232 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 October 1907. Voortgezet op Woensdag 30 October. „De verbeteringen, bestaande in twee hooge ramen, „aangebracht in den scheidingsmuur met het naast liggende zonnige lokaal, hebben enkel heimwee op- „gewekt bij de kerkerbewoners naar méér zon, naar „méér vroolijkheid, wanneer de gouden weerschijn „uit gelukkiger oorden tergende in de kille gang- „lokalen door de binnonramen drong. „Wat de hoorigheid aangaat, zijn de binnenramen „bepaald eene verslechtering te noemen. ,,'s Winters is de tocht door de oude, kwalijk slui pende gangdeuren voor de kinderen, die daar dicht „bij zitten, hinderlijk, zoo niet schadelijk. ..Dat de ligging der lokalen, twee aan twee naast „elkaar, zóó dat alles uit de zuidelijkste vertrekken „moet gaan door de noordelijke vóór de gang bereikt „is, herhaaldelijk stoornis verwekken moet, behoeft „geen betoog. „De g.ang is laag, altijd duf en kwalijk riekend, „terwijl er bij donker weer eene Egyptische duisternis „heerscht. „Vaak brandt er in het winterhalfjaar om negen „uur reeds het gaslicht." Van school 9, waarvan in de verschillende school- verslagon nooit een enkele klacht is opgenomen, staat daar geschreven „De toegang naar deze gemeenteschool leidt door „een hinderlijk nauwe gloppe, waar dikwijls botsingen „ontstaan tusschen kinderen en gloppebewoners. Het „uiterlijk van het schoolgebouw wordt alleen veraan genaamd door de omringende en overwelvende „boomen, die slechten trek in de schoorsteonen ver oorzaken. „De gangen zijn nauw. De ventilatie is in de „laatste jaren door luchtbuizen iets verbeterd. Ove rigens missen de tuimelramen zijstukken, waardoor „licht tocht ontstaat. Aan de zuidzijde is de ver dichting goed, aan den noordkant laat zij alles te „wenschen over. In twee lokalen zijn de privaten in „het schoolvertrek. In het aan den noordwesthoek „gelegen lokaal B, dat zeer tochtig is. wordt het „onderwijs vaak gestoord door hen, die zich van- of „naar het aangrenzend lokaal A begeven. Bij de „deur in de gang hangt vaak een hinderlijke privaat- ducht. „Do aanmerkingen op lokaal 6 bepalen zich in „hoofdzaak tot gebrek aan licht, veroorzaakt door te „weinig ramen en do het lokaal omringende boomen. „Het van links en van achteren invallende licht is „niet in staat den werkmuur voldoende te verlichten. „Vooral van de achterste banken af is het werk op „bord bijna altijd niet zeker, niet scherp te zien en „dikwijls heelemaal niet. De twee gaslichten voor „in do klasse branden dan ook vaak om de natuur in „deze to hulp te komen. Door het onvoldoende, on zekere licht is het lokaal een somber vertrek. Dat „een dergelijke onvoldoende lichtinval zeer nadeelig „moet werken op het gezicht, durven adressanten op „gezag van medici gerust beweren. Het opruimen „der boomen is een billijke eisch en zou eene groote „verbetering blijken. Een raam dicht bij den werk- „muur is dringend noodig. „De twee luchtkleppen in don oostmuur zijn niet „voldoende, omdat zij wel eenigo circulatie kunnen „bewerken, maar gesloten, tocht veroorzaken. De „kinderen bij het raam klagen steeds over de neer vallende lucht, als do kleppen gesloten zijn, vooral „'s winters. „Lokaal 3 is op een na hot slechtste. Het heeft „drie ramen, waarvan een op het westen uitziet. Onder „de gunstigste omstandigheden kan do zon 1 a D/2 „uur per dag inschijnen. Het bijgebouwde deel der „school en do boomen vangen het meosto licht op. „Bij donker weer en vollo boomen heerscht er eene „tamelijko schemering. Het is volstrekt geen