258 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1909.
rekening meegaat met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders met het oog op de toekomst. Spreker
is het eens met den heer Beucker Andreae dat het
gewenscht is, dat op het thans braak liggende terrein,
zich in de toekomst industrie zal ontwikkelen en ook
dat de geprojecteerde lijn daaraan ten goede zal
komen. Dit is echter toekomstmuziek en spreker is
van oordeel dat de Raad nu rekening heeft te houden
met de tegenwoordige belangen der ingezetenen. Die
worden het best gediend door het daarstellen van een
halte bij de herberg „de Bleek".
Wat is er echter tegen om, als er in de toekomst
behoefte blijkt te bestaan aan een lijn over de
Poppebrug om de industrie te bevorderen, die lijn
aan te leggen? Spreker heeft nu de tegenwoordige
belangen der stad op het oog en het komt hem voor
dat deze door het plan, zooals dit door de bewoners
van het stadsgedeelte „Hoeksterpoort" is gedacht,
het best worden gediend.
De heer Burger moet een poging doen om den
Raad zijn standpunt beter te doen begrijpen.
Spreker heeft een medestander gevonden in den
heer Beucker Andreae, een tegenstander in den heer
Beekhuis, maarhij staat toch nader bij zijn
tegenstander, den heer Beekhuis, dan bij den heer
Beucker Andreae, want spreker is, evenals naar het
schijnt de meerderheid der leden, van oordeel, dat,
zoo eenigzins mogelijk, de Hoeksterpoort moet worden
aangedaan. Hij is dus op den steun van den heer
Beucker Andreae niet bijzonder gesteld.
Waar de heer Beekhuis, evenals spreker, de con
cessie wil verleenen en het bedrag van het renteloos
voorschot wil vaststellen, is het toch gemakkelijk een
stap verder te gaan en het voorstel van Burgemeester
en Wethouders aan te nemen. Spreker is er van
overtuigd, dat de Nederlandsche Tramweg-Maat
schappij de verandering van de richting wel zal
aanvaarden, wanneer die verandering, zooals de heer
Beekhuis zegt, inderdaad voor haar bezuiniging
medebrengt.
Door op het denkbeeld van den heer Beekhuis in
te gaan worden twee fouten gemaakt.
1°. Krijgt de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij
niet de zekerheid, die zij behoeft en
2°. zal zij, wanneer zij de f 40,000.krijgt,
zonder te weten wat zij moet, later een aparte sub
sidie kunnen eischen voor het doortrekken van de
lijn tot de herberg „de Bleek".
Het plan van Burgemeester en Wethouders echter
geeft de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij vol
komen zekerheid. Daarop kan zij voortwerken.
Spreker wenscht spijkers met koppen te slaan en
prefereert daarom aanneming van het plan van Bur
gemeester en Wethouders dan ook boven iedere
andere handelwijze, die uitstel met zich meebrengt.
De heer Feddema zegt dat de heer Burger spijkers
met koppen wil slaan. Spreker wil dit ook, dit
behoort bij zijn vak, maar hij wil ze ook op den kop
slaan en niet andersom zooals de heer Burger dit
blijkbaar wil. De heer Burger wil het ontwerp aan
nemen, maar dan staat het vast, dat er een hoofdlijn
komt langs den Poppeweg enz.
Spreker wil dit niet, hij wil en naar hij meent wil
de meerderheid van den Raad dit ook een hoofdlijn
hebben die tot „de Bleek" doorloopt. Spreker staat
pal naast den heer Burger als wordt aangenomen alleen
dit gedeelte van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
de Raad besluit voorwaarde.
Hij wil zich alsnog niet binden aan een bepaalde
lijn, die de tram zal volgen om het station der
Staatsspoor te bereiken. Spreker acht het niet kauf-
mannisch een zaak in eene richting aan te pakken,
waarmee men het niet eens is en waarvan men nadeel
verwacht, door een betere richting ter zijde te stellen.
