60 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Maart 1908.
motieven van den heer Beucker Andreae gemist. Dit
heeft spreker van den heer Baart de la Faille, den i
eenigen medicus in den Raad, vooral verwonderd.
Wel zijn door den heer Besuijen mededeelingen ge
daan van Professor Pel, maar daaruit blijkt nog niet dat
Joure de juiste plaats is voor het oprichten van een
sanatorium. En zoolang spreker daarvan de overtui
ging niet heeft, schaart hij zich aan de zijde van den j
heer Beucker Andreae en zal zijn stem niet geven j
aan het voorstel tot verleenen van subsidie.
Het verwondert den heer Baart de la Faille dat hij
door den heer van Messel uit zijn tent wordt gehaald,
omdat hij geen langer betoog heeft gehouden. In de
eerste plaats wil spreker nog even komen op het
gemeentebelang. Met nadruk is van verschillende
zijden reeds gezegd dat het gemeentebelang bij de
oprichting wel is betrokken. Plaatst men zich op een j
egoïstisch standpunt, en vraagt menwat is er van te
halen, dan geeft spreker toe, dat het gemeentebelang
er niet mee gemoeid is. Stelt men zich daarentegen j
op een altruïstisch standpunt dan gelooft spreker, dat
het gemeentebelang meebrengt dat de gezondheids
toestand der ingezetenen zoo goed mogelijk zij, zoodat
de levensduur en het levensgenot der minderbedeelden
verhoogd wordt. Wat den heer Beucker Andreae
betreft, zal spreker nu genoodzaakt worden aan te
toonen, dat Herema-State beantwoordt aan het ideaal
dat men zich kan voorstellen? Dit is niet het geval.
Spreker wijst er echter op dat Herema-State wordt
aangeprezen door mannen als Prof. Pel, Dr. Ruitenga,
alle medici uit het N.O. dor provincie. Er kunnen
bezwaren geopperd worden. Toegestemd, Joure is
geen ideale plaats, maar als men op bezwaren blijft
stuiten dan komt het nooit tot stand.
De bezwaren moeten aan kant gezet, aanvaard moet
worden wat wordt aangeboden. Het is geen toestand
van weelde die men er krijgt, doch dat wordt ook
niet verlangd. Wat de patiënten er noodig hebben
zullen zij er vinden.
De heer Beucker Andreae moet een misverstand op
helderen. De heer Baart de la Faille zegt dat er
menschen zijn die zich uit principe tegen verklaren.
Hieronder wenscht spreker niet gerekend te worden.
Spreker heeft gezegd veel sympathie te hebben voor
een volkssanatorium, maar dat de plaats ongeschikt
is. Een van de groote eischen voor het verleenen
van subsidie is dat men zekerheid heeft, dat do in
richting kan blijven bestaan en spreker gelooft niet
dat dit te Joure het geval zal zijn. De heer Baart
de la Faille erkent trouwens ook dat „Herema-State"
niet als de beste plaats daarvoor kan worden aange
wezen.
De heer Burger had gehoopt dat hetgeen hij te
zeggen had door een ander zou zijn gezegd. Hij wil
zijn stem kort motiveeren. De reden, waarom spreker
vóór het voorstel van Burgemeester en Wethouders
zal stemmen, ligt hierin, dat spreker niet in sanatoria
gelooft en vooral niet in volkssanatoria. Er bestaat
bitter weinig kans dat een sanatorium iets uitricht.
Bij rijke menschen, die na een verblijf in Davos of
in een sanatorium zich de luxe permitteeren om verder
hun leven lang enkel voor hunne kwaal te leven ziet
men wel goede resultaten. Bij de kleine lui komt er
in den regel weinig van terecht. Als zij toch niet
meer kunnen leven dat luxe leventje dat noodig is,
gaan de resultaten al heel spoedig weer verloren.
