Vergadering yan Dinsdag 22 October 1907.
174 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 October 1907.
Bij de eerste stemming zijn uitgebracht 22 stemmen,
verdeeld als volgt:
de heer Komter 18 stemmen.
Baart de la Faille 1 stem.
de Jong 1
Burger 2 stemmen,
zoodat benoemd is de heer T. Komter.
Bij de tweede stemming zijn uitgebracht
op den heer Burger 7 stemmen,
Besuijen 5
Baart de la Faille 10
Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen
heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming.
De uitslag hiervan is dat zijn uitgebracht
op den heer Baart de la Faille 10 stemmen,
Besuijen 10
Burger 2
Eene herstemming is dus noodig tusschen de heeren
Baart de Faille en Besuijen. Deze onthouden zich
van medestemmen.
De uitslag is dat benoemd wordt de heer Baart do
Faille met 11 stemmen, tegen 9 uitgebracht op den
heer Besuijen.
Bij de derde stemming zijn uitgebracht 22 stemmen,
te weten
op den heer Burger 12 stemmen,
Besuijen 10
De heer Mr. A. Burger is alzoo benoemd.
De heer Burger verlaat de vergadering.
De openbare vergadering wordt geschorst. De Baad
gaat in comité ter behandeling van
het rapport der Commissie voor de reclames inzake
bezwaarschriften tegen aanslagen in den Hoofdélijken
Omslag, dienst 1907,
Na heropening wordt de vergadering, daar niets
meer te behandelen is, door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1907. 175
Tegenwoordig 21 ledente weten de heeren
Beucker Andreae, Schoondermark, Komter, Krijgsman,
Oosterhoff, Besuijen, de Jong, Duparc, Lautenbach,
Wilhelmij, Zandstra, Hartelust, G. W. Koopmans,
Feitz, Beerends, J. Koopmans, Haverschmidt, Menalda,
Burger, Baart de la Faille en Beekhuis.
Afwezig met kennisgeving de heerenvan Ketwich
Verschuur en van Messel.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, burgemeester.
I. De notulen van de op 8 October 1.1. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. missive van den Vice-President van den Raad
van State, houdende mededeeling, dat in de vergade
ring van 16 October 1907, verslag zal worden uitge
bracht inzake het beroep tegen het besluit van
Gedeputeerde Staten dezer provincie, waarbij goed
keuring is onthouden aan 's Raads besluit van 9
April 1.1. betreffende zekerheidstelling van inschrijvingen
op het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld
voor met de Nederlandsche Bank aan te gane ver
bintenissen.
De heer Burger vraagt of de Voorzitter hem ook
kan inlichten, of er iemand naar den Haag is geweest
om de kwestie der inschrijvingen toe te lichten.
De Voorzitter antwoordt, dat het dagelijksch bestuur
het onnoodig heeft geoordeeld zich ter plaatse te
doen vertegenwoordigen, aangezien alle op de zaak
betrekkelijke en voor hare behandeling noodzakelijke
stukken geacht kunnen worden zich bij den Raad
van State te bevinden.
2. verslag van Burgemeester en Wethouders over
een door hen gebracht bezoek aan het Nieuwe Stads
Weeshuis
3. dankbetuiging van mej. A. I. van Dijk en P.
M. van Bemmel. D. A. G. Vastenou en M. Venstra
voor hunne benoeming, onderscheidenlijk tot onder
wijzeres aan gemeenteschool no. 3 en tot leeraren
aan de Burgeravondschool.
De punten 13 worden voor kennisgeving aange
nomen.
4. adhaesie-betuiging van de afd. Leeuwarden
van de „Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing
van Alcoholhoudende dranken" aan het adres van de
afd. Leeuwarden der „Nederlandsche Onderwijzers-
Propagandaclub" om gebruik van een gemeentelijk
schoollocaal voor het houden van een drankbestrij-
dings cursus.
Zal bij de stukken worden gevoegd.
5. missive van Voogden der Stads Armenkamer,
houdende aanbeveling voor de benoeming van twee
voogden wegens periodieke aftreding.
6. missive van het Bestuur van het Nieuwe Stads
Weeshuis, houdende aanbeveling voor de benoeming
van een voogd en eene voogdes wegens periodieke
aftreding.
