8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
M. J. Inia en mej. J. Sonnega op hun verzoek eervol
ontslag te verleenen, onderscheidenlijk als onderwijzer en
als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 9.
146 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1909.
14 van het reglement eischt, goed te keuren, dan zal
spreker zich niet verder verzetten tegen het voorstel
der commissie.
De beraadslaging wordt gesloten.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der rekening en verantwoording, wordt hierna
met algemeene stemmen aangenomen.
7. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de rekening van het Nieuwe Stads- Wees
huis, dienst 1908.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der rekening, wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
De heer Beucker Andreae heeft tot het nemen van
dit besluit niet medegewerkt.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij nevensgaande aan Uwe Vergadering gerichte
adressen verzoeken M. J. Inia, onderwijzer en mej.
J. Sonnega, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 9,
eervol ontslag uit hunne tegenwoordige betrekking,
de eerste wegens zijne benoeming tot onderwijzer
le klasse te 's Gravenhage.
De commissie van toezicht op het lager onderwijs,
deswege door ons gehoord, adviseert bij missive d.d.
14 Juni 1.1. no. 9426 het gevraagde ontslag te ver
leenen met ingang van 10 Augustus 1909. Ons met
dit advies vereenigende, hebben wij de eer U voor
te stellen te besluiten
aan M. J. Inia en mej. J. Sonnega, overeenkomstig
hun vorzoek, eervol ontslag te verleenen, eerstge
noemde als onderwijzer en laatstgenoemde als onder
wijzeres aan gemeenteschool no. 9 en zulks met
ingang van 10 Augustus 1909.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den eersten onderwijzer van gemeenteschool no. 6 E.
Colmjon voor de waarneming der betrekking van hoofd
dier school gedurende het tijdvak van 1 Februari1 Mei
1909 eene belooning toe te kennen.
Dit voorstel luidt als volgt
Door de overplaatsing van den heer G. Postma
aan het hoofd van gemeenteschool no. 4 is de be
trekking van hoofd der gemeenteschool no. 6 van
1 Februari tot 1 Mei 1.1. tijdelijk waargenomen door
den len onderwijzer E. Colmjon.
In overeenstemming met Uwe besluiten van 1 Sep
tember 1908 no. 266r/1'26 en 23 Februari 1909 no.
40r/21 meenen wij dat ook thans de billijkheid mee
brengt aan genoemden onderwijzer voor bewezen
extra-diensten gedurende het gemelde tijdvak eene
gratificatie te verleenen, eveneens tot een bedrag
van 100.Wij hebben derhalve de eer U voor
te stellen te besluiten
aan E. Colmjon, le onderwijzer aan gemeenteschool
no. 6, voor de waarneming der betrekking van hoofd
dier School gedurende het tijdvak van 1 Februari tot
1 Mei 1909 eene belooning toe te kennen van 100.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
T. Rozema alhier, eervol ontslagen werkman aan de gem.
gasfabriekeen pensioen te verleenen, onder bepaling,
dat dit pensioen slechts wordt uitgekeerd tot het bedrag,
waarmede het de jaarlijksche som der toegekende onge
vallenrente overtreft.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij ons is ingekomen een adres van T. Rozema
alhier, houdende verzoek om eervol ontslag als werkman
aan de gemeentelijke gasfabriek, onder toekenning
van het maximum pensioen.
Blijkens de overgelegde geneeskundige verklaring,
is adressant lichamelijk niet meer geschikt zijne be
trekking verder naar behooren waar te nemen.
Op grond daarvan is hem dan ook bij ons besluit
van heden, in afschrift hiernevens gevoegd, het ge
vraagde eervol ontslag verleend met ingang van
1 Juli a.s.
Adressant, die den 23 October a.s. een 34-jarigen
diensttijd zou hebben volbracht, kan mitsdien volgens
de verordening (gemeenteblad no. 32 van 1893), ge
lijk zij nader is gewijzigd, in aanmerking komen
voor pensioen tot een bedrag van 276.Wij
meenen evenwel in overeenstemming met het
advies dor Commissie voor de gemeente-gasfabriek
dat in het onderhavig geval aanleiding bestaat om
met toepassing van art. 6 der aangehaalde verorde
ning, adressant voor het maximum-pensioen voor te
dragen.