Het is ongelukkig, maar het feit bestaat en daarom
gelooft spreker niet in de goede resultaten. Door het
bestaan zelf van het sanatorium wordt al iets slechts
bewerkt, ja helaas, reeds het werk daarvoor moet
kwaad hebben uitgewerkt. Bij velen toch wordt het
idee gewekt, gered te zijn als het sanatorium is op
gericht. Het sanatorium kan echter weinig patiënten
opnemen, gaat dan nog zeer streng te werk bij de
keus der patiënten, bij wie op gunstig resultaat wordt
gehoopt en voor diegenen, die opname vinden, moet
dan nog vrij wat worden betaald. Zoo is het onver
mijdelijk dat vele patiënten geene plaatsing vinden
en bij hen rijst dan vanzelf het idee, dat zij gruwelijk
zijn verongelijkt en gered hadden kunnen worden,
indien zij maar waren opgenomen. En juist een
dergelijk denkbeeld is voor een teringlijder noodlottig.
Spreker zal het hierbij laten, doch wenscht alleen
nog te verzekeren dat dit geen denkbeelden zijn van
hem zelf, doch dat zij in medische kringen algemeen
bekend zijn en veelal worden gedeeld.
De heer Schoondermark heeft veel sprekers gehoord,
de meesten vóór, een enkele tegen het verleenen Van
subsidie. Hot doet spreker genoegen te kunnen zeg
gen dat hij heeft medegewerkt tot het advies, dat het
belang der gemeente niet in die mate bij de oprich
ting is betrokken, dat Burgemeester en Wethouders
vrijheid hebben kunnen vinden voor het verleenen
van subsidie.
Bijna elke spreker heeft deze zinsnede weerlegd.
Dit is voor spreker een bewijs dat Burgemeester en
Wethouders dan toch wel iets belangrijks hebben
gezegd. Van het gesprokene is dat van den heer
Burger spreker het meest sympathiek.
Spreker heeft zich afgevraagd welke lijders er heen
zullen gaan. Die geld bezitten hebben thuis een
goede verzorging of gaan op eigen kosten naar sana
toria. Leeuwarden nu krijgt door het verleenen van
subsidie niet hot recht lijders er heen te zenden.
Dat het belang door onderscheidene sprekers ver
schillend wordt ingezien, blijkt uit het feit, dat de eeno dit
uitdrukt door de som van f 2500.een ander door
f 1000.weer een ander zal voor elk voorstel
stemmen. De Wethouder van financiën heeft het op
500.begroot en zegt bovendien: als zij later komen
dan zullen wij niet achterwege kunnen blijven. Spreker
vraagt waar moet dat heen
Waar moet het geld van daan komen? Over Joure
als de goede plaats is door Burgemeester en Wet
houders niet gesproken. Zij zijn op dit gebied leeken
en zijn afgegaan op het advies van medici.
Door den heer Duparc is gezegd dat er iemand
in Oranje-Nassau oord is opgenomen, daarvoor door
particulieren gesteund. Dit zal ook blijven gebeuren
als hier in Friesland een sanatorium wordt opgericht.
De Voorzitter doet opmerken dat nog door eenige
leden het woord is gevraagd. Wegens het verge
vorderde uur verzoekt hij den leden zich in hunne
replieken te willen beperken tot het strikt noodza
kelijke.
De heer Baart de la Faille, met verlof der vergade
ring voor de derde maal het woord erlangende, heeft
van den heer Burger gehoord dat deze niet gelooft
aan het gunstig effect en dat hij treurige voorbeelden
heeft gezien van menschen, die zich in hunne hoop
op genezing bedrogen hebben gezien. Het is waar
dat er een tijd is geweest, dat sanatoria veel teleur
stellingen hebben opgeleverd, toen er lijders in een
vergevorderd stadium heen gezonden werden.
Thans echter verwijst men alleen beginnende lijders,
en dit wordt met zorg gecontroleerd, naar die inrich
tingen. Niettegenstaande dat bestaan die teleur
stellingen zeker nog.
