weer 40 week- loonen van 8.worden verdiend, wel geen groot weekloon, maar in dagen van werkloosheid te prefe- reeren boven niets of 3.60 van de werkverschaffing. Spreker zou willen voorstellen onmiddellijk over te gaan tot de gevraagde verbetering., Hij gelooft echter zijn doel ook te bereiken door tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders te stemmen. Do Voorzitter doet opmerken, dat het nog niet zoo vast staat dat het gebeuren zal. De Baad heeft een bedrag op de begrooting uitgetrokken, dat vroeger, in 1906, beduidend hooger was. Het uitgetrokken bedrag a 1500.is noodig voor walbeschoeiïng, dio zal worden in orde gemaakt als het water laag genoeg komt. Wanneer dit niet het geval is, dan zou een deel van deze som voor wegverbetering kun nen worden besteed. Van Burgemeester en Wethouders kan niet verlangd worden, dat zij een pas vastge- stelden begrootingspost met 25 °/fl verhoogen. Wat aangaat de werkeloosheid, waarop de heer Besuijen doelt, ten opzichte hiervan doet spreker opmerken dat het werk voorbij Bitzumazijl moet worden uitgevoerd, zoodat hot zeer waarschijnlijk is dat er werklieden uit die buurt zullen worden genomen en niet uit de stad. De heer Besuijen repliceert, dat bij hem dit laatste niet zoo vaststaat. De Baad zou kunnen zeggen wij voldoen aan het verzoek als wij de armoede in Leeuwarden er mee kunnen lenigen. Er kunnen uit de werkeloozo ingezetenen werkkrachten worden aan genomen. De Voorzitter antwoordt, dat de heer Besuijen zich niet moet voorstellen dat do heele weg in orde komt. Er kan n.l. slechts een voetpad worden gemaakt van 1 M. breedte. Het is intusschen waar, zooals door dat lid is opgemerkt, dat de leden, die onmiddellijke vorbetering wenschon, dat doel kunnen bereiken door tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders te stemmen. De heer Beekhuis doet opmerken, dat al zou de Baad wenschon dit werk onmiddellijk uit to voeron, er dan nog practische bezwaren zonden zijn die het beletten. In dit seizoen kan toch geen grondwerk worden uitgevoerd. Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Februari 1907. 17 Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna aangenomen met 17 tegen 2 stommen. Vóór stemmen de hoeren Beucker Andreae, Lauten- bach, Burger, Wilhelmij, Feitz, Beerends, Schoonder- mark, Koopmnns, Haverschmidt, Menalda, Duparc, Foddema, van Ketwich Verschuur, Baart de la Faille, Tigler Wijbrandi, Beekhuis en van Messel. Tegen de hoeren Besuijen en Zandstra. 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het beroep van J. van der Werf ie Huizum. ingesteld naar aanleiding van eene door Burgemeester en Wethouders geweigerde bouwvergun ning. Het prae-advies luidt als volgt: Door Uwe vergadering werd om prae-advies in onze handen gesteld een adres, ontvangen 19 Decem ber 1906, van J. van der Werf te Huizum, waarbij beroep wordt ingesteld tegen ons besluit d.d. 22 Septem ber 1906, no. 3121/851, tot weigering der door hem gevraagde vergunning voor den bouw eener boeren- huizinge aan den Groninger straatweg. Vermits ons besluit den 28 September 1906 aan den reclamant werd uitgereikt en het beroep dus niet is ingekomen binnen den bij art. 70 der Bouwver ordening gestelden termijn van 30 dagen, hebben wij de eer U onder wederaanbieding van het adres voor te stellen te besluiten: adressant in het door hem ingesteld beroep tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 September 1906, no. 3121/851 niet-ontvankelijk te verklaren. Do heer Koopmans kan niet bewijzen dat de adres sant in zijn recht was toen hij aan den Baad reques- treerde. Hoe is hij er echter toe gekomen Toen hij de weigerende beslissing ontvangen had, heeft hij zich vervoegd ter secretarie en daar den indruk ge kregen, dat een spoedige wijziging der bouwverordening op handen was, waardoor hij toestemming tot bouwen zou kunnen krijgen. Op de secretarie zijn die inlich tingen te goeder trouw gegeven. