324 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1908. Tegen de heeren de Jong, Schoondermark, Oos- terhoff, Lautenbach, Krijgsman, Zandstra, J. Koop- mans, Besuijen, van Messel, Beucker Andreae, Wil- helmij, Duparc, Komter, Feddema, Berghuis, Feitz, Menalda en Baart de la Faille. Thans wordt aangenomen de alinea: art. 1. a, op het hoofdbureau 1 commies-redacteur op een jaarwedde van 1700—/ 2200; 3 commiezen op een jaarwedde van 15002000 Wordt in stemming gebracht het amendement- Besuijen te lezen onder a art. 1 4 adjunct-commiezen le klasse op een jaarwedde van 11001500. Dit amendement wordt verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Lautenbach, Krijgsman, G. W. Koopmans, Zandstra, Besuijen, Duparc, Berghuis en Hartelust. Tegen de heerenSchoondermark, Burger, Oos- terhoff, J. Koopmans, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Komter, Feddema, Feitz, Menalda en Baart de la Faille. Thans wordt aangenomen van het voorgesteld art. la de alinea 4 adjunct-commiezen le klasse op een jaarwedde van 10001400. Wordt in stemming gebracht het amendement- Besuijen te lezen onder a van art. 1 3 adjunct-commiezen 2e klasse op een jaarwedde van 800—/ 1100. Dit amendement wordt verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Lautenbach, Krijgsman, G. W. Koopmans, Zandstra, Besuijen, Duparc, Berghuis en Hartelust. Tegen de heerenSchoondermark, Burger, Oos- terhoff, J. Koopmans, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Komter, Feddema, Feitz, Menalda en Baart de la Faille. Thans wordt van het voorgestelde art. la aange nomen de alinea 3 adjunct-commiezen 2e klasse op een jaarwedde van f 700900. Wordt in stemming gebracht het amendement- Besuijen te lezen onder a art. 1 3 klerken op een jaarwedde van f 400800. Dit amendement wordt verworpen met 11 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen de heeren de Jong, Burger, Lau tenbach, Krijgsman, G. W. Koopmans, Zandstra, Besuijen, Duparc, Berghuis en Hartelust. Tegen de heerenSchoondermark, Oosterhoft, J. Koopmans, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Komter, Feddema, Feitz, Menalda en Baart de la Faille. Alsnu wordt aangenomen de alinea 3 klerken op een jaarwedde van 400600. Door het verwerpen van de genoemde amende menten isvervallen het amendement-Besuijen te lezen onder 6 van art. 1 overeenkomstige verhooging voor overeenkomstige functies als onder a Art. 16 wordt onveranderd aangenomen. Wordt in stemming gebracht het amendement van de heeren Burger en Besuijen, luidende onder c van art. 1 te doen vervallen de slotregels „voor den commies-redacteur, de commiezen, de adjunct-commiezen le klasse en den archivaris, en van ten minste 50.— voor de adjunct-commiezen 2e klasse en de klerken." Dit amendement wordt aangenomen met 12 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heeren de Jong, Burger, Lau tenbach, Krijgsman, G. W. Koopmans, Zandstra, J. Koopmans, Besuijen, Duparc, Berghuis, Hartelust en Menalda. Tegen de heeren Schoondermark, Oosterhoff, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Komter, Fed dema, Feitz en Baart de la Faille. Art. 1, litt. c wordt hierna aldus gewijzigd vastgesteld. Aan de orde is art. 2. Door den heer Besuijen is hierop een amendement ingediend, n.l. In art. 2, le regel, de woorden „adjunct-commiezen 2e klasse en de klerken", te vervangen door „ambte naren". De heer Besuijen is van oordeel dat het bezit van de bedoelde acten moet worden beloond, afgescheiden van de vraag wie haar bezit. De toelage moet los zijn van den persoon. Dergelijke acten hebben toch ook voor de hoogere ambtenaren waarde. Dit amendement wordt verworpen met 15 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Lautenbach, Krijgsman, Zandstra, Besuijen en Berghuis. Tegen de heeren Schoondermark, Burger, Ooster hoff, G. W. Koopmans, J. Koopmans, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Duparc, Komter, Fed dema, Hartelust, Feitz, Menalda en Baart de de Faille. De art. 2 en 3 worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde is art. 4. Hierop is door den heer Besuijen een amendement ingediend, te weten Het getal 750.(jaarwedde van de boden) te veranderen in 800. Inplaats 600.(jaarwedde van den concierge) te lezen van 600.700. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter wijst er op, dat door Burgemeester en Wethouders reeds is voorgesteld in art. 4 te lezen 2 boden ieder op een jaarwedde van 750. benevens 50.per jaar voor ambtskleeding. De heer Besuijen zegt dat als wordt erkend, dat de levensstandaard gestegen is, dit voor ieder geldt. Het komt spreker, daar ook de boden niet leven in eene maatschappij van eenige jaren terug, dan ook gewenscht voor de jaarwedde te verhoogen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 December 1908. 