21 24 244 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 2 November 1908» Voortgezet op Dinsdag 3 November. duwen. Hij weet van te voren dat de voorstellen zullen worden verworpen. Er is echter een ander middel om te maken dat de verschillende eischen, die de georganiseerde arbei ders aan het onderwijs stellen, worden verwezenlijkt. Dit middel is, te zorgen, dat de beweging buiten den Raad, om beter onderwijs te krijgen voor het volks kind, sterker wordt. Als die strooming sterker wordt, zullen de heeren genoodzaakt zijn toe te geven, of zij zullen door anderen worden vervangen. Een ver blijdend verschijnsel is het reeds, dat de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche Onder wijzers een orgaan denkt uit te geven, waarin de ouders op de hoogte zullen worden gesteld van hun onderwijs-eischen. De ouders zullen daardoor en dooi de sociaal-democratische propaganda den strijd voor goed onderwijs voor de arbeiderskinderen krachtiger gaan voeren. Het klassekarakter van het onderwijs komt vooral sterk uit in de hosten en de bevolking der klasse. De volgende cijfers, ontleend aan het officiëele schoolverslag, kunnen tot illustratie dienen. 0 Aantal Salarissen -p, n. Scholen. it j Rer leerling. leerlingen, onderwijzers. le klasse 331 21375.64.27 2e klasse a 243 10425.— 42.90 2e klasse b 1424 37605.— 26.41 3e klasse 1617 42630.26.36 Wat de bevolking aangaat Scholen. Aantal leerlingen. Per klasse. le klasse 331 16 2e klassea 243 10 2e klasse/; 1424 38 3e klasse 1617 43 37 38 Uit deze cijfers blijkt, dat de bourgeoisie voor het onderwijs harer eigen kinderen véél beter zorgt, dan voor het onderwijs der arbeiderskinderen. De bevolking der klassen aan de scholen le klasse is dus ongeveer de helft van die der 3e en 2e klasse/;. Ook in de verordening worden voor de scholen dor le klasse en die der 2e klassea hoogere eischen gestold, dan voor die der 3e klasse en der 2e klasse/;. Het maximum per klasse is voor eerstgenoemdo scholen 30, voor de andere 40 leerlingen. In de scholen der le en 2e klasse a heerscht geen overbevolking, zelfs is aan school no. 2 een klasse van 25 leerlingen ge splitst in 2 parallelklassen. Dit is een maatregel in het belang van het onderwijs en spreker zou deze toejuichen, als zij ook op andere scholen werd toe gepast. Echter zijn aan de scholen der 2e klassede scholen der minvermogenden, van de 38 klassen 13 overbevolkt, aan de scholen der 3e klasse 5 van de 43, dit is van de 71 klassen 18, meer dan 1/5. Meerdere schoolaanbouw is dus noodig. Spreker hoopt dan ook dat er spoedig voorstellen in dezen geest komen. Uit deze cijfers blijkt dat van gelijkstelling van het onderwijs der arbeiderskinderen met die der bour geoisie geen sprake is. Spreker zou nu wel kunnen voorstellen de afschaffing der standenscholen, het resultaat zou niet twijfelachtig zijn. Hij zal het niet eens beproeven. Spreker hoopt dat de sociaal-demo cratische propaganda en de zooeven genoemde plannen van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers er het hunne toe mogen bijdragen om den Raad te dwingen tot betere zorg voor het onderwijs van het volkskind. Het spijt den heer Schoondermark niet, het beeld te hebben gebruikt van het trommelen op de Beurs. Als men toch de rede van den heer Krijgsman na gaat dan zal elk moeten erkennen, dat dit geen manier is om zaken te doen, maar dat het, zooals terecht reeds is gezegd, niets anders is dan de groote trom roeren. De heer Krijgsman is voor den dag gekomen mot statistieken. Dit raadslid beweert n.l. dat de kinderen der rijken f 64.27, die der armen aan de gemeente f 26.36 per kind kosten. Als men zich nu de gemeenschap gaat voorstellen als een cirkel en men verdeelt die in twee segmenten, dan zal dat der belasting betalenden wel verreweg het kleinst zijn. Die belastingbetalenden betalen ook do f 26.36 voor de arme kinderen. Evenals verleden jaar hebben wij nu weer gehoord, dat de hulplokalen niet deugen. Spreker kan daarop niet anders antwoorden dan er wordt aan gewerkt. Wat school 6 aangaat, het is den heer Krijgsman toch zeker bekend, dat er voorstellen tot uitbreiding te wachten zijn. Zoolang school 7 echter nog niet gereed is, is het onmogelijk met deze voorstellen te komen. Tegelijk kan men deze verbeteringen