198 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Octcber 1909.
geven van de Commissie van Rapporteurs, wordt de
meest praktische weg bewandeld.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der verordening, regelende de samenstelling,
inrichting en bevoegdheid van de Commissie van Toe
zicht op het lager onderwijs (Gemeentebladen nos. 20
van 1901, 36 van 1905 en 21 van 1906) (Bijlage no. 20).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Zandstra doet opmerken dat in de betrek
kelijke verordening in art. 6 sprake is van de ver
gaderingen der Commissie van Toezicht. Er staat
n.l. dat de Commissie éénmaal 's maands vergadert.
Echter staat er niet bij hoe die vergaderingen zijn,
openbaar of met gesloten deuren.
Spreker zou daaromtrent gaarne worden ingelicht.
De Voorzitter kan deze vraag niet beantwoorden.
Zelf is spreker geen lid der Commissie en hij heeft
nog nooit hare vergaderingen bijgewoond. De ver
gaderingen zullen echter, naar spreker veronderstelt,
wel met gesloten deuren worden gehouden.
De heer Zandstra wil voorstellen de vergaderingen
openbaar te maken. De belangrijke taak, aan de
Commissie opgelegd, maakt de openbaarheid van die
vergaderingen gewenscht.
In Amsterdam is dit reeds zoo en wanneer het ook
hier openbare vergaderingen wordenzal de belang
stelling van het publiek in onderwijszaken vergroot
worden.
De Voorzitter doet opmerken, dat art. 5 der be
trekkelijke verordening in behandeling is, terwijl het
voorstel van den heer Zandstra slaat op artikel 6.
Het is dus een voorstel vreemd aan de orde van
den dag.
Spreker geeft den heer Zandstra in overweging
het als zoodanig hetzij nu of in eene volgende ver
gadering in te dienen.
De heer Zandstra zal zijn voorstel in eene volgende
vergadering indienen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
10. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen, tot vaststelling van een besluit tot
geldigverklaring van bestaande verordeningen, tegen weiker
overtreding straf is bedreigd (Bijlage no. 26).
De heer Zandstra vraagt of het, als de aangeboden
lijst wordt vastgesteld, ook mogelijk is om een der
verordeningen, als het noodig mocht blijken, te herzien.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel der Commissie.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan D. van der Meulen alhier vergunning te verleenen
tot demping van een gedeelte sloot, gelegen vóór het hem
toehehoorende perceel Stienserweg no. 49, ten kadaster
bekend sectie D no. 1359 en tot het plaatsen van een
ijzeren hek ter afscheiding van zijn eigendom van den
openbaren weg.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij ons is ingekomen een adres van D. van der
Meulen, alhier, houdende verzoek om vergunning tot
het dempen van het gedeelte sloot, gelegen vóór het
hem toebehoorende perceel Stienserweg no. 49d, ka
dastraal bekend in sectie D no. 1353 en tot het plaat
sen van een ijzeren hek, ter afscheiding van zijn
eigendom van den openbaren weg. Tot de demping-
van het zuidwaarts aangrenzende slootvak is door
Uwe Vergadering bij besluit van 9 Augustus 1904
no. 7 toestemming verleend.
Tegen de inwilliging van het onderworpelijke ver
zoek, mits onder de bij Uw voornoemd besluit van
1904 vastgestelde voorwaarden, bestaat onzerzijds
dan ook thans evenmin bezwaar, zoodat wij, in over
eenstemming met het door ons ingewonnen hierbij
overgelegd advies van den Gemeentelijken Inspecteur
voor het Woning-Toezicht, waarmedo de Directeur
der Gemeentewerken zich vereenigt, de eer hebben
U voor te stellen te besluiten
behoudens de rechten van derden aan den adres
sant en zijne rechtverkrijgenden de gevraagde ver
gunning tot wederopzeggens toe te verleenen, onder-
voorwaarde: dat de demping geschiede door en voor
rekening van den adressant, onder toezicht en ten
genoegen van een van gemeentewege aan te wijzen
deskundige en voorts onder de voorwaarden, gesteld
bij raadsbesluit van 9 Augustus 1904 no. 7, voor
zoover naar het oordeel van Burgemeester en Wet
houders toepasselijk.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
J. Postma te belasten met de bediening der Oosterbrug
voor het tijdvak van 12 Mei 191012 Mei 1915 tegen
eene vergoeding van f 300.per jaar.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van den 6den September 1.1. heeft J.