exceptie, „dat van 912 en van 24 de lampen branden. „De beide andere ramen zien uit op het noorden. „Twee rijen matglazen, die minstens 1/s der geheele „oppervlakte der ramen beslaan, zorgen voor eene „tempering van licht, die noch noodig, noch gewenscht „is. Voor de overige 2/3 deelen wordt het licht ge- „keerd door de boomen van den Prinsentuin. Voeg „daarbij gtijze muren, met van onder een zwarte „strook van l M. hoogte, één raam dat vrij uitzicht „geeft op een plaatsje waar zich de urinoirs van de „jongens bevinden, dan zal de indruk, die men van „dit lokaal krijgt, op zijn zachtst uitgedrukt zijn, „triest, somber. Lucht is hier in ruime mate. Bij „eenigszins sterken wind kan er niet geventileerd „worden, omdat dan de ramen gesloten moeten zijn. „Bij gesloten ramen kan de gangdeur soms voort- „durend klapperen. ..Lokaal 4 is het slechtste van de geheele school. „Niemand wil er gaarne werken. Een groot deel van „het zomerhalfjaar is het voor het onderwijs totaal „ongeschikt. Nooit dringt er een zonnestraaltje nftar „binnen, van den hemel is geen stukje te zien. Het „licht, dat slechts van één kant en nog wel van het „Noorden tracht in te vallen, wordt door de boomen „voor de ramen geheel onderschept en verder door „de dubbele rij matglazen opgeslorpt. Van Mei tot „November moet bij minder helder weer geregeld bij kunstlicht gewerkt worden. De somberheid van dit „vertrek, dat ongetwijfeld het naarste verblijf is, „waarin te Leeuwarden onderwijs gegeven wordt „gaat alle beschrijving te boven. In het late najaar „treedt verbetering in. Overigens verergert de toe stand jaarlijks door de steeds voller wordende boomen. „Het gymnastieklokaal op het Tournooiveld is veel „te klein. Bij de geringste beweging stijgen uit den „ouden vloer wolkon stof op. Het onderwijs aldaar „is voor de gezondheid beslist nadeelig." Van school 7 wordt gezegd „School 7 is maar één lokaal diep de weg naar „het eene lokaal leidt door het andere. De privaten „zijn in elk lokaal." Tot zoover het rapport. Die toestand der lokalen nu werkt belemmerend op het onderwijs, op den onderwijzer en op het kind. Onderwijs, dat in dergelijke hokken wordt gegeven, kan niet zoo vruchtdragend zijn als dat wat wordt verstrekt in mooie, geschikte lokalen. Verschillende tot nu toe ter sprake gebrachte zaken kunnen met meerdoro worden aangevuld. In de le plaats: schoolartsen. Verleden jaar is ook bij post 170 op de wenschelijkheid van deze instelling gewezen en toen is geantwoord, dat deze zaak bij de gezondheidscommissie en bij de Commissie van Toezicht in studie was. Ditzelfde antwoord is ook nu weer gegeven. Het schiet dus niet veel op. Spreker dringt aan op meerderen spoed. In Arnhem, waar schoolartsen bestaan, bleek dat 19.3 0 0 der onderzochte kinderen geneeskundig moesten worden behandeld, in de hoogere klassen zelfs 31 °/0. Als men de kinderen dwingt op school te komen, heeft men ook te zorgen dat de nadeelige gevolgen zoo gering mogelijk zijn. De heer de Jong, arts te Leeuwarden, wijst in zijn rapport op het veelvuldig, noodzakelijk voorkomen van hoofdzeer bij niet door hem behandelde patiënten, wat al weer een motief is voor de aanstelling van schoolartsen. Spreker vraagt do invoering te bespoedigen en ook te voldoen aan do conclusie van het rapport van de heeren Prof. Dr. C. P. Burger en Dr. J. C. Schreuder. Deze conclusie is gestold in Januari 190(5. Zij zijn van meening, dat een school voor achterlijke kinderen te Leeuwarden gewenscht is. Ook schoolbaden zijn noodig. Spreker wijst hiervoor op 's Gravenhage, waar ze reeds eenige jaren zijn ingevoerd. Hierna komt spreker tot de schoolreisjes. Deze zijn erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 October 1907. 