niet uitvoeren, want dan zouden er nog meer hulplokalen moeten komen. Misschien zal de heer Krijgsman nu wel zeggen, dat de Wet houder er zich gemakkelijk afmaakt. Spreker is van oordeel, dat het het verstandigst is om niets meer in het midden te brengen. De heer Krijgsman acht het ook verstandig dat de Wethouder er niet verder op in gaat, want het zou dan toch kunnen gebeuren, dat het den arbeiders kiezers duidelijk werd, wie het best zorgt voor het onderwijs van hunne kinderen. Dat er omtrent de hulplokalen plannen worden gemaakt, gelooft spreker wel. De toestand is echter nog gelijk aan die van verleden jaar, ja aan die van voor 5, 6 jaar. Sommige zijn al 10 jaar in gebruik. Die toestand dient noodzakelijk verbeterd. Dat alles, wat door spreker is gezegd, geen aanleiding voor Burgemeester en Wethouders zal zijn om hunne houding te wijzigen, heeft spreker al gezegd. Hij zal dan ook niet trachten om hun van het klasse standpunt af te halen, maar hoopt dat de drang van buiten af zoo sterk zal worden, dat zij genoodzaakt zullen zijn tot toegeven. De heer Schoondermark heeft gezegd dat het onder wijs der arme kinderen door de bezittende klasse wordt betaald. Als men de consequentie hiervan aanvaardt, komt het daarop neer, dat de bezittende klasse uitsluitend zou profiteeren van alle gemeentelijke inkomsten, die uit hun geld worden getrokkon en de arbeiders van niets anders dan wat zij zelf storten. Dit is de consequontie van hetgeen de heer Schoon dermark heeft gezegd. Spreker ziet uit het ontkennend knikken van den heer Schoondermark, dat deze die consequentie niet aanvaardt. Hij geeft den Wethouder dan ook in overweging in het vervolg dergelijke onzinnigheden niet te zeggen. De kinderen der arbeiders hebben evenveel recht op goed onderwijs als die der bezitters. Het lager onderwijs, zoo staat in de wet, is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering, dus ook van de gemeente. Deze zorg strekt zich nu alleen uit tot de kinderen der bourgeoisie. De cijfers bewijzen toch, dat aan do kinderen der bourgeoisie driemaal zooveel zorg wordt besteed als aan die der arbeiders. Do hoer Baart de la Faille heeft intusschen de vergadering verlaten. De algemeeno beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 209 wordt ongewijzigd goedgekeurd. Volgnos. 210—213 worden ongewijzigd goedgekeurd. Volgno. 214. Kosten van bet instandhouden van schoollokalen en onderwijzerswoningen, 6447.50. De beraadslaging wordt geopend. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 2 November 1908. 245 Voortgezet op Dinsdag 3 November. De heer Krijgsman zegt dat volgens de Memorie van Antwoord de toestand van school 5 door Bur gemeester en Wethouders is besproken. Zij zeggen daarvan „Do toestand van school 5 is daarbij ook besproken „dat dit schoolgebouw thans door de uitbreiding van „de gemeente juist in andere gedeelten en voorziening „dientengevolge aan meerdere ruimte bij de aldaar „gelegen scholen voorloopig intact kan blijven, is ook de meening van de Commissie van Toezicht". Het plan tot verbetering van school 5 schijnt te moeten wachten op meerderen aanbouw in de andere stadsgedeelten. Het schijnt de bedoeling te zijn die school intact te houden. Dit is in strijd met vroegere opvattingen. In het jaarverslag staat „De bekende klachten over school 5, sedert eenige „jaren in onze verslagen vermeld, moesten ook thans „in haar vollen omvang herhaald worden, ware het „niet, dat zij van algemeene bekendheid zijn en nog „dit jaar luide vertolking hadden gevonden in den „Raad". In het prae-advies van Burgemeester en Wethou ders van Mei 1908 staat „Hoewel verbouwing van school 5 een plaats op „het eerlang uit te voeren programma blijft innemen, „was" enz. Zoowel Burgemeester en Wethouders als de Com missie van Toezicht waren in Mei van oordeel dat verbetering van school 5 dringend noodzakelijk was. Dit is nu in strijd met de bewering, dat de school intact kan blijven. De gebreken zijn dikwijls op genoemd. Ze zijn de volgendede luchtschepping in twee lokalen deugt niet, de gehoorigheid hindert, men moet door de noordelijke lokalen heen, om in de zuidelijke te komen 's winters moet 's morgens om 9 uur in den gang het licht al op, de water plaatsen zijn niet behoorlijk