270 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 November 1908.
dikwijls schromelijk overdreven wordt en niettegen
staande de aanwezigheid van het aschland juist daar
een der aanzienlijkste stadswijken is verrezen en dat
er arbeidersbuurten zijn gebouwd terwijl door hem
op blz. 309, waar hij de beide bezwaren tegen het
aschland onder de oogen ziet, o.a. wordt gezegd
„dat de hinder, veroorzaakt aan de in zeer wijden
kring daarom wonenden
Uit het bovenstaande blijkt dus ten duidelijkste,
dat de bewering van den voorsteller op blz. 306,
door die van blz. 309 geheel te niet wordt gedaan.
Hij toont dus daardoor zelf aan, dat het aschland wel
degelijk hinder veroorzaakt aan „een wijden kring
van omwonenden."
Spreker blijft dus beweren, dat het voorstel van
den heer Oosterhoff het wegnemen van den hinder
op den achtergrond stelt en meer hoofdzakelijk eene
uitbreiding ten doel heeft.
In de vorige vergadering is er door den heer
Oosterhoff op gewezen dat de zaak van het aschland
weinig belangstelling heeft gewekt bij het publiek,
getuige de leege publieke tribune.
Spreker wenscht hiertegen aan te voeren, dat de
weinig bezette tribune zijn oorzaak niet vindt in
minder belangstelling, doch is toe te schrijven
aan het houden der vergaderingen des 's namiddags.
Niemand heeft dan tijd een uur of drie naar de debat
ten te luisteren. Werden de vergaderingen 's avonds
gehouden, dan zouden deze door meer belangstellenden
worden bijgewoond. Als voorbeeld wijst spreker er
op dat, toen in eene avondzitting do abattoir-kwestie
behandeld werd, het publiek tot op de trappen van
het stadhuis stond.
Spreker zal voorloopig van verdere bestrijding afzien,
maar wenscht zich nog eonige oogenblikken bezig te
houden met hetgeen door de heeren Wilhelmij en
Komter in de vorige vergadering is gezegd.
Door den heer Wilhelmij is er op gewezen dat
financiëele overwegingen hem aanleiding gaven, voor
het voorstel-Oosterhoff te stemmen. Spreker zegt,
dat alle leden natuurlijk eene oplossing wenschen,
die zoo weinig mogelijk financiëele offers van de ge
meente vordert, maar zo moet dan ook tevens eene
afdoende verbetering zijn.
Ook heeft dat geachte lid gewezen op het feit, dat
er bij provisioneelen verkoop van bouwterrein in de
nabijheid van 't aschland hooge sommen zijn geboden.
Dit argument valt spreker tegen.
Een oud vakkenner als de heer Wilhelmij zal het
met spreker eens zijn, dat die sommen eenvoudig
gebaseerd waren op de speculatie, dat de kooper van
een herberg niet buiten die perceelen kon, ten minste
niet buiten het grootste deel daarvan. De uitslag
heeft dat dan ook bewezen.
Door den heer Komter is gezegd dat, als het voor
stel der commissie wordt aangenomen, het belasting
procent zal stijgen tot 4.05. Spreker beweert dat
dit alleen kan dienen tot een schrikbeeld tegen de
aanneming van het voorstel der commissie ad hoe.
Hij is den heer Komter dankbaar voor die waarschu
wing, maar is tevens van oordeel dat het niet kan leiden
tot verdediging van het voorstel van den heer
Oosterhoff.