Postma, aannemer van de bediening der Oosterbrug,
zich tot ons college gewend, met verzoek hem daar
mede weder op de bestaande voorwaarden en tegen
de nu aan hem uitgekeerde vergoeding ad 300.
per jaar te belasten, thans echter voor den tijd van
vijf jaar, terwijl het tegenwoordig contract, met hem
aangegaan naar aanleiding van den uitslag eener
openbare aanbesteding, loopt over een driejarig tijd
vak, van 12 Mei 190712 Mei 1910.
De Directeur der Gemeentewerken gewaagt in zijn
hierbij overgelegd advies d.d. 7 September 1.1. no.
911/13 met lof van de plichtsbetrachting van den
adressant, die in de uitoefening zijner bediening
nimmer aanleiding tot klachten heeft gegeven. Noch
bij bovengenoemden ambtenaar, noch bij ons bestaat
dan ook tegen de inwilliging van het verzoek bezwaar.
Mogelijk zou bij openbare aanbesteding met een
ietwat lager bedrag dan 300.voor de bediening
kunnen worden volstaan, maar daartegenover staat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 October 1909. 199
de kans, dat alsdan een persoon daarmede kon worden
belast, die naderhand- zou blijken minder geschikt te
zijn. Het eventueel te behalen gering geldelijk voor
deel mag hierbij o. i. niet den doorslag geven.
De aangevoerde gronden geven ons vrijheid U voor
te stellen te besluiten
voor het tijdvak van 12 Mei 191012 Mei 1915
te belasten met de bediening dor Oosterbrug J.
Postma, thans aannemer daarvan, tegen eene ver
goeding van 300.per jaar en voorts op de voor
waarden, in hoofdzaak overeenkomende met die, op
genomen in het mede hierbij overgelegd proces-ver
baal van aanbesteding d.d. 12 Januari 1907.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
een gedeelte van het gymnastiekgebouw aan het Jacobijner
Kerkhof, hoek Bij de Put, te bestemmen voor de gemeen
telijke Arbeidsbeurs.
Dit voorstel luidt
Na Uw besluit tot het in het leven roepen eener
gemeentelijke Arbeidsbeurs is door ons omgezien naar
eene geschikte localiteit, waarin deze instelling zou
kunnen worden ondergebracht. Wij meenen die ge
vonden te hebben door een gedeelte van gymnastiek-
school 3 aan het ruime en in het centrum der stad
gelegen Jacobijner Kerkhof daarvoor in te richten
in dien zin, dat een gedeelte van het eigenlijke gym
nastieklokaal voor hulpklasse der schippersschool
wordt gebruikt, terwijl het door die verplaatsing
leegkomende lokaal op den hoek van Bij de Put en
het Kerkhof voor het bureau der beurs en vergader
kamer der commissie zal worden aangewend. Naast
die kamers naar de zijde van het Kerkhof komen het
wachtlokaal met gang. De gymnastieklocaliteit, die
slechts voor de lessen van het gymnasium wordt ge
bruikt, kan veilig een gedeelte van hare ruimte afstaan.
Onder opmerking, dat bij de aanhangige wijziging
der loopende begrooting reeds op de uitgaven ge
rekend is, die met de bovenstaande veranderingen
zijn gemoeid en onder verwijzing naar het op deze
aangelegenheid betrekking hebbende schrijven van
den Directeur der Gemeentewerken, dat bij de stukken
is gevoegd, stellen wij U voor te besluiten een ge
deelte van het gymnastiek-schoolgebouw aan het Jaco
bijner Kerkhof, hoek Bij de Put, te bestemmen voor de
gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzakhet adres van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers om de bezitters van de akte voor vak j,
vrije en orde-oefeningen der gymnastiek, indien zij daarin
onderwijs geven, te bezoldigen.
