232 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 2 November 1908.
van het gras, waar er zooveel mensclien loopen om
kleine bleekjes te maaien.
Het gras gebruiken zij voor hun vee, of verkoopen
het aan anderen. Waarom kan daar niet eens een
proef mee genomen worden
De Voorzitter doet opmerken dat men het Rengers-
park niet kan vergelijken mot een klein bleekje. Het
park moet zoo netjes mogelijk worden gehouden, bij
bleekjes is dit niet noodzakelijk. Als in een bleekje
het gras maar nu en dan kort wordt gehouden, is
men al tevreden.
Spreker deelt mede dat door den heer Lautenbach
wordt voorgesteld het Rengerspark te laten maaien
tegen de opbrengst van het gras.
Spreker brengt dit voorstel tegelijk met het volgno.
in behandeling.
Als de heer Besuijen goed begrijpt, dan zal er arbeid
worden gevraagd tegen een geringer loon dan nu
gegeven wordt. Nu krijgt de maaier loon en een
beetje gras, dan alleen wat gras en geen loon. Het
gras krijgt dan wat meer waarde omdat het langer
wordt, maar het park wordt minder onderhouden.
De inenschen, die het gras vragen uit de bleekjes, zijn
scharrelaartjes, die meer werk verrichten dan de waarde
die zij ontvangen.
Spreker is van oordeel dat Burgemeester en Wet
houders in deze op den goeden weg zijn, waar zij loon
uitkeeren voor verrichten arbeid.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel-Lautenbach wordt verworpen met 18
tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Gr. W. Koopmans, Lau
tenbach en Wilhelmij.
Tegen de heerende Jong, Zandstra, Besuijen,
Krijgsman, Schoondermark, Oosterhoff, J. Koopmans,
Beekhuis, Feitz, Duparc, Hartelust, Komter, Burger,
Haverschmidt, Menalda, Beucker Andreae, Baart de
la Faille en van Messel.
Volgno. 129 wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 130. Onderhoud van privaten en water
plaatsen f 350.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Besuijen staat aan de zijde van Burge
meester en Wethouders naar aanleiding van het te
berde gebrachte ten opzichte van het verplaatsen van
het urinoir aan den ingang van het Rengerspark
naar de begraafplaats bij het brandspuithuisje. Spreker
acht het niet doelmatig urinoirs buiten de stad te
plaatsen. Spreker hoopt dat Burgemeester en Wet
houders de ooren niet naar de in deze gemaakte op
merking zullen laten hangen.
Spreker hoopt echter ook niet dat Burgemeester
en Wethouders zullen doorgaan met de opruiming.
De actie was gericht tegen de urinoirs als dat bij
Marcus en op het Schavernek. Spreker dringt er
op aan urinoirs met waterspoeling te nemen.
De heer van Messel sluit zich bij den heer Besuijen
aan. Ook hij heeft reeds eenige malen bij de behan
deling der begrooting er de aandacht op gevestigd,
dat de urinoirs door middel van de waterleiding zeer
goed rein zijn te houden. Tegenwoordig laat dat
echter veel te wenschen over. Spreker hoopt dat
Burgemeester en Wethouders het gesprokene in over
weging zullen nemen.
De heer Oosterhoff antwoordt dat door den Directeur
der stadsreiniging 4 urinoirs waren opgegeven die
weinig werden gebruikt of grovelijk misbruikt. Daar
om zijn zij opgeruimd. De opmerking over de urinoirs
in de Boterhoek en enkele andere moet op een mis
verstand berusten, aangezien daar geen urinoirs maar
wel publieke privaten zijn.
Een drietal van deze zijn afgesloten. De twee die
nog al door de schippers worden gebruikt zijn open
gelaten, n.l. in de Ivorenmetersgloppe en de Post-
hoornsteeg.
Volgno. 130 wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 131 wordt goedgekeurd zooals het bij Nota
van wijziging is voorgesteld.
Volgnos. 132137 worden ongewijzigd goedge
keurd.
Vol en o. 138. Bezoldiqinq van beambten (der beqraaf-
plauts) f 1500.
De heer Besuijen wijst op de uitgetrokken persoon
lijke toelage voor den Directeur der begraafplaats.
