18 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Februari 1907.
Met overlegging der op deze zaak betrekkelijke
stukken hebben wij alzoo de eer U voor te stellen te
besluiten
1. aan J. Nieuwenhuis, gardenier te Leeuwarden,
te verhuren het gardeniersland, genaamd ,,het Hinne-
land", kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie
F no. 902, groot 1.49 H. A. voor drie achtereenvol
gende jaren, met ingang van 5 Maart 1907, tegen
eene huursom van 200.per jaar en verder op
door Burgemeester en Wethouders te stellen in hoofd
zaak overeenkomende met de bestaande voorwaarden
2. aan H. S. Bitman, gardenier te Leeuwarden,
te verhuren het gardeniersland, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie F no. 2138, groot 1.32.73
H. A., voor drie achtereenvolgende jaren, met ingang
van 5 Maart 1907, tegen een huursom van 247.50 per
jaar en verder op door Burgemeester en Wethouders
te stellen in hoofdzaak overeenkomende met do be
staande voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders omtrent
de verpachting van standplaatsen gedurende de kermis
in 1907.
Het voorstel luidt als volgt
Ten vorigen jare werd door Uwo vergadering aan
ons machtiging verstrekt om, indien de omstandig
heden daartoe aanleiding mochten geven, na de open
bare inschrijving en op de bekende voorwaarden de
kermis-standplaatsen, die gewoonlijk jaarlijks publiek
worden verpacht, ook ondershands te gunnen. Daar
van is gebruik gemaakt voor twee caroussels, terwijl
krachtens Uwe nadere goedkeuring voor drie achter
eenvolgende jaren, een plaats voor een biograaf en twoe
voor gebakkramen onder de hand zijn uitgegeven.
Voor de overige plaatsen werden bevredigende prijzen
bedongen.
Voor de kermis 1907 komen thans voor verpachting
derhalve in aanmerking drie plaatsen voor de in
richtingen die sub a van art. 1 der gebruikelijke voor
waarden zijn genoemd, instede van anders vierallo
drie plaatsen voor die sub h bedoeld en drie (anders
vijf) voor die sub c.
De Commissaris van Politie geeft ons evenwel in
overweging U voor te stellen ons te machtigen naar
gelang der omstandigheden voor één, twee of driejaren
al deze plaatsen thans onder do hand te trachten uit te
geven, waarin hij met het oog op de praktijken,
gangbaar bij het meerendeeel der in dezen gegadigden,
voor de gemeentekas een belang ziet.
Na kennisneming van de correspondentie, die reeds
weder eenigen tijd tusschen dezen ambtenaar en en
kele betrokken houders van kermistenten loopende
is, komt hot ons gewenscht voor bij wijze van proef
voor dit jaar op zijn denkbeeld in te gaan. Gegeven
de eigenaardige verhoudingen die er in het gilde dezer
lieden schijnen te bestaan, lijkt do kans niet uitge
sloten dat inderdaad het voordeel dat de Commissaris
van de nieuwe handelwijze verwacht, voor de gemeente
kan worden verkregen. Met den uitslag der proef
neming zal dan volgende jaren rekening kunnen
worden gehouden.
Op grond van het bovenstaande hebben wij der
halve de eer U voor te stellen to besluiten
Burgemeester en Wethouders te machtigen voor de
kermis in 1907, of naar gelang der omstandigheden
tevens voor de kermissen van 1908 en 1909, een deel
van het Wilholminaplein, nader op de overgelegde tee-
kening aangeduid, voor het plaatsen van carroussels,
tenten enz. ondershands te verpachten op de hier
nevens overgelegde voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
VI. De heer Besuijen wonscht enkele vragen te stellen
in verband met de verstrekking van klompen.
Van verschillende kanten wordt er geklaagd over
het niet verstrekken van klompen aan schoolgaande
kinderen, over de slechte regeling van de uitreiking
en do kwaliteit.
Het is met die verstrekking een mysterieuse zaak.
Bericht van openstelling der uitreiking bestaat niet.
Toch komen sommige hoofden vertellen dat de open
stelling plaats vond, maar de onderwijzers mogen dit
niet aan de kinderen vertellen.
Deze wachten op die openstelling, op iets wat niet
komt, en zoo gebeurt er niets. Het gevolg is dat
eerst op 15 December een noemenswaard aantal
klompen zijn verstrekt
De Voorzitter interrompeert den heer Besuijen en
doet dezen opmerken dat hij tot het doen van vragen
aan Burgemeester en Wethouders ten aanzien van
eene zaak, welke vreemd is aan de orde van den dag,
het verlof van den Baad behoeft. Hij zal die vragen
dus eerst moeten stellen, opdat de Baad over het al
of niet verleenen van het verlof kunne beslissen.
Eerst daarna is het oogenblik van toelichting voor
den interpollant aangebroken.
De heer Besuijen stelt de volgende vragen Bestaat
een officieële opening van de uitreiking der klompen?
Is het waar dat op 21 Januari de uitreiking is ge
staakt en waarom Is na dien datum do uitreiking
heropend
Wie moet beoordeelen of klompen moeten worden
verstrekt, het hoofd der school of de armbezoeker
Deze laatste vraag doet spreker naar aanleiding
van het feit dat het voorkomt, dat een hoofd weigert
de aanvraag naar Burgemeester en Wethouders door
te zenden.
De Voorzitter stelt voor den heer Besuijen het ge
vraagde verlof te verleenen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Schoondermark begrijpt do vragen van den
heer Besuijen niet al te goed, want hij weet dat dit
raadslid beter op de hoogte is dan hij zich voordoet.
