186 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Juni 1909.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de rekening-
in eene volgende vergadering in behandeling te nemen
onder dankbetuiging aan de commissie voor den door
haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Beucker Andreae rapporteert dat de com
missie, belast geweest met het onderzoek der rekening
en verantwoording van de Stads-Armenkamer, dienst
1908, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken
van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor
a. de rekening en verantwoording goed te keuren,
b. de Voogden 's Raads dank te betuigen voor
hun accuraat beheer.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de rekening
in eene volgende vergadering in behandeling te nemen,
onder dankbetuiging aan de Commissie voor den door
haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Feitz rapporteert dat de commissie, belast
geweest met het onderzoek der rekening en verant
woording der Stads Bank van Leening, dienst 1908,
geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van
op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de reke
ning en verantwoording goed te keuren.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de rekening
in eene volgende vergadering in behandeling te nemen,
onder dankbetuiging aan de commissie voor den door
haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een leeraar in het rechtlijnig
teekenen aan de Burgeravondschool, vacature-S. Baron.
Met algemeene, 23, stemmen wordt benoemd de
heer G. C. Michell.
De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en
Wethouders, nu door deze benoeming het aantal
leeraren aan de burgeravondschool weder compleet
is geworden, eene aanbeveling wenschen in te dienen
voor de betrekking van Directeur dier school, opdat
in de volgende vergadering tot benoeming kan worden
overgegaan.
Deze aanbeveling luidt
1. H. P. Priester.
2. P. M. van Bemmel,
De Voorzitter deelt verder mede, dat door verschillende
omstandigheden enkele stembureaux onvoltallig zijn,
zoodat tot aanvulling moet worden overgegaan.
Spreker stelt voor de benoeming thans te doen plaats
hebben.
Hiertoe wordt besloten.
Met algemeene stemmen worden benoemd
a. tot lid van het stembureau voor de benoeming
van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
in het lie stemdistrict (lokaal bij de Put)de heer
W. Kooistra.
h. tot lid van het stembureau in het Ille stem
district de heer G. P. H. Zimmermann.
c. tot lid van het stembureau in het IVe stem
district (Nieuwstraatje)de heer G. W. Koopmans.
d. tot leden van het stembureau in het Yle stem
district (Beurs)de heeren Mr. Dr. F. C. van Geer
en Mr. M. Goslings.
2. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente
school no. 12, vacature-W. J. Zanstra.
Met algemeene, 23, stemmen wordt benoemd de
heer K. Fokkema.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
oninvorderbaar-verklaring van aanslagen
a. in de belasting op het inkomen, diensten 1905,
1906, 1907 en 1908
b. in de belasting op het houden van honden, dienst
1908;
c. wegens schoolgeld voor lager onderwijs, diensten
1905, 1906, 1907 en 1908;
d. wegens schoolgeld voor onderwijs aan bewaar
scholen, diensten 1907 en 1908;
e. wegens schoolgeld voor onderwijs aan de burger
avondschool, dienst 1908.
De voorstellen van Burgemeester en Wethouders
worden met algemeene stemmen aangenomen.
De Raad gaat in comité ter behandeling van
4. Rapport der commissie voor de reclames om
trent een bezwaarschrift in beroep tegen een aanslag
in den Hoofdelijken Omslagdienst 1908.
Na heropening komt aan de orde
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den openbaren dienst te onttrekken en aan S. van der
Woude alhier in koop af te staan het terrein, ingenomen
door het thans opgeheven publiek privaat in de Blokhuis-
steeg (Krimp), tegen den prijs van f 150.
Dit voorstel luidt als volgt
Onder dagteekening van 28 Januari 1.1. kwam bij
ons in nevensgaand adres van S. van der Woude
alhier, houdende verzoek te mogen vernemen of en
zoo ja, tegen welken prijs de gemeente genegen is
in koop aan hem af te staan het terrein, ingenomen
door het nu opgeheven publiek privaat in de Blok-
huissteeg (Krimp), kad. bekend in sectie B no. 2695.
