322 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1908.
wil men echter een bepaalden commies vooruitschuiven.
Willen Burgemeester en Wethouders doen uitko
men, dat de persoon in kwestie zooveel waard is,
dan moeten zij dat niet doen door voor dien amb
tenaar een nieuwen rang te scheppen, maar dan
hebben zij dit in hunne macht door hem binnen de
bij de verordening vastgestelde grenzen verhooging
van salaris toe te kennen.
Als spreker de gebruikelijke bedoeling van de be
trekking als commies-redacteur goed begrijpt, dan is
het eene speciale betrekking en staat de ambtenaar,
die haar vervult, min of meer buiten de formatie. De
commies-redacteur verricht apart werk. Hij redigeert
de verordeningen enz., hij bekijkt alles, ook wat in
de afdeelingen voorloopig is geredigeerd, met het
oog van den wettenmaker. Daarnaast schijnt veelal
het werk van den commies-redacteur te zijn het maken
van studie over bepaalde zaken, waarover hij dan
Burgemeester en Wethouders kan voorlichten.
Het werklieden-reglement zou b.v. spoediger klaar
zijn gekomen als wij gehad haddon een commies
redacteur. Hij toch zou, na van het onderwerp eene
speciale studie te hebben gemaakt, in staat zijn
Burgemeester en Wethouders een goed inzicht te
geven in vele kwesties, zonder dat zij tusschen hunne
andere bezigheden door die van onder op behoefden
te bestudeeren.
In den regel neemt men hiervoor dan ook een jong
jurist en geeft men een salaris, dat lager is dan dat
der commiezen.
Is er nu een commies, die extra-tractement verdient,
welnu. Burgemeester en Wethouders verhoogen hem
binnen de grenzen der verordening, zonder hem echter
eene bijzondere titulatuur te geven. Spreker wenscht
er nog op te wijzen, dat het voorstel van Burge
meester en Wethouders dus zal kunnen leiden tot
het tegendeel van wat zij zich voorstellen, zulks in
verband met de regeling der traktementen onder de
nieuwe verordening, waarbij het zijns inziens anders
zal moeten gaan dan Burgemeester en Wethouders
voornemens zijn.
Voor de gewone commiezen wordt voorgesteld een
jaarwedde van 1500.tot 2000. voor den
commies-redacteur 1700.- tot f 2200.
De bestaande commiezen genieten nu al verhooging
wegens anciënniteit.
Het zal nu niet aangaan, hen onder de nieuwe
verordening te laten op het minimum-tractement,
waarmede zij niet zouden vooruitgaan, zoodat de
verhooging van het tractement voor hen slechts schijn
zou zijn. Neen, de ancienniteitsverhooging zal hun
aanstonds moeten worden toegekend. Zij zullen dan
terstond komen op 200.— boven het minimum, dus
op 1700.En de commies-redacteur zal in zijn
nieuw ambt, waarin hij nog geeno dienstjaren heeft,
op het minimum moeten komen, d. i. ook op 1700.
zoodat dan het doel, verhooging van een speciaal
persoon, niot wordt bereikt.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
heeft spreker bovendien verbaasd, omdat zij nog in
1906 hebben verklaard „dat over den ijver en toe
wijding van allo afdeelingschefs volle tevredenheid
„mag worden betuigd. Er is dus geen reden den
„een boven den ander te bevoordeelen".
Er wordt spreker verweten, dat hij deze woorden
uit haar verband heeft gerukt.
Hij zal zich dat verwijt niet erg aantrekken, want
ieder lid van den Raad weet, waar de aanhaling te
vinden is en kan dus het verband zelf zoeken.
Spreker ontkent echter ten stelligste dat hij iets
anders heeft gezegd dan wat Burgemeester en Wet
houders hebben willen zeggen. Zij toch hebben ver
klaard dat allo commiezen-chefs der afdeelingen hun
even dierbaar zijn. Daarom vraagt spreker: waarom
moet nu de een boven den ander worden bevoordeold
Er zit iets hards in dat de anderen, die nog voor
twee jaar zulk een getuigenis kregen, nu moeten
achterstaan. Spreker wenscht er nog op te wijzen
dat het maximum in geen tijden bereikt wordt en de
voorgestelde verbetering geen verbetering is, wanneer
overeenkomstig de voornemens van Burgemeester en
Wethouders alle commiezen op het minimum komen.
Het amendement van den heer Burger wordt onder
steund en maakt alzoo een onderwerp van beraad
slaging uit tegelijk met art. 1.
Door den heer Besuijen zijn op art. 11a amende
menten ingediend, opgenomen in bijlage no. 28.
De heer Besuijen zegt dat de ambtenaren hebben
gevraagd hun salaris te regelen, voor commiezen van
f 1700.2200.etc. etc. Dit heeft echter
Burgemeester en Wethouders geen aanleiding gegeven
een voorstel in dien geest te doen. Toch is de
verordening sedert 1879 niet noemenswaard gewijzigd.
