vw 56 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1907 op het 4e lid, om in de plaats van „te doen nomen" te lezen„te geven", wordt niet ondersteund en maakt dus geen onderwerp van beraadslaging uit. De heer Menaida heeft straks gewezen op de onzeker heid die er bestaat ten opzichte van het woord „straat- aanleg". Is daarin ook de demping begrepen? Spreker meent van niet. Is dit niet het geval dan zou hij na straataanleg willen inlassc-hen„met slootdemping". De heer Beekhuis wil wel ondersteunen het amen dement om in te voegen „en slootdemping". Het is toch twijfelachtig of het de bedoeling is, dat demping inbegrepen is. Het behoeft geen betoog, dat het een belangrijke prikkel is voor de ondernemers om zich aan de verbintenis te houden. De Voorzitter doet opmerken, dat het hem voor komt, dat in straataanleg het dempen der slooten begrepen is en dat de aanvulling dus overbodig is. De heer Beekhuis gelooft dat niet. Hij kan zich het geval denken, dat een straat is aangelegd zonder dat de sloot gedempt is. Het amendement Menaida wordt met stemmen aangenomen. lgemoeno Artt. 4 en 5 worden met algemeene stemmen aan genomen en eveneens het le lid van art. 6. Op het 2e lid sub 2 van art. 6 zijn twee amende menten ingekomen, één van den heer Beerends en één van den heer Baart de la Faille. Op het 3e lid één van den heer Feddema. (Zie bijlagen nos. 7 en 8.) De Voorzitter geeft den heor Beerends in overweging zijn amendement in te trekken en dat van den heer Baart de la Faille te steunen. De heer Beerends trekt hierop zijn amendement in. Het amendement van den heer de la Faille op art. 6 luidt In het 2e lid sub 2 in plaats van „15 cents voor eiken M!. aan te leggen oppervlakte openbare straat" te lezen „ten hoogste 3.50 voor eiken dag, dien het toezicht plaats heeft, gedeelten van een dag voor een geheelen dag te rekenen." De heer Baart de la Faille steunt op de opinie van het deskundig lid der gezondheidscommissie, die zegt, dat de kosten van toezicht, zooals die zijn voorgesteld, zeer hoog zijn. Het wordt per M2. berekend en zal niet bevoiderlijk zijn tot de bespoediging van den straat aanleg. Het amendement is ingediend om den aanleg te bespoedigen. Langer werken levert dan den bouw ondernemer schade op. Op Eigenbrood heeft het toezicht gekost voor 3250 M2 102.65 onder de oude regeling. Bij do nu voor- zou dit worden 478.50. Dit verschil is gestelde nogal in het loopend. De heer Beerends wijst op hetgeen in de memorie van toelichting te dezen opzichte wordt gezegd, o. a. dat de kosten, die tot nu toe voor het toezicht op het aanleggen van straten zijn gevraagd, nog nimmer bij belanghebbenden bezwaar hebben opgeleverd en verder, dat met dit voorstel wordt bedoeld de gevolgde handelwijze te sanctioneeren. Op grond van deze toelichting had men mogen verwachten, dat de bestaande toestand dooi' een dien overeenkomstige toevoeging in do verordening zou worden bestendigd en in geen geval zou worden afgeweken van den grondslag voor do berekening van de bijdrage, die van den bouwondernemer wordt geëischt. Nu werd vroeger geëischt restitutie van het kosten- bedrag door de gemeente voor dat toezicht betaald, terwijl het voorstel daarentegen beoogt in 't Vervolg eeno vaste bijdrage te heffen per M2. aan te leggen openbare straat van 15 cent, ook dan wanneer weinig of in 't geheel geen toezicht is gehouden. De door den heer Baart de la Faille medegedeelde berekening toont aan dat het laatste circa vier maal hooger bedrag van den bouwondernemer zal vorderen dan het eerste. Waar nu reeds van den bouwer wordt gevorderd, dat hij van zijn bouwterrein moet afstaan don grond, benoodigd voor het aanleggen van breede en ruime voor den openbaren dienst bestemde verkeersstraten, de straten geheel te zijnen koste en onder toezicht van de gemeente moet aanleggen en rioleoren dio door hem aangelegde straten pro-deo moet afstaan aan de gemeente en eindelijk bij dien afstand nog moot storten voor het voortdurend onderhoud voor de eerstvolgende 20 jaren, dan wil spreker niet mede werken langs indirecten weg die lasten nog te ver- hoogen en zal om die reden tegen het voorstel der commissie stemmen en vóór het amendement. De heer Feddema zegt, dat