44 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag '23 Februari 1909.
5. Alsvoren, om hen te machtigen Hare Majesteit
de Koningin te verzoeken om verlenging van den
termijn van vrijstelling der aan de gemeente opge
legde verplichting tot het oprichten van een beperkten
dagcursus voor herhalingsonderwijs voor meisjes.
(i. Alsvoren, betreffende de levering door P. J.
Deutgcn te Groningen van volkssproeibaden en om
hun op te dragen de geheele of het buiten gebruik
gestelde gedeelte der voormalige gemeentelijke zwem
inrichting aan den Noordersingel te amoveeren.
De stukken 46 zullen in eene volgende vergade
ring behandeld worden.
7. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake de door A. J. Krieger te Amersfoort en Jhr.
L. W. v. d. Goes alhier overgelegde plannen en be
scheiden voor den aanleg van een paardetram in de
gemeente.
Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag
en te zijner tijd worden behandeld.
8. Alsvoren op het adres van W. Sprenger alhier
om vergunning tot het hebben van eene stoeptrede
voor een huis op gemeentegrond aan „Eigen brood
bovenal".
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
het bestuur van het IX district van de Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der geneeskunde ver
gunning te verleenen gedurende drie dagen in Juli
a.s. voor de algemeene vergadering dier maatschappij
van de Raadszaal gebruik te maken.
De stukken 89 zullen in eene volgende vergadering
worden behandeld.
10. Nader schrijven van Burgemeester en Wet
houders inzake hun voorstel tot vaststelling van
nieuwe verordeningen op de heffing en invordering
van schoolgelden voor onderwijs aan de school van
M. O. voor meisjes.
Is bij de stukken gevoegd die onder punt 9 der
agenda aan de orde zijn gesteld.
11. Het primitief kohier van den Hoofdelijken
Omslag, dienst 1909.
Wordt voorgesteld het kohier in de sectiën te on
derzoeken met bepaling, dat het onderzoek vóór den
8 Maart e.k. moet zijn afgeloopen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
IV. Rapporten.
De heer Baart dö la Faille rapporteert dat de Com
missie, belast geweest met het onderzoek van eene
wijziging der begrooting van het Nieuwe Stads-Wees-
huis, dienst 1908, geene aanleiding heeft gevonden
tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve
zij voorstelt de gevraagde machtiging te verleenen.
De Voorzitter stelt voor het voorstel en het rap
port in eene volgende vergadering in behandeling te
nemen, onder dankbetuiging aan de Commissie voor
den door haar verrichten arbeid.
De heer Besuijen deelt, op grond van art. 55 van
het Reglement van Orde, namens de Commissie van
Rapporteurs mede, dat die Commissie niet op den
bestemden tijd met haren arbeid betreffende het werk
lieden-reglement gereed is gekomen.
De Voorzitter stelt voor deze mededeeling voor
kennisgeving aan te nemen, in het vertrouwen dat
de Commissie van Rapporteurs met den spoed, dien
de zaak meebrengt en voorzoover zulks vereenigbaar
is met hunne particuliere belangen, de zaak zal afdoen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot de behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene Commissie voor de bezwaar
schriften tegen aanslagen in den Hoofdelijken Omslag.
Voor de eerste vacature, waarvoor een lid uit de
lo sectie moet worden benoemd, zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer P. A. Wilhelmij, 13 stemmen,
elk der heeren Z. S. Feddema en
N. T. Haverschmidt 3
den heer K. P. W. Besuijen 1 stem.
De heer Wilhelmij is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature, waarvoor een lid uit do
2e sectie moet worden benoemd, zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt
op den heer H. Beucker Andreas, 16 stemmen,
Mr. A. Menalda, 2
elk der heeren Mr. C. Beekhuis
en L. de Jong, 1 stem,
zoodat benoemd is de heer H. Beucker Andrese.
