42 Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1907. de zaak, die Burgemeester en Wethouders voorstaan, een geheel op zich zelf staande is. Het tegendeel is waar en spreker zal de vrijheid nemen uit het laatste nummer van „Volksonderwijs" een volkomen analoog geval voor te lezen. Daar staat: ,,De te Maassluis gevestigde afdeelingen van „Volks onderwijs" en van den „Bond van Nederlandsche „Onderwijzers", hebben in een adres aan de gemeen teraden van eenige omliggende gemeenten, n.l. „Maasland, Rozenburg, 's Gravenzande, Naaldwijk en „de Lier, de aandacht gevestigd op het hooge belang „dat er voor die gemeenten in ligt, eene regeling „aan te gaan met de gemeente Maassluis, als bedoeld „is bij art. 16, 4e lid, der Wet op het Lager Onderwijs." „Te Maassluis bestaat een school voor meer uit gebreid lager onderwijs, die reeds bezocht wordt „door eenige leerlingen, in de genoemde gemeenten „woonachtig, welk getal waarschijnlijk belangrijk zal „kunnen stijgen, wanneer de in aanleg zijnde stoom tram gereed is. Maar dan dreigt het gevaar, dat „de kinderen in het geheel niet meer worden toego- „laten, immers, do te Maassluis geldende verordening „houdt in „dat elders woonachtige kinderen slechts worden „toegelaten, voor zoover hunne toelating niet van „invloed is op het aantal te benoemen onderwijzers." „Bovendien, (maar dit is ons niet duidelijk, daar „volgens de wet het schoolgeld voor kinderen uit „andere gemeenton niet meer mag bedragen, dan voor „kinderen uit de heffende gemeente), bevat volgens ,,'t adres de veroi'dening tot heffing van schoolgeld „op school A te Maassluis bepalingen, die belemme- „rend zijn voor elders wonenden, niet in staat het „volle schoolgeld te betalen. „Wij hopen, dat de adresseerende afdeelingen vrucht „zullen zien van hunne poging en vestigen er de „aandacht op, omdat ongetwijfeld voor meerdere onzer „afdeelingen in die ricliting nuttig werk is te ver dichten. Kleine gemeenten, die zelf geen middel baar-, uitgebreid lager- of vakonderwijs kunnen „bokostigen, zijn daardoor aangewezen op de grootere „plaatsen in de nabijheidmaar deze kunnen de „schooldeuren sluiten voor leerlingen van elders, en „dan is daaraan niet veel te doen. Welke belangen „daardoor worden geschaad, zoowel bijzondere als „algemeene, behoeft niet uitvoerig te worden uiteen gezet. Ouders weten niet, hoe zij hunne kinderen „de opleiding zullen bezorgen, die ze noodig hebben „de beroepskeuze wordt in hooge mate beperkt. Het „platteland wordt voor menschen met kinderen haast „onbewoonbaar. „Den grooton gemeenten in dezen een verwijt te „maken, zou in vele gevallen onbillijk zijn. De zoi-g „voor het onderwijs brengt ze op zware lasten, en „men mag niet van de besturen vergen, dat zij deze „aanmerkelijk verzwaren, door zich ook de belangen „der omwonenden aan te trekken. Wel mag gerekend „worden op eene tegemoetkomende houding, waar „hunne medewerking tot toepassing van art. lé woi'dt „gevraagd. Hoofdzaak is, dat besturen der kleine „gemeenten overtuigd worden van 't groote belang „van eene bevredigende regeling dezer aangelegenheid „voor hen zelf, zoodat zij bereid gevonden worden „hiervoor een offer te brengen. „Verder moet de regeering helpen, zoo door hot „stichten van scholen op daarvoor geschikt gelegen „punten kruispunten van spoor- en tramwegen b.v., „en het verleenen van ruime subsidies, steeds onder „voorwaarde van onbelemmerde openstelling voor „leerlingen van elders, als door het letten op de „belangen der schoolgaande kindoren, bij de goed keuring van dienstregelingen en tarieven van openbare „middelen van vervoer. „Of do toekomstige wotgever nog iets meer kan „doen voor de belangen van het platteland, zal zeker „door onze Commissie voor de Wetsherziening ernstig „worden ovei'wogen." Dit geval is dus volkomen analoog aan het onze. De heer Duparc heeft gesproken als gevoelsmensch en niet als raadslid. Wij zitten hier om de belangen der gemeente Leeuwarden te behartigen en deze brengen mee ver werping van het vooi'stel-van Ketwich Verschuur c.s. Dat dit voorstel mede onderteekend is door den heer Beucker Andrexe, heeft spreker ten zeerste verwonderd. Deze toch heeft bij de behandeling van volgno. 