Dit is bij aanstelling van een nieuwen functionnaris
lastig. Is men van oordeel dat de bezoldiging te
laag is dan moet de verordening worden gewijzigd.
Eischt de betrekking den vollen man, dan is het salaris
te laag. De begrooting ziet er eigenaardig uit met
die personeelo toelagen. Hier een ambtenaar met
zulk een toelage en daar nog een.
Het heeft de schijn of de gemeente het puikje in
dienst heeft en bang is, als er een vacature komt,
iemand te krijgen die minder goed is.
De Voorzitter doet opmerken dat het salaris van
den Directeur der Aigemeene begraafplaats is vast
gesteld op 400600. De tegenwoordige Directeur
is niet in de gelegenheid zijn particuliere zaak naar
behooren waar te nemen. De voorgestelde personeelo
toelage strekt om hem daarvoor vergoeding te geven.
Dat de betrekking den gelieelen man eischt, is niet
absoluut noodzakelijk. De een neemt eeno betrekking
meer a coeur waar dan een ander, hoewel het niet
uitgesloten is, dat deze laatste het toch ook op eene
verdienstelijke manier doet. De betrekking behoeft in
deze niet hooger te worden bezoldigd. De persoon
die het ambt vervult, wel. Dit wettigt een persoonlijke
toelage.
De heer Besuijen is van oordeel dat hetzelfde, wat
Burgemeester en Wethouders willen, kan worden be
reikt door het maximum te verhoogen. Als een even
tueel opvolger zijn taak niet zoo goed behartigt dan
is er voor Burgemeester en Wethouders reden, dien
niet het maximum te geven.
Volgno. 138 wordt aangenomen met 15 tegen 6
stemmen.
Vóór stemmen de heeren Schoondermark, Lauten
bach, Oosterhoff, J. Koopmans, Beekhuis, Feitz, Duparc,
Hartelust, Komter, Burger, Haverschmidt, Menalda,
Beucker Andreee, Baart de la Faille en Wilhelmij.
Tegen de heerende Jong, Zandstra, Besuijen,
Krijgsman, G. W. Koopmans en van Messel.
Volgnos. 139142 worden ongewijzigd goedgekeurd.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 2 November 1908. 233
Voortgezet op Dinsdag 3 November.
Volgno. 143. Jaarwedde van den beursmeester f400.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Messel zegt, dat drie jaren geleden
het salaris van den beursmeester is behandeld. Hij
is begonnen met 200.en toen ter tijd is voorgesteld
het met f 200.te verhoogen. Over het amendement
om het salaris op 500.te brengen, hebben de
stemmen gestaakt, evenals bij de herstemming, zoodat
het amendement niet aangenomen werd.
Dat de arbeid is toegenomen, blijkt uit volgno. 25 der
inkomsten, die met 1000.is verhoogd. De aard-
appelbeurs is intusschen ook naar de Beurs overge
bracht. Over de werkzaamheden en administratie van
den titularis is men alleszins tevreden.
Spreker heeft alle aanleiding, thans voor te stellen
het salaris met 100.te verhoogen.
De Voorzitter deelt mede dat de heer van Messel
voorstelt het salaris van den beursmeester te verhoogen
tot 500.
De heer Oosterhoff antwoordt dat Burgemeester en
Wethouders gaarne instemmen met den lof, die door
den heer van Messel aan den beursmeester is toege
zwaaid, maar zij vinden geen aanleiding tot salaris-
verhooging. Het bezoek en de opbrengst zijn grooter
geworden, maar of daardoor de werkzaamheden groo
ter zijn geworden betwijfelt spreker. Die werkzaam
heden toch kunnen in beurstijd worden verricht. Wan
neer men nu in aanmerking neemt dat de beursmeester
slechts ruim 1 dag behoeft te werken, is een salaris
van f 400.voldoende.
De heer van Messel doet opmerken dat men niet
uit het oog moet verliezen, dat de titularis Donder
dagsnachts om half vier present moet zijn om de
kachels aan te maken. Bovendien moet men wel in
aanmerking nemen dat de Beursmeester veel arbeid
buiten beurstijd moet verrichten. De werkzaamheden
zijn intusschen zeker vermeerderd en waar nu 3 jaar
geleden de stemmen hebben gestaakt over een voor
stel, om het salaris op f 500.te brengen, vindt
spreker, dat er nu wel aanleiding bestaat het salaris
op dat bedrag te bepalen.