afgesloten, er is geen toezicht op die inrichtingen. Dit zijn alle gebreken die noodig moeten worden verholpen. School no. 5 is een school 2e klasse. Er is weer een schrille tegenstelling met school no. 2, waar een speelplaats zal worden gemaakt, die 550.kost. Spreker zou wenschen dat dezelfde zorg zich ook uitstrekte tot de scholen voor minvermogenden. De verbetering kan niet worden uitgesteld tot St. Juttemis. Spreker heeft de oer voor te stellen de volgende motie de Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit plannen bij hem in te dienen tot verbetering van school 5. De Voorzitter deelt mede dat door den heer Krijgs man is ingediend de volgende motie „de Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit plannen bij hem in te dienen tot verbetering van school 5." Spreker zal deze motie tegelijk met het volgno. in behandeling brengen. De heer Schoondormark gelooft dat het niet noodig is tot den Raad het verzoek te richten om de motie van den heer Krijgsman niet aan te nemen. Spreker is overtuigd dat de Raad die motie zal verwerpen naar aanleiding van de mededeelingen, die spreker- den heer Krijgsman reeds vroeger in geheime zitting heeft gegeven. Spreker heeft medegedeeld, waarom Burgemeester en Wethouders het noodig achten, deze zaak voor loopig aan te zien. Uit een economisch oogpunt is het verkeerd veel aan deze school ten koste te leggen. Als de Raad zich die mededeelingen niet herinnert wil spreker ze gaarne herhalen in eene zitting met gesloten deuren. Dit verzoek om de deuren te sluiten wordt onder steund. De Voorzitter laat de deuren sluiten. De heer Krijgsman constateert, na heropening der zitting, dat hem in geheime zitting niet is gebleken dat school 5 met zijn 12 klassen en de sterke over bevolking van tal van klassen op de scholen 2e klasse b en 3e klasse niet dringend moet worden verbeterd en handhaaft zijn motie. Zij wordt verworpen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Zandstra, Besuijen, Krijgsman, Q. W. Koopmans, Hartelust, Burger en van Messel. Tegen de heerenSchoondermark, Lautenbach, Oosterhoff, J. Koopmans, Beekhuis, Duparc, Komter, Haverschmidt, Wilhelmij en van Ketwich Verschuur. Volgno. 214 wordt ongewijzigd goedgekeurd. Volgnos. 215217 worden ongewijzigd goedgekeurd. De heer Krijgsman wenscht in te lasschen een nieuw volgno. 217a Kosten van schoolreisjes /ROC). De Voorzitter deelt mede dat door den heer Krijgs man een voorstel is ingediend, luidende De ondergeteekende stelt voor Volgno. 217a. Kosten van schoolreisjes f 800. De beraadslaging wordt geopend. De heer Krijgsman zegt dat verleden jaar een dergelijk voorstel is verworpen met slechts 4 stemmen voor. Spreker acht zich evenwel gerechtigd thans wederom hetzelfde voorstel te doen. Op bladzijde 133 van het schoolverslag staat „De hoofden der scholen maken er in hunne verslagen „met ingenomenheid melding van, omdat zij voor de I „jeugd een even leerzamen als aangenamen dag hebben „opgeleverd." Die schoolreisjes worden gemaakt op kosten van de leerlingen zelf, de leerlingen sparen er voor. Het oordeel van onderwijsspecialiteiten over deze reisjes luidt gunstig. In Amsterdam wordt veel aan schoolwandelingen gedaan. De resultaten zijn bevre digend, het is in het belang van het onderwijs, dat de leerlingen verschillende zaken door eigen aan schouwing leeren kennen. Waar het zelf betalen nu aan de tusschenscholen al moeilijk gaat, aan de armenscholen is het niet te vergen. Ook in de vergadering van de Vereeniging voor Onderwijsbelangen te Leeuwarden is deze kwestie ter sprake geweest. De heer Bigot, een specialiteit op onderwijs-gebied, zei daarvan „Hij achtte het houden van schoolreisjes het beste „gewaarborgd, zoo ze worden opgenomen in het leer- „plandan vormen ze daarvan een integreerend deel „en kan de gemeente ze bekostigen." Zooals deze materie nu geregeld is, voldoet het niet aan matig gestelde eischen. Het gebeurt vaak dat de onderwijzers aan de scholen voor minvermo genden zelf moeten bijpassen voor kinderen, dis niet kunnen betalen en onvermogenden kunnen in het geheel niet van dit leermiddel gebruik maken. Wonschelijk acht spreker het daarom dat er een bedrag op de begrooting wordt uitgetrokken en hij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 18