248 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1909. had leveranciën aan de gemeente te doen. Hij moet erkennen dat de Directeur talent, geduld en toewijding bezit, om de verschillende benoodigdheden van uit muntende kwaliteit tot de laagst mogelijke prijzen voor de gemeente te krijgen. Dat vinden vele leve ranciers minder aangenaam en deze zijn hem daarom niet goed gezind. Spreker acht het een loffelijke eigen schap van den Directeur, welke z. i. bewijst dat deze ambtenaar zuinig met het geld omgaat en het hem alles behalve onverschillig is hoe het met de dubbeltjes der gemeente gaat. De heer Feddema gelooft dat de heer Hartelust de hoofdzaak voorbijziet. Spreker heeft niet getornd aan des Directeurs eerlijkheid noch aan zijne belang stelling in de gemeentezaken. Integendeel, spreker heeft willen laten uitkomen dat de Directeur zich niet in de eerste plaats geroepen gevoelt om bij het opmaken van begrootingen rekening te houden met de draagkracht der gemeente. Dit en niets anders heeft spreker willen zeggen. Spreker wenscht zich echter in geen geval ondergeschikt te verklaren aan een ambtenaar en wil zeggen wat hij in het belang der gemeente meent te moeten zeggen, zonder iemand te kwetsen. Dat spreker niemand heeft gekwetst, blijkt wel duidelijk daaruit, dat de Voorzitter, die den Directeur der Gemeentewerken evengoed zou verdedigen als ieder ander ambtenaar, aan sprekers uitdrukking hoegenaamd geen aanstoot heeft genomen. De raadsleden hebben het recht te zeggen, wat hnn in het belang der gemeente voorkomt, zonder vrees achtig te moeten zijn of zij ook het een of ander kruidje-roer-mij-niet zullen aanraken. Spreker komt er tegen op dat de Directeur der Gemeentewerken, op een courantenbericht, zonder het officieele verslag af te wachten, een klacht heeft ingediend. Spreker vindt deze wijze van optreden hoogst ongepast. De missive wordt hierna voor kennisgeving aan genomen. 9. adres van H. H. Key, alhier, houdende verzoek hem vergunning te verleenen tot straataanleg op het kadastrale perceel sectie G no. 8439 enz. en tevens om aan hem te verkoopen de halve sloot, gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, sectie G no. 8442, ten noorden van de Wijbrand de Geeststraat, terwijl hij zich bereid verklaart aan de gemeente in koop af te staan een strookje grond aan het Molenpad, vrijkomende door het afbreken van eene woning aldaar; 10. adres van het bestuur der Friesche Tninbouw- vereeniging, om haar voor den van harentwege gegeven cursus in tuinbouwonderwijs een subsidie uit de gemeentekas te verstrekken, ter bestrijding der kosten van verlichting en verwarming van het lokaal. De stukken 910 worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van praeadvies 11. adres van het Plaatselijk Centraal Comité voor Drankbestrijding, waarbij wordt verzocht het voorstel van den heer de Jong tot verhooging van den begrootingspost „subsidie voor drankbestrijders- vereenigingen" met f 25.te willen aannemen. Zal bij punt 11 der agenda voor heden worden behandeld 12. dankbetuiging van het departement Leeuwarden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor het op de begrooting van 1910 uitgetrokken snbsidie ad 500.ten behoeve van den cursus tot opleiding van kweekelingen bij het bewaarsehoolonderwijs 13. adres, gericht aan de leden van den Raad, van G. Jellema en andere inwoners dezer gemeente, om 1. het voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende het verleenen van concessie aan de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij voor den aanleg en de exploitatie van een stoomtramweg der Staats spoorwegen in directe aansluiting met de tramlijn DrachtenVeenwouden enz., niet aan te nemen; 2. de richting van de tram binnen de gemeente te bepalen als in het