De heer Duparc zegt dat het bedrag van de jaar
wedde berust op eene verordening. Men zal daarom
den post niet kunnen verhoogen zonder de verorde
ning te hebben gewijzigd.
De heer J. Koopmans is het met den heer Duparc
eens. Wat de werkzaamheden van den beursmeester
betreft, deze is niet alleen Vrijdags, maar ook Don
derdags en Zaterdags in touw. Spreker zou ook
geen beslissing wenschen te nemen voor de beurs-
commissie is gehoord.
De heer Besuijen wil als hij moet stemmen gaarne
weten waarover hij stemt. Spreker is van oordeel
dat, als do beurmeester inderdaad slechts tweedasen
O
werkt en daarvoor 4.per dag ontvangt, dit vol
doende is, dan zijn er ten minste loonen die eerder
aan verhooging toe zijn.
Do heer Duparc herhaalt, dat de jaarwedde niet
kan worden verhoogd, zoolang de verordening niet
is gewijzigd.
De heer van Messel trekt, naar aanleiding van de
opmerking van den heer Duparc, dat de verordening
eerst moet worden gewijzigd, zijn voorstel in, en geeft
Burgemeester en Wethouders in overweging de ver
ordening in dien zin te wijzigen.
De Voorzitter deelt mede dat de heer van Messel
zijn voorstel heeft ingetrokken. Het maakt derhalve
geen onderwerp van bespreking meer uit.
Volgno. 143 wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Volgnos. 144146 worden ongewijzigd goedgekeurd.
De heer Besuijen stelt voor de vergadering te
verdagen.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer Besuijen
eene motie van orde is voorgesteld, strekkende om
de vergadering te verdagen.
Met aigemeene stemmen wordt deze motie van orde
aangenomen.
De heer Beucker Andreae vraagt het woord om
inlichtingen te verstrekken naar aanleiding van het
geen door den heer G. W. Koopmans is gezegd.
Deze heeft het doen voorkomen alsof het Bestuur
van het Nieuwe Stads-Weeshuis gelden buiten de
administratie houdt, die er wel bij behooren.
Spreker is gemachtigd hieromtrent inlichtingen te
geven. Het fondsje, waarvan sprake was, is op 2
Februari 1815 bij legaat aan het Bestuur van het
Nieuwe Stads Weeshuis vermaakt onder de uitdruk
kelijke voorwaarde „dat men niet gehouden is daar
van eenige verantwoording te doen, aan wien dat ook
zijn moge".
Het bestuur is evenwel gaarne bereid inzage van
die verantwoording te geven, welke inzage naar zijne
meening alléén gegeven kan worden aan Burgemeester
en Wethouders en zulks op grond van art. 179 lett.
f der gemeentewet. Mocht iemand aan sprekers
woorden twijfelen, dan kan hij zich overtuigen bij
den bewaarder van hypotheken, waar het legaat is
ingeschreven op 27 December 1817 deel 9 fol. 19.
De heer Zandstra moet openlijk verklaren, dat hij
nooit aan de goede trouw van de voogden van het
Nieuwe Stads Weeshuis heeft getwijfeld.
De heer G. W. Koopmans zegt dat hij, toen de heer
Beucker Andreae mededeelde dat er een fonds bestond,
waaruit do beambten worden gepensionneerd, zich
verplicht achtte de aandacht erop te vestigen. Spreker
is evenwel door de mededeelingen van den heer
Beucker Andreae tevreden gesteld.
De vergadering wordt thans verdaagd tot Dinsdag
3 November,, 's voormiddags 10 uur.
De vergadering wordt voortgezet Dinsdag 3 No
vember 's voormiddags 10 uur.
De Voorzitter deelt mede dat de heeren Feitz,
Menalda en Beucker Andreae zijn verhinderd de
vergadering bij te wonen.
De heer van Ketwich Verschuur is thans aanwezig.
Volgnos. 147148 worden ongewijzigd goedgekeurd