233 Voortgezet op Woensdag 30 October. een aanschouwingsmiddel 0. a. bij het aardrijkskundig onderwijs. Op verschillende scholen wordt hierin voorzien door het particulier initiatief. De kinderen uit do hoogste klasse van de scholen uos. 1, 5, 6 en 7 sparen hiervoor op per week 2 ct. of 1.per jaar. Het is echter in het belang van het onderwijs en mag dan ook niet op kosten van de kinderen ge schieden. Het moet als de leermiddelen door de gemeento worden betaald en niet alleen mogelijk zijn op de scholen le klasse, le klasse A en 2e klasse B. Hier is nog wel voor elk kind 1.bij elkaar te krijgen en wat er te kort schiet wordt door eene collecte onder het personeel aangevuld. Op de armenscholen is dat niet mogelijk en ook daar zijn schoolreisjes gewenscht. Spreker hoeft daarom de oer voor to stellen een nieuw artikel in te voegen, volgno. 212a Kosten van schoolreisjes 800. Een andere zaak die moet worden besproken is de gymnastiek. Gymnastiek moet dienen voor de lichame lijke opvoeding van het kind, voor ontspanning en moet zooveel mogelijk worden gegeven tusschen de gewone schooluren. Spreker heeft van den Wethouder van Onderwijs gehoord, dat deze bozig is eene reor ganisatie te dezen opzichto voor te bereiden. Dit is ook noodig. Thans wordt het gymnastiek-onderwijs gegeven na de schooluren. Ziet men 1111 om 4, 5 of 6 uur iemand, die het uiterlijk heeft van een onderwijzer, in razende vaart op een rijwiol door de stad vliegen, dan kan men zeggen dat is ood gymnastiek-ouderwijzer, die zich naar zijn lokaal begeeft. Deze monschon moeten in vliegende haast heen en terug van het eene deel der stad naar liet andere, zoodat er van 't gymnastiek onderwijs niets terecht kan komen. Ook over het salaris dezer menschcn valt veel te zoggen. Spreker verwijst hiervoor naar het aanhangig adres. Nog wil spreker er op wijzen, dat er in het school- verslag melding wordt gemaakt van het feit, dat de gelegenheid tot het geven van gymnastiek-onderwijs veel te klein is. Ten slotte zal spreker nog een bowijs voor tie weinige zorg voor het kind ter sprake brengen bij schoolvoeding en kleeding. De heer Haverschmidt zal slechts spreken over een deel van hetgoen de heer Krijgsman overhoop heeft gehaald en van liet groote zondenregister, dat deze spreker heeft blootgelegd. Spreker is in de eerste plaats de meening toegedaan dat de salarissen zeer voldoende zijn geregeld en hij merkt op, dat haast elk jaar nog verbetering aanbrengt. De tegemoetkoming aan gehuwde onderwijzers voor huishuur, in de wet bepaald op 50.door den Raad gesteld op ƒ75.en later verhoogd tot 100. wenscht hij niet uit te breiden, zijnde dit eene be looning, die met verrichten arbeid niets te maken heeft. Wat de gebouwen aangaat wijst spreker op alles wat op dit gebied in den laatstou tijd werd tot stand gebracht, speciaal op de scholen 8, 11 en 12. Hulp- scholen beantwoorden gewoonlijk niet aan hooge eischen en dat de toestand aan do scholen 5 en 9 to wenschen overlaat is geen nieuws, want er wordt her haaldelijk in de verslagen melding van gemaakt en aan school 5 is reeds veel ten koste gelegd. Plannen van verbouw, waarschijnlijk bestaande in uitbreiding van de scholen 6 en 7 tot 12 klassige scholen, een type dat de moeste aanbeveling verdient, zijn in bewerking en zullen den Raad zeker weldra bereiken. Wat nu betreft het ambulantisme, zoo merkt spreker