198 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 October 1907.
hun gezin zien vervallen, die langzame wegzinking
tot straatproletisme is niet te beschrijven.
Men moet dat meemaken, dien wanhopigen strijd
om liet hoofd boven water te houden, eerst dan be
grijpt men don haat, die moet ontstaan tegen eene
samenleving, waarin de rijke eet en niet werkt, de
arbeider werken wil en toch niet eet.
Men hoeft in 1906 sprekers motie verworpen. Komt
men nu te laat met voorzieningen, spreker zal de
werkeloozen verwijzen naar de tegenstemmers, van
Ketwich Verschuur, Beucker Andreae, Wilhelmij,
Duparc, Haverschmidt, laat die dan van hun inkomen
de menschen aan het werk zetten, het particulier
initiatief.
Men moot begrijpen dat spoedige hulp dubbele
hulp is. De gemeente is verplicht en in staat op
meerdere wijze de ellende voor het nijverste deel
harer ingezetenen te voorkomen, b.v. door gemeen
telijke afbraak van krotten, door inrichting van werk
plaatsen, waar voorwerpen voor bedeelden worden
vervaardigd, door urgentie te verleenen aan bouw
plannon, door geen arbeid in eigen beheer door
Hindeloopors te doen verrichten, door subsidiëering
van wcrkloozenfondsen.
Hoewel een onderzoek in laatstgenoemde richting
werd verworpen (9 Sept. 1906), is er nu kans op aan
neming, niet alleen door de gewijzigde samenstelling
van den Raad, maar door dat voldaan is aan den wensch,
die enkele tegenstemmers hebben geuit. Er is nu
een voorgaan der vakvereeniging, anderen, die uit
kortzichtige zuinigheid gedreven werden, kunnen door
het toegezegde rijkssubsidie van meening veranderd zijn.
Gaarne zouden spreker en zijne partij genooten
daarom vernemen of Burgemeester en Wethouders,
die hebben te adviseeren over een aanvraag, iets
kunnen meedeelen omtrent den aard van het uit te
brengen prae-advies, of dat het in verband met de
vele werkzaamheden, aschland, gasfabriek, gewenseht
is eene raadscommissie met deze zaak te belasten.
Kaar aanleiding van het antwoord kan dan worden
uitgemeten of spreker al dan niet met zijn voorstel heeft
te komen. Men begrijpt dat hier het Friesche spreek
woord 't is mei sizzon net to dwaen, op zijn plaats
is en dat met bekwamen spoed daden worden verwacht.
De algemeeno beschouwingen betreffende het hoofd
stuk onderwijs zullen met vergunning van den Voor-
zittor bij dat hoofdstuk worden behandeld. De kwestie
van het ambulantisme schijnt een schrede nader tot
hare oplossing. Burgemeester en Wethouders deelen
die meening zij toch verwijzen naar de verwerping
van de motie-Bosuijen (31 October 1906). Dat be-
teekont dus, dat de motie nu wordt aangenomen.
Immers de voorstemmersKoopmans, Wilhelmij,
Oosterhoff, Lautenbach, Ivomter, Burger Beerends en
Besuijen zijn nu versterkt door Krijgsman, de Jong,
terwijl Zandstra voor S. Jansen zit. Slechts een der
heeren Hartelust, J. Koopmans, Baart de la Faille of
Feitz, die zich nog niet uitspraken, hieraan toegevoegd,
geeft de meerderheid voor eene proefneming, 12.
Meerdere onderwerpen als schoolartsen, klassebevol
king, schoollokalen, eischen nadere bespreking.
Ook de afdeeling plaatselijke gezondheidspolitie
vraagt onze aandachteene bespreking over abattoir,
bureau voor keuring van levensmiddelen lijkt spreker
daar praktisch geplaatst.
Ten slotte een enkel woord over de Nieuwe Ka-
naallanden.
Spreker kan Burgemeester en Wethouders wel
danken voor de uitvoerige inlichtingen. Zij hebben
echter geen invloed op de opmerking van spreker en
zijne partijgenooten in de nota, maar bevestigen de
meening, dat er iets hapert in die exploitatie-rekening,
dat er something rotten is n.l., dat de gemeente voor
een plotseling tekort komt te staan als de landen
zijn uitverkocht.
De exploitatie-rekening geeft een te hooge belas
ting der landen aan en moest met J 100,000.ver
minderd worden. Nu gebruikt men inderdaad de op
brengst der terreinen voor rente en aflossing van die
f 100,000. welke eigenlijk uit de gewone middelen
moesten worden gevonden. Bij het nazien der ge
meenterekening viel de heele commissie, Koopmans,
Burger, Besuijen, dit op men verschuift hier eene
verplichting naar de toekomst.
Spreker moet Burgemeester en Wethouders ver
zoeken om een andere opzet der exploitatie-rekening,
zoodat geen nadeelig saldo in uitzicht komt en de
overblijvende schulden naar de gewone gemeente
schuld over te boeken.