Voor de derde vacature, waarvoor een lid uit de
3e sectie moet worden benoemd, zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt
op elk der heeren D. Lautenbach en
J. Berghuis, 6 stemmen,
C. L. B. J. Feitz, 5
S. J. v. Messel, 2
B. Hartelust, 1 stem.
Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen
heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stem
ming, waarvan de uitslag is dat zijn uitgebracht:
op den heer D. Lautenbach, 7 stemmen,
elk der heeren J. Berghuis en
C. L. B. J. Feitz, 6
den heer S. J. v. Messel 1 stem.
Tengevolge van dezen uitslag moet door het lot
worden beslist wie van de heeren Berghuis en Feitz
met den heer Lautenbach in herstemming komt. De
heer Berghuis wordt hiervoor aangewezen.
De uitslag van de herstemming is dat zijn uitge
bracht 19 stemmen, terwijl 18 leden aan de stemming
'hebben deelgenomen, te weten:
op den heer D. Lautenbach, 11 stemmen,
J. Berghuis, 7
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
Daar deze onregelmatigheid niet van invloed is
geweest op den uitslag der stemming, is de heer
Lautenbach benoemd.
De heeren Lautenbach en Berghuis hebben zich
van medestemmen onthouden.
2. Benoeming van een curator van het Gymnasium,
vacature Jhr. Mr. J. J. GocJcinga.
Uitgebracht zijn 20 stemmen, verdeeld als volgt
op den heer Mr. J. A. Stoop 13 stemmen,
Mr. J. W. Tijsma, 3
Dr. H. de Jong 1 stem,
terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer Mr. J. A. Stoop is alzoo benoemd.
3. Benoeming van twee onderwijzers en twee onder
wijzeressen aan gemeenteschool no. 7, zulks in verhand
met de uitbreiding der school.
De heer Burger zou over een der voordrachten
gaarne inlichtingen hebben in eene gesloten verga
dering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Februari 1909. 45
De Voorzitter laat de deuren sluiten.
Na heropening deelt de Voorzitter mede dat punt
11 der agenda,
rapport der Commissie voor de reclames omtrent be
zwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in
den Hoofdelijken Omslag, dienst 1908, inmiddels is af
gehandeld.
Wordt overgegaan tot de benoeming.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 20 stem
men, verdeeld als volgt
op mej. F. Ros, 13 stemmen,
D. Kool, 4
R. de Boer, 3
Mej. F. Ros is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 20 stem
men, verdeeld als volgt
op mej. A. Ooiman, 11 stemmen,
M. G. Faber, 9
Mej. A. Ooiman is alzoo benoemd.
Voor de eerste vacature van onderwijzor zijn uit
gebracht 20 stemmen op den heer A. Venema, die
dus benoemd is.
Voor do tweede vacature zijn uitgebracht 20 stem
men, verdeeld als volgt
op den heer R. Witteveen, 19 stemmen,
R. Frank, 1 stem.
De heer R. Witteveen is alzoo benoemd.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast
stelling van het verslag omtrent de wijze, waarop het
op de gemeen tebegrooting voor 1908 toegestaan bedrag
voor het in art. 35 der Leerplichtwet omschreven doel
is besteed.
Het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen ont
werp-verslag luidt
Ter voldoening aan het terzijde genoemde voor
schrift heeft de Raad der gemeente Leeuwarden de
eer Uw college het navolgende verslag te doen.
Op grond van art. 35 der Leerplichtwet is bij
besluit van 27 Augustus 1901 bedoelde regeling ge
troffen, die is goedgekeurd bij Uwe resolutie dd.
19 December d.a.v. no. 71.
In verband hiermede zijn op de goedgekeurde be
grooting voor het jaar 1908, evenals voor die van
1907, toegestaan voor:
a. kosten van rechtstreeks van gemeentewege ver
strekte voeding en kleeding aan behoeftige school
kinderen f 300.naderhand versterkt tot f 460.
b. subsidie aan vereenigingen, commissiën of
schoolbesturen ten behoeve van het verstrekken van
voeding aan behoeftige schoolkinderen f 75.
c. kosten ter uitvoering van het bovenomschreven
raadsbesluit f 50.
Uit het toegestaan bedrag sub a hebben met in
achtneming van de bij raadsbesluit van 27 Augustus
1901 gestelde bepalingen uitsluitend verstrekkingen
van schoeisel plaats had.
