256 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1909. op groote moeilijkheden zijn gestuit en dat zij zeer terecht ten slotte een en ander hebben prijs gegeven. Spreker hoopt, wat er ook moge gebeuren, dat er voor gezorgd zal worden, dat de Nederlandsche Tram weg-Maatschappij heden de concessie krijgt. Dit belang op den voorgrond stellende, acht spreker de belangen van de ingezetenen van het stadsgedeelte bij de Hoeksterpoort, daaraan ondergeschikt. Wel is er in het adres van deze ingezetenen veel, dat spreker aantrekt en hij wil, wanneer die speciale belangen verbonden kunnen worden aan die der ge meente, dat is van alle ingezetenen, in die richting wel medewerken. Spreker erkent toch dat het in het belang van Leeuwarden zou zijn als de Hoeksterpoort werd aan gedaan. Ook heeft de richting in het adres aangegeven voor spreker wel iets verleidelijks en het komt hem voor dat, als een dergelijke richting te verkrijgen is maar dan de Spanjaardslaan ten einde toe ge volgd en die richting voor de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij aannemelijk is, wijziging van het voor ons liggend plan gewenscht is. Om een en ander mag de zaak echter niet in de waagschaal worden gezet. Spreker zou daarom heden het voorstel van Bur gemeester en Wethouders willen aannemen zooals het daar ligt en dat college verzoeken met de Neder landsche Tramweg-Maatschappij onderhandelingen te openen over nadere wijziging in de richting der tramlijn. Wanneer nu de concessie wordt verleend, heeft toch de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij zekerheid, dat zij kan doorwerken. Zij kan het Rijkssubsidie en zoo noodig een onteigeningswet aanvragen. En, is het inderdaad waar, dat de richting door de Spanjaardslaan voor de Nederlandsche Tramweg- Maatschappij voordeeliger is, dan is er geen reden om bezorgd te zijn, dat zij tot wijziging der richting niet zou willen medewerken. De heer Tijsma kan, zooals het voorstel daar ligt» zijn stem er niet aan geven. Spreker is het eens met den heer Burger dat het van groot belang voor Leeuwarden is dat de verbinding met Drachten tot stand komt, aan den anderen kant is hij door de argumenten van den heer Hartelust niet overtuigd, dat een klein uitstel een groot onheil zal te weeg brengen. Wanneer het een zaak was van twee of drie dagen, dan was het iets anderszij hangt echter reeds 11 jaar en de gemeente zal, door een artikel in de concessievoorwaarden op te nemen, waar wordt bepaald dat de lijn DrachtenGroningen niet eerder in exploitatie mag komen dan die van Leeuwarden naar Drachten, een correctief hebben waardoor Gro ningen niet boven Leeuwarden wordt bevoordeeld. Hij acht het gevaar echter niet groot. De ontworpen lijn heeft veel bezwaar. In de eerste plaats loopt zij vlak achter de schiet baan langs. Dit is zeer gevaarlijk, want veel kogels komen over hok en zandbult heen in de weide terecht. Als jongen zijn spreker daar dikwijls de kogels om de ooren gevlogen. In de tweede plaats wordt de daar liggende stadsplaats in tweeën gesneden. Door den nieuwen Poppeweg is reeds een splitsing gemaakt. Het behoeft nu geen betoog dat het veel beter is de landerijen aan één kavel te houden dan ze door de tramlijn te laten versnipperen. Verder weegt het adres der bewoners van het stadsdeel „Hoeksterpoort" bij spreker zeer zwaar. Burgemeester en Wethouders moeten wel zeer ge wichtige reden hebben gehad om voor te stellen zooals zij hebben gedaan, te meer waar het prae- advies over de Hoeksterpoortskwestie heenglijdt. Spreker is er voor concessie te verleenen tot het begin van den Groninger straatweg en om 40000. renteloos voorschot te geven. Het verdient echter alle overweging niet nu een besluit te nemen, maar eerst nog eens kalm na te denken wat het beste is voor de gemeente. De heer Hartelust wil nog even terugkomen op de kwestie van uitstel. De heer Beekhuis heeft gezegd dat, waar de onderhandelingen al 11 jaar hebben ge duurd, een klein uitstel niet zou schaden. