8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. T. Postma op haar verzoek eervol ontslag te ver- leenen als onderwijzeres in de handwerken aan gemeente school no. 6, onder toekenning van een gemeentelijk pensioen. 210 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1909. 2. mr. S. Boltjes 3. T. A. Overmeer; 4. P. A. de Rochefort. De punten 7 en 8 zullen in eene volgende ver gadering worden behandeld. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen tot het aangaan zoo noodig van eene tijdelijke geldleening ad 100,000.ter voor ziening in de eventueele behoefte aan kasgeld. Zal bij de begrooting worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling der mr heden op den oproepingsbrief vermelde punten. voor 1. Benoeming van een ondenuijzer aan gemeente school no. 4, vacature K. Folckema. Uitgebracht zijn 22 stemmen, terwijl de presentie lijst door 21 leden is geteekend. De stemmen zijn verdeeld als volgt op den heer F. Klijzing 20 stemmen, r J. Merkuur 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Daar de onregelmatigheid van geen invloed is ge weest op den uitslag der stemming, is benoemd de heer F. Kleijzing. op den heer de Haan 10 stemmen, Woltring 9 terwijl 2 brief jes in blanco zijn ingeleverd. De heer H. P. de Haan is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 21 stem men, verdeeld als volgt op den heer Sikkes 7 stemmen, van der Flier 5 Tijsma 6 terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stem ming, waarvan de uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer Sikkes 8 stemmen, Tijsma 6 van der Flier 5 terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd, zoodat eene her stemming moet plaats hebben tusschen de heeren Sikkes en Tijsma, waarbij laatstgenoemde zich van medestemmen onthoudt. De uitslag is dat zijn uitgebracht Op den heer Sikkes 11 stemmen, Tijsma 8 terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer E. H. Sikkes is alzoo benoemd. De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling van 2. Benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid der Commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 lb en 2 der wet op de bedrijfsbelasting. Voor de benoeming van een lid zijn uitgebracht 21 stemmen, waarvan 17 op den heer Brunger, terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer K. E. Brunger is alzoo benoemd. Voor de benoeming van een plaatsvervangend lid zijn uitgebracht 21 stemmen, verdeeld als volgt op den heer Oosterhoff 16 stemmen, Schoondermark 1 stem, terwijl 4 brief jes in blanco zijn ingeleverd. De heer J. Oosterhoff is alzoo benoemd. 3. Benoeming van een lid der gecontinueerde Com missie van Rapporteurs, inzake het oniwerp-werklieden- reglement, in verband met de ongesteldheid van den heer K. P. W. Besurjen. Uitgebracht zijn 21 stemmen, te weten op den heer de Jong 12 stemmen. Feddema 5 Zandstra 2 Gr. W. Koopmans 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer L. de Jong is alzoo benoemd. 4. Benoeming van twee leden der Commissie van toezicht op de scholen van Middelbaar Ondemvijs, vaca tures J. A. Smits en mr. C. B. Menalda. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 21 stemmen, verdeeld als volgt op den heer de Haan 9 stemmen, Woltring 7 Tijsma 1 stem, n v. d. Feltz 1 stem, terwijl drie brief jes in blanco zijn ingeleverd. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is dat zijn uitgebracht 5. Rapport van de Commissie voor de reclames tegen aanslagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1909. Na heropening is aan de orde 6. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek omtrent %le begrooting van de administratie kosten der Stads Bank van Leening, dienst 1910. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der begrooting in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 5205.wordt met algemeene stemmen aangenomen. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan K. Posthuma en H. de Vries alhier in koop af te staan een strook gemeentegrond ter grootte van ongeveer 19 M2., gelegen achter hun perceel aan de Wijbrand de Geeststraat, gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 8287. Dit voorstel luidt Bij ons is ingekomen een adres van K. Posthuma en H. de Vries alhier, houdende verzoek in koop aan hen af te staan tegen den prijs van 7.50 per M2. een strook gemeentegrond, ter breedte van 1 M., ge legen achter hun terrein aan de Wijbrand de Geest straat, op den hoek van het verlengde der Jacob van Aakenstraat, deel uitmakende van het kadastrale per ceel sectie G no. 8287, met de bedoeling dezen grond als tuin aan te leggen. Tegen den afstand van bedoelde grondstrook, die, met de halve sloot, indertijd buiten de uitgifte van bouwterreinen aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal werd gehouden ter meerdere verzekering van de rechten der gemeente tegenover de naastlegers, bestaat onzerzijds geen bezwaar, nu sinds de inwerkingtreding der Woningwet en der bouwverordening de gemeente meer recht dan voorheen in de hand heeft, om onge- wenschten aanbouw te keeren. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1909. 