De benoemingen bedoeld bij de punten 56 zullen
in eene volgende vergadering plaats hebben.
7. adressen, houdende adhaesie-betuiging van de
afd. Leeuwarden van den „Algemeenen Ned. Tim-
merliedenbond" en van den secretaris der afd. Leeuwar
den van den „Centralen Bond van Metselaars en
Opperlieden" aan de interpellatie-Besuijen betreffende
de verscherping van toezicht op liet steigermateriaal
en verzoek, om dit bij de bouw-verordening nader te
regelen, wat eerstgenoemd adres betreft tevens met
verzoek om tot aanstelling van een toezicht houdend
vakman over te gaan.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
8. adres van bewoners der Jacob van Aakenstraat
om deze tot de Wijbrand de Geeststraat door te
trekken, met de demping, resp. reiniging van in de
nabijheid gelegen slooten.
Burgemeester en Wethouders doen opmerken, dat
de Raad op het stuk land tusschen de Jacob van
Aaken- en de Wijbrand de Geeststraat bij besluit van
28 Maart 1906 bouwverbod heeft gelegd, doch verder
heeft hij niet kunnen gaan, omdat dit land particulier
eigendom is.
Wordt voorgesteld, Burgemeester en Wethouders
te machtigen adressanten in dezen geest in te lichten
en het adres ter afdoening in hunne handen te stellen.
De heer Baart de la Faille doet opmerken, dat de
aandacht der Gezondheidscommissie ook op deze sloot
is gevestigd. Zij heeft een onderzoek ingesteld en
bevonden, dat de reinheid der slooten aan de Oost
zijde tegenover de Ambachtsschool en aan de Zuid
zijde aan het einde van de Jacob van Aakenstraat
veel te wenschen overlaat. Nu er geen kans op
demping bestaat, wenscht spreker er de aandacht op
te vestigen dat het wenschelijk is, dat de sloot in
voldoenden staat van reinheid wordt gehouden. In
de maand September toch is de sloot voor de be
woners van de Jacob van Aakenstraat hinderlijk ge
weest.
De Voorzitter wil den heer Baart de la Faille gaarne
do toezegging geven dat, ook indien besloten wordt
overeenkomstig het voorstel van Burgmeeester en
Wethouders, de toestand der sloot onder de oogen
zal worden gezien.
Overeenkomstig het voorstel wordt thans besloten.
9. adres van W. Slager om hem concessie te ver-
leenen tot het spannen van boven- en ondergrondsche
electrische geleidingen langs- en door gemeentestraten.
10. adres van J. Kuiper om ruiling van grond
aan de Schoolstraat.
De punten 910 worden in handen van Burge
meester en Wethouders gesteld ten fine van prae-
advies.
11. adres van J. H. Stoett om, indien wordt over
gegaan tot de aanstelling van makelaars in onroerende
goederen ook hem eene zoodanige aanstelling te
verleenen.
12. adressen van T. Bijlsma, M. Meijer en E. v.
d. Heij, om hun eene aanstelling te verleenen als
makelaar in vaste goederen.
De punten 1112 zullen worden behandeld tegelijk
met de adressen van Z. S. Feddema e. a. en het
daarop door Burgemeester en Wethouders uitgebrachte
prae-advies.
13. adres van het Bestuur der Leeuwarder Indus
trie- en Huishoudschool om het gemeentelijk subsidie
voor die inrichting te willen verhoogen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies.
14. adres van het Bestuur der Sociaal-Technische
Vereeniging van Demokratische Ingenieurs en Archi
tecten, om het gebruik van loodhoudende verven bij
de uitvoering van gemeentewerken te verbieden.
Wordt voorgesteld dit adres ter afdoening in handen
te stellen van Burgemeester en Wethouders.
De heer Zandstra vraagt of de uitdrukking „liet
adres in handen stellen van Burgemeester en Wet
houders ter afdoening", betcekent dat de Raad er niets
meer van zal hooren. Dit zou spreker afkeuren,
omdat het loodwitvraagstuk èn voor de volksgezond
heid èn voor de techniek eene zaak is van zeer groot
belang, die wel eens goed onder de oogen mag wor
den gezien. Talrijke gemeenten hebben deze zaak
reeds ter hand genomen en spreker is van oordeel