Ook heeft de heer Komter nog gezegd tot verdedi
ging van het voorstel van den heer Oosterhoff, dat
het berekend is op eene korte periode. Dit zou men
eerder kunnen aannemen als eene bestrijding dan als
eene verdediging van dat voorstel. De Raad zal toch
geen f 60000.voteeren als dit slechts dient voor
eene korte periode en men nog wel de zekerheid heeft,
dat geen afdoende verbetering wordt aangebracht. Waar
wij nu staan tusschen twee voorstellen, dat der commis
sie ad hoe, dat te hooge financiëele offers van de ge
meente vordert, en dat van den heer Oosterhoff, dat
geene voldoende oplossing geeft, veroorlooft spreker
zich een terugblik te slaan op de vergadering van
voor acht dagen. Het spijt hem dan ook dat door
een misverstand de motie-Besuijen is verworpen. Ware
deze aangenomen, dan zou er gelegenheid zijn ge
weest de zaak nog eens nader onder de oogen te
zien. Als spreker de overtuiging bezat, dat èn de Raad
èn Burgemeester en Wethouders aanleiding zouden
kunnen vinden eene dusdanige motie te aanvaarden,
zou hij gaarne bereid zijn weder eene in te dienen.
De heer Haverschmidt zogt zeker geen twee tonnen
gouds te willen geven voor de verplaatsing, die
voornamelijk ten goede komt aan eene naburige ge
meente.
Welke bestemming moet men trouwens geven aan
den grond, die sedert 1689 als mestvaalt gediend
heeft en als bouwterrein derhalve geheel niet geschikt is?
Het plan van Burgemeester en Wethouders om
het aschland te laten waar het is, komt spreker beter
voor en hij zou er zijn stem aan geven, wanneer
geen 35000 gulden werden gevraagd grootendeels
voor uitbreiding, waarvan de noodzakelijkheid door
sommige deskundigen wordt ontkend.
Wel is er een tijd geweest dat men geen weg
wist met ier, maar sedert de ier, vermengd met turi-
strooisel, een zeer gewilde meststof is geworden, die
geregeld wordt afgezet, bestaat dit bezwaar niet meer.
Men bepale zich echter niet uitsluitend tot Noord-
Holland met deze turfmestZwolle heeft het ons al
afgezien en levert ook naar Noord-Holland voor onze
provincie, speciaal voor het Bildt, is dezo mest even
zeer geschikt.
Dat er eene nieuwe brander zal komen vindt spre
ker eene groote verbetering, maar overigens zou hij
gaarne zien dat de Wethouder van zijn verlanglijst
alles ging schrappen, wat met eene uitbreiding in
verband staat, tenzij de noodzakelijkheid daarvan door
dezen kan worden aangetoond.
De Voorzitter heeft bij den aanvang der behande
ling het vermoeden uitgesproken, dat de leden bij
de algemeene beraadslagingen over het voorstel der
commissie ad hoe, niet zouden kunnen blijven buiten
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Spreker stelt, waar de heer van Messel dit voorstel
reeds uitvoerig heeft besproken, voor, de beide voor
stellen te beschouwen als te zijn aan de orde.
Spreker doet echter opmerken, dat hij de verschil
lende voorstellen afzonderlijk in stemming zal bren
gen. Eerst het voorstel der commissie ad hoe. Mocht
dit worden verworpen, dan wil sproker aannemon, dat
zulks, waar het voorstel van Burgemeester en Wet
houders al uitvoerig is besproken, geene aanleiding
zal zijn om over dit laatste voorstel nog algemeene
beschouwingen te houden.
De heer J. Koopmans geeft te kennen, dat geen
van beide plannen zijne sympathie heeft.
Het voorstel van de commissie ad hoe heeft dit
voor boven het plan Oosterhoff, dat het een geheele
oplossing geeft wat den hinder betreft. Het vordert
echter eene uitgaaf van ruim twee ton, wat op zich zelf
geen bezwaar zou zijn, omdat het voor een nuttig
doel is, indien de exploitatie-rekening niet zulk een
groot offer vroeg.
Wel is waar is deze niet zoo hoog als de commissie
in hare berekening aangeeft, omdat zij afschrijving
voor aflossing rekent, doch nog hoog genoeg om tot
het plan over te gaan. Indien men de aflossing als
annuïteitsrekening had opgezet, zou eene aflossing
van 5°/0 voor kapitaal en rente voldoende zijn. De
inrichting bepaalt zich niet enkel tot den opstal,
doch omvat ook den grond en de kanalen. Zoo ge
rekend, zou in plaats van het rentebedrag ad 9472.—
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 November 1908. 271
plus de aflossing van 6763.of 16.235.— het
jaarlijks te betalen bedrag slechts 118.40 zijn, en
de explotatie-rekening met 4 tot 5000.ten goede
komen. Spreker wenscht hiermede niet het voorstel
te vordedigen doch meent billijksheidshalve toch de
aandacht er op te moeten vestigen. Grooter bezwaar
ziet hij in het vervoer van de vuilnis bij gesloten
water.
