50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Maart 1908. Vergadering bij brief van 22 Juni 1907 no. 2014/75 voorstelden het verlangde recht van uitzicht en uit gang dan ook niet toe te staan, het voorstel den 28 Juli d. a. v. naar ons werd gerenvoijeerd met de bedoeling opnieuw te trachten met Dwinger tot over eenstemming te geraken. Het bleek, toen opnieuw met hem over deze aangelegenheid werd gecorres pondeerd, dat de overneming der verlangde terrein- strooken, in bruine arcjure aangegeven op de bijge voegde met B gemerkte kaart, der gemeente op 3850.zou komen te staan, of, met inbegrip van bestrating en rioleering, op 5000.indien ook nog het blauw gearceerde gedeelte zou worden overge nomen. Daartegenover bood Dwinger aan het ge meentelijk terrein te koopen voor 5000. een aanbod dat hij, hoewel het aanvankelijk door ons ter zijde is gesteld, bij brief van 29 Januari 1.1. onder zekere voorwaarden gestand heeft gedaan. Indien op dit laatste werd ingegaan, zou de ver binding van de boven besproken straat G H D A K J L met den Noordersingel tot stand moeten worden gebracht op de wijze als de Directeur der gemeentewerken heeft aangegeven op de met C ge merkte teekening, n.l. door de Pretoria- en Paul Kiugerstraten. Met de Commissie voor de Openbare Werken, wier voorlichting wij met betrekking tot dit punt nogmaals verzochten, achten wij dit de beste oplossing, die aldus gevonden wordt zonder gelde lijke offers voor de gemeente en waarbij zij voor een overigens moeilijk verkoopbaar terrein oen zeer aan- nemelijken prijs bedingt. Op grond van het voorafgaande geven wij U dan ook in overweging te besluiten 1. aan T. Bijlsma, B. Deibei en W. A. van der Meer vergunning te verleenen tot straataanleg op het kadastrale perceel no. 1983 in sectie E aan de Span jaardslaan, met overdracht in koop aan hen voor den prijs van 1.van een gedeelte Lijkvaart, loopende langs genoemd perceel tot aan de Singelstraat en het verleenen van een crediet aan Burgemeester en Wet houders, groot 1050.—, voor met den straataanleg verband houdende werkzaamheden, en daartoe vast te stellen het in ontwerp overge- gelegde besluit 2. aan Marcus Dwinger in koop af te staan voor den prijs van 5000.een strook grond, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, no. 1628, groot 2.30 Are, de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, gelegen ten zuiden van het perceel Singelstraat no. 1, de kosten van uitmeten, overdracht en overschrijving te dragen door de gemeente, onder bepaling dat de koopsom in vijf gelijke jaarlijksche termijnen kan worden be taald en verder op voorwaarden, die Burgemeester en Wethouders geraden zullen voorkomen. De Voorzitter zal het tweeledig voorstel van Bur gemeester en Wethouders afzonderlijk in behandeling brengen en opent dus thans alleen over het gedeelte sub a, het stratenplan, de beraadslaging. De heer Burger vraagt of het niet beter is alge- meene beraadslagingen over de beide voorstellen te houden. Het kan toch zijn dat iemand bezwaar heeft tegen onderdeel b en wegens het verband tusschen beiden niet voor a zal kunnen stemmen dan in verband met de te nemen beslissing over b. De Voorzitter heeft over het voorstel sub a de algemeene beraadslagingen geopend. De leden, die bezwaren hebben tegen de oplossing, aldaar aan de hand gedaan, zullen de bedoelde strook grond willen gebruiken voor openbaren weg en daarover dus kun nen spreken. De heer Krijgsman meent dat men sub a kan aan nemen en tegen sub b stemmen. De exploitatie van het terrein kan geschieden met of zonder straataanleg op de strook bedoeld onder sub b. Het is den heer Beekhuis niet volkomen duidelijk of het bleekje, op de teekening voorkomende onder letter hnu ook dadelijk tot straat zal worden aan gelegd Burgemeester en Wethouders laten wel door schemeren, dat zij bij den eigenaar, op wien de ver plichting tot straataanleg rust, stappen hebben gedaan ten einde dit ten uitvoer te laten brengen. Spreker vraagt of dit voor elkaar is en of men zeker is dat ook het riool tot aan de Steijnstraat zal worden doorgetrokken. De Voorzitter antwoordt dat de heer Beekhuis ver moedelijk het bleekje bedoelt, dat de verbinding van de nieuw ontworpen straat met de Steijnstraat in don weg ligt. Zooals terecht is opgemerkt, rust op den eigenaar de verplichting tot bestrating en tevens tot rioleering. Die eigenaar is aangeschreven daartoe over te gaan en er bestaat, zoover spreker dat beoordeelen kan, geen gevaar dat hij zich aan zijne niet twijfelachtige verplichting zal willen onttrekken. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub a wordt met algemeene stemmen aangenomen. Aan de orde is onderdeel b van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter kan hieraan nog toevoegen, door den heer Dwinger gemachtigd te zijn mede te deelen, dat deze bereid is de koopsom in eens te betalen. Hij wil daarvoor dan 500.wegens renteverlies korten en 4500.geven. De beraadslaging wordt geopend. De heer Krijgsman kan zich met den voorgestelden verkoop niet vereenigen. Wanneer toch de bedoelde strook grond bestraat wordt, komt het terrein, dat nu in exploitatie komt, te liggen tusschen twee grootere verkeerswegen, de nieuwe straat en de Spanjaardslaan en krijgen wij een rechten doorgaanden verkeerswegvandenNoordersingel naar Steijn-Joubertstraat en achterste gedeelte van de Paul Krugerstraat. Daardoor komt er meer ruimte en doorzicht in de nieuwe straten en kan de wind er eens doorwaaien. Dit acht spreker beter. Wordt daarentegen de strook grond verkocht, dan zal de nieuwe wijk een arbeiderswijk worden, wegge stopt achter den Singel en de Paul Krugerstraat, zooals er in Leeuwarden meer voorbeelden zijn te noemen. De kwestie is moeielijk door de hooge eischen, die de heer Dwinger stelt voor den verkoop van een paar strookjes grond. Spreker gelooft dat het niet gewenscht is op die eischen in te gaan. Maar wordt do strook grond verkocht, dan is latere verbetering ten eenen male uitgesloten. Spreker acht het daarom gewenscht de strook grond vast te hou den en eene gelegenheid af te wachten, dat Dwinger "V erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Maart 1908. 51 gedwongen kan worden zijne perceeltjes voor billijken prijs aan de gemeente af te staan of dat door ont eigening de grond verkregen wordt. Spreker wil de mogelijkheid van latere verbetering niet uitsluiten en zal tegen verkoop stemmen. De heer van Messel heeft niet juist begrepen wat de heer Krijgsman bedoelt met eene latere gelegen heid af te wachten, daar het alsdan voor de gemeente billijker uitkomt dan hetgeen wat nu wordt aange boden. Het is hem niet duidelijk en de heer Krijgs man zou spreker verplichten zijne meening nader uiteen te zetten. De geschiedenis met den heer Dwinger is eene lijdensgeschiedenis, waaraan door den verkoop van de strook grond een einde zal komen. Spreker is juist met hot oog op dit punt ter ver gadering gekomen, omdat het op zijn voorstel indertijd is gerenvoijeerd aan Burgemeester en Wethouders. Spreker meent dat het voorstel, om de strook grond te verkoopen voor 5000.goed is. 5000.toch is een hooge waarde, want do grond is geen bouw terrein en zal ook nimmer als zoodanig kunnen worden verkocht. Hij acht 25.per M-. dan ook een behoorlijke prijs. Het eenige, wat tot nu toe den verkoop heeft tegengehouden, is de voorgenomen straataanleg. Het is spreker na onderzoek gebleken, dat de straat, die hier ter plaatse zou worden aangelegd, mag worden beschouwd als een luxestraat. Liep cle straat door tot de Kerkhofslaan, dan zou zij nog reden van bestaan kunnen hebben. Wat het voorstel verder betreft, kan spreker zich niet vereenigen met den verkoop tegen een koopprijs, die in 5 termijnen kan worden betaald. De persoon geheel buiten beschouwing latende, heeft hij een principieel bezwaar tegen verkoop van gemeentegrond op crediet. De gemeente mag geen risico dragen. Gesteld dat een eventueel kooper van bouwterrein in déconfiture komt, wat toch niet onmogelijk is, dan moet de gemeente (men vergeve spreker deze platte uitdrukking), zich schamen te worden betrokken in een eventueel faillissement. Het doet hem daarom genoegen te hebben gehoord, dat de heer Dwinger genegen is om de strook grond te koopen voor 4500. - te betalen bij het verteekenen der koopacte. Spreker heeft berekend dat de gemeente bij deze overeenkomst slechts een schade lijdt van 100. cle rentestand a 5 °/0 aannemende, over een tijdperk van 5 jaar. Hij meent dat de gemeente beter uit is met een verlies van 100.want zij heeft dan geen risico. Spreker zal het voorstel dan ook in dezen geest amendeeren. De heer Krijgsman merkt op dat door den heer van Messel is gezegd dat de straat, die op den grond kan worden aangelegd, een luxestraat is. Spreker is