16. der begrooting voor 1903 het volgende gezegd„hij „wenscht de aandacht te vestigen op het groote ver schil tusschen de ontvangsten en uitgaven, wat het „onderwijs betreft. Daaruit blijkt, dat dit meer dan 180,000.bedraagt, welk cijfer door de belasting schuldigen wordt betaald. „Spreker wil gaarne erkennen, dat hij steeds zal „meewerken voor goed en goedkoop onderwijs, maar „dat moet dan ook hoofdzakelijk blijven voor de „kinderen der ingezetenen. „Spreker meent te weten, en ziet ook iederen „morgen een drom kinderen per spoor van buiten „komen, die meerendeels gemeentescholen bezoeken. „Niet alleen komen zij per spoor, ook door de Schrans „en langs andere wegen komen velen de stad in. „Toch wordt van de buitengemeenten daarvoor „geen vergoeding gevraagd, wat volgens spreker „zeer billijk zijn zou. Alleen met één gemeente „bestaat zulk een regeling en spreker wil in over weging geven te trachten ook met andere gemeenten „zulke maatregelen te treffen, waardoor Leeuwarden „vergoeding zou krijgen voor het onderwijs, dat de „kinderen hier ontvangen." Daarop wordt door den heer van Ketwich Verschuur geantwoord, die ten slotte zegt „Voor eene andere regeling bestaat dan ook geen „aanleiding, tenzijzooals de heer Andrexe schijnt te „wenschen, voor het bezoeken der hoogere klassen „van school no. 4 door leerlingen van buiten Leeuwar den, een hooger schoolgeld wordt bedongen, met „het oog op het uitgebreid onderwijs aldaar." De heer Beucker Andrese dankt, doch is niet voldaan. Spreker heeft nu van zijn kant alleen na te gaan, op welke wijze de Leeuwarder leerlingen gebaat worden bij het toelaten van kinderen uit de buiten gemeenten onder bepaalde voorwaarden. Het eenige ai-gument dat is aangevoerd, dat zij beter onderwijs krijgen omdat de buitenleerlingen ze aanporren, is zeer zwak. Als dat 't geval is, zou de gemeente de leerlingen goedkooper naar buiten kunnen sturen, want dan zitten ze midden in de knappe bollen. De financieele zijde der kwestie zal door den Wet houder van Financiën worden besproken. Wat de school betreft, de gemeente heeft er geen voordeel bij. Zooals straks door spreker is voorgelezen, is in de verordening van Maassluis de bepaling opgenomen, dat kinderen van elders wonende ouders kunnen worden toegelaten, mits men geen onderwijzer daar voor behoeft te benoemen. Daar zit nu de kneep. In school 12 heeft de eerste klasse 3 parallelklasssen met resp. 27, 28 en 29 leerlingen, waaronder resp. 7, 6 en 6 van buiten. In 't geheel dus 82 leerlingen, 19 van buiten, dus rest 63 leeidingen, waarvoor 3 onderwijzers noodig zijn. De tweede klasse bevat 4 parallelklassen met resp. 18, 23, 24 en 21 leeidingen, waaronder 9 van buiten. Rest dus 86 9 77 leerlingen. Op het oogenblik zijn daarvoor 4 leerkrachten aanwezig. Wij kunnen, als de buitenleerlingen er niet zijn, met 3 volstaan, geeft dus eene besparing van 1 onderwijzer van ƒ1400. In de derde klasse heeft men weer 3 parallelklassen met 19, 19 en 23 leerlingen, waaronder 9 van buiten. Blijft over 61 9 52 leerlingen, Ook hier zou dus één leerkracht van 1400.kunnen worden uitgespaard. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maai't 1907. 