De commissie heeft wel onderhandeld met de H. IJ.
S. Mij. en het zal per spoor mogelijk zijn. Dit zal
echter zeer kostbaar worden en de exploitatie-rekening
vermoedelijk weer verhoogen. Bovendien zal deze
wijze van werken zeker zeer onaangenaam zijn.
Dezelfde onnauwkeurigheid bij den opzet der reke-
king kleeft ook wel aan het voorstel Oosterhoff, doch
hier zijn de sommen niet zoo groot en springt het
verschil minder in het oog, is althans niet van zoo
grooten invloed.
Met dit voorstel kan spreker overigens nog minder
vrede hebben. Een bevredigende aflossing geeft dit
in het geheel niet. Wanneer het mogelijk ware, zou
spreker gaarne wenschen, dat men de uitbreiding liet
varen en zich enkel bepaalde tot het daarstellen van
een nieuwen brander. Bovendien zou men ook kun
nen overgaan tot het vermengen der compost met
turfstrooisel om aan den hinder tegemoet te komen.
Yoor den bouw van den brander is geen raadsbesluit
noodig, omdat hiervoor een post op do begrooting is
uitgetrokken en in beginsel hiertoe reeds is besloten.
Spreker zou dan ook gaarne eene oplossing hebben
gezien in dezer voege, dat Burgemeester en Wet
houders in de gelegenheid werden gesteld nader te
onderzoeken of op minder kostbare wijze verplaatsing
van het aschland kan plaats hebben.
De heer G. W. Koopmans vindt het noodzakelijk
dat de verplaatsing of de plaatsing van een aschland
geschiedt op een terrein dat aan de gemeente behoort.
Het is altijd sprekers ideaal geweest een aschland
te hebben op zoodanig terrein, hetzij op Wijlaarder-
buren of aan de Greuns, op Oldegalileën of elders.
Dan kan men blijven op gemeente en publiek terrein.
Het spijt spreker daarom ook dat de motie-Besuijen
c. s. in de vorige vergadering is afgestemd.
Dat het aschland zoo mogelijk moet worden ver
plaatst om den hinder, dien het veroorzaakt en omdat
het terrein te klein is, zal niemand betwisten. Nu is
het de vraag op welke manier men eene radicale ge
nezing kan aanbrengen. Niet door het voorstel-
Oosteroff aan te nemen.
Spreker is bevreesd dat men, als dit voorstel wordt
aangenomen, hetzelfde krijgt, als wanneer men een
oud huis vei-betert, n.l. een hokkenboel en niet iets
degelijks. Indien er geen nadere toelichting van den
heer Oosterhoff komt, zal spreker dan ook tegen
stemmen.
Radicale genezing brengt het voorstel der com
missie ad hoe. Doch ook daartegen heeft spreker
bezwaar. In de eerste plaats wat betreft de daarop
volgende verhooging der belasting en ten tweede
om hot contract, dat moet worden aangegaan met de
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij.
Spreker wenscht ook nog het groote bedrag der
koopsom te bespreken.
De termijn, binnen welken het land voor een vast-
gestelden som te krijgen was, was de vorige week
bijna verstreken, doch van uitstel was niet veel ge
vaar te duchten. Spreker kan zich niet voorstellen
dat de onderhandelingen zijn gevoerd op de manier,
waarop spreker zich dit heeft voorgesteld.
