8. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van de rekening der dienstdoende schutterij, dienst 1906. 36 Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1907. No. 5 de 71 3 75 4 77 6 77 7 71 8 71 9 77 10 71 11 71 12 77 13 71 14 15 77 16 71 17 71 18 71 19 71 20 2. Ver heer L. Zandstra. A. D. Beerends. P. A. Wilhelmij. C. L. B. J. Feitz. Z. S. Feddema. G. W. Koopmans. H. Beucker Andreae. D. Tigler Wijbrandi. Mr. C. Beekhuis. A. Duparc. Mr. A. Burger. S. J. van Mossel. K. P. W. Besuijen. L. A. Tromp. de vacature. D. Lautenbach. Mr. H. D. van Ivetwich Verschuur. Dr. J. Baart de la Faille. 2. Verdeeling van den Raad in sectiën. In de 1ste sectie nemen volgens het lot zitting de heeren K. P. W. Besuijen, L. Zandstra, Mr. A. Burger, A. D. Beerends, N. T. Haverschmidt, C. L. B. J. Feitz en L. A. Tromp. In de 2e sectie nemen zitting de heeren: H. Beucker Andreae, Mr. O. Beekhuis, Z. S. Feddema, Mr. A. Menalda, D. Tigler Wijbrandi, S. J. van Messel en de vacature. In de 3e sectie nemen zitting do hoerenD. Lau tenbach, A. Duparc, P. A. Wilholmij, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, G. W. Koopmans en Dr. J. Baart de la Faille. Door het lot wordt verder beslist, dat de heer J. Ooster- hoff voorzitter der 2e sectie, de heer T. Komter voor zitter der 3e sectie wordt, terwijl dientengevolge de heer J. A. A. Schoondermark in de le sectie zitting neemt. Hierna blijkt, dat door den Voorzitter voor de le sectie een lid te veel is getrokken. De hoer van Ketwich Verschuur stelt voor het laatst getrokken lid in de eerste sectie, den heer Feitz, te doen opschuiven naar de tweede en cvenzoo te han delen met het laatst getrokken lid voor de 2e sectie, den heer Feddema, die dan in de 3e sectie zitting neemt; zoo doende neemt ieder lid zitting in de sectie waarin het volgens de trokking behoort. De heer Beucker Andreae is van oordeel dat er ge trokken is zooals altijd is geschied. Het komt toch aan op het aantal stemmen en de burgemeester heeft in de sectiën geen stem. De Voorzitter antwoordt, dat volgens art. 63 van het reglement van orde de Burgemeester lid is van de eerste sectie. Spreker stelt den Raad voor in deze te handelen zooals door den heer van Ketwich Verschuur is aan gegeven. Dan is alles regelmatig geschied. Dienovereenkomstig wordt besloten, zoodat de heer C. L. B. J. Feitz in de 2e, de heer Z. S. Feddema in de 3e sectie zitting neemt. 3. Benoeming van eene commissie van onderzoek van reclames teaen aanslagen in den lioofdelijken omslag, dienst 1907. le vacature. Een lid uit de le sectie. Uitgebracht zijn 17 stemmen, te weten op den heer A. D. Beerends 14 en op elk der heeren Mr. A. Burger, L. A. Tromp en K. P. W. Besuijen 1 stem, zoodat benoemd is de heer A. D. Beerends. 2e vacature. Een lid uit de 2e sectie. Uitgebracht zijn 20 stemmen, te weten op den heer H. Beucker Andreae 15, op den heer Mr. C. Beekhuis 3 en op elk der heeren Mr. A. Menalda en C. L. B. J. Feitz 1 stem, zoodat benoemd is de heer II. Beucker Andreae. 3e vacature. Een lid uit de 3e sectie. Uitgebracht zijn 20 stemmen, te weten op den heer P. A. Wilhelmij 11, op den heer D. Lautenbach 7 en op den heer Z. S. Feddema 2 stemmen, zoodat benoemd is de heer P. A. Wilhelmij. 4. Benoeming van 4 leden der commissie voor het Stedelijk muziekkorps. De Voorzitter verzoekt namens Burgemeester en Wethouders den heer Schoondermark niet weder in deze commissie te benoemen. De commissie is er eene van bijstand voor Burge meester en Wethouders en daarin beliooren door den Raad dus geen Wethouders gekozen te worden. Voor de le vacature zijn uitgebracht 20 stemmen, waarvan op den heer D. Tigler Wijbrandi 19 en op den heer .1. Oosterhoff 1 stem, zoodat benoemd is de hoer D. Tigler Wijbrandi. Voor de 2e vacature zijn uitgebracht 20 stemmen, waarvan op den heer Mr. H. D. van Ketwich Ver schuur 17 en op elk der heeren K. W. P. Besuijen en N. T. Haverschmidt 1 stem, terwijl 1 briefje van