Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag '26 Mei 1908. 111
110 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Mei 1908.
Hiertoe wordt besloten en art. 8 aldus gewijzigd
met algemeene stemmen aangenomen.
Art. 9.
De heer Besuijen is van oordeel dat men op de
coupons kan drukken „betaalbaar 30 Juni en 31
December," waarmee de kwestie zou zijn opgelost,
Laat men het aan de uitvoering overlaten.
De heer G. W. Koopmans doet opmerken dat in de
laatste alinea niet is omschreven, hoe de overschrijving
zal plaats hebben bij echtscheiding.
Do heer Beekhuis gelooft dat de heer G. W. Koop-
mans gelijk heeft. Vergelijkt men dit artikel met de
3e alinea van art. 15, dan spreekt het van zelf dat
ook de coupons daar betaalbaar moeten zijn.
De heer van Messel heeft niet geweten dat men in
Amsterdam een leeningsplan voor Leeuwarden moet
goedkeuren.
De Amsterdamsche kassiers verdienen er aan en
zullen rekening houder, met hun eigen voordeel. De
vraag is voor sprekerloopt de gemeente risico
Dn dan antwoordt hij zeker.
De heer G. W. Koopmans zou wel even willen infor-
meeren bij een specialiteit, of opname van die clausule
noodzakelijk is. Spreker is voor opname in de offi-
ciëele beursnoteering, doch daar Burgemeester en
Wethouders omtrent de gestolde voorwaarden geen
besliste zekerheid hebben, meent hij op schorsing te
jnogen aanhouden.
De heer Besuijen is, afgezien van de vraag of de
betaalbaarstelling in Amsterdam van invloed is op het
verkrijgen eener officiëele noteering, er voor dat dit
geschiedt. Hij begrijpt niet dat een groot koopman
als de heer van Messel hier spoken ziet op klaar
lichten dag. Risico loopt ieder, die met geld om
gaat en dus ook de gemeente eiken dag, maar die
risico is in deze gering.
Spreker is van oordeel dat de leening beslist duur
der zal komen als Amsterdam geschrapt wordt. Het
voordeel aan betaalbaarstelling te Amsterdam ver
bonden, zal wel grooter zijn dan de risico, die de ge
meente loopt, in een premie uitgedrukt.
De heer G. W. Koopmans meent dat de heer Besuijen
die risico te klein voorstelt. Stel dat de obligatiën te
Amsterdam betaalbaar zijn en de gemeente b.v. tegen
1 Juli 20,U00.naar Amsterdam zendt, dan is het
pog de vraag of de uitgelote obligatiën allen op 1
Juli worden aangeboden. Zeer dikwijls geschiedt dit
later. Niet iedere verzilverde obligatie wordt direct
overgezonden. Een en ander zou aanleiding kunnen
geven tot beleening of in prolongatie geven van zoo
danige stukken.
Werkelijk zit er in de practijk geen geringe risico aan
vast. Dit moet niet kunnen geschieden en daarom
pou spreker willen lezen
de verschenen coupons zijn betaalbaar bij den ge
meenteontvanger te Leeuwarden.
Dit amendement wordt ondersteund en verworpen
met 13 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Wilhelmij, Lautenbach,
van Messel, de Jong, Zandstra, G. W. Koopmans
en Krijgsman.
Tegen de heeren Oostorhoff, Beucker Andreae,
Duparc, Hartelust, Besuijen, Burger, Schoondermark,
Beekhuis, Komter, van Ketwich Verschuur, Menalda,
Haverschmidt en Baart do la Faille.
Het gewijzigd art. 14 wordt mot algemeene stemmen
aangenomen.
Art. 15.
De heer van Messel stelt voor, de 3e alinea te lezen
.,do uitgelote obligatiën zijn den len Juli botaal-
„buar ten kantore van den gemeente-ontvanger te
I .„Leeuwarden."
Spreker meent dat de betaalbaarstelling van uit-
I gelote obligatiën niet met de noteering heeft uit te
I staan.
I Dit amendement wordt ondersteund en maakt een
I onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Komter zal kunnen volstaan met te refe-
reeron aan hetgeen door hem bij art. 14 is gezegd.
Alleen wenscht hij daaraan nog toe te voegen, dat
de obligatiën der groote leening van 1906 ook te
Amsterdam betaalbaar zijn gesteld en dat zulks in de
sedert verloopen 12 jaar tot geen bezwaren aanleiding
heeft gegeven.