Spreker wenscht dan ook de concessie te verleenen
en de f 40,000.toe te zeggen, maar er bij te bepalen
dat de richting van de lijn vanaf de Bleek naar het
station der Staatsspoor binnen zeer korten tijd aan
de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij zal Avorden
aangegeven, althans dat over die richting nader met
de concessionaris zal worden onderhandeld.
De heer Berghuis begrijpt de bedoeling van den
heer Burger niet en ook niet wat bezwaar er bestaat
om heden middag een besluit te nemen ten opzichte
van de gewenschte richting. Als die toch wordt
vastgesteld weten Burgemeester en Wethouders Avat
de Raad begeert. Spreker wenscht er nog op te
Avijzen dat het voorstel van den heer Lautenbach
en spreker niet aan het minitieuse hangt.
De voorstellers willen de lijn over het weiland
er wel uitlaten en de Spanjaardslaan volgen. Spre
ker ziet dan ook niet in waarom ten opzichte van
de richting geen besluit kan worden genomen. Is
die eenmaal vastgesteld, dan kunnen Burgemeester
en Wethouders met den directeur der Nederlandsche
TramAveg-Maatschappij overleg plegen ten einde te
komen tot de vaststelling van art. 1 der voorwaarden
De heer Tijsma Avijst er op dat de Raad niet moet
meenen klaar te zijn als het voorstel van Burge
meester en Wethouders is aangenomen. Dit is toch
niet het geval.
Wanneer toch de Raad meegaat met het denkbeeld
van den heer Burger en de Nederlandsche Tramweg-
Maatschappij heeft toezegging van Rijks- en Provin
ciaal subsidie, dan komt de Raad nog weer met een
ander voorstel.
Hoeveel spreker er ook voor voelt om vlug klaar
te komen met de verbinding DrachtenLeeuwarden,
hij kan niet met het prae-advies van Burgemeester
en Wethouders meegaan. Hij geeft den Raad in
overweging zich omtrent de richting uit te spreken.
Wanneer toch het voorstel volgens de bedoeling
van den heer Beekhuis wordt gerenvoyeerd aan
Burgemeester en Wethouders, zal het vrij zeker in
gelijken geest bij den Raad terugkomen. Het zou
spreker daarom beter lijken eene commissie te be
noemen die de voor en nadoelen van een andere
richting onderzocht.
De heer Komter wijst er op dat het voor Burge
meester en Wethouders aangenaam was te vernemen,
dat men algemeen den aanleg van deze tramlijn
wenscht. Ook heeft spreker geen enkele stem ge
hoord tegen het hooge renteloos voorschot. Dit zijn
twee lichtpunten in deze anders zoo zeer uiteen-
loopende discussie, waaruit in hoofdzaak blijkt dat
verschillende leden van den Raad zich reeds dadelijk
voor eene andere richting uitspraken dan Burgemees
ter en Wethouders voorstellen, zonder af te wachten
wat deze ter verdediging van hun voorstel nog in
het midden hebben te brengen.
De heer Beekhuis verwondert er zich zelfs over,
dat Burgemeester en Wethouders in hun prae-advies
niets zeggen over het adres-Jellema c.s., maar dat
was ten eenenmale onmogelijk, omdat het adres pas
verscheen nadat het prae-advies verspreid was.
Spreker heeft met veel instemming geluisterd naar
de heeren Burger en Hartelust, die hebben aange
toond dat het gemeentebelang eene directe verbin
ding met Frieslands Zuid-Oosthoek eischt.
Dit is dan ook het kardinale punt. Die verbinding
spoedig en op de meest doelmatige wijze tot stand
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1909. 259
te brengen, daarop dient ons streven te zijn gericht.