onwaarde wordt verklaard, omdat dit den naam be vat van den heer J. Koopmans, die nog geen lid van den Raad is. Benoemd is alzoo de heer Mr. H. D. van Ketwich Verschuur. Voor do 3e vacature zijn uitgebracht 20 stemmen, waarvan op den lieer Mr. A. Menalda 17, op den heer N. T. Haverschmidt 2 on op den heer K. W. P. Besuijen 1 stem, zoodat benoemd is de heer Mr. A. Menalda. Voor de 4e vacature zijn uitgebracht 20 stemmen, waarvan op den heer N. T. Haverschmidt 7, op elk der heeren K. P. W. Besuijen en Mr. C. Boekhuis 4 en op elk der heeren D. Lautenbach, L. Zandstra, Mr. A. Menalda, A. Duparc on A. D. Beerends 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft ver kregen wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming. Hierbij zijn uitgebracht 20 stemmen, waarvan op den heer Mr. C. Beekhuis 8, op den heer N. T. Haverschmidt 6 en op den heer K. P. W. Besuijen 5 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Tengevolge van deze stemming heeft eene her stemming plaats tusschen de heeren Mr. C. Beekhuis en N. T. Haverschmidt, die zich van medestemmen onthouden. Uitgebracht zijn 18 stemmen, waarvan op elk der beide heeren 8 stemmen zijn uitgebracht, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Door het lot wordt nu beslist, dat Mr. C. Beekhuis benoemd is. 5. Benoeming van vijf leden der commissie tot ivcring van schoolverzuim. Voor de eerste vacature wordt benoemd de heer II. A. Vosman met 19 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Voor de tweede vacature wordt benoemd de heer J. N. Bresson met 18 stemmen, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Voor do derde vacature wordt benoemd Mevr. G. C. Stellingwerf-Jentink met 17 stemmen. Een stem is uitgebracht op Mej. Joh. Mesdag, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Voor de vierde vacature wordt benoemd de heer Mr. J. M. van Hettinga Tromp met 17 stemmen. Op Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1907. 37 den heer Mr. A. D. H. Fockema Andreae is 1 stem uitgebracht, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Voor de vijfde vacature wordt benoemd de heerD. Roorda. Op den heer F. W. L. Mylius is 1 stem uitgebracht, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den heer S. H. Hijlkema op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand en benoeming van een opvolger. Met algemeene stemmen wordt besloten aan den heer S. H. Hijlkema, overeenkomstig zijn ver zoek, eervol ontslag te verleenen als ambtenaar van den Burgerlijken Stand dezer gemeente, onder dankbetui ging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten. Wordt overgegaan tot de benoeming van een ambte naar van den Burgerlijken Stand, waarvoor door Bur gemeester en Wethouders de volgende alphabetische aanbeveling is opgemaakt: 1. H. Beucker Andreae. 2. Mr. A. Burger. Uitgebracht zijn 20 stemmen, te weten op den heer H. Beucker Andreae 15 stemmen, Mr. A. Burger 3 T. Komter 1 stem terwijl 1 briefje van onwaarde wordt verklaard, omdat niet uit te maken is wie bedoeld wordt. De heer H. Beucker Andreae is alzoo benoemd. De Voorzitter vraagt aan den heer Beucker Andreae of deze de benoeming aanneemt. Het doet den heer Beucker Andreae genoegen, dat de Voorzitter deze vraag tot hem richt. Vroeger heeft spreker bezwaren geopperd eene dergelijke be noeming aan te nemen. Hoewel deze bezwaren niet zijn weggenomen, meent spreker ze voor het oogen- blik ter zijde te moeten stellen en zal hij zich de benoeming laten welgevallen. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan W. Postma eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 8. Met algemeene stemmen wordt besloten: aan den heer W. Postma, onderwijzer aan gemeente school no. 8, overeenkomstig zijn verzoek, als zoo danig eervol ontslag te verleenen en zulks met ingang van 1 Mei 1907. Met algemeene stemmen wordt besloten de rekening der dienstdoende schutterij goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 2097.61. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de concessie voor de Drinkwaterleiding. De beraadslaging wordt geopend. De heer Besuijen zegt, dat in de toelichting vermeld is, dat slechts 75 M3. water per week aan de hoofd buis zal worden onttrokken, terwijl, om aan te toonon hoe gering dit bedrag is, er bij wordt gevoegd, dat Leeuwarden per dag 1995 M3. noodig heeft. Wanneer echter het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen zooals het is geredi geerd, zou de Waterleiding-Maatschappij het recht krijgen alle perceelen buiten de gemeente van drink water te voorzien. Spreker weet wel, dat deze vergunning wordt ver leend in verband met artt. 2 en 3 der concessie-voor waarden, maar hij is van meening, dat het voorstel los van de toelichting staat, het wordt daardoor onbegrijpelijk. Spreker zou bepaald willen zien hoe veel M3. er noodig zou zijn. Als spreker voldoende wordt ingelicht zal hij geen amendement indienen, anders zou hij achter het woord perceelen in al. 2 van het gewijzigde art. 25 willen voegen de woorden in gebruik bij de spoorweg maatschappij. De heer Baart de la Faille verschijnt ter vergadering. De heer Beekhuis doet opmerken, dat hij bij de stukken niet heeft gevonden de tusschen Burgemeester en Wethouders en de Waterleiding-Maatschappij ge voerde correspondentie en hij deelt de door den heer Besuijen te berde gebrachte bezwaren. Hij is van oordeel, dat het voorstel niet slaat op de praemisse. De Waterleiding-Maatschappij krijgt, als het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen, het onbeperkt recht te leveren buiten de gemeente en dat kan spoedig meer worden dan 75 M3. Spreker zou daarom als amendement willen voorstellen een maximumhoeveelheid van 75 M3. vast te stellen. Verder komt het spreker voor, dat aanvulling van art. 18 overbodig is. Inzage van de boeken der maatschappij, van alle boeken, is toch reeds verzekerd. Wanneer nu de voorgestelde aanvulling wordt aan genomen, dan zou men daaruit kunnen afleiden, dat art. 18, zooals het nu luidt, die inzage niet reeds voor alle gevallen waarborgt. De heer Feddema heeft eveneens bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, waarbij bepaald wordt, dat der Waterleiding-Maatschappij het recht wordt verleend tot onbeperkte waterleverantie buiten de gemeente. Ofschoon tegenwoordig op vol doende wijze in de levering wordt voorzien, herinne ren wij ons allen levendig de lijdensperiode van voor korten tijd. Bij een eenigszins druk gebruik door de abonné's kon de maatschappij vooral 's Zaterdags en op verdiepingen niet aan hare verplichtingen voldoen. Spreker vreest dat de kans op zoodanigen toestand groot wordt, indien het watergebruik bqiten de ge meente sterk toeneemt. Om nu de middelen te hebben in de eerste plaats te waken voor de belangen van de inwoners dezer stad, stelt spreker voor achter de woorden „concessie voorwaarden" in te lasschen de toevoeging „tot weder opzegging toe." In dit middel vinden Burgemeester en Wethouders ten allen tijde de bevoegdheid, de vergunning tot waterleverantie buiten de gemeente in te trekken. De heer Besuijen heeft er niet aan gedacht, dat er reeds water buiten de gemeente geleverd wordt. In verband hiermede stelt hij voor te lezen na „te leveren" „aan die in gebruik bij de spoorwegmaatschappij." Dan is er een grens gesteld voor de leverantie buiten de gemeente. De Voorzitter is van oordeel dat er bij de leden, die zooeven het woord hebben gevoerd, eene misvatting heerscht, welke hij spoedig kan wegnemen. Sedert het verleenen der concessie, is het aan den concessionaris nadrukkelijk verboden water uit de waterleiding buiten de grenzen der gemeente to leveren, zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders. Toen in het jaar 1901 naar het oordeel v xn dit college ton behoeve der gemeenten Leeuwar- deradeel, Rauwerderhem en Idaarderadeel eene ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 2