144 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1909.
openbare aanbesteding is gegund de levering van
1300 paar vrouwen- en jongensklompen aan de Eerste
Nederlandsche Stoomklompenfabriek te Alphen aan
den Rijn voor f 369.80
21. dat door Burgemeester en Wethouders bij
openbare aanbesteding zijn opgedragen het doen van
witwerken in verschillende gemeentegebouwen in 15
perceelen en wel
perceel 1 aan W. van der Vegte voor f 202.
2 D. C. Schröder 212.
3 J. F. Wempe 155.
perceelen 4 en 14 aan ,1. van der Werff resp. voor
192.en 44.
perceelen 5, 10 en 12 aan H. Engelmann en J. Uithof
resp. voor 163.f 118.en f 99.
perceelen 6 en 8 aan M. Lieuwma resp. voor
120.— en 80.—
perceelen 7 en 9 aan J. G. Fazzi resp. voor
160.— en 89.—
perceel 11 aan H. J. Cordes en K. Hoekstra voor
132
perceelen 13 en 15 aan M. Rinsma resp. voor
108.en 72.
De mededeelingen sub 20 en 21 worden voor
kennisgeving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van E. J. Kuipers en vier andere
ingezetenen dor gemeente, om ten behoeve van een
door don eervol ontslagen kommandeur der koren
meters-wegers J. Banda te koopen lijfrente eon bijdrage
uit de gemeentekas te willen verleenen.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
hun voor de herstelling van de gobelins in de Bur
gemeesterskamer op het Stadhuis een crediet ad
1200.te verleenen.
3. Alsvoren om hun ten behoeve van de inrichting
van het linker benedenlokaal der Lundbouwwinter-
school als leerlokaal voor schei- en natuurkunde aan
die instelling, een zoldervertrek voor den concierge
en amanuensis en een rijwielbergplaats, een crediet
ad 1440.te verleenen en een en ander in gebruik
af te staan aan het Rijk ten behoeve van de Rijks-
Landbouwwinterschool alhier, tegen eene jaarlijksche
vergoeding van f 72.
4. Alsvoren om opnieuw vast te stellen de tot 1
Januari 1910 goedgekeurde verordening tot heffing
van markt- en weeggelden voor het gebruik van de
veemarkt en van de daarop geplaatste weegtoestellen
met verordening op de invordening.
5. Alsvoren om hun wegens overschrijding der
begrooting van uitgaven voor de verbouwing der
gemeentelijke gasfabriek en de uitvoering van daarbij
noodig gebleken werken alsnog een crediet van
18,000.te verleenen.
6. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van J. Koopmans Bokma te Dronrijp
om met intrekking van de hem verleende vergunning
tot het leggen van een uitreeddam in een sloot tus-
schen het hem behoorend perceel weiland, kadastraal
bekend gemeente Dronrijp sectie B no. 221 en den
Harlinger trekweg hem toe te staan in bedoelde sloot
een strijkdam aan te brengen.
7. Alsvoren op het adres van N. Mees, firma M. Mees
te Groningen om hem kwijtschelding te verleenen van
de boete, opgelegd wegens vertraging in de levering
van waalstraatklinkers voor gemeentewerken.
8. Alsvoren op het adres van H. G. Brouwer en Zn.
om afstand van bouwterrein voorbij de 2e Kanaalbrug
voor de stichting van een asphaltfabriek.
9. Het le suppletoir kohier van den H. O., dienst
1909.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
naar aanleiding van een adres van J. G. v. d. Meij,
alhier, tot het verleenen van vergunning voor het
maken van een inrit in het troittoir vóór het perceel
Noordvliet (Slot) no. 529.
