246 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 2 November 1908. Voortgezet op Dinsdag 3 November. stelt daarom een bedrag van f 800.voor. Blijkt dit niet voldoende dan kan liet later worden verhoogd. De hoer Haverschmidt zegt dat de heer Krijgsman zich vergist, wanneer hij meent, dat op de zooge naamde kostelooze scholen geen schoolreisjes worden gemaakt. Op de 3e klasse school no. 10 komt dit wel degelijk voor en spreker herinnert zich reisjes naar Harlingen, Beetsterzwaag en Assen. Het aardigste is dat de kinderen het doen van eigen gespaarde centen, die anders versnoept zouden zijn. Op die wijze saamgebracht wordt het reisje veel meer gewaardeerd en spreker zou het geen verbetering vinden, als die uitstapjes in het vervolg door de gemeente werden betaald. De heer J. Koopmans is wel een voorstander van schoolreisjes, maar ziet er bezwaar in daarvoor 800. uit te trekken. Spreker is het met den heer Haver schmidt eens, dat het veel voor heeft wanneer de reisjes worden gemaakt van eigen bespaard geld, maar op de armenscholen kan dit niet. Hij zoo liever een klein bedrag b.v. f 100.of f 200.willen toestaan en bij particulieren trachten het ontbrekende te verkrijgen. Spreker stelt voor in het amendement van den heer Krijgsman omtrent schoolreisjes te lezen f 200. in plaats van f 800. De heer van Ketwich Verschuur heeft intusschen de vergadering verlaten. De heer Krijgsman wijst er nogmaals op dat kin deren van de armenscholen en die, waarvoor f 3.50 schoolgeld wordt betaald, jaarlijks niet 1.kuunen afzonderen. Dit kan van de lage verdiensten van de onders niet af. Spreker wenscht de schoolreisjes te beschouwen als leermiddelen en dan moet de gemeente ze betalen. De heer Schoondermark zal zich tegen verklaren op dezelfde gronden als verleden jaar. Spreker waar schuwt den Raad er op in te gaan. De heer J. Koop- mans heeft er 100.of 200.voor over. De heer Krijgsman vraagt 800.en zegt dat, als het bedrag niet voldoende blijkt, verhooging kan plaats hebben. Als eerst het principe is aangenomen, dan weet men niet waar het bij ophoudt. De heer Lautenbach zou mee kunnen gaan als reeds een begin ware gemaakt met de uitvoering en er kwam te kort. Zelf heeft spreker de verrassende resultaten van schoolreisjes gezien, maar hij zegt, laten particu lieren eerst het praktisch bewijs geven van hun liefde voor het schoolkind, door de hand in den zak te steken. Komt er dan te kort, dan eerst moet de gemeente helpen. Do heer Zandstra zegt dat de heer Schoondermark bang is voor het principe. Door schoolautoriteiten worden schoolreisjes als nuttig erkend. Het principe is echter bevordering van het onderwijs. Het is ae plicht der gemeente dit op de beste wijze te doen. Spreker zou daarom een proef willen nemen. Bevalt het niet dan kan de post weer worden afgevoerd. De heer van Messel zal het amendement van den heer J. Koopmans ondersteunen 1°. omdat het bedrag van 800.door den heer Krijgsman voorgesteld, ook naar sprekers oordeel, te hoog is; 2°. omdat door don hoer Haverschmidt, lid der schoolcommissie, medegedeeld is, dat do schoolreisjes nuttig en goed zijn en reeds door sommige kinderen uit eigen bespaarde penningen gemaakt worden. Spreker meent nu, dat, waar er ook kinderen zijn, aan wie helaas do middelen ontbreken de benoodigde gelden geheel bijeen te brengen, de Gemeente zeker wel als een bewijs van sympathie een bedrag als toeslag daarvoor mag uittrekken. Door den heer Schoondermark wordt er nu wel op gewezen, om voorzichtig te zijn wat het principe aangaat, spreker meent, dat, als de Raad oordeelt, dat een principe nuttig en goed is, het toch moeilijk gaat dit tegen zijne overtuiging in, af te stemmen. Spreker is echter van meening, dat, als voor het bowuste doel later eene te hooge bijdrage wordt gevraagd, de Raad wel zoo verstandig zal zijn, daartegen te stemmen. De heer Komter voelt veel voor het standpunt van den heer Lautenbach. Ook hij zal het nut van school reisjes niet ontkennen. Als de gemeente echter alles voor hare