232 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1909.
Voortgezet Woensdag 27 October.
hij zal nu, na de toezegging van den heer Oosterhoff,
voor deze posten stemmen.
Hij betreurt de vroegere administratie van de gas
fabriek en blijft bij zijn oordeel dat de Raad posten
van f 20,000.— moet kunnen controleeren.
Volgno. 153 wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Do heer Tijsma heeft inmiddels de vergadering
verlaten.
Volgno. 154. Bezoldiging van den Directeur en van
de opzichters, f 5200.
De heer van Messel zegt, dat hij, indien het niet al
te onbescheiden is, zou willen vragen is de admi
nistratie van de stadsreiniging op zoodanige wijze
ingericht, dat men in het loopend jaar een voldoend
overzicht heeft over de exploitatie-rekening aan het
aschland Tot het doen van deze vraag vindt spre
ker aanleiding, omdat bij de vaststelling der begroo
ting voor 1908 de ontvangsten van het aschland ge
raamd waren op 44,000.—, terwijl er in November
van datzelfde jaar een voorstel kwam dit cijfer met
6000.te verhoogen en het bedrag der ontvang
sten op 50,000.te brengen. Op 1 Januari 1909
evenwel bleek dat de opbrengst f 42,000.was, dus
nog 2000.beneden de eerste raming van
f 44,000.Spreker meent, dat men in November
1908 toch eene voldoend overzicht moest hebben
over de opbrengst. Dit schijnt niet het geval te zijn,
anders had men toen den Raad niet voorgesteld den
post ontvangsten met f 6000.— te verhoogen. Spre
kers opmerking kan wellicht aanleiding geven dat
de administratie op een andere wijze wordt ingericht.
Spreker zal niet in beschouwingen treden ten opzichte
van het azntwoord van Burgemeester en Wethouders,
naar aanleiding van de hoop in de le sectie uitge
sproken, dat de regeling van de bezoldigingen der
ambtenaren in dienst der gemeentereiniging anders
zal worden ingericht. Hij wenscht als zijne meening
uit te spreken dat het geen gezonde toestand is
dat de hoofdambtenaren worden bezoldigd als een
reiziger van een handelshuis, n.l. met salaris en
provisie. Dit kan aanleiding geven tot allerlei mis
standen. Eene bezoldiging als de onderhavige acht
spreker beneden de waardigheid van dien hoofd
ambtenaar en deze dient bovendien eene onafhan
kelijke positie in te nemen. Het zal spreker ge
noegen doen als Burgemeester en Wethouders, die
wel zullen willen aannemen, dat sprekers opmerking
is geschied in het belang der gemeente, alsnog
eene wijziging in de betrekkelijke verordening voor
stellen. Mocht het evenwel blijken, dat die voor
stellen niet komen, dan zal spreker zelf er toe moeten
overgaan.
De heer Lautenbach heeft in de sectie de wensche-
lijkheid bepleit om de opzichters bij voorkeur te
recruteeren uit de werklieden. De reiniging is meer
gediend met menschen, die verstand van de zaak
hebben dan met zulke, die er niets van weten. Het
zou van belang zijn voor de werklieden als zij wisten,
dat zij het door gedrag en vlijt nog eens tot opzichter
konden brengen. Dit zou een prikkel zijn om hun
best te doen. Bij de gasfabriok heeft spreker niet
over deze zaak gesproken, omdat de stokersbazen
uit de stokers worden gerecruteerd. Spreker heeft
er nooit van gehoord dat het prestige er onder lijdt.
Burgemeester en Wethouders zeggen in hun ant
woord op het sectierapport „dat zij bij benoemingen
altijd het gemeentebelang voorop stellen".
Spreker zal in een openbare vergadering zulks niet
tegenspreken, maar wil toch de opmerking maken,
dat het een enkele maal bij benoemingen de schijn
heeft dat niet het belang der gemeente, maar dat
van den benoemde den doorslag gaf.
De gemeente benoemt natuurlijk geen steenen of
blokken, maar wat de reiniging betreft, moet het
de schijn zelfs niet hebben, dat men iemand wil
benoemen die is afgedoekt van hetgeen hij presteert.
De heer Oosterhoff antwoordt bevestigend op de
vraag van den heer van Messel of de boekhouding
bij de reiniging zoo is, dat men een juist inzicht
over do geheele zaak heeft; of de boekhouding zoo
is als spreker die wenscht, is een andere zaak. De
heer van Messel heeft deze vraag vastgeknoopt aan
het feit dat verleden jaar verhooging der uitgaven is
aangevraagd met f 6000.terwijl later bleek
dat het geraamde begrootingsbedrag ver was over
schreden. De zaak staat echter geheel op zich zelf.
Tegenover een uitgaafpost voor turfstrooistel werd
immers een ontvangpost voor turfstrooiselmest aan
gebracht.
Ook heeft de heor van Messel de salarisregeling
ter sprake gebracht. Deze bestaat echter in theorie.