11. Voordracht voor de benoeming van een onder
wijzer aan gemeenteschool no. 4 (vacature A. Bekius),
waarop zijn geplaatst
1. D. Coster te Arnhem,
2. J. Zoete te Nieuw Leuzen,
3. Chr. Jansen te Warfum.
Al deze stukken zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
IV. De heer Beucker Andreae rapporteert dat de
reclame-commissie gereed is met een rapport over
eenige ingekomen reclames. Spreker verzoekt het
rapport als gelezen te beschouwen en het in eene
volgende vergadering in behandeling te nemen.
De Voorzitter stelt voor het rapport als gelezen te
beschouwen en het in eene volgende vergadering in
behandeling te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
De heer Baart de la Faille heeft intusschen de ver
gadering verlaten.
1. Benoeming van een directeur der Burgeravond
school (vacature S. Baron).
De heer Wihet mij verzoekt namens den heer Baart
de la Faille, die zich noodzakelijk even moest ver
wijderen en er prijs op stelt bij deze benoeming
tegenwoordig te zijn, de behandeling van dit punt
uit te stellen tot na afhandeling der agenda.
De Voorzitter doet opmerken dat de heer Baart de
la Faille als curator van het gymnasium bij den uit
slag der examens tegenwoordig moet zijn. Hij ver
richt dus een dienst in het belang der gemeente, zoo
dat het spreker billijk voorkomt, dat de Raad het
gedaan verzoek inwilligt.
Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten.
De heer Beekhuis verlaat de vergadering.
Aan de orde is
2. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente
school 6 vacature W. Broersma).
Uitgebracht zijn 19 stemmen, waarvan
op den heer W. Bandsma 15 stemmen,
W. Strubbe 4
zoodat benoemd is de heer W. Bandsma.
3. Benoeming van twee tijdelijke wethouders voor het
tijdvak van 14 Juli tot en met 5 Augustus.
Uitgebracht zijn 19 stemmen, te weten
op den heer Beucker Andreae 7 stemmen,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1909. 145
op den heer Beekhuis 5 stemmen,
I eitz 4
de Jong 3
Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen
heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stem
ming, waarvan de uitslag is dat zijn uitgebracht 20
stemmen, zijnde de heer Beekhuis inmiddels ter ver
gadering teruggekeerd, te weten
op den heer Beucker Andreae 11 stemmen,
Feitz 4
de Jong 3
Beekhuis 2
De heer H. Beucker Andreae is alzoo benoemd.
Op de desbotreffendo vraag van den Voorzitter ver
klaart de heer Beucker Andreae zich bereid de be
noeming aan te nemen.
Voor de benoeming van een tweeden tijdelijken wet
houder zijn uitgebracht 20 stemmen, verdeeld als volgt
op den heer Beekhuis 11 stemmen,
G. W. Koopmans 4
de Jong 3
I eitz 2
De heer Mr. C. Beekhuis is alzoo benoemd.
Ook de heer Beekhuis verklaart op de desbetref
fende vraag van den Voorzitter de benoeming aan te
nemen.
4. Aanvulling van de stembureaux voor de eventueele
herstemming ter verkiezing van leden van den Gemeen
teraad.
Deze aanvulling is noodig in hot tweede kiesdistrict,
waar de heer Schoondermark verhinderd is.
In diens plaats wordt benoemd de heer W. Fransen
met 17 stemmen
op den heer de Jong zijn 2 stemmen uitgebracht,
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
5. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de rekening en verantwoording der Stads
Armenkamer, dienst 1908.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring van de rekening en verantwoording, wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
6. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de rekening der Stads Bank van Leening.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer G. W. Koopmans zegt dat de heeren
van Messel, Haverschmidt en spreker het vorig jaar
belast zijn geweest met het nazien dezer rekening.
Toen is door die Commissie eene opmerking gemaakt
die tot nog toe onbeantwoord is gebleven. Thans
zendt de Commissie voor de Bank van Leening de
rekening in onder deze bewoordingen„Hierbij de
rekening en verantwoording onzer Administratie".