Dit prae-advies luidt als volgt
Het bestuur van de afdeeling Leeuwarden en omstre
ken van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers
verzoekt bij, aan Uwe Vergadering gericht en ver
volgens door haar om praeadvies in onze handen gesteld,
adres op grond van nader in een bijgevoegde memorie
van toelichting ontwikkelde motieven om de voor-
loopige regeling ten opzichte van het gymnastiek
onderwijs, met Uwe voorkennis aan gemeenteschool
no. 7 in den loop van dit jaar ingevoerd, in dien
zin te wijzigen, dat de bezitters van akte j, indien
zij dit leervak moeten onderwijzen, daarvoor worden
bezoldigd.
Bij de gronden, door de Commissie van Toezicht
op het lager onderwijs, die door ons aangaande het
verzoek is gehoord, ontvouwd en waarbij zij tot de
slotsom komt, dat het niet voor inwilliging vatbaar
is, kunnen wij ons geheel aansluiten. Aan haar schrij
ven zij alsnog toegevoegd, dat het voorstel tot
invoering bij wijze van proef der aanvankelijke rege
ling aan school 7 is te vinden op pag. 64 der Han
delingen van dit jaar en dat niet uit het oog moet
worden verloren dat het onderwijs in vak j (vrije- en
orde-oefeningen) van art. 2 der wet op het lager
onderwijs, in tegenstelling met vak s (gymnastiek),
voor het geven waarvan het bij die voordracht aan
gevraagde crediet van 100 strekte, verplicht is
gesteld.
Wij geven U in overweging adressant in antwoord
te doen weten dat zijn verzoek niet kan worden
toegestaan.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Zandstra kan niet meegaan met het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders. Hij zal
zich er nu echter niet tegen verklaren op grond van
het feit, dat spreker in Maart j.l. zijn stem heeft ge
geven tot het nemen van een proef aan school 7 in
betrekking tot het gymnastiekonderwijs. Spreker
acht het nu niet wenschelijk wijzigingen aan te bren
gen tijdens deze proefneming en wil den uitslag af
wachten. Hij behoudt zich evenwel het recht voor
later nader op deze zaak terug te komen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
15. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van T. Bijlsma c. s. om de rooilijn
voor hun bouwterrein aan de Spanjaardslaan van de
Transvaalstraat af tot den Noordersingel, vastgesteld op
12 Meter uit de eigendomsgrens, terug te brengen op 6
Meter uit die scheidslijn,
Dit prae-advies luidt
Door Uwe Vergadering werd om prae-advies in onze
handen gesteld een adres van T. Bijlsma, W. van
der Meer en A. Beetsma wed. M. B. P. Deibei, allen
alhier woonachtig, houdende verzoek om de rooilijn
voor de bebouwing van hun terrein, gelegen langs
de Spanjaardslaan, van de Transvaalstraat af tot aan
den Noordersingel, bij Uw besluit van 8 October 1907
vastgesteld op 12 M. uit de grensscheiding tusschen
dat terrein en den openbaren weg, zóó te wijzigen
dat bedoelde afstand van 12 M. worde teruggebracht
tot 6 M.
Blijkens de door ons ingewonnen, hierbij overge
legde adviezen, zijn de Directeur der Gemeentewer
ken en ook de meerderheid der Commissie voor
Openbare Werken van oordeel, dat, mede omdat
reeds in de eenmaal vastgestelde rooilijn is gebouwd,
er geen aanleiding bestaat op het bovenaangehaald
besluit terug te komen.
Ons met dit gevoelen kunnende vereenigen, hebben
wij, onder wederaanbieding van het adres, de eer U
voor te stellen te besluiten adressanten te doen
weten dat hun verzoek niet kan worden ingewilligd.