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders dit adres niet kunnen overnemen met het nieuwe argument en daarop oen beslissing nemen. De Voorzitter kan niet bevestigend op die vraag antwoorden, want hij begrijpt niet wat de heer Koop- mans bedoelt. De kwestie is deze. Aanvrager heeft verzocht een boerderij te mogen stichten aan den Groninger straatweg. Op die aanvraag is overeen komstig do bouwverordening afwijzend beschikt on adressant is in beroep gekomen bij den Baad, ochter na den in de bouwverordening bepaalden termijn van 30 dagen. Spreker begrijpt niet wat bedoeld wordt met te goeder trouw gegeven inlichtingende secretarie staat geheel buiten de zaak. Do voorstellen tot wijziging der bouwverordening zijn thans geroed en zullen denkelijk heden de leden van den Baad bereiken. Do heer Besuijen kan de bedoeling van den heer Koopmans niet vatten, on meent dat deze zich niet duidelijk uitdrukt. De zaak is overigens zeer eenvoudig. Adressant heeft een afwijzende beslissing gekregen van Burgemeester en Wethouders en gaat in beroep bij den Baad. Hij laat ovenwei den daarvoor vastge- 8telden termijn verloopen. Hierdoor is zijn beroep niet-ontvankelijk en daarmee uit. Maar behalve dat beroep bevat adressants schrijven nog een verzoek aan den Baad om over te gaan tot wijziging van artikel 38 der bouwverordening doelt do heer Koopmans hierop, dan is hij het met hem eens, dat op dit geheel nieuwe verzoek prae-advios had moeten worden uitgebracht. De heer Koopmans weet niet hoe de wijziging der bouwverordening zal zijn. Het komt hem echter voor dat de man volgens artikel 38 zijn spoelwater vol doende loost. Deze boereplaats kan zich slocht aan sluiten aan een riool of een leiding leggen door eigendom van derdon. Dit artikel is volgens sprekers mooning in strijd met het algemeen belang, want het bouwen van een boereplaats is in het algomoen belang. Do Voorzitter is van oordeel dat er bij den lieer Koopmans een misverstand heerscht, al heeft hij dien spreker niet kunnen volgen en al weet hij nog steeds niet wat deze wil. Iemand doet een aanvraag om te bouwen, ontvangt van Burgemeester en Wethouders eene afwijzende beschikking en komt te laat bij den Baad in beroep. De zaak is daarmee uit. De beschikking van Burge meester en Wethouders is den heer Koopmans niet bekend, zoodat doze over de gronden niet kan oor- deelen. Wanneer do termijn voor beroep niet was verstreken, zou do beschikking zijn overgelegd. Spreker begrijpt niet wat de heer Koopmans wil. Het is toch zeker niet de bedoeling dat Burgemeester en Wethouders de beschikking overleggen, die in dit stadium der zaak voor don Baad niet de minste waarde heeft. Do heer Koopmans antwoordt, dat adressant eerst zijn spoelwater wilde loozen in een put, wat volgens do verordening niet kon worden toegestaan. Later heeft hij aangeboden, dit water te loozen in een openbaar water. Spreker heeft gemeend dat Burge meester en Wethouders daarop wel oene gunstige beschikking kunnen nemen. Do Voorzitter meent thans eindelijk te begrijpen wat de heer Koopmans van Burgemeester en Wet houders wil: n.l. dat dit college alsnog eene beschik king zal nemen op het adres dat thans aan den Baad is gericht. Zulks kan niet worden toegezegd. De zaak is bij Burgemeester en Wothouders niet meer aan de orde en zal zij weder aan de orde kunnen komen, dan dient tot het college een nieuw verzoek te worden gericht. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten confoim het prae-advies van Burgemoester en Wethouders. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot on- derliandsche verhuring van gar denier standen aan H. S. Hitman en J. Nieuwcnhuis. Het voorstel luidt als volgt Ingevolge Uw besluit van 27 December 1.1is de taxatie der gardenierslanden, resp. liggende aan den Lekkumerdijk en aan Oldegalileën, door ons op gedragen aan den deskundige, die zich voor derge lijke doeleinden gewoonlijk ter beschikking van de gemeente stelt, den heer J. de Jong te Wirdum, terwijl deze zich voor dit bepaaldo geval nog de hulp heeft verzekerd van een meer in dit speciale onderdeel ervaren vakman. Gevolg van dio opdracht is het hiernevens over gelegde rapport, waaruit blijkt dat voor het eerstge noemde perceel een huursom van ƒ200.per jaar het doet nu 182.50 en voor het tweede dezelfde som als thans, 247.50 per jaar, een en ander op de bestaande voorwaarden, een billijke vergoeding ge noemd mag worden. De tegenwoordige huurders, hiermede in kennis ge steld, hebben zich bereid verklaard op deze conditiën do landen wederom voor drie jaren in te huren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 3