Waar het vinden van den weg in de gemeentelijke
financiën niet zoo bijzonder eenvoudig is, kwam het
eenigen onzer gewenseht voor, dat de Raad zich op
dit terrein liet voorlichten door eene Commissie van
voorbereiding, waardoor ze niet geheel op het kom
pas van Burgemeester en Wethouders is aangewezen.
Spreker stelt mede namens zijne partijgenooten voor:
de Raad benoeme eene Commissie van drie personen
uit zijn midden, welke dienst zal doen als commissie
van voorbereiding voor financiëele aangelegenheden
(art. 34 le al. Gemeentewet).
Do heer Haverschmidt is intusschen ter vergadering
verschenen.
De heer Komter gelooft niet dat do goede gang
van zaken zal worden bevorderd, als elke partij eene
reclame-optocht houdt voor hare beginselen. Spreker
zal dan ook het voorbeeld van den heer Besuijen
niet volgen, maar zich bepalen tot de door dat raadslid
gehouden financiëele beschouwingen.
Hij moet beginnen met te zeggen, dat hij een en
al verbazing was toen hij den heer Besuijen hoorde.
Spreker had gedacht, nadat in de Memorie van ant
woord was aangetoond met cijfers, dat in 10 jaar
ruim 173.000 meer uit de gewone middelen is betaald
voor rente en aflossing van schuld wegens kanaal- en
bouwterreinen dan daarvoor uit de opbrengst in de
gewone middelen is gebracht, nu ook van de onder
teekenaars der in Bijlage 34 afgedrukte Nota te zullen
hooren wij hebben de zaak niet begrepen, wij hebben
ons vergist.
Dat zou royaal zijn geweest. De vergissing is,
zooals spreker zeide, in de Memorie van antwoord
met cijfers aangetoond. Daaruit blijkt ook, dat ten
opzichte der aflossing onderscheid gemaakt moet
worden tusschen de aanlegkosten van het Kanaal en
die van de bouwterreinen. Aanvankelijk waren Ge
deputeerde Staten het met den Raad eens, dat de
provincie het Kanaal zou graven en de gemeente
daarvoor 125,000.subsidie verleenen. Later is
deze zaak omgedraaid en besloten dat de gemeente
het terrein zou aankoopen en het Kanaal graven met
135.000.subsidie van de provincie. Bij de vroegere
berekeningen is voor aanlegkosten van het kanaal
ongeveer 227,000.van het totaal bedrag afge
trokken en bleef dus ten laste der bouwterreinen
ongeveer 395,000.benevens later geleende
24,000.—.
Voor deze eenigszins willekeurige berekening is
later de evengenoemde 125,000.— in de plaats
gesteld, waardoor 102,000.— meer ten laste der
bouwterreinen is gebracht en tengevolge waarvan de
exploitatie-rekening nu een tekort aanwijst van
91,247.1972.
De vergissing der heeren is echter waarschijnlijk
daardoor ontstaan, dat zij de aanlegkosten van het
Kanaal en de exploitatiekosten der bouwterreinen niet
van elkander gescheiden hebben.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 October 1907. 199
Hoe dit ook zij er is voor het gelieele werk
geleend645,000.
Hierbij tijdelijke leening voor de
Poppeweg14,887.
Totaal f 659,887.
Hiervan in 10 jaar afgelost 124,800.
Uit opbrengst bouwterrein
over 1905 en 1906 nog voor
aflossing voorhanden 18,200.
Samen 143,000.
Einde 1906 bedroeg de schuld dus 516,887.
Waartegenover de waarde der bouw
terreinen ad424,943.
Nadeelig saldo f 92,544.
Het gedeelte der schuld, dat niet uit de opbrengst
der bouwterreinen mag worden betaald, is samen
gesteld uit de meergenoemde som van 125,000.
en het nadeelig saldo der exploitatie-rekening ad
91,247.samen alzoo 216,247.
Einde 1906 was dit bedrag vermin
derd met123,703.-
en alzoo terug gebracht tot 92,544.
Gaat men nu voort met jaarlijks 13,020.op
de geheele kanaalschuld af te lossen en daarvan
9,100.te nemen uit de opbrengst der bouwter
reinen, dan zal dit gedeelte der schuld na ruim 23
jaar geheel zijn afgelost.
Spreker had de vraag verwacht, wordt er niet te
veel uit de gewone middelen afgelost en is het niet
zaak een grooter bedrag uit de opbrengst der bouw
terreinen te vinden Deze vraag is reeds bij de
vorige begrooting door Burgemeester en Wethouders
overwogen. Er is zeker wat vóór te zeggen, om
ook de aflossing van het bedrag, dat het nadeelig
saldo vertegenwoordigt, over een langer tijdsverloop,
b.v. over 40 jaar te verdeelen. Burgemeester en
Wethouders zijn echter tot de conclusie gekomen, dat
deze vraag nog vooreerst moet blijven rusten.
Waar jaarlijks nog belangrijke sommen voor straten
aanleg noodig zijn, dient te worden afgewacht, hoe
het verder met den verkoop der bouwterreinen zal gaan.