De lichamelijke ongeschiktheid, die de aanleiding
tot de ontslag-aanvrage is, is het gevolg van een
ongeval, dat Rozema den 10 Januari 1908 in de uit
oefening zijner werkzaamheden is overkomen en op
grond waarvan hem eene blijvende ongevallenrente
werd toegekend van 0 765 per werkdag. Volgons
art. Ibis der meergenoemde verordening strekt deze
rente in mindering van het pensioen.
Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij
de eer U voor te stellen te besluiten
aan T. Rozema, met ingang van 1 Juli 1909 een
pensioen toe te kennen uit de gemeentekas van
f 327.'s jaars, onder bepaling, dat dit pensioen
slechts wordt uitgekeerd tot het bedrag, waarmede
het de jaarlijksche som der toegekende ongevallen
rente (zijnde thans 7 61/2 cent per werkdag of
237.15 per jaar) overtreft.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake
de reclames van de Leeuwarder coöp. ivinkelvereeniging
en F. van der Aleer tegen aanslagen in het vergunnings
recht wegens den kleinhandel in sterken drank, vergun
ningsjaar 190911910.
Met algemeene stemmen wordt besloten om de
Leeuw. Coöp. Winkelvereeniging in hare reclame niet
ontvankelijk te verklaren en de reclame van F. van
der Meer af te wijzen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1909. 147
12. Pme-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres der coöp. productie- en verbruiksveree
niging Excelsiorom. wijziging van de rooilijn, vastge
steld voor de bebouwing van het in erfpacht afgestaan
terrein op den hoek van Oldegalileën-Groningerstraat en
aan die vereeniging het alsdan binnen de nieuwe rooi
lijn vallende terrein tevens in erfpacht af ie staan.
Dit prae-advies luidt als volgt
Van de terreinen aan den Hoekstersingel (voor
malige Bleekerij) heeft de coöperatieve productie-
en verbruiksvereeniging „Excelsior" eenigen tijd ge
leden in erfpacht ontvangen ongeveer de geheele
westelijke helft van bouwblok B, gelegen tusschen
de Groninger- en Dokkumerstraten naar de zijde van
Oldegalileën. Intusschen blijkt dat voor de gebouwen,
die op dien grond zullen worden opgericht, het ter
rein ter plaatse van de afschuining op den hoek der
Dokkumerstraat en van Oldegalileën nog te eng is
begrensd, zoodat de coöperatie bij aan Uwe Ver
gadering dd. 5 Juni 1.1. gericht en vervolgens naar
ons college ten fine van praeadvies gerenvoyeerd
adres, verzoekt de rooilijn aldaar min of meer boogs
gewijze te trekken in plaats van langs de rechte lijn,
zooals zij thans loopt, en het achter die lijn en daar
door binnen het bouwterrein vallende vakje grond,
ter grootsfe breedte van 1.10 Meter, haar mede in
erfpacht af te staan.
Bij beschouwing der kaart van de verkaveling der
bouwterreinen van de vroegere „Bleek" springt in
het oog dat juist op den hoek van de straten, waar
van hier sprake is, oen eenigszins als pleintje ge
dachte oppervlakte straat wordt opengehouden, waar
van, zonder bezwaar voor het verkeer, een gedeelte,
als door adressante wordt verlangd, kan worden af
genomen. Ook de technici der gemeente adviseeren
in dezen geest.
Het doel dat de vereeniging zich voorstelt kan
worden bereikt, indien Uwe Vergadering besluit, met
wijziging van haar besluit van 9 .Juni 1908 no.
186R/84, de rooilijn in den bedoelden zin te veranderen.
Daarmede is het in erfpacht begeerde terrein bij den
bouwgrond getrokken en kan dit op de gebruikelijke
wijze worden aangevraagd. Mogelijk meerdere of
eerdere aanvragen van anderen zullen op grond van
het bepaalde bij het tweede lid van art. 7 der voor
waarden kunnen worden geweigerd.