43 Wat wenschen nu Burgemeester en Wethouders? Zij weigeren niet de toelating van leerlingen uit de buitengemeenten, maar vragen alleen van die gemeen ten, dat zij aan Leeuwarden den lcostendenprijs van het onderwijs betalen. Dit willen zij niet. De stijfhoofdig heid ligt dus niet bij Burgemeester en Wethouders, piaar bij de buitengemeenten zelf. Spreker vraagt, als hij een buurman heeft, die zijn zoon geen vqldoend onderwijs geeft, of hij daar dan voor moet zorgen Een enkel woord nog aan den heer Haverschmidt, die gezegd heeft dat het hem verwonderen zou hoe spreker deze zaak zou verdedigen, omdat hij vroeger eene andei-e meening was toegedaan. Dit is onjuist. De heer Haverschmidt kan dit niet aantoonen of het moest zijn naar aanleiding der vraag, indertijd door spreker gedaan. Ten slotte mei'kt spi-eker op, dat Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn, dat alle buitengemeenten over één kam moeten worden geschoren. Spreker sprak onlangs nog met den schoolopziener, die zijne verwondei'ing uitsprak over het feit, dat de gemeente Leeuwarderadeel niet wil toetreden. Uit Tietjerksteradeel toch zijn er kinderen in Hempens op school, waarvoor door die gemeente aan Leeuwar- dei'adoel den kostenden prijs wordt betaald. Bij eene regeling nu als door Burgemeester en Wethouders wordt voorgestaan, zullen de buitenkin deren in beter positie komen, omdat dan ook die kinderen, wier ouders niet in staat zijn het schoolgeld te betalen, van het onderwijs kunnen profiteeren. Hiermede meent spreker het standpunt van Burge meester en Wethouders voldoende te hebben toegelicht. Het spijt den heer Komter dat hij in deze zaak het standpunt heeft moeten innemen, waartoe de cijfers hem ten slotte hebben genoodzaakt. Spi-eker staat tot het hoofd van school 12 in vriend schappelijke relatie en wil gaarne tot den bloei der school medewerken, terwijl de toewijdende arbeid der Commissie van Toezicht, in het belang van het school kind, hetn sympathiek is. Als hij alleen naar zijn ge moed te werk ging, zou het ook hem wel mogelijk gijn, enkele warme, goed klinkende woorden tot aan beveling van het voorstel te zeggen. De cijfers echter zijn spreker te machtig en deze kwestie is toch voor een niet onbelangrijk deel een cijferkwestie, waarover zoo aanstonds nader. De strijd is eigenlijk reeds be gonnen bij het bouwen der school, toen het gold 8 of 12 lokalen. Destijds is er op aangedrongen om het met 8 te probeeren, maar toen werd onder over legging van tal van cijfers 'beweerd, dat de school dan binnen enkele jaren te klein zoude zijn en dat als men voor uitbi'eiding kwam te staan, het bijbouwen tot een minder goed geheel zou leiden en veel meer zou kosten. In deze richting is vooral gewerkt door de Commissie van Toezicht. Er deed zich al spoedig een nieuwe moeielijkheid voor n.l., dat er een paalfundeoring moest worden ge maakt, die 10 a 12Ö00 moest kosten. Om hieraan te ontkomen is toen voorgesteld de school op eigen terrein aan het Kanaal te bouwen en het was alweer de Commissie van Toezicht, die zich daartegen krach tig heeft vei'zet, vooral omdat dan drie scholen te dicht in eikaars nabijheid zouden komen. Toen later hetzelfde terrein werd aangevraagd voor de thans daarop gestichte school voor christelijk onderwijs en spreker de daartegen door de Commissie met zooveel nadruk ingebrachte bezwaren ter sprake bracht, scheen het wol of die bezwaren geheel hadden uitgediend. Spreker brengt deze zaken in herinnering, omdat hieruit vol doende blijkt, dat de Commissie van den beginne af haar hart lxeeft gezet op den groei en bloei van school 12. Men zou haast het idee krijgen dat de glorie van deze school hooger bij haar staat dan het