rekening neemt wordt de last in verhouding te groot. Aan den heer J. Koopmans zou spreker willen zeggen, dat als er nu 100.wordt toegestaan, er het volgende jaar geen reden is om een hoogere aanvraag te weigeren. Wanneer de steun der burgerij werd gevraagd, zou spreker dit natuurlijk als particulier genegen zijn te steunen. Mocht blijken dat er een te kort ontstond, dan zou men daarvoor desnoods bij de gemeente kunnen aankloppen. Het komt den heer Beekhuis voor dat het principe het beste kan worden uitgemaakt, door te stemmen over het voorstel-Krijgsman. Het amendement-.J. Koop mans is eigenlijk een water- en melk-amendemenC, waarbij het principe op den achtergrond wordt ge schoven. Eerst moet het principe worden uitgemaakt, en daarna kan eventueel over het voorstel worden gestemd. Spreker zou den heer J. Koopmans willen vragen hoe die 100.of f 200.moeten worden besteed. Zal subsidie worden verleend Waaraan dan Er bestaat toch geen vereeniging. Het idee van schoolreisjes vindt wel weerklank in het gemoed van den heer Burger. De bijdrage van de gemeente moet echter zijn en blijven een bijslag om de reisjes mogelijk te maken. Van don heer Haverschmidt heeft de Raad al gehoord dat er door het particulier initiatief reeds pogingen worden ge daan om schoolreisjes te organiseeren, zoodat aan den eisch van den heer Lautenbach is voldaan. Spreker voelt veel voor het amendement van den heer J. Koopmans. De omschrijving zou dan echter moeten luiden „bijdrage in de kosten van school reisjes". Op die wijze wordt het particulier initatief versterkt. De heer Lautenbach is overtuigd dat, als de onder wijzers zich voor de zaak interesseeren, do beurzen van de ouders wel open zullen gaan. Als zij toch aankloppen voor een dergelijke zaak, zullen zij de harten der ouders stelen. Als dat gebeurt en het mislukt, dan eerst kan men zeggen dat de krachten te kort schieten. Bovendien is het een uitstekend middel, om een band te leggen tusschen do onder wijzers en de kinderen. Die band tusschen school en huisgezin is in Leeuwarden zwak. Dit is het best te bespeuren als het uitreiken van diploma's aan de scholen is. De belangstelling van de ouders staat beneden het vriespunt. Spreker heeft daar andere voorbeelden van gezien. Ouders (boerenarbeiders), die er voor verzuimden en een uur loopcns boven dien er voor over hadden, om te hooren wat de onderwijzer zijn kind voor 't leven meegaf. Hier doet men echter bij voorkeur de dingen van boven af. De gemeentcbeurs is altijd do eerste, in plaats van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 2 November 1908. 247 Voortgezet op Dinsdag 3 November. de laatste toevlucht. Geen wonder dat het particu liere initiatief zoodoende op sterven ligt. De heer Krijgsman is door het amendement van van den heer J. Koopmans niet bevredigd. Spreker beschouwt de schoolreisjes als een leermiddel, even goed als een lei of iots anders van dien aard. Nie mand zal er nu aan denken de helft van de kosten der leiën te laten betalen door particulieren. Spreker ziet dan ook geen enkele reden dat de gemeente de kosten niet op zich neemt. Bovendien is de som van ƒ800.— matig berekend. Op de scholen 3e klasse zijn 1600 kinderen, zoodat dit 0.50 per kind is. De heer J. Koopmans is niet bang voor het principe. Spreker acht schoolreisjes niet alleen een ontspanning, maar hij acht ze ook nuttig. De kinderen kunnen er veel van leeren. Daarom heeft hij dan ook het amendement voorgesteld. Spreker twijfelt ook niet of de onderwijzers kunnen de ingezetenen tot het geven van eene bijdrage opwekken. Er wordt gezegd 200.zal niet voldoende zijn. Dit kan ook het geval zijn als er 800.wordt uitgetrokken. Het hangt er maar van af hoever men die reisjes wil uitstrekken. Spreker wenscht zijn amendement aan te vullen met deze woorden en te beschouwen als bijdrage in de kosten van schoolreisjes. De Voorzitter deelt mede dat het amendement van den heer J. Koopmans nu aldus luidt De ondergeteekende stelt voor in het amendement van den heer Krijgsman