Het terrein kan worden verkregen voor f 2200.
per 363/4 are. Spreker meent dat de werkelijke waarde
800.bedraagt. Spreker kan zich de hooge eischen
dan ook niet anders begrijpen dan dat de commissie
wat te veel in het openbaar is te werk gegaan. Aan
den neus van hem die kwam, hebben de eigenaars
kunnen zien dat de aankoop zou geschieden voor eene
gemeente, eene vereeniging, eene vennootschap of
eene andere corporatie. Daardoor kost het dubbel
geld. Spreker wil door dit te zeggen, geen aanmer
king maken op het optreden der commissie, het is
alleen zijne bedoeling om een eventueel later te be
noemen commissie eene vingerwijzing te geven met
wat meer koopmanschap te werk te gaan.
Voorts wordt in overweging gegeven 8 werkmans
woningen te bouwen. Spreker meent te weten dat
er een 70 menschen aan de reiniging zijn verbonden.
Moeten dan die 62 personen alle dagen 2 maal heen
en weer loopen Dit gaat niet aan. Er zullen dus
meerdero woningen moeten worden gebouwd.
Spreker zou nog gaarne omtrent beide voorstellen
eenige nadere toelichting hebben. Mochten zij beide
worden afgestemd, dan kan nog worden overwogen,
wat kan worden gedaan om eene radicale genezing
te krijgen.
De heer Hartelust wil de leden, die verplaatsing
noodzakelijk achten om den veroorzaakten hinder, er
op wijzen, dat vlak bij het aschland staat de
papierfabriek. Spreker wil niet die inrichting zien
verwijderen omdat zij ook hinder veroorzaakt, integen
deel, hij zou wenschen dat er meer dergelijke industrie
in Leeuwarden was. Hij wil er echter op wijzen, dat
zij, die zich al illusies maken, dat bij verplaatsing van
het aschland de hinder zal verdwenen zijn, zich teleur
gesteld zullen zien. Men behoudt de rest, die niet
te verwijderen is. In alle gemeenten heeft men der-
gelijken hinder en men kan toch niet alles verwijderen.
Het is gemakkelijk te zeggen, wij zullen groote
sommen uitgeven, het is moeilijk voor den Wethou
der van Financiën die sommen te vinden.
Bovendien schijnt die hinder voor de gezondheid
niet bijzonder nadeelig te zijn, want de Directeur der
der Stadsreiniging is al een man op leeftijd, en hij
is nog steeds gezond en krachtig. Spreker blijft er
bij dat de hinder overdreven wordt voortgesteld.
De heer Besuijen heeft in de vorige vergadering
veel van het geduld van den Raad gevergd. Spreker
zal niet in herhalingen vervallen. Den vorigen keer
echter he'eft de heer Oosterhoff verteld, dat het publiek
weinig belang stelde in de kwestie van het aschland
en deze bewering gegrond op het feit dat de publieke
tribune leeg was. Thans echter, nu de zaak bekend
is, komen er adressen in met 600 handteekeningen.
De consequentie brengt dus mee te erkennen dat het
publiek wel degelijk belang in de zaak stelt en blijk
baar dien hinder ondervindt. De verbetering, door den
heer Oosterhoff gewenscht, baseert zich op verrui
ming van het arbeidsterreinde hinder bestaat in
don gedachtengang van den heer Oosterhoff slechts in
de tweede plaats. De oplossing om dien weg te nemen,
n.l. bedekking met turfstrooisel, is zoo eenvoudig, dat
men zich moot verwonderen dat dit middel niet eerder
is toegepastmaar daarom is spreker van de doel
treffendheid nog niet overtuigd.
Sprekor wenscht er nog op te wijzen, dat de gemeente
voor het leggen van een brug vergunning moet heb
ben van de gemeente Leeuwarderadeel. Die gemeente
verzet zich natuurlijk met hand en tand daartegen en
zij heeft gelijk, Nu is er opgemerkt, dat er een brug
te maken is direct over de Portmarge. Spreker heeft
echter geïnformeerd en het is hem gebleken, dat een
dergelijke brug van eene zoodanige constructie moet
zijn, dat zij veel meer kost dan de beide op het plan
van den heer Oosterhoff voorkomende bruggen te
zamen.
Spreker is het verder met den heer Hartelust eens
wat betreft diens opmerking omtrent de in het plan-