Bij het bepalen van den weg, dien de tram door deze
gemeente zal volgen, mag niet uit het oog worden
verloren, dat een stoomtram in drukke straten het
verkeer belemmert en onveilig maakt, terwijl het
daar voortdurend een groote last is voor de bewo
ners. Men behoeft slechts naar de Willemskade te
gaan om te vernemen, hoeveel pleizier de bewoners
daar hebben van rook en smook en hoe gevaarlijk
het daar is.
Burgemeester en Wethouders hebben zich dan ook
afgevraagd hoe bevorderen wij dit gemeentebelang
het best en Avaar ontmoeten wij de minste bezwaren
De zaak van dit standpunt beziende, zijn zij mee
gegaan met het het denkbeeld van de Kamer van
Koophandel en hebben, met het oog op de drukte
Achter de Hoven, voorgesteld de lijn van den
spoorAvegovergang bij de Schrans tot aan de Willem
LodeAvijkstraat op eigen baan langs den spoorweg
te laten loopen.
Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat
hierdoor het gemeentebelang op de beste wijze is
gediend, terwijl de bezAvaren tot een minimum zijn
gereduceerd.
In het adres AArordt gezegd, dat door het volgen
der route langs de Spanjaardslaan „zeer veel tijd
wordt gewonnen en veel kosten worden bespaard".
Daar deze route ongeveer zooveel langer is dan
de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde,
als het tramstation verwijderd is van liet spoorstation,
dat toch in alle stukken steeds het uitgangspunt is
geweest, zal van tijd winnen wel geen sprake kun
nen zijn.
Bedenkt men daarbij, dat van de Hoekster- tot
de Vrouwenpoort met de geringste snelheid gereden
moet Avorden, ter wille van het drukke verkeer, dan
staat vrij wel vast dat met de door adressanten
bedoelde route zeer veel tijd verloren zal gaan.
Bovendien zal dan het zAvaar belemmerde verkeer
op de Willemskade en bij de Vrouwenpoort nog meer
belemmerd Avorden.
Op Vrijdagen is het daar nu al heel erg.
Waar adressanten spreken van veel kosten besparen,
schijnt dit beweren door vele leden als een axioma
te worden aangenomen. Spreker Avenscht te doen
opmerken dat door den Directeur der Gemeente
werken is gezegd dat er, als de tram door de Span
jaardslaan zal rijden, een nieuwe Noorderbrug zal
moeten komen.
De heer Lautenbach wil de tram over de Rijksbrug
laten loopen, die daarvoor zeker zeer belangrijk ver
sterkt zal moeten worden. Er zal dan bovendien een
nieuwe vaste trambrug noodig zijn ongeveer tegen
over het kantoor van de gasfabriek. Wil men de
Rijksbrug ontgaan, dan zou men een trambrug naast
de Verversbrug moeten bouwen. In beide gevallen
heeft men meer geld voor bruggen noodig dan in
het plan van Burgemeester en Wethouders.
Het geheele plan is er van den beginne af op gericht
om de route van Burgemeester en Wethouders te
volgen, terwijl in 1898 een voorstel, om den weg te
volgen door adresanten aangegeven, met 19 tegen 1
stem is verAvorpen.
Bovendien heeft de gemeente, toen zij de bouw
terreinen aan de Zuidzijde van het Nieuwe Kanaal
in exploitatie nam, een strook van bijna 5000 M'2.
gereserveerd voor deze lijn. Daarmee is de Raad
accoord gegaan. Als hij dit niet had goedgekeurd
zou de strook verkocht kunnen zijn voor plus minus
f 25000.Wanneer nu de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde route Avordt losgelaten,
blijft die heele strook renteloos liggen.
De Nederlandsche Tramweg-Maatschappij heeft ook
goedgevonden een zijlijn te leggen langs het tweede
Kanaalpand teneinde de industrie, die zich daar be
gint te vestigen, tot verdere ontwikkeling te brengen.
Een tramlijn is daarvoor een machtig hulpmiddel.
