284 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1908.
in Uwe vergadering van 21 Juli 1908, hebben wij de
eer hiernevens aan U over te leggen een ons door
den Directeur der Gemeentewerken toegezonden rap
port, met bijlagen, aangevende de middelen tot ver
betering van den verschwatervijver aan den Ooster
singel.
Voorop stellende dat wij onzerzijds niet zouden
willen ingaan op het daarin geopperde denkbeeld
om een gedeelte van den vijver te dempen, zouden
wij evenwel den bestaanden filter willen doen ver
wijderen, zonder dezen, gelijk de Directeur der
Gemeentewerken wil, door een nieuwen te doen
vervangen, althans voorloopig niet. Het gevolg van
de wegruiming zal zijn, dat het thans van den vijver
afgescheiden bassin daarmee in directe verbinding
wordt gebracht en derhalve de pomp aan den Ooster
singel het water voortaan rechtstreeks uit den vijver
zal betrekken.
Bij het scheikundig onderzoek van het vijverwater
is gebleken, dat dit organische stof bevat en niet
geschikt is voor drinkwaterde waarschuwing bij de
pomp zal dan ook voorshands geplaatst dienen te
blijven.
Toch kunnen wij in deze omstandigheid geen aan
leiding vinden U andere maatregelen voor te stellen
dan boven door ons aangegeven.
Sedert den aanleg der Leeuwarder waterleiding is
in de waterlevering geen stoornis van eenige beteeke-
nis voorgekomen en mocht zich onverhoopt stagnatie
voordoen, dan zou met het water uit den vijver aan
den Westersingel tijdelijk in de behoefte kunnen
worden voorzien en intusschen maatregelen genomen
kunnen worden voor het in drinkbaren staat brengen
van het water in den vijver aan den Oostersingel.
In de bovenbedoelde vergadering werd voorts nog
aangevoerd, dat de ingezetenen, nu het water uit den
vijver niet voor huiselijke doeleinden gebruikt kan
worden, op andere wijze zouden moeten trachten
water te verkrijgen. Hieromtrent zij echter opge
merkt, dat sedert het inwerkingtreden der Bouwver
ordening vele woningen aan de waterleiding zijn
aangesloten geworden en dat dit getal nog voortdurend
toeneemt, hetgeen genoegzaam blijkt uit het feit dat
van de gelegenheid om water te bekomen uit de
standpijpen op de waterleiding, in de laatste jaren
weinig of geen gebruik werd gemaakt, tengevolge
waarvan deze standpijpen den 1 October j.l. zijn
gesloten.
Wij houden ons overtuigd, dat de vrees, dat te
eeniger tijd gebrek aan drinkwater zou kunnen ont
staan, vrijwel denkbeeldig genoemd kan worden en
met het oog daarop achten wij het niet noodzakelijk
reeds thans groote kosten te maken voor de ver
betering van het water in den vijver aan den Ooster
singel.
Wat de opmerking betreft omtrent de afscheiding
van het terrein om den vijver aan de zijde van de
Weerklank, meenen wij te mogen verwijzen naar het
rapport van den Directeur der Gemeentewerken, waar
uit blijkt, dat het terrein behoorlijk bevredigd kan
worden genoemd.
Onder mededeeling van het vorenstaande hebben
wij dan ook de eer U voor te stellen te besluiten
Burgemeester en Wethouders een crediet te ver-
leenen van ten hoogste 50.voor het verwijderen
van den filter in den verschwatervijver aan den
Oostersingel en voor het aansluiten van de aldaar
geplaatste pomp rechtstreeks op dien vijver.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Baart de la Faille heeft met ingenomen
heid het voorstel van Burgemeester en Wethouders
begroet. Er wordt eene groote verbetering aange
bracht door het wegnemen van den filter, die meer kwaad
dan goed doet. Het is waar dat het water, als het
direct wordt opgepompt, niet voldoet aan de eischen
die men aan drinkwater mag stellen, omdat het or
ganische stoffen bevat, het blijkt echter uit het rapport
der deskundigen, dat de verontreiniging en het gevaar
niet zoo groot is. De Directeur der Gemeentewerken
heeft verzekerd dat de afsluiting aan den kant van
de Hulstbuurt voldoende is. Als het water in ge
bruik wordt gesteld met de waarschuwing er bij dat
het niet geschikt is voor drinkwater, zal de vijver
toch een vrij bevredigende bron van watervoorziening
zijn, en later, in tijd van nood, gemakkelijk voor
drinkwater geschikt zijn te maken. Spreker vraagt
of, nu de filter wordt opgeruimd, ook zal verdwijnen
het bassin van beton, dat een te waardeeren mond
voor den vijver is, waardoor het water gelegenheid
heeft om eenigszins door bezinking van vaste stoffen,
gezuiverd in de pomp te komen. Spreker zou het
daarom betreuren als het bassin ook werd opgeruimd.