dit j niet met hem eens. De straat achter de Paul Kru gerstraat is nu een achterstraat en deze blijft dat ook bij het nieuwe plan. Het is een straat, die niet in het plan deelt. Wordt nu de strook bestraat, dan wordt, als men het zoo mag noemen, deze achterstraat een straat van hoogere orde. Dan komt er een ver- s keersweg van den Noordorsingel naar de achtergelegen 1 wijk, die daardoor uit haar isolement wordt verlost. Verder heeft de heer van Messel gevraagd onder welke omstandigheden gemakkelijker voorwaarden zijn j te stellen. In het rapport van den Directeur van 1 Gemeentewerken wordt er op gewezen, dat de hoer 1 1 'winger wel te dwingen zal zijn. Hij heeft het terrein i noodig voor zijn zaak. Wordt hem nu de huur ervan opgezegd, dan moet hij de hem toebehoorende strookjes wel afstaan en toestemmen in den aanleg van de nieuwe c straat, omdat hij anders is afgesloten van de openbare straat. De heer van Messel schudt neenspreker wil er echter op wijzen dat de zaak van den heer Dwinger door den aankoop van het achtergelegen terrein van Bijlsma alleen komt te liggen aan de nieuwe straat. Dit is schadelijk, als hij niet anders dan langs om wegen op zijn terrein kan komen. Spreker begrijpt daarom ook niet wat voordeel de heer Dwinger van zijn bod heeft. Biedt hij de strookjes grond voor matigen prijs aan, zoodat de straat er komt, dan kan hij wel een ƒ1000.krijgen voor de strookjes en komt hij met zijn geheele terrein aan de nieuwe straat. Nu doet hij dit niet en betaalt ƒ5000.Hij krijgt dan slechts een klein deel van zijn terrein aan de openbare straat. Het komt spreker voor dat het in het belang van den heer Dwinger zou zijn, als de straat er komt. Maar deze denkt zich misschien schadeloos te kunnen stellen door de voorwaarde, die hij stelt, dat hij kan bouwen zooals hij wil, be houdens de bepalingen van bouwverordening en hinder wet. Het is mogelijk dat dit het geval is. Wil nu de gemeente den heer Dwinger niet dwingen, dan kan zij het terrein behouden en aan den heer Dwinger, zooals tot dusver, voor hoogen prijs verpachtenbij eene eventueele verplaatsing der zaak, wat spreker in de toekomst niet voor onmogelijk houdt, kan dan de straat worden aangelegd. Hij is van oordeel dat er wel een tijd zal komen, dat de heer Dwinger de gemeente noodig heeft. De heer Haverschmidt maakt de opmerking, dat uit het omvangrijke dossier wel blijkt, hoeveel onderhan deling er noodig is geweest om beide partijen, de gemeente en den heer Dwinger, tot overeenstemming te brengen. Met het resultaat kan de Raad intusschen tevreden zijn en spreker wil geen andere eischen stellen en daardoor de geheele zaak weer op losse schroeven zetten. Ook spreker had het, evenals de heer Krijgsman, mooier gevonden als men de straat had kunnen door trekken, maar 5000 gulden voor den aanleg van een en ander is hem dat doortrekken niet waard. Voor die 5000 gulden, vermeerderd met den koopprijs van den heer Dwinger, nu 4500 gulden, valt in andere deelen der gemeente wel nuttiger arbeid te verrichten. Onmisbaar is de straat trouwens niet, want de afstand tusschen deze en de Paul Krugerstraat is slechts de breedte van vijf perceelen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders met wijziging van den betalingstermijn heeft sprekers volle instemming. De heer van Ketwich Verschuur zegt dat wij een voorstel voor ons hebben tot verkoop tegen den prijs van 5 X ƒ1000 in jaarlijksche termijnen. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders het idee van den heer van Messel, om de koopsom in eens te doen betalen, ovex-nemen en dus zelf amendeeren of dat de heer van Messel dit zal moeten doen. Het komt den heer Beekhuis voor dat de vraag, die de Raad thans te beantwoorden heeft, deze is is het gemeentebelang, betrokken bij het doortrekken der straat, al dan niet 9500.waard? Wanneer de straat wordt aangelegd, betaalt de gemeente ƒ5000.en mist de 4500.die de heer Dwinger wil betalen. Het komt spreker voor, dat, waar de in de nabijheid gelogen Paul Krugerstraat een rechtstreeksche ver binding vormt tusschen den Noordersingel en den Harlingerstraatweg, de straat, waarvan hier sprake is, niet bepaald noodig is. Verder is het niet juist dat de nieuwe wijk achteruit gestopt wordt, want deze heeft toch verbinding met de Steijnstraat, de Spanjaai'dslaan en de Paul Kruger-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 4