Toen in dezen Raad de Poppeweg en de gelijk
namige brug Averd besproken, is het de bedoeling
geweest, dat de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij
die brug zoude leggen. Besluit nu de Raad om de
tramlijn te brengen door de Spanjaardslaan, dan
gaat de verbinding met het tweede Kanaalpand
verloren en zal de gemeente zelf een nieuwe Poppe
brug moeten bouAven. Dit is dus weer een uitgaaf
te meer. Dat de Spanjaardslaan door het verkeer
van een stoomtram ontsierd wordt, zal bij den een
zwaarder wegen dan bij den ander.
De toestand echter die daardoor bij de Verversbrug
zal ontstaan, acht spreker een zeer ernstig bezwaar.
Het groote verkeer, dat zich daar, tengevolge der
aanwezigheid van drie scholen en dichtbevolkte
arbeiderswijken heeft ontAvikkeld, is een onover
komelijk bezwaar voor het leggen van de lijn daar
ter plaatse. Het verbaast spreker dan ook dat adres
santen op al deze zaken zoo weinig hebben gelet
en dat men zoo maar beweert, dat de door adressanten
aangegeven route beter is. Deze is zeer zeker niet
beter en waarschijnlijk niet goedkooper.
Spreker is dan ook van oordeel, dat particuliere
belangen aanleiding hebben gegeven tot het indienen
van het adres en het Avil er bij hem niet in dat
inwilliging ervan zou zijn in het algemeen belang
der gemeente.
Het denkbeeld van den heer Burger lacht spreker
niet toe om n.l. eerst het subsidie te bepalen en
later de richting vast te stellen. Het bedrag van het
subsidie staat daartoe met de richting in te nauw
verband.
De heer J. Koopmans heeft gezegd, dat het verkeer
zich, als er een halte bij „de Bleek" komt, zal ont
plooien. Spreker stelt daar tegenover dat de tram
om daar te komen eene beduidende ombuiging moet
maken, Avaaraan belangrijke onkosten zijn verbonden
en Avaartegen de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij
dus bezwaren heeft.
De heer Schoondermark zegt, dat hij met verwon
dering geluisterd heeft naar de debatten. Burgemees
ter en Wethouders meenden dat zij geheel in de lijn
van den Raad waren gebleven. Spreker wil wijzen
op het eigen belang dat bij adressanten voorzit en
begint met te zeggen dat de eerste onderteekenaar,
de heer Jellema, al zeer veranderlijk is. Eerst heeft
deze een adres ingezonden, waarin verzocht werd om
door ombuiging of een zijlijntje een halte aan de Bleek"
te maken, met bepaling dat alle trammen 15 minuten
moesten stoppen. Merkende hiervoor geen voldoenden
steun te krijgen, komt hij met een ander adres, n.l. om de
lijn langs de Spanjaardslaan te krijgen. Die adres
sen zijn aan verschillende vereenigingen hier ter stede
verzonden om adhaesie, o.a. ook aan „Vreemdelingen
verkeer." Deze vereeniging, meenende dat het een
gemeentebelang betreft en deze zaak voor verschil
lende beschouwingen vatbaar is, heeft adhaesie-
betuiging geAveigerd. Ook de andere vereenigingen
hebben zulks gedaan, anders waren er Avel adhaesie-
betuigingen ingekomen.
Wat door den heer Beekhuis is gezegd dat n.l.
de concessionaris een jaar tijd heeft om zich te
verklaren, is juist. Maar zij behoeft niet een
jaar te wachten en zal dit ook niet doen, maar
vrij zeker de concessie, die naar haar genoegen is,
dadelijk aanvaarden. Wat nu verder het volgens door
den heer Lautenbach door 1900 onderteekenaars ge-
teekend adres betreft, spreker hecht daaraan niet
veel waarde. Een handteekening Avordt zoo gemak
kelijk geplaatst. Zoo'n adres Avordt zoo gemakkelijk
gelezen en meestal zonder eenig nadenken geteekend.
De heer Komter heeft het standpunt van Burge-