211 Waar voorts de koopsom is in overeenstemming met den indertijd vastgestelden prijs voor de om liggende bouwterreinen, hebben wij dan ook, in over eenstemming met het door ons ingewonnen advies van den Directeur van Gemeentewerken, de eer U voor te stellen te besluiten aan adressanten in koop af te staan een strook gemeentegrond, ter grootte van ongeveer 19 M"2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten, gelegen achter hun perceel aan de Wijbrand de Geeststraat, op den hoek van de (verlengde) Jacob van Aakenstraat, deel uitmakende van het kadastrale perceel sectie G no. 8287, op de overgelegde situatie-teekening in roode arcure nader aangeduid, tegen den prijs van 7.50 per M2. en onder voorwaarde 1. dat de kosten vallende op de uitmeting, de overdracht en de levering van den grond, zoomede die van een afschrift der akte ten behoeve van het gemeentearchief, komen voor rekening van de koopers 2. dat de bepalingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 December 1905 no. 322r/180, gewijzigd bij raadsbesluiten van 10 April 1906 no. 123R/50 en 9 Juni 1908 no. 184R/82, voor zoover mogelijk op dezen verkoop van toepassing worden verklaard. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra wijst er op dat het van alge meene bekendheid is, dat spreker en zijne partijge- nooten tegenstanders zijn van verkoop van gemeente grond. Zij kunnen evenwel hun principe niet altijd doorvoeren. Het komt tegenwoordig echter zoo dikwijls voor dat voorgesteld wordt gemeentegrond af te staan, dat spreker er nu geen vrede mee heeft hiervoor stilzwijgend toestemming te geven. Hij acht het niet wenschelijk op dezen voet voort te gaan en dient daarom het volgend voorstel in: de ondergeteekende stelt voor om aan K. Posthuma en H. de Vries alhier in erfpacht af te staan een stuk gemeentegrond ter grootte van ongeveer 19 M2., gelegen achter hun perceel aan de Wijbrand de Geest straat, gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 8287 op door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden. De Voorzitter wijst er den heer Zandstra op dat de gemeente hier slechts een strookje grond bezit van 1 M. breed. Waar dit raadslid zelf zegt dat hij niet altijd zijn beginsel kan volhouden, daar schijnt nu toch een geval aanwezig, waarin dit zeker niet kan. De gemeente bezit hier zoo goed als niets meer, zoodat zij, wat de bedoeling van den heer Zandstra toch wel zal zijn, niet noemenswaard van eene moge lijke meerwaarde zal kunnen profiteeren. De heer Zandstra weet wel dat het hier een kleinig heid geldt. Er zijn echter al zooveel van deze kleinigheden geweest dat spreker, die een principiëel tegenstander is van verkoop van gemeente-eigendom, omdat hij van oordeel is dat de gemeente het recht moet hebben te eeniger tijd dat eigendom weer tot zich te nemen, zijn voorstel moet handhaven. De Voorzitter wijst er den heer Zandstra op dat hij dan ook den canon en den duur van het erf- pachtsrecht moet aangeven. De heer Zandstra stelt voor den canon vast te stellen op 4x/2 °/0 van de waarde en den duur van het erfpachtsrecht op 50 jaar. Het voorstel van den heer Zandstra wordt onder steund en maakt alzoo een onderwerp van beraad slaging uit. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-Zandstra wordt verworpen met 19 tegen 2 stemmen. Vóór stemmen de heeren de Jong en Zandstra. Tegen de heeren Wilhelmij, Lautenbach, Ooster hoff, J. Koopmans, G. W. Koopmans, Feddema, Fransen, van Messel, Burger, Beucker Andreae, Har telust, Berghuis, Beekhuis, Tijsma, Komter, Menalda, Feitz, Schoondermark en Baart de la Faille. De heer Beekhuis beeft intusschen de vergadering verlaten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres van 16 Augustus 1.1. verzoekt mejuffrouw T. Postma, onderwijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 6, eervol ontslag als zoodanig met ingang van 1 November e.k., onder toekenning van pensioen. Uit de naderhand door haar overgelegde genees kundige verklaring bevestigd bij een van onzent- wege ingesteld onderzoek blijkt, dat adressante lichamelijk niet meer geschikt is hare betrekking verder naar behooren Avaar te nemen, zoodat zij, volgens artikel 1 der verordening (Gemeenteblad no. 32 van 1893), gelijk deze nader is gewijzigd, in aanmerking kan komen voor pensioen vanwege de gemeente. De Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs, omtrent het verzoek gehoord, adviseert het ontslag te verleenen, met ingang van den in het adres ge noemden datum. Onzerzijds bestaat tegen inwilliging van het twee ledig verzoek geen bezwaar, waarom wij, onder over legging van een staat, waarin het pensioen is berekend, dat haar krachtens de artikelen 35 der aangehaalde verordening kan Avorden toegekend, de eer hebben U voor te stellen te besluiten a. aan mejuffrouw T. Postma, overeenkomstig haar verzoek, eervol ontslag te verleenen als ondenvijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 6, met ingang van 1 November 1909 b. haar met ingang van dien datum een jaarlijksch pensioen toe te bennen van 165. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van .4. J. Krieger te Amersfoort en Jhr. L. W. van der Goes alhier, om verlenging meteen half jaar van den termijn, binnen welken de schrifte lijke verklaring tot aanvaarding der concessie voor den aanleg van een paardetram binnen de gemeente moet plaats hebben. Dit prae-advies luidt als volgt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 2