Het wil spreker dan ook voorkomen dat het nu wel
noodzakelijk is een flinke verhooging te brengen, te
meer daar de levensstandaard en de eischen van het
vak in die 30 jaar enorm gestegen zijn. Spreker
heeft in zijn amendementen niet de cijfers genomen
van het ambtenarenverzoek. Niet omdat hij die eischen
exorbitant hoog vindt, maar alleen om meer kans van
slagen te hebben. Voor de commiezen is de voor
gestelde regeling eene verbetering, nog meer echter
voor den commies-redacteur, wiens maximum met
500.wordt verhoogd, terwijl dat der commiezen
300.hooger wordt. Voor de adjunct-commiezen
wordt het maximum slechts met 100.verhoogd.
Waar nu in 30 jaar geen groote wijziging in de
verordening is gebracht, acht spreker de voorgestelde
verhooging niet voldoende. Al werd de regeling
ingevoerd zooals die door de ambtenaren is gevraagd,
dan nog zou spreker de cijfers niet te hoog vinden.
Spreker heeft nog een voornaam argument voor zijn
voorstel om de adjunct-commiezen te verhoogen, n.l.
de weinige mutatie, die er onder het personeel is.
De ambtenaren blijven langen tijd in dienst en het
moet mogelijk zijn ook in eene inferieure positie een
fatsoenlijk bestaan te krijgen. In andere gemeenten
heeft men dit reeds ingezien. In den Bosch b.v.
hebben de commiezen een jaarwedde van 1800.
ƒ2400.de adjnnct-commiezen le klasse 1200.
1800.die der 2e klasse 800.1200.
de klerken 400.800.De door spreker
voorgestelde cijfers zijn lager. Dat de adjunct-com
miezen le klasse, zooals spreker voorstelt, f 1500.
als maximum kunnen krijgen, is toch voor een volwassen
kracht niet buitensporig hoog.
Op hetzelfde artikel is door Mr. Burger en spreker
een gelijkluidend amendement ingediend. Burgemeester
en Wethouders willen de opklimming der adjunct
commiezen en klerken slechts met/50.doen plaats
hebben. Dit is niet juist gozien. De lage tracte-
menten toch hebben hot meest behoefte aan merkbare
verhooging. Daarom moeten deze spoediger omhoog
worden gebracht. Wanneer men een verschil in die
opklimming zou willen maken, zou men het juist
andersom moeten doen. Spreker is echter niet voor
het maken van verschil. Hij heeft uitgerekend dat
iemand, die als klerk met 400.begint, op 42-jarigen
leeftijd met 24 dienstjaren ƒ900.salaris kan hebben
bij normale ongestoorde opklimming. Dit is een argu
ment om ook deze 50.opklimming te veranderen
in 100.—.
De amendementen van den heer Besuijen worden
ondersteund en maken tegelijk met artikel 1 een
onderwerp van beraadslaging uit.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1908. 323
De heer Du pare komt tot het bezwaar van den heer
Burger, tegen de voorgestelde titulatuur. Ook spreker
werd er door getroffen. Het zou den schijn hebben,
alsof er buiten den commies-redacteur geen andere
redacteurs onder het secretarie-personeel zijn, iets wat
geenszins het geval is. Spreker heeft zich dan ook
afgevraagd wat eigenlijk de bedoeling met de nieuwe
titulatuur is. Ook de andere commiezen en evenzoo
de adjunct-commiezen stellen stukken op, zelfs zijn
er klerken die het doen. Spreker heeft kunnen be
grijpen, dat Burgemeester en Wethouders eene bedoe
ling hebben met het vast stellen eener nieuwe titu
latuur zij hebben daarbij zeker het oog op den
commies, die in voorkomende gevallen den secretaris
moet vervangen. Voor dezen ambtenaar zou dan veel
beter passen de naam van „hoofdcommies".
Spreker leest verder in het voorstel van Burge
meester en Wethouders
a. op het hoofdbureau.
Als spreker leest van een hoofdbureau, dan ver
onderstelt hij dat er ook andere bureaux zijn. Wat
beteekent hier „hoofdbureau", vraagt hij Spreker
meent dat de uitdrukking is overgenomen uit de oude
verordening. Behalve echter het geheel van de
secretarie afgescheiden bureau van den burgerlijken
stand zijn er geen andere bureaux, wel afdeelingen.
De heer Komter doet opmerken, dat de heer Besuijen
er den nadruk op legt, dat een klerk, die met 400.
begint, op 42-jarigen leeftijd 900.verdient.
Spreker meent dat deze redeneering niet juist is,
want het is er niet om te doen dergelijke jongelui
hier te houden, maar om ze hier op te leiden voor
andere secretarieën. Spreker zou zoo zeggen, dat de
ambtenaar, die hier na 24 jaren dienst nog gebleven
is op een salaris van 900.vrij zeker geen goede
werkkracht is. Een laag salaris in de onderste rangen
is een prikkel om zich voor een hoogeren rang te
bekwamen. Spreker is van oordeel dat in het voorstel
van Burgemeester en Wethouders de verhouding
goed is.