De heer van Messel herhaalt dat de betaalbaarstel
ling der coupons en uitgelote obligatiën voor zoover
hem bekend, niets met de noteering te maken heeft.
Spreker vraagt waarvoor de Raad ter behandeling
van het plan samengeroepen is, als het reeds door
Amsterdam goedgekeurd is ware dit den Raad vóór
de behandeling medegedeeld, dan had daardoor het
inschrijvingsdebat vermeden kunnen worden. Door den
heer Komter was nog medegedeeld dat door hem de
lijn van vroeger is gevolgd dit motief valt spreker
van dezen Wethouder zeer tegen men dient toch met
de tegenwoordige tijdsomstandigheden wel degelijk
rekening te houden.
Aan den heer Besuijen doet spreker opmerken, als
menig groot koopman in den laatsten tijd wat omzich
tiger had gehandeld er zeer zeker wat minder onge
lukken waren gebeurd.
Het zou spreker werkelijk tegenvallen, indien de
Raad zoo gemakkelijk zal heenstappen over de finan-
cieele bezwaren, waaraan de gemeente zich bloot stelt.
De Voorzitter wenscht nog een enkel woord te
spreken naar aanleiding van de zooeven gebezigde
zinsnede, dat het wel schijnt „alsof de Amsterdam
sche heeren den Raad van Leeuwarden regeeren."
Uit alles is, naar het spreker voorkomt, duidelijk ge
bleken dat de Raad er prijs op stelt, dat te zijner tijd
zijne leening in de officieele noteering zal worden
opgenomen.
Welnu, om dit te bereiken, moet men voldoen aan
zekere voorwaarden en zich onderwerpen aan de be
palingen die ter zake door de Vereeniging voor den
effectenhandel te Amsterdam zijn gemaakt. Waar
Burgemeester en Wethouders die bepalingen niet in
allen deele kenden, hebben zij hun ontwerp opge
zonden naar de directie der Kasvereeniging en haar
gevraagd of aan de leening, zooals die in het plan
was ontworpen, eene officiëele noteering te beurt kon
vallen. Niets meer en niets minder is geschied en
behoorde ook te geschieden. De heer van Messel
weet dit natuurlijk even goed als spreker en zijne
uitval moet hem dus in het vuur zijner rede zijn
ontglipt.
Het amendement van den heer van Messel wordt
verworpen met 14 tegen 6 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Wilhelmij, Lautenbach,
van Messel, Zandstra, G. W. Koopmans en Krijgsman.
Tegen de heerenOostorhoff, Beucker Andreae, Dupa re,
Hartelust, de Jong, Besuijen, Burger, Schoondermark,
Beekhuis, Komter, van Ketwich Verschuur, Menalda,
Haverschmidt en Baart de la Faille.
Artt. 15 en 16 worden met algemeene stemmen
goedgekeurd.
Hot leeningsplan in zijn geheel wordt thans met
algemeene stemmen vastgesteld, en het adres van A.
Bloembergen en Zonen's Bank voor kennisgeving
aangenomen.
3. Rapport der commissie, heiast geweest met liet
onderzoek van eene wijziging van- e>i een voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot het doen van af- en
overschrijvingen op de gemeentebegrooting, dienst 1907.
Do conclusie van het rapport om do voorgestelde
wijziging, bonevens de af- en overschrijvingen goed
te keuren, wordt mot algemeene stemmen aange-
De opmerking van den heer G. W. Koopmans is
zeer juist, zegt de heer Burger. Maar er is meer:
de eigendomsovergang bij versterf is met den naam
„overdracht" niet juist aangeduid. In deze fout ware
te voorzien en tegelijk aan de opmerking van den
heer Koopmans tegemoet te komen door na „nemer"
te lezen bij anderen eigendomsovergang.
De heer van Messel vraagt wat de heer Burger
verstaat onder een voldoend door den verkrijger te
leveren bewijs. Spreker zou daarom willen lezen
„acte van erfrecht."
De heer G. W. Koopmans stelt voor te lezen na
„nemer" „bij anderen eigendomsovergang op voldoend
door den verkrijger te leveren bewijs, ter beoordeeling
van Burgemeester en Wethouders."
Dit amendement wordt ondersteund en maakt een
onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer van
Mossel een amendement is ingediend luidende
„de ondergeteekende stelt voor to lezen achter de
„woorden „van den nemer", bij eigendomsovergang
„bij versterf of door den verkrijger te leveren acte
„van erf."
Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt
alzoo geen onderwerp van beraadslaging uit.