De historie heeft in een krantje gestaan dat de heer
Besuijen zekei wel leest. Daarin was tevens vermeld,
dat do hoofden d.d. 26 Januari bij spreker aan huis
zijn geweest. Hij heeft die hoofden toen gevraagd
of klompenverstrekking noodzakelijk was en deze vraag
word bevestigend beantwoord voor sommige gevallen.
Spreker heeft dien hoofden toen opgedragen als er
aanvragen kwamen, deze direct aan hem op te zenden.
Voordat de klompen worden verstrekt wordt eerst een
ernstig onderzoek ingesteld.
Spreker heeft een lijstje voor zich waarop een aan
vrage voorkomt van een persoon, die /II per week
verdient. Ieder, behalve do heer Besuijen, zal het
met spreker eens zijn, dat dit niet iemand is, aan
wiens kinderen klompen moeten worden verstrekt.
Als spreker dat moest doen, zou zijne positie onhoud
baar zijn, want dan zou hij al spoedig door andere
Baadsleden worden geïnterpelleerd. Er wordt altijd
eerst, zooals spreker reeds zeide, een ernstig onderzoek
ingesteld. De aanvang van de verstrekking van klom
pen wordt niet geannonceerd. Als het na ernstig
onderzoek blijkt dat de verstrekking niet noodig is,
wordt eenvoudig geweigerd. Er wordt te dezer zake
niets uitgevoerd dan het Baadsbesluit, waarbij 300
beschikbaar is voor klompenverstrekking aan kinderen,
die anders niet op school kunnen komen. Hot is
Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Februari 1907. 19
geen bedoeling. Spreker weet niet wat geheimzin
nigs er aan is. Van de klompenverstrekking wordt
misbruik gemaakt. Het is sprokor toch bekend, dat
van een 12 tal gezinnen, waarvan de kinderen door
eene particuliere voreoniging van klompen waren
voorziou, drie dagen later aanvragen bij de gemeente
inkwamen.
De lieer Besuijen vindt het antwoord vrij dun. Om
er over te kunnen oordeelen of iemand mot 11 per
week geen klompen voor zijn kinderen noodig heeft,
moet spreker weten hoe groot het gezin is, of de man
een zieke vrouw heeft enz. Wat de aanvragen aan
gaat van de 12 genoemde gezinnen, deze kunnen best
gedaan zijn voordat zij van eene vereeniging klompen
kregen want er verloopen meermalen 7 dagen tusschen
aanvraag en uitreiking.
Wat zoggen overigens die enkele uitzonderingen
Wil men hier gaan generaliseeren
Spreker constateert nu dat er geen cfficieëlo open
stelling van de uitreiking plaats hoeft en dat de
kinderen dus wachtou op iets dat niet komt, in.a.w.
zij kunnen dat wachton nalaten. Hij vraagt verder
Is er op 21 Januari staking geweest? en is dit
officieel medegedeeld
De heer Schoondermark antwoordt bevestigend.
Do heer Besuijen repliceert dat er dan ook eene
officiële heropening van de uitreiking had moeten
plaats hebben. Dat de hoofden bij den heer Schoon
dermark zijn geweest was geen bewijs van de ophef
fing der staking in de uitreiking en bovendien aan
do kinderen niet bekend. Ten slotte vraagtspreker
wie moet onderzoeken of er klompen noodig zijn, het
betrokken hoofd of de armbezoeker
De hoer Schoondermark geeft te kennen dat door
Burgemeester en Wethouders besloten is de uitreiking
oj) 21 Januari voorloopig te staken. De hoofden zijn
bij spreker aan huis geweest en hebben de mededee-
ling ontvangen dat, als zij verstrekking noodig achtten,
eene aanvraag moesten indienen. Verder is tot de
hoofden gozegd, dat zij konden weigeren klompen te
verstrekken, als zij de heilige overtuiging hadden,
dat verstrekking niet noodig was. Wanneer er twijfel
bestaat wordt er huisbezoek gedaan door den armbe
zoeker, die daarvan rapport maakt aan Burgemeester
en Wethouders. Spreker meent dat do zaak zoo dui
delijk mogelijk is.
De heer Besuijen meent dat er op 21 Januari een
officieel bericht van staking is vorzonden, omdat men
met kunst en vliegwerk overschrijding van den post
van 300 wil voorkomen. Daarom is ook geen officieel
bericht van de heropening gegeven. Men remt op
die manier de uitreiking. Immers het gros der kin
deren zal na do mededeeling ,.er worden geen klom
pen meer gegeven" ook bij het nijpendst gebrek niet
meer vragen. De wethouder zegtnaar aanleiding
der laatste vraag„als de hoofden do heilige over
tuiging bezitten" enz. Hoe moet die heilige over
tuiging ontstaan Gaan de hoofden soms in krotten
en sloppen onderzoek doen naar den toestand van 't
gezin en zonder dit zal men toch bezwaarlijk een
heilige overtuiging in dezen kunnen verkrijgen. Spre
ker is van oordeel dat alle aanvragen door de hoofden
op de lijst dienen te worden gezet en met of zonder
advies aan Burgemeester en Wethouders gezonden,
die hebben het crediet van den Baad gekregen en
kunnen dan door den daarvoor aangewezen persoon
een onderzoek doen instellen en beslissen. Zooals
het nu een enkele maal geschiedt, doet het denken
aan Busland waarvan men zeiDe verzoekschriften
dringen niet door tot den Czaar.
De Voorzitter sluit de vergadering.