De heer Beucker Andreae betuigt zijn leedwezen
erover dat de wet den secretaris niet toestaat zijne
meening kenbaar te maken. Deze toch heeft de zaken
nagegaan en bestudeerd, zoodat wij gerust kunnen
aannemen, dat het voorstel, zooals het hier ligt, van
den secretaris is uitgegaan als het hoofd der secretarie,
dat op de hoogte is van het personeel en van de
capaciteiten van ieder, die daartoe behoort. Het ver
wondert spreker dan ook dat er zoolang over is ge
redeneerd. Spreker had gemeend dat het voorstel
van Burgemeester en Wethouders zou zijn aange
nomen in de overtuiging, dat de kwestie bij Burge
meester en Wethouders ampel en breed is nagegaan
en besproken, voordat het voorstel den Raad bereikte.
Spreker zal op dien grond tegen de amendementen
en voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders
stemmen.
De Voorzitter doet opmerken, dat de beide amen
dementen reeds zijn besproken in de Memorie van
Antwoord van Burgemeester en Wethouders en hij
heeft daaraan zeer weinig toe te voegen.
De heer Burger bedoelt met de door hem voor
gestelde wijziging den rang van commies-redacteur
uit art. 1 te doen vervallen. Hij beroept zich er op
dat feitelijk geen nieuwe betrekking wordt gecrëeerd.
Spreker verwijst dat raadslid echter naar bijlage 24,
waar op pag. 292 is uiteengezet, wat Burgemeester
en Wethouders met den nieuwen rang beoogen, n.l.
om dien toe te kennen aan den chef der afdeeling B.
De chef dier afdeeling bekleedt op de secretarie de
voornaamste betrekking, want afgescheiden van het
feit dat hij den secretaris bij afwezigheid vervangt,
gaat nagenoeg al het redactiewerk door zijne handen.
Om die betrekking naar eisch te kunnen vervullen,
is een superieur ambtenaar noodig en Burgemeester
en Wethouders achten zich gelukkig, dien in den
tegenwoordigen titularis te hebhen gevonden. Daarom
hebben zij een buitengewoon salaris voorgesteld. Voor
de andere commiezen is zulk een buitengewone, alge-
meene kennis geen vereischte. Zij zijn toch met
speciale zaken, en veel minder met redactiewerk
belastzoo zij volkomen op de hoogte zijn van het
geen aan hunne afdeeling wordt bewerkt, is spreker
tevreden.
De heer Komter heeft reeds medegedeeld waarom
Burgemeester en Wethouders de aanneming der amen
dementen van den heer Besuijen ontraden. Burge
meester en Wethouders achten het niet wenschelijk
dat de jongere ambtenaren zich hier rustig neder
zetten, omdat zij een salaris kunnen bereiken, dat
ook in de toekomst voor hen voldoende is.
Door den heer Besuijen is gezegd dat de commiezen
geen bestaan kunnen vinden. De oudere tegen
woordige commiezen zijn allen als klerk in dienst ge
komen, hebben alle rangen doorloopen en hebben nu
1500.salaris. Er is een commies, die sedert
Juni 1900 in dienst is gekomen als adjunct-commies
op f 800. Ook deze heeft 1500.Het is dus
onjuist te zeggen, dat er voor de commiezen geen
promotie is. Ook voor de klerken staat de weg tot
promotie open. Alle ambtenaren, behalve die aan
het hoofd staat van afdeeling B, zijn in lagere rangen
aangekomen en hebben grootendeels promotie gemaakt.
Spreker verwijst verder naar de bijlagen nos. 24 en 32.
De heer Burger wenscht nog even iets te zeggen
aangaande zijn tweede amendement.
De klerken, die met 400.— beginnen, zullen het
in 12 jaar tot 600.hebben gebracht. Er zullen
er wel zijn die adjunct-commies worden en het is
best mogelijk, dat men de andoren liever weer ziet
vertrekken daarom is het goed, de loonen niet te
hoog op te voeren, maar wie de kans ziet om het
hier of elders beter te krijgen, verdient toch eene
betere behandeling, dan dat hij zijn maximum van
600.eerst na 12 jaar zal bereiken.
Bij den Raad van Beroep worden de klerken elk
jaar 50.verhoogd tot f 600. Het maximum
wordt thans 700.en in uitzicht is gesteld eene
nieuwe regeling met traktement van 400.tot
1100.het maximum te bereiken in 8 jaar tijds.
Een tijdperk van 12 jaar om f 200.promotie te
maken acht spreker te lang. Vandaar zijn amendement.
De heer Besuijen sluit zich bij den heer Burger
aan. Hot is een eigenaardige manier van doen te
trachten de menschen te loozen door ze honger te
laten lijden. Al wordt het amendement aangenomen,
dan is het nog geen reden niet te trachten, hooger
salaris te krijgen. Ieder, zelfs hij die een hoog
salaris heeft, tracht zijne positie te verbeteren. Wat
de promotie betreft, de commiezen zijn moest jong.
Waren zij oud, dan zou er door uitsterving kans op
promotie zijn. Die kans is er nu niet.
De beraadslaging wordt gesloten.
De heer Beekhuis heeft intusschen de vergadering
verlaten.
Het amendement-Burger op art. la wordt verwor
pen met 18 tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heerenBurger, G. W. Koop-
mans en Hartelust.