Wij geven U, onder wederaanbieding van het adres,
in overweging te besluiten
a. met wijziging in zooverre van 's Raads besluit
van 9 Juni 1908 no. 186R/84 als rooilijn voor de op
bouwblok B van de terreinen der voormalige Linnen-
bleekerij aan den Hoekstersingel te stichten gebouwen
vast te stellen aan de zuidwestzijde de op de bij het
adres der Leeuwarder coöperatieve productie- en
verbruiksvereeniging „Excelsior" overgelegde op een
schaal van 1 op 50 vervaardigde teekening getrokken
zwarte stippellijn, ter grootste breedte van 1.10 Meter
uit en evenwijdig aan de eerst vastgestelde rooilijn,
en voorts het tusschen die en de nieuwe rooilijn
vallende vakje grond te trekken bij gemeld bouw
blok;
b. adressante te berichten dat op haar verzoek is
gelet en dat zij te harer tijd zich op de bij do be
treffende bepalingen van uitgifte voorziene wijze ter
verkrijging in erfpacht van het verlangde strookje
grond kan wenden tot Burgemeester en Wethouders.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van verordeningen op de heffing en op de
invordering van belasting onder den naam van kadegeld
in de gemeente Leeuwarden.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Wilhelmij kan zich met de nieuwe, onder
den naam van kadegeld voorgestelde belasting, niet
vereenigen en wel op de volgende gronden.
In de eerste plaats acht spreker het kadegeld niet
billijk. De schippers hebben al met zulke zware
concurrentie te kampen en er wordt bovendien al
zooveel gevraagd. Wanneer toch een schip van 50
ton, een zeer bescheiden scheepje dus, vaart van de
Tijnje naar de Harlingervaart, dan moet de schipper
's daags 60 ct., 's nachts ƒ2.betalen. Vertoeft hij ook
nog 24 uren in de gemeente, dan betaalt hij 50 X IV2
ct. walgeld ƒ0.75, dus met het bruggeld, dat 0.60
bedraagt, 1.35. Komt hier nu nog kadegeld bij,
dan zal het worden 1.85. De nu voorgestelde be
lasting acht spreker zeer onbillijk, daar voor honden
karren en vrachtwagens, die hier dagelijks komen en
toch ook vaste standplaatsen hebben, niets wordt
betaald. Het zijn intusschen de grootste concurrenten
van de vrachtschippers. Bovendien is kadegeld scha
delijk voor den handel.
Wanneer de gemeente de schipperij zoodanig gaat
bezwaren, zal het gevolg zijn, dat de schippers hunne
vrachten vanaf Leeuwarden moeten verhoogen, en
aangezien bijna geen enkele plaats deze belasting
heft en de meeste gemeenten bovendien nog veel
minder walgeld laten betalen, daar kan het gebeuren,
dat de goederen van andere plaatsen worden betrok
ken, omdat van daaruit de vrachten zooveel lager
zijn. Wat is de oorzaak dat diverse goederen bij
voorkeur van Amsterdam worden betrokken en niet
uit Rotterdam Omdat de vrachten van Rotterdam
uit in den regel belangrijk hooger zijn dan van Am
sterdam.
Verder wenscht spreker er op te wijzen, dat hij
bij de stukken heeft gemist het advies van de Kamer
van Koophandel. Bij zeer veel kleinigheden wordt
het advies van dit college gevraagd, terwijl, waar
hier een nieuwe belasting zal worden ingevoerd die
den handel aangaat, de Kamer niet gehoord is.
Wat de berekening aangaat, die in de toelichting
van Burgemeester en Wethouders voorkomt, daaraan
heeft spreker niets gehad. Deze geeft toch aan dat
sedert 1869 aan onderhoud van vaarten en kaden is
besteed 204,687.In het ontwerp nu wordt over
kadegeld gesproken, zoodat het beter geweest zou
zijn als opgegeven ware het bedrag, dat voor onder
houd van de kaden was uitgegeven. Resumeerende
concludeert spreker niet met het ontwerp te kunnen
meegaan.
De heer Lautenbach is bij aandachtige beschouwing
van het ontwerp tot de overtuiging gekomen dat het
niet kan worden aangenomen. Wanneer er sprake is
van meerdere progressie van den Hoofdelijken Omslag
voor de hoogere klassen of verhooging van het per
centage, hoort men van de zijde van Burgemeester
en Wethouders maar één argument, n.l. dit, dat de
meergegoeden de stad zullen verlaten. De schippers
behooren nu niet tot deze klasse, maar zij behooren
tot die categorie, die door het betalen van wal- en
bruggelden de gemeente bevoordeelen en die boven
dien een belangrijk voordeel opleveren voor de ne
ringdoenden. Dat de schippers, die de kaden voor het
grootste gedeelte in beslag nemen, een der oor
zaken zijn van onderhoudskosten, valt niet tegen te
spreken. Burgemeester en Wethouders verliezen echter