Aanvragen om andere kleeding of om voedsel zijn
door de hoofden niet aan Burgemeester en Wethouders
overgebracht.
De verstrekkingen hadden plaats in de maanden
Januari, Februari en Maart en bestonden in klompen,
in een enkel geval voor kinderen met misvormde
voeten in schoenen.
Het getal verstrekte paren klompen en schoenen
bedroeg onderscheidenlijk 1361 en 3, als volgt ver
deeld over de scholen der 3e klasse:
gemeenteschool no. 8 441 paar klompen;
9 302
10 243
11 375
11 3 schoenen.
De behoefte die de kinderen naar het oordeel der
betrokken hoofden aan schoeisel hadden, werd door
Burgemeester en Wethouders na ingesteld onderzoek
in verreweg de meeste gevallen erkend.
De kosten van de klompen hebben een bedrag ge
vorderd van f 442.53, die van de schoenen f 10.35,
zoodat van de toegestane som ad f 460.over een
bedrag van f 7.12 niet is beschikt.
Van het toegestaan bedrag sub b is in 1908 geen
gebruik gemaakt, terwijl van dat sub c aan de per
soon, belast met de afgifte der klompen, een. bedrag
van f 20.is uitgekeerd.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om
a. het ontwerp in den aangeboden vorm vast te
stellen,
b. afschrift daarvan te doen toekomen aan den
districts-schoolopziener,
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
5. Voorstel van Bui gemeester en Wethouders om aan
den eersten onderwijzer aan gemeenteschool no. 4 voor
de tijdelijke waarneming der betrekking van hoofd dier
school gedurende de vacature-Hoeneveld eene gratificatie
uit de gemeentekas toe te kennen.
Dit voorstel luidt als volgt
Van 1 Augustus 1908, tijdstip waarop de heer
W. G. Hoeneveld optrad als hoofd van gemeenteschool
no. 2, tot 1 Februari 1909 datum waarop door de
overplaatsing van den heer G. Postma in de vacature
werd voorzien alzoo gedurende zes maanden, is
de betrekking van hoofd der gemeenteschool no. 4
tijdelijk waargenomen door den len onderwijzer A.
Bekius.
Het komt ons voor, dat in overeenstemming met
Uw besluit van 1 September 1908 no. 266R/126, de
extra diensten, gedurende het gemelde tijdvak van
bedoelden onderwijzer gevorderd, ook dezen aanspraak
geven op een gratificatie, waarvan wij het bedrag
zouden wenschen bepaald te zien op l00.-
Wij hebben dan ook de eer Uwe Vergadering voor
te stellen te besluiten
aan A. Bekius, le onderwijzer aan gemeenteschool
no. 4, voor de waarneming der betrekking van hoofd
dier school, gedurende het tijdvak van 1 Augustus
19081 Februari 1909, eene belooning toe te kennen
van 100.
Dc beraadslaging wordt geopend.
De heer G. W. Koopmans wensclit een enkel woord
te zeggen omtrent het bedrag der gratificatie.
Toen aan school no. 2 een tijdelijk hoofd aanwezig
was, heeft deze voor 2 a 3 maanden waarneming eene
gratificatie van 100.ontvangen. Bij Burgemeester
en Wethouders en bij den Raad heeft toen het denk
beeld voorgezeten, dat dien onderwijzer voor de
tijdelijke waarneming een zeker bedrag toekwam, hoe
wel de onderwijzer, die het hoofd vervangt, als zoo
danig reeds een hooger salaris geniet.
Er is geen overwegende reden om nu verandering
aan te brengen. Wat verleden jaar bestond, bestaat
nog. Het komt spreker voor dat, waar de heer Bekius
de belangen der school en van het onderwijs op uit
stekende wijze heeft behartigd, iets wat door Burge
meester en Wethouders wordt erkend, deze onder
wijzer voor 6 maanden waarneming wel/"200.mag
worden toegekend. Spreker heeft de eer hiertoe het
voorstel te doen.