In de praktijk wordt zij nooit toegepast, omdat het
vastgestelde bedrag nooit ineer wordt bereikt, terwijl
dit ook wel niet weer het geval zal worden.
Het is mogelijk dat de opbrengst der turfstrooiselmest
daarboven zal stijgen, maar de kosten van het turf-
strooisel zullen daar dan eerst af moeten worden
getrokken. Do Directeur en de opzichters hebben
dus zoo goed als een vast salaris. Er bestaat echter
bij Burgemeester en Wethouders geen bezwaar de
verordening te wijzigen, maar dringende haast heeft
dit niet.
Wat het denkbeeld van den heer Lautenbach aan
gaat, Burgemeester en Wethouders hebben reeds
gezegd dat het hun wel eenigermate symphatiek is.
Moeiolijk echter kan het regel worden om de opzich
ters uit de werklieden te recruteeren. Dat zal wel
eene uitzondering blijven en kan alleen gebeuren als
zoo'n werkman èn door zijn persoonlijkheid èn door
zijn vakkennis boven de anderen uitkomt.
De heer van Messel doet opmerken dat de heer
Oosterhoff zijn sprekers vraag niet goed schijnt te
hebben gehoord of begrepen. Spreker heeft niet ge
vraagd of de administratie in orde is, maar of de boek
houding zoo is dat men in den loop van het jaar
een overzicht kan hebben over de opbrengst der
producten. Dit is een groot verschil. Op die vraag heeft
hij dan ook geen antwoord gekregen. De heer
Oosterhoff heeft wel erkend eene betere boekhouding
te wenschen. Dat doet spreker genoegen en hij hoopt
dat die dan zoodanig zal worden ingericht, dat zij aan
zijne verwachtingen beantwoordt. In een zoodanig
bedrijf dient een juiste commerciëele boekhouding te
bestaan, opdat men gedurende het loopende jaar een
voldoend overzicht kan hebben.
Wat de salarisregeling betreft, de heer Oosterhoff
zegt dat de verordening in de praktijk niet wordt-
en ook in de toekomst niet meer zal worden
toegepast. Dit kan die geachte spreker niet zeggen,
daar niemand de tookomst kan voorspellen en daarom
dringt spreker op herziening der verordening aan en
temeer daar een hoofdambtenaar spreker blijft er
bij een vast salaris dient te hebben.
De heer Lautenbach vraagt of het naar het
gesprokene van den heer Oosterhoff te oordeelen
nu al niet is uitgesloten, dat een werkman het brengt
tot opzichter. Spreker bedoelt niet dat zij altijd
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1909. 233
Voortgezet Woensdag 27 October.
uit hun kring moeten worden genomen, maar bij
voorkeur, en hij twijfelt niet, dat dit, als men het
waarlijk wil, zal kunnen. Want als men let op
sommige aanstellingen, dan blijkt niet dat er hooge
eischen gesteld worden.
De heer Hartelust wil het verzoek van den heer
van Messel om verandering der salarisregeling steu
nen. De tegenwoordige regeling is absurd en het
wordt tijd dat daarin verandering komt.
De heer Oosterhoff heeft den heer van Messel hooren
zeggen dat hij spreker dat raadslid verkeerd
heeft verstaan en dat hij daardoor een verkeerd ant
woord heeft gegeven. De heer van Messel heeft
gevraagd of men uit de boekhouding bij de reiniging-
in den loop van het jaar zou kunnen zien of de op
brengst gelijk zou worden aan de raming. Spreker
kan zich geen regeling voorstellen, waarbij dat mogelijk
is. De producten toch hebben geen vasten prijs,
maar er wordt mee gemarchandeerd en de Directeur
heeft de vrijheid om naar gelang van omstandigheden
te handelen. Met absolute zekerheid is dus van te
voren de opbrengst niet vast te stellen. Zit men b.v.
met te veel ier, dan is men maar blij dat iemand ze
mee wil nemen voor de vracht.
De heer Lautenbach heeft gevraagd of iemand niet
wordt gepasseerd voor de betrekking van opzichter,
omdat hij werkman is. Spreker wil deze verklaring
hieromtrent afleggenBurgemeester en Wethouders
vinden het denkbeeld van den hoer Lautenbach sym
pathiek. Zij willen alleen wijzen op de mogelijkheid
dat het slechts zelden zal voorkomen dat een werk
man bevorderd wordt tot opzichter.
Wat ten slotte de salarisregeling betreft, het ver
baast spreker dat deze zaak, waar de Raad kort
geleden de betrekkelijke verordening onder handen
heeft gehad, toen niet ter sprake is gekomen. Bur
gemeester en Wethouders willen wel overwegen of
er aanleiding bestaat om de gewraakte bepaling te
schrappen.
De heer van Messel, met verlof der vergadering
voor de derde maal het woord erlangende, zegt dat
de heer Oosterhoff beweerd heeft zich geen boek
houding te kunnen denken die een overzicht kan
geven over de opbrengst, omdat de producten aan
markt onderhevig zijn. Als die redeneering juist was
dan zou het er in den handel treurig uitzien, want
dan zou geene enkele handelaar, wiens artikelen aan
marktwaarde onderhevig zijn, in den loop van het
jaar een overzicht over zijne zaken kunnen hebben.