adres wordt aangegeven, c. q. Burgemeester en Wethouders te verzoeken hun voorstel terug te nemen en eene commissie van onderzoek te benoemen. De stukken 1213 worden voor kennisgeving aan genomen 14. alsvoren aan den Raad van denzelfden inhoud. Zal bij punt 18 der agenda worden behandeld 15. schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake de benoeming van eene commissie van onder zoek der rekening en verantwoording der Stads Bank van Leening. Wordt besloten voortaan vóór 31 December de commissie te benoemen. De Voorzitter wijst, als de Raad niet de benoeming aan zich wenscht te houden, hetgeen het geval blijkt te zijn, daarvoor aan de heerenBeekhuis, Tijsma en Zandstra 16. alsvoren van den Inspecteur van het Middel baar Onderwijs, den heer H. J. de Groot, betreffende de benoeming van een directeur der Burgeravondschool. Wordt voor kennisgeving aangenomen; 17. aanbeveling van het bestuur van het Nieuwe Stads Weeshuis voor de benoeming van een voogd en eene voogdes dier instelling, wegens periodieke aftreding van den heer H. Beucker Andreae en van mevr. de wed. M. L. BurgerSuringar, waarop zijn geplaatst voor de benoeming van een voogd 1. H. Beucker Andreae 2. dr. H. D. Verdam 3. mr. A. Menalda voor eene voogdes 1. mevr. de wed. M. L. BurgerSuringar2. mevr. D. HarmensHannema 3. mevr. M. Stoop Seven 18. alsvoren van voogden der Stads Armenkamer voor de benoeming van drie voogden .dier instelling, ter voorziening in de vacature-mr. dr. F. C. van Geer en wegens periodieke aftreding van de heeren J. F. Rueb en A. R. van der Sluis vacature-mr. dr. F. C. van Geer 1. mr. J. H. Beucker Andrea 2. mr. J. D. van der Plaats 3. mr. A. G. Menzel vacature-J. F. Reub 1. J. F. Reub; 2. mr. G. van der Flier; 3. mr. J. L. van Sloterdijk Wz. vacature-A. R. van der Sluis 1. A. R. van der Sluis2. mr. F. G. van Bins- bergen 3. J. D. Nolet 19. alsvoren van de commissie van toezicht op het Lager Onderwijs, voor de benoeming van twee leden dier commissie, wegens periodieke aftreding van de heeren A. J. Brouwer en D. van Hoorn vacature-A. J. Brouwer 1. mr. G. van der Flier; 2. mr. F. G. van Binsbergen 3. A. R. van der Sluis vacature-D. van Hoorn 1. D. van Hoorn 2. A. Reijntjes; 3. N. Siebesma. De stukken 1719 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld 20. dat de levering van 45 stuks gegoten ijzeren straatkolken met roosters bij openbare aanbesteding is gegund aan de firma Penn en Bauduin te Dordrecht voor f 603. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1909. 249 aan de onderwijzers aan gemeentescholen nos. 11 en 12, K. Postuma, W. A. Kreger en W. Wijga en aan de onderwijzeres mej. T. Bosma, op hun verzoek eervol ontslag als zoodanig te verleenen. 2. Alsvoren tot vaststelling van den pensioens grondslag van den leeraar aan de Burgeravondschool G. C. Michell. De stukken 1 en 2 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres der vereeniging „de Ambachtsschool" om haar in koop af te staan het aan de Ambachts school grenzend gemeentelijk terrein, kad. bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no. 8441, hoek Wijbrand de Geeststraat en Verlengde Jacob van Aakenstraat, 4. Het 2e suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1909. De stukken 3 en 4 zullen in eene volgende ver gadering worden behandeld. 