325 Burgemeester en Wethouders achten het ongewenscht dat de boden hunne nevenbetrekking uitoefenen, omdat de gemeente doorloopend te veel beslag op hen moet leggen Als dat waar is, dan is het gewenscht dat zij die nevenfunctie neerleggen. Men kan hun, omdat het hun is toegestaan de nevenbetrekking waar te nemen, deze niet zonder meer verbieden. Spreker vraagt daarom of het niet mogelijk is dat Burgemeester en Wethouders met de betrokken personen eene over eenkomst kunnen treffen. Dit zal natuurlijk beter gaan als hun salaris op 800.dan op 750. wordt vastgesteld. Mocht ook op dit bedrag niet tot overeenstemming worden gekomen, dan zou men door toelagen resultaat kunnen bereiken. De Voorzitter doet opmerken, dat bij de door Bur gemeester en Wethouders voorgestelde wijziging reeds 800.is uitgetrokken, n.l. 750.salaris en 50.voor ambtskleeding. Het ligt in de bedoeling bij eene eventueele benoeming van een nieuwen functionaris, dezen niet meer toe te staan de neven betrekking waar te nemen. De heer Besuijen doet opmerken, dat deze wijziging van Burgemeester en Wethouders geen invloed heeft op sprekers amendement. Spreker blijft er bij, dat het gemakkelijker wordt voor Burgemeester en Wet houders om met de betrokken personen eene over eenkomst te treffen, als het salaris op 800.wordt bepaald. Zij zullen er dan eerder toe bereid zijn hunne nevenbetrekking neer te leggen. De Voorzitter wijst er op, dat het niet in de be doeling ligt van Burgemeester en Wethouders, om de tegenwoordige functionarissen de vergunning te ontnemen en ook niet om met hen eene overeenkomst te treffen, waarbij de voordeelen, die zij genieten van het bedienen van begrafenissen, in geld worden om gezet. Om tot een dergelijke overeenkomst te ge raken, zouden beide partijen op de hoogte moeten zijn van de genoten verdiensten. Deze zijn nu aan Burgemeester en Wethouders niet bekend. Dat dit aan Burgemeester en Wethouders niet bekend is, kan de heer Besuijen maar half gelooven. Spreker heeft in het kohier van den Hoofdelijken Omslag gezien, dat de boden zijn aangeslagen naar 800.Daarop is sprekers voorstel gebaseerd. Het lijkt spreker vreemd, dat Burgemeester en Wet houders niet genegen zijn om te trachten met de boden eene overeenkomst te treffen, waar ze zelf zeggen„de gemeente moet doorloopend te veel „beslag op hen leggen dan dat zij zich op den duur „voor aan hun eigenlijken werkkring vreemden arbeid „steeds beschikbaar kunnen houden". Er wordt erkend, dat er een wantoestand bestaat, welnu, men trachte die dan ook weg te nemen. Spreker acht het beter dat deze zaak zoo spoedig mogelijk geregeld wordt, dan dat men op uitsterven wacht. Hoe is het toch mogelijk dat zij bode bij de gemeente kunnen blijven, als de eischen, aan hunne functie gesteld, grooter worden door het grooter worden der gemeente en de toeneming der bevolking Het bezwaar, gelegen in het waarnemen der bij betrekking, zal steeds stijgen. Als de gemeente iemand in dienst heeft, is het toch gewenscht, dat zij binnen de diensturen te allen tijde over dien persoon kan be schikken. Spreker hoopt, dat, al moeten Burgemeester en Wethouders dan komen met een voorstel tot het verleenen van eene persoonlijke toelage, zij in de aangegeven richting oen poging zullen wagen. Het eerste gedeelte van het amendement-Besuijen wordt aangenomen met 12 tegen 9 stemmen. Yóór stemmen de heerende Jong, Lautenbach, Krijgsman, Zandstra, J. Koopmans, Besuijen, Wilhelmij, Duparc, Berghuis, Hartelust, Feitz en Baart de la Faille. Tegen de heeren Schoondermark, Burger, Ooster hoff, G. W. Koopmans, van Messel, Beucker Andreae, Komter, Feddema en Menalda. De heer Besuijen vraagt of hij nu mag aannemen, dat de Voorzitter de aanneming van het amendement zal beschouwen als een verzoek in den geest, zooals door spreker zooeven is uiteengezet. De Voorzitter antwoordt dat hij van oordeel is, dat de Raad zich niet in dien geest heeft uitgesproken. De heer J. Koopmans komt ook tegen het gesprokene door den heer Besuijen op en zegt dat zulks de be doeling niet kan zijn. Het ontwerp maakt voor de tegenwoordige boden eene uitzondering en ziet alleen op de toekomstige. Bij zijn stem werd hij dan ook alleen geleid door de overweging, dat een tractement voor de boden van 800.niet te hoog zou zijn, wanneer zij enkel hierop zullen zijn aangewezen. De Voorzitter doet nog opmerken dat, als de meening van den heer Besuijen juist is, de boden spoedig zullen vragen om het hun door de aanneming van het amen- ment toegekende salaris en dat zij dan vanzelf hunne nevenbetrekking zullen neerleggen. Burgemeester en Wethouders zullen dat afwachten. Aan de orde komt het 2e gedeelte van het amen dement-Besuijen, nl. in plaats van 600.te lezen van 600.tot 700.—. Dit amendement wordt aangenomen met 11 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen de heerende Jong, Lautenbach, Krijgsman, G. W. Koopmans, Zandstra, Besuijen, Duparc, Berghuis, Hartelust, Feitz en Baart de la Faille. Tegen de heeren Schoondermark, Burger, Ooster hoff, J. Koopmans, van Messel, Beucker Andreae, Wilhelmij, Komter, Feddema en Menalda. Artt. 4 wordt aldus gewijzigd en art. 5 onveranderd vastgesteld. De geheele verordening en bloc wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen. Onderdeel 6 van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aange nomen. Wegens het vergevorderde uur worden de overige op de agenda voorkomende punten aangehouden tot de volgende vergadering. Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. De beraadslaging wordt gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1908 | | pagina 7