Het amendement van den heer G. W. Koopmans
wordt met algemeene stemmen aangenomen, waarna
art. 9, aldus gewijzigd, eveneens met algemeene stem
men wordt vastgesteld.
De artikelen 10 13 worden met algemeene stem
men aangenomen.
Art. 14.
De heer G. W. Koopmans zegt dat art. 13 bepaalt
dat de aflosbaar gestelde obligatiën geen rente meer
dragen van den dag af dier aflosbaarstelling. Tn art.
14 nu staatde coupons, mits niet tot een aflosbaar
gestelde obligatie behoorende, zijn betaalbaar enz. In
April nu wordt een obligatie uitgoloot. Aan dat stuk
zit een coupon op 1 Juli betaalbaar. Volgens den
letterlijken zin van dit artikel zou deze coupon niet
moer kunnen worden betaald. Spreker zou daarom
de woorden „mits niet tot een aflosbaar gestelde
obligatie behoorende," willen schrappen omdat art.
13 de gemeente reeds behoedt voor te veel rente
betalen.
Do heer Komter doet opmerken dat een in April
uitgelote obligatie op 1 Juli aflosbaar is. Tot dien
datum wordt rente betaald en latere coupons zijn
waardeloos.
Het komt hem voor, dat dit vrij goed in het artikel
is uitgedrukt.
De heer Burger is het met den heer Beekhuis eens.
De argumenten van don wethouder houden geen
steek. Op 1 Juli is de obligatie aflosbaar en na dien
datum biedt men de coupons aan. Men kan echter
ook met coupons van vorige jaren komen. Die zouden
dan volgens de letter van het artikel niet betaalbaar
zijn. Als men echter leest de „verschenen" coupons
zijn betaalbaar, is de moeilijkheid opgeheven; immers
de coupons van uitgelote obligatiën verschijnen niet
meer na den dag, waarop de obligatie betaalbaar is.
De heer G. W. Koopmans stelt voor te lezen „de
verschenen coupons zijn betaalbaar."
Dit amendement wordt door Burgemeester en Wet
houders overgenomen.
De heer van Messel had gedacht dat de heer Be
suijen het woord zou voeren bij art. 14 en 15. De
bezwaren, door spreker geopperd bij artikel 4, zijn
thans aan de orde; hij acht het onnoodig die te her
halen, en zou hiervoor willen lezende coupons
zijn betaalbaar bij den gemeente-ontvanger te Leeu
warden.
De heer G. W- Koopmans zou de behandeling dezer
zaak voor eenige oogonblikken willen schorsen en
stelt zich disponibel om nog eens te informeeren of
de bewering van den Wethouder, dat n.l. geen officieele
noteering is te krijgen zonder betaalbaarstelling der
coupons in Amsterdam, juist is.
't Zal wel waar zijn dat Amsterdam het concept
leeningsplan heeft goedgekeurd, doch het is ook moge
lijk, dat dit eveneens zou hebben plaats gehad zonder
de bewuste vermelding van de betaalbaarstelling der
coupons enz. te Amsterdam.
De heer Komter antwoordt dat het samenhangt met
de beursnoteering en het gemak der inschrijvers.
Niemand wordt genoodzaakt om met zijne coupons
naar Amsterdam to gaan, maar de gelegenheid moet
er zijn. Burgemeester en Wethouders hebben het
ontworpen plan opgezonden aan de Kasvereeniging
en gevraagd of op dit plan een officieele noteering
is te krijgen. Die vraag is toestemmend beantwoord;
alleen is er op gewezen dat ook de couponbladen in
Amsterdam verkrijgbaar moeten wezen. Wordt nu
een en ander uit het plan gelicht of daarin gewijzigd,
dan schept men allicht nieuwe bezwaren tegen op
name in de noteering.
Wat de risico aangaat, waarop door den heer van
Messel zoo dikwijls is gewezen, die bestaat bijna niet,
want het oversturen van het geld geschiedt per assig-
natie op de Nederlandsche Bank.
De Voorzitter doet opmerken dat het nog niet zoo
zeker is, dat de officieele noteering niet in gevaar
wordt gebracht als er iets uit het ontwerp-plan wordt
gelicht. Dit ontwerp is ter beoordeeling naar een
deskundige te Amsterdam gezonden, uitsluitend met
het oog op de beursnoteering en vast staat nu alleen
dat aan de leening, zooals die nu is ontworpen, geen
officieele noteering zal worden onthouden.