820 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1908. van toepassing is wat de heeren wijzen, moeten de gekken prijzen. Men zou krijgen een korps menschen met slappe ruggen, hielelikkers, in één woord, een gedemorali seerd korps of men kweekt in de lagere rangen een uitermate slechten geest, die voert tot obstructie, stil gekanker, leidende tot anarchie en uitbarsting. Nu kan het niet waar zijn dat met een dergelijk korps de belangen der gemeente gediend zijn. Stelt men daar tegenover eene behoorlijke poging tot over leg en overeenstemming, dan zal er kunnen komen een gevoel van wederzijdsche waardeering, de arbeiders zullen zich meer mensch en dus waardiger voelen. Zij zouden zich meer zelfbewust en vrij voelen en daardoor hun arbeid beter verrichten. Dit zou in het belang der gemeente zijn. De Voorzitter zal bij het handhaven van zijn standpunt het tegenovergestelde bereiken van wat hij meent. De heer Beekhuis zal niet in den breede uitweiden over onderdeel I van het voorstel-Burgor. Spreker staat voor zooverre op hetzelfde standpunt als de Voor zitter, dat hij n.l. de verhouding tusschen de gemeente als werkgeefster en hare werklieden eene andere acht dan die tusschen een particulieren werkgever en zijne arbeiders. Spreker wil echter wijzen op een practisch bezwaar. De heer Burger heeft gezegdals de arbeiders in de gelegenheid zijn geweest hunne aanmerkingen te maken en zij doen het niet, dan staat de Raad sterk tegenover hen, want dan kan hij zeggen gij hebt de regeling aanvaard. Indien zij echter wel aanmer kingen maken, wat zal de gemeente dan doen Zij zal die bezwaren overwegen en indien mogelijk, daar mee rekening houden. Dan is het uitstekend. Als de gemeente dit echter niet doet, wat dan Uit de discussiën in den Raad blijkt het al telkens, dat het tusschen de zich bij voorkeur noemende vertegen woordigers van de arbeiders en de overige raads leden, gewoonlijk niet tot overeenstemming komt. Spreker vreest, dat de verhouding van de arbeiders tot de gemeente, als de weg wordt gevolgd, belichaamd in sub I van het voorstel-Burger, er niet beter op zal worden. Wat het tweede gedeelte betreft, ook spreker wenscht verzending van het ontwerp naar do secties. De maatregol van een sectie-onderzoek is niet willekeurig in het Reglement van Orde ingelascht. Het is practisch. Men krijgt dan rapporteurs, die zelfstandig met voorstellen kunnen komen. Bovendien zijn in de secties Burgemeester en Wet houders tegenwoordig, wat een groot voordeel is. In elke sectie toch is een vertegenwoordiger van het Dag. Bestuur voorzitter. Deze is in staat om den leden alle verlangde inlichtingen te geven. Het komt spreker dan ook voor, dat behandeling in do secties de meest praktische manier van handelen is. Hij zal dan ook tegen het voorstel-Burger stemmen. De heer Menalda vindt het jammer, dat de heer Burger zich niet bepaald heeft tot het tweede gedeelte van zijn voorstel. In theorie mogen de secties voor een dergelijk onderzoek zijn aangewezen, de praktijk leert dat het niet veel beteekent. Do secties toch zijn bijna nooit voltallig en dit is een groot bezwaar voor eene dege lijke behandeling eener zaak. Spreker is, in tegenstelling met den heer Bosuijen, dan ook van oordeel dat de te benoemen commissie goed zal zijn samengesteld. Spreker betreurt het dat de heer Burger het le gedeelte van zijn voorstel aan de orde heeft gesteld. Er is toch niets tegen dat de commissie, als deze wordt benoemd, zelf de betrokken werklieden hoort. Daarover behoeft de Raad zich niet uit te spreken. Spreker meent dan ook dat het gewenscht is, dat de Raad het eerste gedeelte van het voorstel verwerpt. Spreker wil ten slotte nog even mededeelen wat in den Haag is geschied. Daar is een afdruk van het werkliedenreglement in ontwerp kosteloos voor alle gemeente-werklieden verkrijgbaar gesteld. Dit zou hier ook kunnen gebeuren. De heer Lautenbach constateert tegenover den voor zitter, die gezegd heeft dat de gemeente en hare werklieden geen tegenstrijdige belangen hebben, dat dit wel het geval is. Er zijn in den Raad twee stroomingen die scherp tegenover elkander staan. De eene schuift altijd de belangen der arbeiders op den voorgrond, terwijl den andere do belangen van den arbeid meest interesseeren. Als nu deze beide partijen ieder voor zich scherp op hun