Na hieromtrent het advies te hebben ingewonnen
van den Gemeentelijken Inspecteur voor het Woning
toezicht en den Directeur der Gemeentewerken,
deelden wij den adressant mede, dat wij bereid waren
te bevorderen dat bedoeld terreintje in koop aan
hem werd afgestaan tegen den prijs van 150.
mits de op de overdracht vallende kosten door hem
werden gedragen en voorts werden nagekomen de
door ons omtrent de bebouwing en afscheiding van
het terrein te stellen voorwaarden.
Na eenige correspondentie, hoofdzakelijk betrekking
hebbende op de voorwaarden aan den verkoop te
verbinden, verklaarde adressant ten slotte zich met
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Juni 1909. 137
den gevraagden prijs en de gestelde bedingen te
kunnen vereenigen.
Onder mededeeling dat bij Uw besluit van 27 October
1908 aan H. Marcus werd verkocht het urinoir-terrein
aan de Korfmakersstraat, groot 14 M2. voor 300.
en bij Uw besluit van 26 Januari 1909 aan H. Bergsma
een dergelijk terrein aan het Groot Schavemek, groot
17 M2. voor 125.komt een bedrag van 150.
gerekend de ligging van het terrein, ons alleszins
billijk voor. Waar voorts het belang der gemeente
niet medebrengt de beschikking over den grond te
behouden, hebben wij, met overlegging van de be
trekkelijke stukken, de eer U voor te stellen te be
sluiten
aan den openbaren dienst te onttrekken en aan
S. van der Woude alhier, in koop af te staan het
terrein, ingenomen door het thans opgeheven publieke
privaat in de Blokhuissteeg (Krimp), kad. bekend in
sectie B no. 2695, ter grootte van 32 M2., tegen den
prijs van 150.de kosten van uitmeting of
het in kaart brengen, van de overdracht en de levering-
van het terrein en van een notarieel afschrift der
koopakte ten behoeve van het gemeente-archief voor
rekening van den koop er en voorts onder de na
volgende voorwaarden
1. dat op het terrein niet mag worden gesticht
een gebouw, tot woning dienende of een hoogte
hebbende van meer dan 2.50 M. boven de straat
2. dat het terrein wanneer het niet wordt bebouwd,
van de aangrenzende gloppe moet blijven afgesloten
door een steenen muur en door een deur, naar ge
noegen van Burgemeester en Wethouders
3. dat bij eventueele bebouwing het hebben van
deuren en ramen voor uitgang- naar- en uitzicht op
de gloppe slechts ter bede zal worden vergund.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
te machtigen
a. het terrein van de veemarkt ter beschikking te
stellen van de vereeniging „het Friesch Rundvee-Stam
boek" voor het houden, eenmaal in het voorjaar en een
maal in het najaar ter gelegenheid van de gewone
stierenkeuringen, van een markt van stamboeksvee, tegen
betaling van het gewone markt- en c. q. weeggeld
b. van het bestuur van voornoemde vereeniging in
ontvangst te nemen en op de gewone wijze te verant
woorden de gelden, die voor de den 28 April j.l. bij wijze
van proef gehouden markt verschuldigd geworden zijn.
Dit voorstel luidt
Onder dagteekening van den 11 Maart 1.1. ontvingen
wij van het bestuur der Vereeniging „het Friesch
Rundveestamboek", naast het verzoek om de vee
markt te mogen gebruiken voor de den 28en April d.a.v.
te houden gewone voorjaarskeuring van stieren, welk
verzoek regelmatig door ons college pleegt te worden
ingewilligd, eene aanvrage om het marktterrein tevens
beschikbaar te stellen voor eene aan die keuring te
verbinden mai"kt van stamboeksvee tegen betaling
van het gewone marktgeld volgens het betreffende
heffingsbesluit. Waar tot dusver, aldus deelde het
bestuur mede, de handel in dit vee bijna uitsluitend
geschiedt op de boerderijen, was men voornemens
dien over te brengen, in het belang van koopers en
verkoopers beiden, naar bepaald voor dat doeleinde
in het leven te roepen fokveemarkten, tweemaal
's jaars bij de gewone voorjaars- en najaarskeuringen
te houden. De markt van 28 April zou als proef
moeten dienen.