Dit is goed gesteld, doch nu stelt de, dit jaar be
noemde, Commissie uit den Raad voor de rekening en
en verantwoording der administratiekosten goed te
keuren. Is daar nu alles onder begrepen De Raad
moet toch de rekening en verantwoording in zijn
geheel goedkeuren en niet alleen die der administratie
kosten. Spreker wenscht te weten of de geheele
rekening in het rapport der Commissie wordt bedoeld.
De heer Feitz antwoordt dat de opdracht der
Commissie luidt om de rekening en verantwoording
der administratiekosten met bijlagen over 1908 na te
zien. De Commissie heeft alle stukken nagezien en
geconstateerd dat alles keurig in orde was. Zij heeft
de begrooting der uitgaven vergeleken met de wer-
kelijko en is tot de conclusie gekomen, dat de werke
lijke uitgaven f 619.— beneden de begrooting zijn
gebleven. Spreker is dan ook van oordeel dat de
Commissie geheel aan haar opdracht heeft voldaan
en kan er nog aan toevoegen dat hij er een oogen-
blik aan heeft gedacht, een woord van lof voor de
keurige administratie in het rapport op te nemen.
De heer Hartelust beaamt ten volle het door den
heer Feitz gesprokene. Spreker heeft alle stukken
nauwkeurig nagegaan en is tot de conclusie gekomen
dat de rekening en verantwoording der administratie
volkomen in orde is. Daarom heeft spreker dan ook
zonder schroom het betrekkelijk rapport onderteekend.
De heer de Jong kan zich aansluiten bij het door
de beide andere leden der commissie gesprokene, Hij
deelt volkomen hunne opinie, dat aan de der com
missie verstrekte opdracht geheel is voldaan.
De heer G. W. Koopmans erkent dat de administratie
netjes wordt gevoerd en dat alles aanwezig is, wat
een overzicht kan geven over den loop van zaken.
Spreker komt echter thans niet op het interieur der
administratie, maar alleen daarop, dat de commissie
voorstelt de rekening en verantwoording der admini
stratiekosten goed te keuren, terwijl in art. 14 van
het reglement op de Bank van Leening staat
„Jaarlijks in de maand Februari levert de commissie
„aan Burgemeester en Wethouders een beredeneerd
„verslag omtrent den staat der bank in. Zij zendt
„jaarlijks vóór den eersten April aan den gemeente
raad ter goedkeuring de rekening en verantwoording
„van de ontvangsten en uitgaven van het vorig dienst
baar met de daartoe behoorende bescheiden."
Spreker wil dus alleen aantoonen dat de bewoor
dingen van het rapport niet goed zijn. Wanneer de
commissie echter heeft bedoeld voor te stellen de
rekening en verantwoording der ontvangsten en uit
gaven goed te keuren, kan spreker er zich bij neer
leggen.
De Voorzitter doet opmerken dat het rapport aldus
eindigt
„Wij hebben derhalve de eer U te adviseeren boven-
„genoemde rekening en verantwoording goed te
„keuren."
De heer G. W. Koopmans, met verlof der vergade
ring voor de derde maal het woord erlangend, ant
woordt dat de brief der commissie woordelijk luidt
„Bij apostille van 27 Mei 1909, no. 89* Afd. B,
„werd ter fine van advies in onze handen gesteld de
„rekening en verantwoording van de administratiekosten
„van de Stads Bank van Leening, met bijlagen
dients 1908.
„Wij hebben die stukken nagegaan en goene aan
leiding gevonden tot het maken van op- of aan-
„merkingen.
„Het is ons gebleken dat de administratiekosten
„ad 4,610.45 een bedrag van 619.55 beneden de
„begrooting zijn gebleven.
„W ij hebben derhalve de eer U te adviseeren boven-
„bedoelde rekening en verantwoording goed te keuren."
Is nu de voorzitter van oordeel dat de commissie
bedoeld heeft voor te stellen de geheele rekening en
verantwoording van de Bank van Leening, zooals art.