Door den heer Besuijen is eene opmerking gemaakt
omtrent het verhoogen van de tractementen bij de
reiniging in verband met de afschaffing der emolu
menten.
Spreker doet opmerken dat er, naar hij meent, op
het aschland nu geen plaats is om het afval te
schiften. Hij geeft in overweging met deze zaak te
wachten tot de behandeling van het werklieden
reglement. Hij hoopt dat de Raad zal inzien dat het
nu niet het oogenblik is om in de bestaande regeling-
in te grijpen.
Verder wijst spreker er op, dat er een saldo voor
onvoorziene uitgaven is van 5000.Wordt nu
de begrooting met 3800.verhoogd dan zal op
andere wijze in dit tekort moeten worden voorzien.
Spreker hoopt dat de heeren hem dan de middelen
zullen aanwijzen. Hij herinnert bij deze aan het
spreekwoord, dat het gemakkelijk riemen snijden is
van andermans leer. Spreker zal niet zeggen, dat
dit gedaan wordt maar meent toch er op te moeten
wijzen, dat men zonder schrielheid en zonder iemand
iets te kort te doen, verplicht is zuinig te zijn met
de belastingpenningen der gemeentenaren.
De heeren Beerends en Burger hebben de verga
dering verlaten.
De heer G. W. Koopmans zegt dat ook in de 2e
sectie gesproken is over het minimum loon en dat
daarvan in het rapport niets is vermeld. Spreker
heeft er zich niet tegen verzet in de gedachte, dat
de rapporteur een nog jong raadslid is, die direct
nog niet zal weten wat in een rapport thuis behoort,
en de openbare vergadering in elk geval nog ge
legenheid zou bieden op dit onderwerp terug te
komen.
De heer Beekhuis heeft gezegd dat de sociaal-demo
craten den boel op stelten willen zetten. Dat geachte
raadslid heeft echter ook genoemd de „democraten",
en hoewel spreker niet kan zeggen „wij vrijzinnig
democraten", hebben deze toch ook hunne denk
beelden. Spreker wenscht nu het standpunt dezer
partij eens uiteen te zetten.
De gemeente Leeuwarden is langen tijd bestuurd
door „conservatieven". Dit betreurt spreker omdat
het een conservatisme was, dat van toegeven niets
wist. Kwam er al eens een vooruitstrevend man in
den Raad, die had al gauw het pleizier er af.
Wat nu de kwestie van minimum-loon der werklie
den aangaat, deze zaak is door spreker in de sectie
besproken en door nog een paar anderen, die hij niet
in staat acht er over te oordeelen, omdat ze nimmer
met die rangen der maatschappij hebben meegeleefd.
Men was het idee toegedaan dat de betrokken
directeuren moeten weten wat de arbeidskracht waard
was. Spreker heeft persoonlijk op dit gebied treu
rige ervaringen opgedaan. Als hij iets kan doen dat
tot verbetering kan leiden, dan zal hij dit niet na
laten. Wat het minimum-loon aangaat schaai't hij
zich aan de zijde van de meest vooruitstrevende partij.
Straks is een gemeente-ambtenaar gepensioneerd
en de Raad heeft kunnen hooren, dat een laag pen
sioen een gevolg is van een laag loon. Dit voelen
allen en daarom is het een democratische wensch,
ja een eisch, om een minimumloon te stellen, dat
niet te laag is. Ten opzichte van de financiën is
het sprekers streven in de laatste jaren geweest dat
alle leden den toestand van het Kanaal in cijfers voor
zich zouden hebben. Dit is nu geschied en hiervoor
dankt spreker den Wethouder van financiën. Voor
buitengewone werken is binnenkort een ton of zeven
noodig. Dit beteekent f 28000.rente 17000.
aflossing 45000.Hoe nu aan dat geld te
komenSpreker zou den Wethouder van financiën
in overweging willen geven om, evenals het te Arn
hem is geschied, een gemeentelijke spaarbank op te
richten. Spreker is van oordeel dat dit wel een
idee voor de toekomst is, want Leeuwarden kan
slecht aan loopend geld komen, getuige den strijd
omtrent de inschrijvingen op het Grootboek en heeft
de gemeente een spaarbank, dan is er altijd geld om
handen.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer Besuijen
zijn ingediend de volgende voorstellen
de Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit
aan volwassen arbeiders, die hun arbeidskracht gedu
rende alle dagen der werkweek in dienst der gemeente
aanwenden, geen loon uit te keeren beneden de
10.per week
en
de Raad benoeme eene commissie van drie personen
uit zijn midden, welke dienst zal doen als commissie
van voorbereiding voor financiëele aangelegenheden.
Het is sprekers voornemen, het eerste voorstel
onmiddellijk na vaststelling van volgno. 122 en het
laatste direct na eindiging der algemeene beschou
wingen in behandeling te brengen.
De heer Duparc zegt, dat de heer Besuijen een
formeele acte van beschuldiging heeft gericht tegen de
liberale partij in het algemeen en tegen den Raad,
zooals deze vroeger was en nu is samengesteld. Deze