ofschoon de verdediging van het voorstel der Commissie den Voorzitter wel is toevertrouwd, hij toch een enkel woord ter verdediging wil spreken. Als het amendement-Baart de la Faille wordt aangenomen, zijn Burgemeester en Wethouders overgeleverd aan do wijze van uitvoering, die de eigenbouwers zullen volgen. Moet zoo iemand b.v. 1000 M!. straat aanleggen, dan kan hij dat doen in 10, maar ook in 40 dagen. Hij zal dat doen, wan neer hem zulks het meest gelegen komt. Gedurende den tijd, dat er niet gewerkt wordt, zou dus de op zichter langs 's Hoeren straten kunnen kuierem Spreker gelooft, dat het amendement-Baart de la Faille niet aannemelijk is. Het voorstel van de Commissie daarentegen wel, tenzij er bezwaren zijn tegen den prijs. Tot nu toe werd het voorgestelde bedrag als den kostenden prijs gerekend. Spreker vindt 15 cent óók wat hoog. Het juiste bedrag is echter moeilijk te berekenen. Als er b.v. 5 onder nemers tegelijk bezig zijn, gaat de opzichter van a naar b, van b naar c enz. Nu is het moeilijk uit te maken wat deel van het toezicht elk moet betalen. Werd het toezicht per dag op 3.50 gesteld, gedeelten voor heele dagen te rekenen, dan zou zoo'n opzichter in dit geval f 17.50 voor de gemeente kunnen ver dienen en deze zou er een aardig winstje mee maken. Spreker is van oordeel, dat de prijs niet hooger moet zijn dan wat de gemeente aan den opzichter heeft te betalen. Hij geeft den heer de la Faille in over weging het voorstel in dien geest te wijzigen, althans te trachten dat Burgemeester en Wethouders een norm per M2. zullen bepalen, desnoods voor elk geval afzonderlijk, maar in elk geval niet hooger dan 15 cent. De heer Baart de la Faille begrijpt de redeneering van den heer Feddema niet. Spreker is van oordeel, dat do door hem voorgestelde wijze van betaling de ondernemers tot spoed dwingt. Het geval, dat de heer Feddema stolt, komt spreker dan ook onwaar schijnlijk voor. Het bezwaar bij gelijktijdig uitvoeren van werken is door de gezondheidscommissie niet onder de oogen gezien. Om in het licht te stellen tot welke enorme kosten de betaling per M2. zal leiden, deelt spreker nog medo, dat bij aanneming van het voorstel der Commissie de straataanleg der nieuwe Woningvereeniging op 1200.zal komen voor Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1907. 57 toozicht. Dit is toch vrij bezwarend. Als de heer Feddema van oordeel is dat het voorstel in een vorm te gieten is, dat niet meer wordt betaald dan de kostende prijs, heeft spreker er vrede mee. De heer Beekhuis vindt het voorbeeld van den heer Feddema duidelijk. De heer Baart de la Faille schijnt het echter niet geheel goed te hebben begr'epen. Deze toch meent, dat als er aan een straat 30 dagen woidt gewerkt, voor toezicht moet worden betaald 30 X 3.50. Dit is niet juist. Alleen wordt betaald voor de dagen, waarop toezicht wordt gehouden. Spr. wil de geschiedenis van deze zaak wel even jnededeelen. De bepaling der kosten voor het toezicht is altijd een moeielijke zaak voor Burgemeester en Wethouders geweest. Eerst is men begonnen met f 2.50 per dag te vragen en toen deden zich gevallen voor als door den heer Feddema genoemd. De opzichter had vaak niets te doen en kon, zooals de heer Feddema zich zoo juist uitdrukte, langs 's Heeren straten kuieren. Daarom hebben Burgemeester en Wethouders later ingevoerd dat 15 ct. per M2. straat zou worden be taald. Dit stelsel hoeft groote voordeelen. Vooreerst kon nu door. Burgemeester en Wethouders een vaste opzichter voor de door particulieren aan te leggen straten worden benoemd. Eén opzichter kan nu van het eone werk naar het andere loopen en zoo alle controleeren. In de tweede plaats weet een bouw ondernemer nu vooraf wat hij aan toezicht zal moeten betalen. Dit stelsel hoeft goed gewerkt en nooit aanleiding tot klachten gegeven. Het voorstel beoogt niets anders dan in de ver ordening vast te leggen wat in de practijk is gebleken goed te zijn. De heer Feddema zegt dat de heer Boekhuis sprekers meening verduidelijkt heeft en de heer de la Faille ?ijn bedoeling nu wel zal hebben begrepen. Een eigenbouwer werkt als het hem gelegen komt. Als er een stratencomplex moet worden aangelegd, ge schiedt dit naar behoefte. Om