eigen standpunt blijven staan, is het moeilijk ze tot elkander te brengen. Dit is evenwel noodzakelijk om tot een goed werk liedenreglement te komen. Wanneer de gemeente de arbeiders laat voelen, dat de Raad belang in hen stelt, door hen uit te noodigen hunne bezwaren ken baar te maken, dan is spreker zeker dat het doel zal worden bereikt. Het is de plicht dor gemeente in deze een voorbeeld te geven aan particulieren, vooral thans, nu wij aan den vooravond staan van de invoe ring van de wet op het arbeidscontract. De heer Burger zal nog enkele losse opmerkingen beantwoorden. De heer Beekhuis zegtals er aan merkingen door de arbeiders worden gemaakt en de gemeente houdt daar geen rekening mee, zal dan niet het tegendeel worden bereikt van hetgeen men zich voorstelt. Spreker moet hierop een ontkennend antwoord geven. Het spreekt van zelf dat de gemeente beslist. Het is evenwel beter a.ls er punten van geschil bestaan, dat men die van weerskanten kent, en ook beter te weten dat aan zekere wenschen niet kan worden voldaan om op te geven redenen. Op deze manier handelende, zullen vele geschilpunten verdwijnen. De heer Beekhuis vindt het een voordeel dat Bur gemeester en Wethouders in de secties vertegen woordigd zijn. Daartegen is op te merken, dat het dikwijls gebeurt dat een lid van het dagelijksch bestuur zich moet excuseeren, omdat hij niet in staat is direct te antwoorden op de een of andere vraag. De heer Menalda zegt terecht, dat de secties slecht worden bezochtspreker wil daaraan toevoegen dat menig lid ze onvoorbereid bezoekt en eigenlijk maar eens komt hooien wat er voorvalt. Dat, zooals de heer Menalda zegt, de commissie de werklieden kan raadplegen acht spreker minder praktisch. Het zou kunnen, als het niet onmogelijk was. De commissie zou eerst moeten informeeren naar alle adressen der werklieden en zeer veel moeite moeten doen om ze allen te bereiken, terwijl dit voor Burgemeester en Wethouders veel gemakkelijker is. Spreker acht het hooren van de arbeiders een beleefd heid tegenover hen en meent dat het dan ook langs den roijalen weg moot gebeuren. De heer van Messel doet opmerken, dat door den heer Menalda is gezegd, dat hij het betreurt, dat de heer Burger onderdeel T van zijn motie niet terug gehouden heeft, daar de commissie toch het recht zou hebben om den werklieden een reglomont toe te zen den, om hunne eventueele op- of aanmerkingen te hooren. Spreker is van oordeel dat het daarom wen- schelijk is, dat de taak der commissie nader om schreven worde want anders moeten de leden, die niet voor onderdeel I kunnen stemmen, ook dat sub II afstemmen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1908. 821 Dat sprekers meening juist is, wordt door den heer Burger geconstateerd, daar deze te kennen geeft dat, indien de commissie geheele uitvoering aan lid I der motie moet geven, de taak der com missie te omvangrijk wordt. Spreker geeft daarom den leden, die niet voor onderdeel I kunnen stemmen, in overweging ook tegen onderdeel II te stemmen. De heer Beekhuis doet opmerken dat, als nu de arbeiders zouden moeten worden gehoord, de conse quentie meebrengt dat dit dan ook geschiedt bij eventueel aan te brengen wijzigingen. Dit acht spre ker niet goed en het kan ook belemmerend werken op den gang van zaken. De heer van Messel geeft te kennen dat door den heer Burger is gezegd, dat de voorzitters van de sectiën niet altijd voldoende op de hoogte zijn van het te behandelen voorstel. Mocht worden besloten tot verzending naar de sectiën, dan hoopt spreker dat de voorzitter van de Oommissie voor Openbare Werken de vergaderingen van alle sectiën zal bijwonen. De heer G. W. Koopmans zal zich verklaren voor het eerste gedeelte van het voorstel-Burger. Waar de heer Besuijen vreest dat de Raad bij eene be noeming eener commissie eenzijdig zal te werk gaan, meent spreker, dat dit ook in de sectiën het geval zal kunnen zijn. Ook dan kunnen eenzijdige rapporteurs benoemingen plaats vinden. Spreker wil het nog eens probeeren en gelooft niet dat de Raad werkelijk „sa slim is" als de heer Besuijen meent en zooals hij, tot nu toe, gebleken is te zijn. Het is in het belang der zaak dat de verschillende richtingen in de commissie vertegenwoordigd zijn en daarom zal de Raad ook wel personen van alle richtingen zitting laten nemen. De heer