Na den marktmeester der veemarkt te hebben ge
hoord en ook het bestuur der Friesche Maatschappij
van Landbouw om voorlichting te hebben verzocht,
van wie de eerste onder bepaalde reserve, de laatste
zonder voorbehoud tot inwilliging van het verzoek
geneigd was, hebben wij in de gedane aanvrage toe
gestemd, daaraan toevoegende dat, indien het bestuur
van het Stamboek, na van den uitslag der proefneming
te hebben kennis genomen, op bestendiging van het
gebruik der markt voor de omschreven doeleinden
ook voor volgende keuringen prijs stelde, het daarvan
aan ons vóór 1 Juni 1909 had kennis te geven, in
welk geval aan den Raad zou worden voorgesteld
tot wederopzegging het terrein tot dat doel beschik
baar te stellen. Met het bestuur der Friesche Maat
schappij toch zien wij in den aanfok van goed vee in
deze provincie en voor den handel daarin een uit
nemend belang, aan de bevordering waarvan het
bestuur der gemeente, waar de voornaamste veemarkt
van Friesland gehouden wordt, zijne medewerking
niet mag ontzeggen.
Nu het bestuur van het Stamboek ons dan ook
heeft bericht dat het hem gewenscht voorkomt dat
de markt van stamboeksvee bij de gewone voorjaars-
en najaarskeuringen bestendigd wordt, geven wij U
gaarne in overweging Uwerzijds de verlangde toe
stemming te verleenen.
Onder de oogen gezien is door ons college nog de
vraag in hoeverre hier inderdaad van een markt in
den zin der gemeentewet sprake is, bij de bevestigende
beantwoording van welke vraag niet alleen de
betrekkelijke politieverordening zou moeten worden
aangevuld, maar op het raadsbesluit mede de goed
keuring van Gedeputeerde Staten zou zijn te vragen.
Het is evenwel duidelijk dat het woord „markt" èn
in het verzoek van de adresseerende vereeniging, èn
in het bovenstaande in zooverre minder juist is ge
bruikt, dat deze „markt" niet uitgaat van de overheid,
doch van eene particuliere vereeniging. Aan een
markt in den dagelijkschen zin van het woord of aan
een bij besluit van het gemeentebestuur ingestelden
gewonen marktdag, zooals de uitdrukking luidt in art.
195 der Gemeentewet, is hier dus geenszins te denken.
Wij geven U op grond van het voorafgaande in
overweging te besluiten
Burgemeester en Wethouders te machtigen:
a. op daartoe door het bestuur van de Vereeniging
„het Friesch Rundvee-Stamboek" gedaan verzoek het
terrein van de veemarkt ter beschikking te stellen
van genoemde vereeniging voor het houden, eenmaal
in het voor- en eenmaal in het najaar ter gelegenheid
van de gewone stierenkeuringen, van een markt van
stamboeksvee, onder bepaling dat voor het aangevoerde
vee het gewone markt- en c. q. weeggeld wordt betaald
en voorts onder de voorwaarden, die Burgemeester
en Wethouders geraden zullen oordeelen
b. van het bestuur voornoemd in ontvangst te
nemen en op de gewone wijze te verantwoorden de
gelden, die, op den voet als sub a bepaald, voor de
den 28 April j.l. bij wijze van proef gehouden markt
verschuldigd geworden zijn.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer G. W. Koopmans geeft te kennen, dat de
stukken hem aanleiding hebben gegeven tot het
inwinnen van inlichtingen bij den veemarktmeester
en de Friesche Maatschappij van Landbouw. Spreker
heeft zoodanige inlichtingen gekregen, dat hij zich
wel met het voorstel van Burgemeester en Wethouders
kan vereenigen. Hij zou echter in overweging willen
geven de vergunning te verleenen tot wederopzeg-
gens toe.