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat voor 11 jaar de verbinding DrachtenGroningen nog niet was geprojecteerd en nu wel. Dit heeft spreker aan leiding gegeven om te zeggen: laat den vogel nu niet over het net vliegen, want dat men er wel tot 1960 berouw van zou kunnen krijgen. De heer Tijsma wil nu nog weer kalm overwegen, alsof er in 11 jaar geen tijd tot kalme overweging is geweest. Ook heeft de heer Tijsma gezegd het gevaar, dat Groningen eerder met Drachten zal zijn verbonden, niet groot te achten. Wanneer de heer Tijsma langzamerhand wat meer kennis van den handel zal hebben ver kregen, zal hij tot de conclusie komen, dat uitstel nadeelig is. Spreker beschouwt de tram als een handelsbelang en niet in hoofdzaak als middel om voor pleizier naar Tietjerk te kunnen gaan. Dit laatste is van zeer bijkomstigen aard. Het gaat er om, om de personen en goederen uit Frieslands Zuid- Oosthoek hierheen te krijgen. Spreker acht het toch weinig kaufmannisch, om, als men op het punt staat iets te bereiken, waarnaar men 11 jaar heeft getracht, nog eens te zeggen laat ik nu eens zien nog wat meer gedaan te krijgen. Wanneer aan de verschillende wenschen van de ingezetenen kan worden voldaan, zonder dat uitstel er het gevolg van is, zal spreker van harte mee werken. Als de zaak uitgesteld wordt, zal het blijken, dat de vogel over het net is gevlogen. Spreker waarschuwt daarom den Raad van Leeuwarden nog maals ernstig stel niet meer uit De heer Beekhuis vraagt of de heeren Hartelust en Burger de zaak niet overdrijven door er op aan te drin gen om nog heden een besluit te nemen. Spreker wijst er op dat volgens art. 2 de concessionaris een jaar zal krijgen om zich te verklaren of hij de concessie aanvaardt. Wat is er nu tegen om de zaak even uit te stellen en van dit jaar b.v. 10 maanden te maken. Dan is er tijd om op goede gronden een besluit te nemen, nu gaat dit niet. Het denkbeeld der bewo ners van het stadsgedeelte bij de Hoeksterpoort is door Burgemeester en Wethouders met geen enkel woord weerlegd. De heer Burger heeft spreker naar het schijnt niet begrepen. Spreker heeft niet gezegd dat de lijn goed was als men alleen de verbinding Leeuwarden Drachten op het oog had, hij heeft gezegd dat men dan de lijn wel tot Hardegarijp langs den spoorweg kon laten loopen. Dat zou goedkooper zijn en boven dien bleef de mooie Groninger straatweg voor ver nieling bewaard. Dit laatste heeft spreker er wel voor over, als de tram voor de ingezetenen van waarde wordt en dit zal alleen het geval worden als er een halte komt bij de herberg „de Bleek". Het komt spreker voor dat de heer Lautenbach met zijn voorstel reeds te ver is gegaan. Ook spreker had er aan gedacht om de tram van af het Kerkhof door het weiland te laten loopen. Hij acht het echter niet goed daaromtrent nu reeds een uitspraak te doen. Spreker stelt voor de zaak te renvoyeeren naar Burgemeester en Wet houders met verzoek, dan ook de voor- en nadeelen onder de oogen te zien van het leggen van een tram lijn langs de Spanjaardslaan. Mocht de Raad ingaan Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1909. 257 op het denkbeeld van den heer Burger om nu in principe te beslissen, daartegen heeft spreker geen bezwaar. Hij wil zelfs den concessionaris wel mede- deelen dat hij kan rekenen op een renteloos voor schot van f 40,000.maar later de richting nog nader bepalen. De Voorzitter wijst er don heer Beekhuis op dat diens voorstel gelijk staat met eene motie van orde tot sluiting der beraadslagingen. Spreker zal de be raadslagingen sluiten en de motie van den heer Beek huis in behandeling brengen. O O De heer Beekhuis verzoekt zijn voorstel voorloopig als nog niet ingediend te beschouwen. De heer G. W. Koopmans zal, ofschoon hij een groot voorstander is van eene zoo spoedig mogelijke ver binding met Frieslands Zuid-Oosthoek, niet anders meegaan dan met een voorstel tot nader onderzoek. De heer Hartelust zegtde tram moet er komen, sprekerbezint eer gij begint. Toen toch de tram naar het station is gelegd, moest die, omdat de sloot achter de veemarkt niet kon worden gedempt, langs de Willemskade en Sophialaan loopen. Nu is die sloot wel gedempt. Als dat toen direct gebeurd was, zouden de Willemskade en Sophialaan niet vernield zijn geworden. Spreker zal niet uitweiden over de voordeelen van de verbinding langs het Kanaal of O O de Spanjaardslaan, er zal wel gelegenheid zijn daarop terug te komen. Hij wil er nog op wijzen dat, wanneer men alleen het goederenvervoer op het oog heeft, eene vluggere verbinding wordt verkregen over Huizum, Warga, Wartena. Wanneer het echter ook om het passagiersvervoer te doen is, dan is de weg naar de herberg „de Bleek" de aangewezen weg. De heer Baart de la Faille heeft een warme sym pathie voor het adres van de bewoners van het oostelijk gedeelte van de stad. Het komt hem voor dat het adres zooveel bevat, dat aan de ingezetenen ten goede komt, dat dit plan overweegt tegen dat van Burgemeester en Wethouders. Spreker zou dan ook in het algemeen wel kunnen meegaan met het voorstel van de heeren Lautenbach en Berghuis, alleen is hem dit te gedétailleerd. Hij ziet dan ook niet in, waarom de tram bij