5. Aanbeveling voor de benoeming van de leden der commissie voor de gemeentelijke Arbeidsbeurs, als voor een lid-voorzitter mr. A. van Giffen en mr. M. Goslings; voor een plaatsvervangend lid-voorzitter mr. M. Goslings en mr. G. van der Flier voor twee leden-werkgevers 1. F. de Koe, H. van der Heide 2. W. Fransen en W. Visser voor twee plaatsvervangende leden-werkgevers 1. J. A. Beeftink, J. S. Bouman2. J. H. Stoett T. Bijlsma voor twee leden-werknemers 1. C. Ablij, P. Endendijk2. K. Dijkstra en W. Kiestra; 6. Alsvoren voor de benoeming van een voorzitter der commissie voor het gemeentelijk werkloozenfonds mr. 1. Wolf, advocaat en procureur te Leeuwarden, mr. H. D. van Ketwich Verschuur, president van het Gerechtshof te Leeuwarden. De stukken 5 en 6 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. IV. Rapporten. Do heer Feitz rapporteert dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van ont vangsten en uitgaven van het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1910, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voor stelt de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 25395. De Voorzitter stelt voor de begrooting en het daarop uitgebracht rapport in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot de behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een onbezoldigd ambtenaar van den Burgerlijken Stand, vacature mr. C. Beekhuis. Uitgebracht zijn 21 stemmen, verdeeld als volgt Op den heer Brouwer 12 stemmen, Burger 8 terwij 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer A. J. Brouwer is alzoo benoemd. 2. Benoeming van een voogd en eene voogdes van het Nieuwe Stads- Weeshuis, wegens periodieke aftreding van den heer H. Beucker Andreae en van mevr. de wed. M. L. BurgerSuringar. Voor de vacature van een voogd zijn uitgebracht 21 stemmen, te weten op den heer Beucker Andreae 12 stemmen, Verdam 5 terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer H. Beucker Andreae is alzoo benoemd. Voor de vacature van eene voogdes zijn uitgebracht 21 stemmen, te weten op mevr. de wed. BurgerSuringar 16 stemmen, terwijl 5 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Mevr. de wed. M. L. BurgerSuringar is alzoo benoemd. 3. Benoeming van drie voogden der Stads-Armen kamer, ter voorziening in de vacature-mr. dr. F. C. van Geer en wegens periodieke aftreding van de heeren J. F. Bueb en A. B. van der Sluis. De beraadslaging wordt geopend. De heer de long wenscht, alvorens tot stemming over te gaan, een korte opmerking te maken. Meer malen is door spreker en zijne partijgenooten de wenschelijkheid uitgesproken, dat niet alleen meer- gegoeden, doch ook arbeiders op de aanbeveling zouden worden geplaatst. Indertijd is deze kwestie uitvoerig besproken. De arbeiders zijn bij het armwezen ge ïnteresseerd, zij kennen het arbeidersleven, hebben veelal de armoede aan den lijve gevoeld. Daarom alleen zou het reeds wenschelijk zijn dat een deel van het college van voogden uit arbeiders bestond. Spreker had gehoopt, dat de voogden, naar aanleiding van het bij de laatste begrooting gespro kene, aan dezen wensch gevolg hadden gegeven, te meer nu er eene vacature bestond. Zijn hoop is niet verwezenlijkt. Alle aanbevolenen behooren tot de meergegoede klasse. Het wordt vervelend daar steeds op te moeten wijzen, het schijnt den moriaan ge schuurd. Spreker zal er niet meer van zeggen, maar behoudt zich het recht voor iemand buiten de aan beveling om te stemmen. De beraadslaging wordt gesloten. Voor de vacature-van Geer zijn uitgebracht 21 stemmen, verdeeld als volgt op den heer mr. J. H. Beucker Andreae, 10 stemmen. Bekker 6 Tiemersma 2 elk der heeren Bolman, Rueb en de Jong 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is dat zijn uitgebracht 21 stemmen, verdeeld als volgt op den heer Beucker Andreae 11 stemmen, Bekker 7 Tiemersma 2 de Jong 1 stem, zoodat benoemd is de heer Mr. J. H. Beucker Andreae. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 21 stem men, te weten op den heer Rueb 17 stemmen, Tiemersma 2 terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer J. F. Rueb is alzoo benoemd. Voor de derde vacature zijn uitgebracht 21 stem men, te weten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 2