Leest men echter de statistieken der sanatoria, dan
ziet men dat de uitkomsten, dank zij de goede con
trole, vrij bevredigend kunnen worden genoemd. Het
grootste deel der patiënten toch wordt veel verbeterd
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Maart 1908. 61
of genezen ontslagen. Het groote voordeel voor de
minderbedeelden is bovendien hierin gelegen dat zij
tijdelijk aan hunne omgeving worden ontrukt en dat
zij vinden, wat zij thuis niet hebben. Wanneer die
menschen dan terugkomen is hun weerstandsvermogen
grooter geworden. Hetzelfde bezwaar heeft men wel
ingebracht tegen de vacantie-kolonies. Men zeide
kinderen worden uit hunne omgeving gerukt en ver
wend.
De ervaring leert echter dat de kinderen, die drie
weken genieten, terugkomen met een verhoogd weer
standsvermogen en dat zij er dan naar verlangen wêer
naar huis terug te gaan. Dit is het voordeel van
een maatregel van sociale hygiëne, dat eveneens van
sanatoria wordt gezien.
Spreker zou zoo mogelijk den heer Burger wen-
schen te bekeeren.
De heer Besuijen heeft geen lust over deze zaak
met den heer Baart de la Faille te debatteeren, daar
voor staan spreker en dat raadslid nu te dicht bij
elkaar. Spreker doet echter opmerken dat hij niet
heeft gezegd, dat de sociaal-democraten alleen den
strijd tegen de tuberculose voeren. Wel degelijk
heeft hij er bijgevoegd dat de sociaal-democraten niet
alléén de f 10000.subsidie van de Staten er door
konden halen.
Het Friesch Sanatorium is gegeven door iemand
uit de bezittende klasse. Wie zal dat tegenspreken.
Beweerd is dan ook dat men lid der bezittende klasse
zijn kan en een medelijdend hart kan hebben.
Het doet spreker genoegen te kunnen constateeren
dat de strijd nu gaat tegen de kleine meerderheid
van het Dagelijksch Bestuur. Spreker wenscht op te
merken dat de heer Baart de la Faille te ver gaat
met te beweren, dat ieder zich aangordt in den strijd
tegen de tuberculose. Dit is er ver af. Als wij toch
opmerken hoe lang de wet op den nachtarbeid uit
blijft, hoe slecht de woningwet wordt uitgevoerd, dat
de 10 uren werkdag op zich laat wachten, dan ziet men
wel, dat die strijd meer in woorden geschiedt dan met
de daad. Herinnert u den tegenstand van de heeren
Lohman, Heemskerk etc., tegen de eerste post van
f 10.000.uitgetrokken op de Staatsbegrooting, ter
bestrijding der tuberculose.
Platonische liefdesuitingen, maar niets geven was
parool.
Zoo is het ook met den heer Beucker Andreae.
Met zijn mond betuigt hij sympathie maar hij heeft
er geen geld voor over. Dat is het geval met den
heer Burger die klaarblijkelijk ook al wachten wil tot
alle geleerden het eens zijn over de beste verpleeg-
methode. Stel, een familielid is erg ziek en de dokter
zegtik zal je een zeker soort pillen voorschrijven.
De Mr. in de rechten heeft echter vernomen dat de
geleerden het onderling nog niet eens zijn over de
vraag of er niet een doelmatiger pil te maken zou
zijn. Zal hij dan zeggen zoolang ik de zekerheid
omtrent de betere pillen niet heb, geef ik de voor
geschreven pillen niet in
Met den heer van Messel is het moeilijk debatteeren.
Waar hij zegt: het gemeentebelang is er niet bij
betrokken, is dat precies hetzelfde alsof hij zegt
bet kan mij niet schelen of die 400 menschen
een verhoogden levensduur hebben. Hij schijnt
het gemeentebelang alleen af te meten met den
zilveren duimstok.
De heer Schoondermark meent dat iets, omdat het
wordt weerlegd, belangrijk moet zijn geweest. Een
zonderlinge stelling, waarop evenwel niet behoeft te
worden ingegaanhij erkent immers dat het eenig
argument van Burgemeester en Wethouders verslagen
is, want iets wat weerlegd is, bestaat niet meer.