Is het de bedoeling om alleen den filter weg te nemen
De Voorzitter kan de laatste vraag van den heer
Baart de la Faille bevestigend beantwoorden. Het
is de bedoeling alleen den filter op te ruimen en de
betonlaag te laten bestaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van 8. H. de Jong te Heeg, om hem ont
heffing te verleenen van de betaling der boete wegens het
te laat opleveren van de door hem aangenomen timmer
werken ten behoeve van de uitbreiding der gasfabriek.
Dit prae-advies luidt als volgt
Om prae-advies is naar ons gerenvoyeerd een van
den 28 October 1.1. gedagteekend adres van S. H.
de Jong te Heeg, aannemer van het maken en leveren
van kozijnen, deuren, ramen en lijstwerken ten be
hoeve van de uitbreiding der Gasfabriek, dat den 1
Juli van dit jaar voor f 1530.is aanbesteed. Adres
sant is in gebreke gebleven op de bij het bestek
bepaalde tijdstippen aan zijne verplichtingen te hebben
voldaan, zoodat door ons de boete, die hem met
toepassing van art. 2 van het contract moest worden
opgelegd, op f 2112.berekend is.
Gelijk de Directeur der Gemeentewerken, wiens
advies wij ter zake hebben ingewonnen, opmerkt,
heeft deze vertraging, hoewel eenigen hinder, niet
bepaald schade aan de gemeente toegebracht. Boven
dien is zij door de ongesteldheid van den aannemer
mede veroorzaakt.
Ons met het voorstel van den Directeur vereeni-
gende, naar wiens hierbij gevoegd schrijven wij voor
het overige verwijzen, geven wij U in overweging
te besluiten
aan S. H. de Jong te Heeg, aannemer van het
maken en leveren van kozijnen, deuren, ramen en
lijstwerken ten behoeve van de uitbreiding der Gas
fabriek, van de hem met toepassing van art. 2 van
het desbetreffend contract opgelegde boete ad f 2112.
in zooverre kwijtschelding te verleenen, dat deze tot
f 50.— wordt verminderd.
De beraadslaging wordt geopend.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1908. 285
De heer van Ketwich Verschuur doet opmerken dat
do Jong timmerwerk aan de gasfabriek heeft aange
nomen voor de som van f 1530.en dat hij eene
boete heeft verbeurd van f 2112.—.
Nu heeft spreker in het advies van den Directeur
der Gemeentewerken gelezen, dat de man door zijn
houtleverancier niet goed is behandeld, dat hij door
ziekte zeer ongelukkig is geweest en dat door de te
late levering weinig hinder is veroorzaakt.
De Directeur stelt dan ook voor om de Jong geheel
van de boete te ontheffen, subsidiair hem f 50.te
laten betalen. Burgemeester en Wethouders zijn op
die f 50.boete ingegaan.
Spreker stelt evenwel voor de Jong geheel van de
boete te ontheffen. Indien vaststaat, zooals de
Directeur schrijft, dat de man door zijn houtleveran
cier slecht is behandeld en door ziekte zeer onge
lukkig is geweest bij dit werk, terwijl hij als kleine
baas zelf daaraan medewerkte, dan zijn er omstandig
heden aanwezig, die deze geheele ontheffing wettigen.
De heer Harielust heeft het voorstel gelezen en den
indruk gekregen, dat de Jong, als werkelijk de boete
werd toepast, geruïneerd zou zijn. Spreker kan zich
vereenigen met het humaniteitsgevoel dat voorgezeten
heeft bij het voorstel om de boete te bepalen op
f 50.—. Er wordt hierdoor echter een gevaarlijk
precedent geschapen.
Bij den bouw van de gasfabriek toch is alles in
het werk gesteld om geen vertraging te krijgen. Om
mogelijk te maken dat verschillende werken op den
bepaalden tijd konden worden opgeleverd, heeft de
Baad groote sommen gevoteerd. Bij publieke aan
besteding nu is het werk gegund aan de Jong voor
f 1530.—.
De Directeur der Gemeentewerken zegt nu wel, dat
er door de te late oplevering weinig hinder is ver
oorzaakt en spreker voelt wel, dat het voor den
aannemer door zijne ziekte mooielijk is geweest aan
zijne verplichtingen te voldoen, maar hij vraagt als
de heer Wilson eens in een dergelijk geval verkeerde
en er zou stoornis ontstaan in het bedrijf, zou dan
ook deze aannemer met dezelfde clementie worden
behandeld Als nu deze aannemer zoo wordt be
handeld ontstaat het gevaar, dat de gemeente ook
met anderen te doen krijgt, die in gelijke omstandig
heden verkeeren.
Het is gemakkelijk te zeggen, dat de houtverkooper
den man niet goed heeft behandeldde hoer Wilson
kan zeggen, dat zijn leverancier van pijpon hem
verkeerd heeft behandeld. Dit is een argument waar
spreker weinig om geeft. Hij zal echter stemmen
vóór het voorstel van Burgemeester en Wethonders.