gemeen tebelang. Nu blijkt, dat school 12 te groot is en het wel met 8 lokalen had kunnen doen. Er zou dan nog ruimte zijn voor buitenleerlingen. Over de voorwaar den van toelating dezer leerlingen van buiten nu bestaat verschil van gevoelen. Het komt spreker voor, dat het voorstel der 6 heeren beoogt den Raad uitspraak te laten doen in dit geschil tusschen de Commissie van Toezicht en Burgemeester en Wethouders. De school is nu eenmaal te groot. Naarmate men haar goedkooper toegankelijk stelt, zullen er meer leerlingen van buiten komen, en zai er minder overtollige ruimte zijn. Kon dit nu zonder kosten voor de gemeente geschieden, dan zou niemand zich daartegen verzetten. Spreker zal echter aantoo nen dat dit niet kosteloos geschiedt en dat de ge meente door toename der leerlingen van buiten zwaar der belast wordt. Bij de stukken is eene berekening gevoegd van de Commissie van Toezicht. De conclusie daarvan is dat elke leerling aan de gemeente per jaar kost 68. De Commissie heeft evenwel buiten rekening gela ten de vergoeding aan het hoofd der school voor woninghuur, benevens de kosten voor rente en aflos sing. Dit laatste vooral is een belangrijke factor. De school heeft met meubelen in het geheel gekost 96,531.— of na aftrek der Rijkssubsidie 78,000. met verplichte aflossing van 2'/, en 3'/, °/0 rente, dus samen 6 °/0, alzoo 4,680.per jaar. De school wordt bezocht door 210 leeidingen, zoodat dit per leer ling 22.per jaar wordt. Dit gevoegd bij de 68.door de Commissie van Toezicht berekend, maakt te zamen 90.Het schoolgeld bedraagt 25.voor twee of meer leerlingen uit een gezin iets minder. Voor buitenleerlingen eveneens 25. Nu moet spreker er op wijzen, dat niet juist is hetgeen zou zijn af te leiden uit wat de heer van Ketwich Verschuur in de vorige vergadering heeft gezegd, n.l. dat Bur gemeester en Wethouders de 1,050.schoolgeld klakkeloos zouden willen prijs geven. Integendeel is het hun streven een regeling te treffen, waardoor eene voor de gemeente minder schadelijke verhouding ont staat tusschen de opbrengst van het schoolgeld en de kosten van het onderwijs. Al vermindei'de het aantal buitenleerlingen, door de ontworpen regeling tot op de helft, dan zou dit voor de gemeente geen schade, maar voordeel aanbrengen. Immers in plaats van 42 X 25.1050. zou het schoolgeld bedragen 21 X 60.ƒ1260. terwijl bovendien, zooals de heer Schoondermai'k zoo pas heeft aangetoond, een onderwijzer minder noodig zoude zijn met een salai'is van 1400. Mag het aantal buitenloerlingen aanvankelijk afnemen, geleide lijk zal dit weer terecht komen en voor de toekomst schept men ontegenzeggelijk eene betere ï'egeling door mee te gaan met Bui-gemeester en Wethouders. Deze bedoelen niet de kinderen van buiten te weren, inaar wenschen met de buitengemeenten tot een rege ling te komen, waarbij onze gemeente !/s gedeelte vei-goed wordt van de ten haren laste komende kosten. Die kosten bedragen, zooals zoo even door spreker is aangetoond, ongeveer 90.per leerling en zou de vergoeding dus ongeveer f 6ü.moeten bedragen. Ivan men hier dan nog spreken van schrielheid? Spreker vertrouwt, dat ook de betrokken gemeente besturen in de ontworpen regeling bij nader inzien eene vlotte, tegemoetkomende houding zullen ont dekken. Het voorstel zelf schijnt niet volkomen duidelijk. Het luidt: „noodigt Bui'gemeester en Wethouders uit te be- vorderen dat school no. 12 toegankelijk blijft voor leerlingen van buiten." Welnu, ook het sti-even van Bui-gemeester en Wethouders is daarop gericht. Is het echter de bedoeling, dat die toegang wordt ver schaft tegen betaling van het gewone schoolgeld?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 5