Bovendien is het heel vreemd dat de heer Schoon
dermark het met den heer Burger eens is en diens
argument, het argument noemt. Waarom staat dan
dat argument niet in het prae-advies „Roerende
eenstemmigheid tusschen u en mij", zegt de heer
Schoondermark tot Mr. Burger. Maar de laatste begon
met op te merken dat hij het volstrekt niet met het
standpunt van Burgemeester en Wethouders, dus dat
van den heer Schoondermark, eens was. Mr. Burger
heeft eenvoudig zijn ongeloof in sanatoria gelucht.
Ook zegt de heer Schoondermark dat het belang
op verschillenden prijs wordt geschat. Niemand heeft
evenwel gezegd: ik acht het belang zoo hoog. Spreker
zelf heeft gedacht, kouden wij maar meer geven. Hij
heeft echter nagegaan hoe ver de gemeente naar haar
krachten kan geven en waarvoor zoo ongeveer een
meerderheid zou kunnen stemmen.
Spreker heeft een schrijven bij zich, waaruit blijkt
dat men niet met /3000.klaar komt.
Dr. Ruitinga schrijft
„Als zij op den datum blijven staan, zullen wij den
arbeid moeten opgeven. Ik zie geen kans 20.000.
zoo spoedig bijeen te krijgen, dus is er gevaar voor
intrekking van het aanbod." De lezing van de be
grooting door den heer Komter heeft geen zin. Het
eenmaal begroot bedrag moet er komen om het aanbod
te kunnen vasthouden, komt dat niet bijeen, dan zijn
de schenkers wederom vrij.
De heer Beucker Andreae heeft gezegd dat do
ligging slecht is. Spreker meent dat men die zaak
aan de doktoren moest overlaten nu evenwel de heer
van Messel triumphantelijk uitroept: „dat is niet
weerlegd," kan spreker tegenover de woorden van den
heer Beucker Andreae als leek geuit„De ligging is
slecht," zijn leekewoorden stellen „De ligging is goed."
Wat is men nu verder? Wie zal men nu als autoriteit
op dit gebied beschouwen Beter schijnt het spreker
voor te lezen wat Dr. Donath over Herema-State
schreef
„Bij gelegenheid van een fietstocht door Friesland
in de vorige week, bezocht ik o.a. ook „Herema-
State", dat door collega Driessen en echtgenoote te
Joure is beschikbaar gesteld, teneinde tot Sanatorium
voor longlijders te worden ingericht. Ik wil zeer gaarne
voldoen aan Uw verzoek, om mijne meening te zeggen
omtrent de geschiktheid van dit landgoed voor het
beoogde doel.
En dan moet ik verklaren, dat ik verbaasd heb
gestaan, toen ik vernam, dat er niet alleen weinig
samenwerking gevonden wordt tusschen de autori
teiten in de provincie en dat niet alle Friezen zich
hebben ingespannen, een ieder naar zijne krachten,
om in het midden van de provincie eene inrichting
tot stand te brengen, waar onvermogende tuberculose
lijders, in de nabijheid hunner familieleden kunnen
worden verpleegd, maar dat er zelfs tegenwerking
wordt ondervonden van personen, van wie men dit
niet zou verwachten.
Wat is het jammer, dat men zulk een mooie plek
grond, van 7,5 hectare groot, met hoogopgaand hout,
voor bovengenoemd doel wellicht van de hand zal
moeten wijzen, wegens gebrek aan samenwerking en
daardoor gebrek aan geld en omdat men te veel op
de bezwaren het oog vestigt. Hoeveel ongelukkige
stumperds, die nu in on-hygiënische woningen in de
Friesche steden en zelfs op het platte land een prooi
worden van hun ziekte, zouden daar in de gelegenheid
gesteld kunnen worden, om onderwijs te ontvangen
in de gezondheidsleer en daardoor de lessen op
hun eigen lichaam toepassende hun ziekte met
succes kunnen bestrijden. Ik ben er zeker van, dat
er velen niet naar een Sanatorium gaan, omdat ze
daardoor zoo ver van huis verwijderd worden. Ook
onder degenen, die „Herema-State" zouden moeten
bevolken het moet immers een goedkoop Volks
sanatorium worden zijn er stellig velen, die de
verwijdering van familieleden en het vertrek uit dorp