op, dat onder de leus van bezuiniging, maar feitelijk met het doel hoofd en onderwijzers op één lijn te stellen van zekere zijde het ambulantisme wordt in den ban gedaan. Geen controle dus meer van het personeel, geen hulp meer aan onervaren onderwijzers, wel stagnatie bij vacature, ziekte of onderzoek van sollicitanten. Spreker heeft het vorig jaar zijn best gedaan om aan to toouen dat de voorgestelde maatregel in een stad als Leeuwarden niet uitvoerbaar is en ieder die op de hoogte is van schooltoestanden, zal dit beamen. Do verordening schrijft voor dat het hoofd ver plicht is het onderwijs in de verschillende klassen zooveel mogelijk bij te wonen en om daarvoor tijd te vinden, mag het hoofd in gewone omstandigheden niet meer dan 12 uur per week zelf geregeld onder wijs geven. Met den toestand in Alkmaar, het vorige jaar door den heer Besuijen aangehaald, is spreker bekend. In 19i)3 nam men daar een niet ambulant hoofd in een 6 klassige schoolhetzelfde jaar benoemde men opnieuw een ambulant hoofd in een 7 klassige, en later splitste men een 12 klassige in tweeën met 2 niet ambulante hoofden. Neemt men Alkmaar nu tot voorbeeld, dan zal men ons geheele onderwijs moeten reorganiseeren, onze scholen die 812 klassen tellen, tot 6 klassige maken en hoofden moeten benoemenvan besparing zal men niet veel bemerken. Aan spreker is ter oore gekomen, dat men als ge volg van die regeling, te Alkmaar twee socialistische ouderwijzers op wachtgeld heeft gesteld. Spreker kan zich met de motie-Krijgsman allerminst vereenigen. De heer Besuijen wijst er op dat hem niets bekend is van een ontslag van 2 sociaal-democratische onder wijzers, wel dat er iets vreemds gebeurd is met eene onderwijzeres, die zenuwziek was. Stagnatie kan worden voorkomen door het aanstellen van oen reserve-onderwijzer, die bij voorkomende vacatures voor de vacante klasse kan staan. Bij de rijksleerscholen worden sollicitanten opge roepen om zelf les te geven. De heer Menalda zegt dat door hem ten vorige jare is gesproken over eene speelplaats bij gemeenteschool no. 2, op de plaats, achter de daar bestaande schutting. Hij vraagt hoe het met deze zaak staat. De heer G. W. Koopmans wil nog even terugkomen op pag. 160 der handelingen van 8 October. De wet houder Schoondormark heeft spreker gezegd, naar aanleiding van de manier waarop mej. Buijs inlich tingen heeft ingewonnen omtrent do sollicitanten, dat spreker hierop bij de begrooting moest terugkomen. Hij is toen verwezen naar art. 28, dit moet zeker zijn art. 29, der wet op het Lager Onderwijs. Spreker wenscht te weten of er eene instructie bestaat, hoe de hoofden hebben te handelen. Bestaat zulk eene instructie, dan is deze voor allen gelijk en zal mej. Buijs de inlichtingen moeten inwinnen op de manier, zooals de andere hoofden dat ook doen. Wat aangaat de publiciteitdie door den heer Krijgsman gewenscht wordt, het ware beter geweest dat dit raadslid de moties met de toelichtingen vooraf had laten drukken, dan had hij zijn doel evengoed bereikt. Nu is het een onafgewerkt probleem en als alles zal moeten worden besproken, zitten wij de volgende week hier nog. Spreker is een voorstander van verplichte school vergaderingen en van afschaffing van het ambulantisme, n.l. om een proef to nemen bij het ontstaan eener vacature. Dit standpunt heeft spreker het vorige jaar ingenomen en hij doet dat nog. De heer Schoondermark zal den heer Krijgsman niet op den voet volgen, dat zou to veel tijd kosten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1907 | | pagina 23