De heer Oosterhoff repliceert dat er bij den heer
van Messel een misverstand bestaat. Spreker toch
heeft niet toegestemd dat aan het eind van het jaar
niet is te zeggen wat de opbrengst is geweest, maar
hij heeft gezegd dat b.v. na afloop van een halfjaar
niet is te zeggen wat de opbrengst in dat jaar zal zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgnos. 154158 worden ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 159. Jaarwedde van den marktmeester,
f 800.—.
De beraadslaging wordt geopend.
Het zijn al weer oude koeien, die de heer G. W.
Koopmans uit de sloot moet halen. Jarenlang is ook
door de heeren Duparc en van Ketwich Verschuur
er bij Burgemeester en Wethouders op aangedrongen
om te komen met een voorstel tot instelling van eene
Commissie voor de veemarkt.
Tot verleden jaar mocht dit niet gelukken, want
men hinkte op twee gedachten, n.l. of het eene
Commissie van advies moest zijn of eene raadscom
missie. Spreker wil deze zaak thans opnieuw ter
sprake brengen. Hem is gezegd dat er vroeger
veel klachten geuit werden zonder dat er verhaal op
kwam. Men vroeg zich af wat de reden daarvan was;
komen zij niet bij Burgemeester en Wethouders of
worden zij eenvoudig genegeerd Spreker heeft die
klagers toen aangeraden zich bij request tot den
Raad te wenden. Hij is van oordeel, dat hier eene
Commissie in het leven kan worden geroepen, zooals
die bij de beurs bestaat. Zij kon bestaan uit 4 hande
laren in vee, benoemd door Burgemeester en Wet
houders, terwijl de Raad een vijfde man uit zijn midden
als voorzitter kan benoemen. De Commissie kan dan
Burgemeester en Wethouders van advies dienen en
daardoor natuurlijk den Raad. Spreker is van oordeel
dat Leeuwarden een zeer groot belang bij de vee
markt heeft. Hij heeft voor zich de „Leeuwarder
Courant" van 29 September j.l., waarin een inge
zonden stuk staat met de volgende zinsnede
„Laat ik er alleen maar even op wijzen dat het
„Friesch Rundvee-Stamboek deze week haar eigen
„markt houdt. Dat geschiedde thans nog maar één-
„maal in het jaar en wel te Leeuwarden op de vee-
„markt maarHandel is zulk eene wissel
vallige zaak en verloopt soms door kleine oorzaken"
enz.
Misschien is het mogelijk uitbreiding der veemarkt
te voorkomen door Donderdagsmiddags vóórmarkt te
houden. Het houden van een speciale marktdag voor
zeker soort vee staat spreker niet aan.
De Commissie zou kunnen adviseeren over uitbrei
ding en in het kort over alle zaken die tot de vee
markt in betrekking staan.
Een voorbeeld. (Jedurende de laatste Vrijdagen,
zag spreker dat de ossen aan touwen op de markt
werden gebracht, terwijl zij vroeger los werden ge
dreven. Dit mocht niet meer. Wie den last daartoe
heeft verstrekt weet spreker niet, maar zeker geen
practisch man, die er verstand van heeft. Ossen toch
zijn goede dieren, lang niet zoo kwaad als een koe
of een stier. Men kan ze dan ook gerust los laten
loopen want al worden er nog zulke groote koppels
vervoerd, ongelukken hebben nooit plaats. Nu moeten
zij vast gebonden worden. Spreker weet niet of de
Voorzitter wel eens een snoek aan den hengel heeft
gevangen. Wanneer zoo'n beest voelt dat hij vast
zit, neemt hij een schot, vliegt tegen den wal op en
neemt na een oogenblik weer een schot. Zoo is het
precies met een os. Als hij vastgebonden wordt, staat
hij een oogenblik stil en doet dan plotseling een raam,
alles omverwerpende, wat hem in den weg komt. Hij
zal b.v. pardoes met den kop tegen een boom of een
ijzeren hek vliegen. Zoo kunnen er natuurlijk onge
lukken komen. Ossen zijn van jongs af aan gewoon
los te loopen. Spreker is daarom van oordeel dat
er een Commissie, samengesteld uit praktische men
schen, moet worden gevormd.
Hij stelt daarom voor
de Raad besluit tot het instellen van eene Com
missie voor de veemarkt.
De heer Oosterhoff zal niet te diep op het voorstel
van den heer Koopmans ingaan, omdat de Kamer
van Koophandel deze zaak reeds bij den Raad aan
hanging heeft gemaakt, zoodat binnenkort het advies
van Burgemeester en Wethouders is te verwachten.
Hij acht het daarom beter dat de Raad dit advies
eerst afwacht. Hij kan echter mededeelen, dat ver-