Besuijen meent, dat bij eventueele wijzi gingen natuurlijk hetzelfde moet geschieden als door den heer Burger en spreker wordt bedoeld, n.l. dat de werklieden moeten worden gehoord. Men treft eene dergelijke bepaling aan in verschillende andere reglementen. Zelfs de slotalinea van artikel 1 van het voorgestelde reglement luidt de vaststelling der bijzondere voorschriften en van de daarin aan te brengen wijzigingen geschiedt niet dan nadat deze ten minste 4 weken te voren op een door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze aan de werklieden bekend zijn gemaakt, die desge- wenscht hunne opmerkingen schriftelijk ter kennis van Burgemeester en Wethouders kunnen brengen- De bijzondere voorschriften zijn nu wel niet het zelfde als het reglement, maar het beginsel is erin terug te vinden. Door den heer G. W. Koopmans wordt aangeraden het nog eens met den Raad te probeeren en toch voor de commissie te stemmen. Spreker laat zich niet verlokken door het zoet gefluit van den vogelaar. Spreker wil niet het gevaar loopen dat de commis sie uitsluitend wordt samengesteld uit liberalen. Uit de handelingen van 22 December zal blijken hoe de Raad van Leeuwarden zijn benoemingen verricht. Zoolang een deel der Raadsleden zich nog niet kan opwerken tot die hoogte, dat zij in sociaal democratische tegenstanders, gelijkberechtigde raads leden zien, bedankt spreker liever voor gevaarlijke experimenten. De beraadslaging wordt gesloten. Onderdeel I van het voorstel van den heer Burger wordt verworpen met 12 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen de heeren de Jong, Burger, Oos- terhoff, Lautenbach, Krijgsman, Gr. W. Koopmans, Zandstra, Besuijen, Berghuis en Baart de la Faille. Tegen stemmen de heerenSchoondermark, J. Koopmans, van Messel, Beucker Andreau, Wilhelmij, Duparc, Komter, Feddema, Hartelust, Beekhuis, Feitz en Menalda. Onderdeel II van het voorstel van den heer Burger wordt eveneens verworpen met 12 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen de heerenBurger, Lautenbach, G. W. Koopmans, J. Koopmans, Duparc, Berghuis, Hartelust, Feitz, Menalda en Baart de la Faille. Tegen de heeren: de Jong, Schoondermark, Oos- terhofl, Krijgsman, Zandstra, Besuijen, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Komter, Feddema en Beekhuis. De heer Besuijen stelt voor het voorstel van Bur gemeester en Wethouders te verwijzen naar de sectiën. Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten. 12. Voortzetting der behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening der verorde ning, regelende het getal en de bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretarie (Bijlagen nos. 24, 28 en 32). De Voorzitter stelt voor, daar de algemeene beraad slagingen in de vorige vergadering zijn gesloten, over te gaan tot de artikelsgewijze behandeling. Hiertoe wordt besloten. Aan de orde is art. 1. De Voorzitter deelt mede dat door den heer Burger een amendement is ingediend om te lezen: in plaats van, „a. op het hoofdbureau 1 commies-redacteur op een jaarwedde van/1700. tot f 2200.—, 3 commiezen op een jaarwedde van 1500.tot 2000.—", „4 commiezen op een jaarwedde van 1500.tot 2000.—." Spreker geeft den heer Burger het woord tot toe lichting van het ingediende amendement. De heer Burger wenscht, alsvorens zijn amendement toe te lichten, te doen opmerken, dat hij het motief om zijn oorspronkelijk ingediend amendement te wijzi gen, heeft ontleend aan het antwoord van Burge meester en Wethouders, vervat in bijlage 32. Verder wijst spreker er op dat in de toelichting tot het amendement een fout is geslopen. In bijlage 28 staat, pag. 311, le kolom, 3e regel van onderen „beoordee ling", dit moet zijn „bevoordeeling". Tot de toelichting van het amendement overgaande, zegt spreker, dat het hem is opgevallen, dat het Burgemeester en Wethouders niet was te doen om een nieuw ambt te scheppen op onderscheidene secretarieën bestaat een commies-redacteur met een werkelijk spociale functie maar een nieuwen rang. Spreker acht dit niet aanbevelenswaard. Was het alleen te doen om een nieuwen rang te scheppen en die als belooning te kunnen geven aan een ambtenaar, die in alle opzichten uitblonk boven de anderen, dan zou spreker daartegen geen bezwaar hebben. Hier

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 5