omtrent schoolreisjes te lezen f 200.inplaats van 800.en te beschou wen als bijdrage in de kosten van schoolreisjes. De heer Schoondermark zegt dat hij, als de ge meente f 200.geeft, dit beschouwt als te zijn uit gegeven voor een pleizierigen dag. Dan ziet spreker het nut voor het onderwijs niet in. Wil men school reisjes opnemen in het leerplan, dan zou spreker er op willen wijzen, dat de kosten veel grooter zullen worden dan het door den heer Krijgsman genoemde cijfer. De redeneering van den heer Krijgsman, dat de reisjes even nuttig zijn als een lei, gaat niet op, want een lei wordt alle dagen gebruikt. Een school reisje wordt éénmaal per jaar ondernomen. Spreker blijft er bij dat hij het beschouwt als een pleizierige dag. De heer de Jong meent dat de redeneering van den heer Schoondermark niet opgaat. Hij is er nu tegen, echter niet als de schoolreisjes in het leerplan zijn opgenomen. Hieruit blijkt dat de heer Schoon- dormark er niet principieel op tegen is, zooals hij zegt. Nu zegt de heer Schoondermark, dat ze, als ze in het leerplan zijn opgenomen, wel duurder zullen zijn dan 800.—. Moeten we hier nu uit begrijpen, dat de heer Schoondermark tegen is omdat dit voorstel niet duur genoeg is Spreker begrijpt de redeneoring van den heer Schoondermark niet. De heer Hartelust is het niet duidelijk op welko wijze de 200.zullen worden besteed. Wie zal daarvan profiteeren? Spreker zou zich kunnen voor stellen dat er eene vereeniging bestond tot bevor dering van schoolreisjes, die reeds proeven van be kwaamheid had afgelegd op het gebied van organi satie. Een dergelijke vereeniging zou spreker met subsidie willen steunen. Alleen als het op deze wijze wordt bedoeld, zal sprekor voor het voorstel kunnen stemmen. De heer Krijgsman heeft tot zijn groote verbazing van den heer Schoondermark gehoord, dat hij het nut niet inziet van schoolreisjes. Spreker is van dat nut ten volle overtuigdhij is van oordeel dat het geld zeer nuttig kan worden besteed, door er de kosten van schoolwandelingen en kleine wandelreisjes uit te betalen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-Krijgsman wordt verworpen met 13 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Zandstra, Be- suijen en Krijgsman. Tegen de heeren Schoondermark, G. W. Koopmans, Lautenbach, Oosterhoff, J. Koopmans, Beekhuis, Duparc, Hartelust, Komter, Burger, Haverschmidt, Wilhelmij en van Messel. Het voorstel-J. Koopmans wordt aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Zandstra, Besuijen, Krijgsman, G. W. Koopmans, J. Koopmans, Duparc, Burger en van Messel. Tegen de heeren SchoondermarkLautenbach Oosterhoff, Beekhuis, Hartelust, Komter, Haverschmidt en Wilhelmij. Alzoo is besloten onder volgno. 217a f 200.uit te trekken als bijdrage in de kosten van schoolreisjes. Volgno. 218 wordt goedgekeurd zooals het bij nota van wijziging is voorgesteld. Volgnos. 219222 worden ongewijzigd goedgekeurd. De Voorzitter stelt voor de vergadering te schorsen tot 21/4 uur 's namiddags. Dienovereenkomstig wordt besloten. Te 21/i uur 's namiddags komt aan de orde Volgno. 223. Toelage aan de commissie tot wering van schoolverzuim, 150. De heer Feitz is weer ter vergadering verschenen, de heeren Haverschmidt en van Ketwich Verschuur zijn afwezig. De beraadslaging wordt geopend. De heer Krijgsman zegt dat in het verslag der commissie tot wering van schoolverzuim melding wordt gemaakt van 140 gevallen, door de commissie behandeld. In 77 gevallen werd de reden voor onrecht matig vorzuim aangegeven. Spreker heeft den indruk gekregen dat de commissie niet alles doet wat zij kan doen. Spreker is in die meening versterkt door feiten die hem ter oore zijn gekomen. Van school 6 b.v. had een kind x/2 jaar verzuimd, zonder dat de com missie ingreep. Ook komt het voor dat in Februari of Maart de school reeds wordt verlaten, terwijl men het recht daartoe pas in Mei heeft. Ook daar wordt niets aan gedaan. Spreker vraagt of de commissie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 19