den kostenden prijs te bepalen zouden Burgemeester en Wethouders kunnen pagaan hoeveel M2. straten zijn aangelegd b.v. in 1906 en wat die gekost hebben aan toezicht. Wanneer nu de voorgestelde vergoeding de wer kelijke kosten overschrijdt, kan men het cijfer ver lagen. Wanneer men een cijfer van ƒ1200.hoort, dat het toezicht op den aanleg van straten en riolen voor de woningvereeniging moet kosten, kan spreker zich indenken dat men daarvan huivert en men een uitweg zoekt om uit het gedrang te komen. De heer Komter doet opmerken dat de prijs van 15 ct. per M2., voor zoover zulks mogelijk was, ont leend is aan den kostenden prijs. Om die echter i'uist te bepalen zou men meer ervaring moeten hebben. Cen tijdelijke opzichter, belast met de controle dei- werken, heeft een salaris van ongovcer 1000. Naarmate er nu gelijktijdig meer of minder te con troleeren is, wordt de prijs per M2. goedkooper of duurder. Om den gemiddelden kostenden prijs te bepalen zou men gegevens moeten hebben over een tijdvak van minstens 2 a 3 jaar. Spreker meent dat het het best is het voorstel dei- commissie aan te nemen. Mocht de ervaring aun- toonen, dat wijziging wenschelijk is, dan kan daartoe later worden overgegaan. De Voorzitter deelt mede dat door den heer Beerends een amendement is ingediend luidende toe te voegen aan het voorstel der commissie „doch zal nimmer meer bedragen dan het toezicht aan de gemeente zal hebben gekost." Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt dus geen onderwerp van beraadslaging uit. De heer Baart de la Faille zou willen voorstellen I den prijs oningevuld te laten. De heer G. W. Koopmans voelt de zwarigheden aan beide kanten. Spreker zou een amendement willen voorstellen, dat misschien beide partijen bevredigt, n.l. dit het 2e lid, sub 2, te lezen als volgt „den kostenden prijs, telkens te bepalen door Bur gemeester en Wethouders, doch ten hoogste 15 ct. „per MV' Het cijlér oningevuld te laten gaat niet aan. De heer Beekhuis gelooft, dat dit niet mee zal vallen. Het is zoo moeilijk te bepalen wat het toezicht precies kost. Hij vreest, dat er allerlei chicanes zouden worden gemaakt. Spreker gelooft, dat 't beter is dat de bouw ondernemers vooruit weten wat zij hebben te betalen. Het amendement-Koopmans wordt niet ondersteund en maakt geen onderwerp van beraadslaging uit. De Voorzitter kan niet voldoen aan den wensch van den heer Baart de la Faille om den prijs oningevuld te laten. Spreker vraagt of de heer Baart de la Faille zijn amendement handhaaft. De heer Baart de la Faille vraagt of het ook moge lijk is dit artikel niet definitief vast te stellen en Burgemeester en Wethouders uit te noodigen tot het verstrekken van meerdere inlichtingen dienaangaande. De Voorzitter wijst er, in aansluiting met den heer Beekhuis, op, dat het thans in het ontwerp opgeno men bedrag al circa 2 jaar wordt gevorderd bij ieder Raadsbesluit, waarbij vergunning tot straataanleg werd gegeven en dat daartegen nimmer bezwaren zijn in gebracht. Het eenige verschil tusschen toen en nu is, dat nu in de verordening wordt opgenomen, wat vroe ger in ieder besluit werd herhaald. Spreker begrijpt dus waarlijk niet, waarom de heer Baart de la Faille zijn amendement wil handhaven. De heor Beerends zegt, dat er beweerd wordt, dat men op een bestaanden toestand voortbouwt, Dit is echter niet het geval. Vroeger werd een recognitie geheven voor gemaakte kosten. Nu is het een heffing, die betaald moet worden, ook al is er geen toezicht gehouden. Het amendement-Baart de la Faille wordt met 16 tegen 3 stemmen verworpen. Vóór stemmen de heeren G. W. Koopmans. Bee rends en Baart de la Faille. Tegen de heeren Lautenbach, Oosterhoff, Duparc, Burger. Besuijen, Zandstra, van Messel, Menaida, Schoondermark, van Ketwich Verschuur, Komter, J. Koopmans, Boekhuis, Haversclimidt, Feddema en Tromp. Aan de orde is thans het amendement-Feddema op art. 6, luidende Het 3o lid te lezen „Voor de overdracht aan de gemeente van straten eerste klasse is slechts de sub 2° van hot vorig lid vermelde bijdrage verschuldigd." Do heer Feddema zegt dat het voorstel der com missie positief is in het bepalen der heffingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 6