De heer van Ketwich Verschuur doet opmerken,
dat de boete moet worden beschouwd als straf voor i
nalatigheid of onwil. Er moet dus schuld zijn.
Daar geen van deze beide elementen aanwezig is,
meent spreker dat elk motief voor boeteoplegging
vervalt. De heer Hartelust zegtals de heer Wilson
zoo iets overkomt, wat zal er dan gebeuren Deze
vergelijking gaat, als trouwens alle vergelijkingen,
mank. Voor den heer Wilson met zijn staf van onder
directeuren, opzichters en een groot getal werklieden
kan toch dadelijk bij ziekte een ander in de plaats
treden, wat niet het geval is met de Jongdeze is
een kleine baas. Elk geval moet dan ook bij boete
oplegging op zich zelf worden beschouwd, zoodat
spreker van oordeel is, dat ook dit geval geen ante
cedent schept. Wat betreft de slechte behandeling
door den houtleverancier, die is niet alleen gezegd,
maar ze staat, volgens het rapport van den Directeur
der Gemeentewerken, vastdie Directeur heeft dit
geconstateerd de Jong is niet een groote werkgever
als de heer Wilson, hij moet zelf mee aanpakkon.
Spreker vindt dan ook alle aanleiding hem van de
betaling der boete te ontheffen.
De heer Harielust repliceert dat door den heer van
Ketwich Verschuur is gezegd, dat er schuld moet
aanwezig zijn om boete te kunnen toepassen. In elk
bestek wordt voor te late oplevering eene boete vast
gesteld. Wordt nu de boete niet toegepast, dan kunnen
zich de volgende omstandigheden voordoen. Aan
nemers, die er mee bekend zijn zullen zeggen, je
behoeft niet bang te zijn voor de boete, zij wordt toch
niet toegepast. Zij rekenen er op met inschrijven.
Andere aannemers, die daar niet mee bekend zijn,
zullen op de boete rekenen en daardoor hooger in
schrijven, tengevolge waarvan zij het werk niet krijgen.
Spreker voelt wel, dat de Jong een kleine man is,
maar hij vraagt of het dan voor de gemeente
niet voorzichtiger ware geweest niet met zoo'n klein
mannetje te beginnen. Zulko kleine aannemers hebben
geen weerstandsvermogen en kunnen zich ook niet
laten vervangen. Door de te late oplevering is
gelukkig geen stoornis in het bedrijf veroorzaakt,
het had ook even goed kunnen gebeuren, dat dit wel
het geval geweest ware. Het zou dan ook overweging
verdienen om, alvorens met zoo'n kleinen aannemer
te beginnen, te informeeren of hij eenig weerstands
vermogen bezit en zich in geval van ziekte kan laten
vervangen.
De heer OosterhofF zegt dat Burgemeester en Wet
houders niet veel hebben te antwoorden op het door
de heeren van Ketwich Verschuur en Hartelust ge
sprokene. De heer Hartelust echter vergelijkt twee
zaken, die niet met elkander te vergelijken zijn.
Ziekto van den heer Wilson zal geen stoornis in de
werkzaamheden tengevolge hebben.
Bij de beoordeeling van dergelijke zaken is de juiste
maatstaf of er ook schade aan de gemeente is ver
oorzaakt.
Wat de opmerking betreft, dat Burgemeester en
Wethouders, als zij met kleinere aannemers te doen
krijgen, eerst moeten informeeren, kan spreker mede-
deelen, dat naar de Jong is geïnformeerd en dat de
resultaten daarvan gunstig waren. Hij had in zijne
gemeente ook werk ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders verricht. Hem echter geheel vrij te
stellen acht spreker niet gewenscht. Door zijn verzuim
toch is wel eenige hinder veroorzaakt. Men heeft
n.l. de gebouwen niet zoo spoedig kunnen afwerken
als men wilde.
De heer Du pare meent te moeten weerspreken de
meening, dat de gemeente door de te late oplevering
geen schade heeft geleden. Direct mag dit niet het
geval zijn geweest, indirect kan de gemeente hier
schade hebben geleden. Is toch de termijn voor de
oplevering van een werk ruim gesteld, dan zullen de
inschrijvingen zeker lager zijn, dan bij het vaststellen
van een korten tijd, en licht mogelijk zouden de
inschrijvers op het onderwerpelijk werk een lager
bedrag hebben gesteld, indien zij een termijn hadden
gehad, binnen welken thans het werk is opgeleverd.
Ofschoon spreker, in het algemeen, krachtig wil
optreden tegen aannemers, die het werk te laat op
leveren, zal hij met het oog op de opgegeven bijzondere
omstandigheden van den aannemer in dezen genade
recht laten gelden en daarom voor het voorstel
De beraadslaging wordt gesloten.