het Kerkhof door het weiland moet en waarom niet de Spanjaardslaan kan blijven gevolgd tot aan het tramstation. Spreker is overtuigd dat de zaak urgent is en meent dat de Raad, het plan Lautenbach-Berghuis in het oog houdende, nu reeds concessie kan ver leenen. Spreker twijfelt er niet aan of de Neder landsche Tramweg-Maatschappij zal er wel voor zijn te vinden als een goedkooper plan wordt voorgesteld. In het plan van Burgemeester en Wethouders komen twee dure bruggen, het plan Lautenbach-Berghuis zal daardoor minder kosten. Spreker wil nu de con cessie verleenen en aansturen op het plan Lautenbach- Berghuis. De heer Beucker Andreae verklaart volle sympathie te hebben voor het idéé van de heeren Burger en Hartelust, al voelt hij wel iets voor het plan- Lautenbach-Berghuis, die een andere lijn wenschen. Men moet echter niet vergeten, dat toen dit plan jaren geleden is besproken, er toen reeds van de stadsuitbreiding aan het Kanaal sprake was en eveneens om een nieuwen weg aan te leggen. De brug over het Vliet zou zoolang wachten totdat de zaak met de N. T.-M. was geregeld. Die brug zou ten laste dezer maatschappij komen. Ook moet men niet vergeten dat, waar het Kanaalterrein hoofdza kelijk het terrein is voor industie en nijverheid, de gemeente, wanneer de tram daar langs wordt gelegd, te eeniger tijd de vruchten zal plukken. De Raad moet daarom niet alleen letten op de belangen van den tegenwoordigen tijd, hij moet ook op de toe komst letten. Spreker is daarom van oordeel dat het hoogst noodzakelijk is de tramlijn te leggen langs de Kanaalpanden, ten einde de ontwikkeling der nijverheid en industrie te bevorderen in het belang der gemeente. Wat de verbinding met „de Bleek" aangaat, spreker is van oordeel, dat, wanneer nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen, deze verbinding in de toekomst tot stand zal kunnen komen. Een ceintuurbaan om de stad zou spreker, in ver band met hetgeen door de heeren Lautenbach c.s. is gememoreerd, dan ook van het hoogste belang achten, want dan kunnen alle deelen er van profi- teeren, maar dit is zeker iets van later zorg. Spre ker blijft er dus bij, dat het wenschelijk is het voorstel van Burgemeester en Wethouders direct aan te nemen. De heer J. Koopmans is het niet met den heer Burger eens over de wenschelijkheid om heden reeds een besluit tot het verleenen van de concessie op de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde wijze te nemen. Is deze eenmaal verleend, dan gaat het later niet zoo gemakkelijk eene andere route te krijgen. Tot uitstel van de zaak behoeft eene nadere on derhandeling ook niet te leiden. De heer Beekhuis heeft terecht opgemerkt, dat, waar aan de Maat schappij een jaar tijd is verleend om te beslissen of ze de concessie aanneemt, men deze tijd gevoegelijk kan bekorten. Bovendien is spreker van oordeel, dat de uitvoering van het werk, op de door adressanten aangeduide wijze, minder tijd zal kosten, dan het plan langs het Nieuwe Kanaal. Ook spreker is een groot voorstander van eene spoedige verbinding van Leeuwarden met den Zuid- Oosthoek van Friesland, door eene tramweg over SuameerDrachten. Vooral de verbinding van de streek boven Drachten met onze stad is zeer ge brekkig. Op Appelscha en Oosterwolde varen slechts twee beurtschepen. Voor stoomboten is daar geen plaats. Een gevolg hiervan zal zijn, dat met de tram naar die streken groote hoeveelheden goederen zullen worden vervoerd, die, wanneer er geen station aan „de Bleek" tot stand komt, van den noord-oostkant der stad door de geheele stad naar de Vrouwenpoort of het station der Staats-spoorwegen zullen moeten worden vervoerd, om dan langs de trambaan over de Willemskade en bij het station naar de Zuid- Oosthoek te worden vervoerd. Het verkeer zal zich dan aan dezen kant der stad ophoopen op plaatsen, waar het thans reeds overdruk is, terwijl ingeval een station bij „de Bleek" gevestigd wordt, het verkeer zich als 't ware zal ontplooien en het even wicht van de drukte meer over de geheele gemeente zal worden hersteld. Afgezien nog van de bijzondere belangen van adressanten of van de andere bewoners van het nooi'd-oostelijk deel der stad, verdient het in het algemeen belang overweging de door adressanten aangegeven route voor de tram te nemen, in ieder geval aan het Hoeksterend een station met gelegen heid tot aanneming van goederen te zien te verkrijgen. De heer Baart de la Faille wil den heer Beucker Andreae bestrijden, die sympathie heeft voor het denkbeeld Lautenbach-Berghuis en toch per slot van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 6