270 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 November 1909. voor het voorstel-Zandstra is dan ook zeer bekoeld en hij zal niet met dat voorstel meegaan. De heer Burger doet opmerken dat de lieer Zandstra het noodig heeft geacht Burgemeester en Wethouders te verwijten, dat zij de meening van den Raad licht opnemen. Spreker wil gaarne verklaren dat het met hem precies is als door Burgemeester en Wethouders in hun prae-advies is gezegd. Hij heeft nl. zijn stem voor het in overweging nemen van het voorstel en om het te renvoyeeren aan Burgemeester Wethouders ten fine van prae-advies gegeven alleen uit deferentie voor den voorsteller en kan zich overigens wel met het prae-advies vereenigen. De heer Beekhuis wijst er op dat de Raad goed moet begrijpen wat de strekking van het voorstel is Het beoogt dat in eeno te vragen onteigeningswet worde opgenomen de bepaling dat do gemeente eens onteigende gronden niet weer aan particulieren zal mogen verkoopen. Wanneer deze clausulo niet aan het voorstel-Zandstra ware vastgekoppeld, zou men er meer voor kunnen voelen, want spreker is het met den voorsteller eens, dat het in het belang der ge meente, is dat zij de gronden om de stad gelegen in eigendom heeft. De ervaring heeft geloeid dat zij in dat geval een uitstekenden stadsaanbouw in de hand kan werken, iets wat niet het geval is als de grond aan particulieren behoort. Dit zou dus het punt zijn, waarin spreker met den voorsteller zou kunnen meegaan. Om daarvoor echter een speciale wet aan te vragen, dat wil spreker niet, te minder niet nu de bepaling van het niet te mogen verkoopen aan het voorstel is vastgekoppeld. De heer Zandstra heeft niet gezegd dat de gemeente de gronden in hare nabijheid moet kunnen naasten voor gemeentebedrijven. Hij heeft gezegd dat de onteigening, bij de Woningwet voorgeschreven, alleen van toepassing is voor de verbetering der volkshuis vesting en niet voor alle andere zaken van meer alge meen belang, als b.v. verschillende gemeentebedrijven. Spreker en zijne partijgenooten wenschen van de Tweede Kamer een wet te ontvangen, waarbij de mogelijkheid is opengesteld dat de gemeenten op eene snelle en goedkoope wijze gronden kan naasten, welke gronden zij kunnen gebruiken zoo zij verkiezen, mits zij ze niet aan particulieren verkoopen. Spreker wenscht een beter onteigeningsrecht. Wat de heer Burger betreft, het mag aardig zijn dat do Raad uit inschikkelijkheid voor spreker diens voorstel niet a bout portant van de hand wijst, maar de leden moeten wel begrijpen, dat zij hier niet zitten om elkander een pleizier te doen. Spreker zal dan ook niet schromen op zijne wijze de belangen der gemeente en van den Raad te behartigen zooals hij meent dat die het best zijn gediend. Wanneer spi ekers medeleden nu meenen de belangen der gemeente en van den Raad het best te dienen door sprekers voorstellen af te stemmen, welnu, spreker hoopt dat zij dat in het vervolg vierkant en niet langs een omweg zullen doen. De beraadslaging wordt gesloten. Met 20 tegen 2 stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Vóór stemmen de heeren J. Koopmans, Fransen, Beucker Andreae, Lautenbach, Wilhelmij, G. W. Koop- mans, Tijsma, Hartelust, Schoondermark, Beekhuis, Komter, Feitz, Oosterhoff, van Messel, Berghuis, Burger, Menalda, Baart de la Faille, Havorschmidt en Feddema. Tegen de heeren Zandstra en de Jong. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een crediet te verleenen voor het aanbrengen van eenige veranderingen in de inrichting der Waag in verband met de met 1 Januari 1910 in te voeren heffing van entree-gelden aldaar. Dit voorstel luidt als volgt Nu met ingang van 1 Januari 1910 voor den toegang tot de waag voortaan een entreegeld zal worden geheven, moet de inwendige inrichting aldaar eenige verandering ondergaan, opdat een goede controle op die heffing mogelijk zij. Bovendien moeten een paar inritten worden gemaakt. De waagmeester heeft daartoo een voorstel bij ons ingediend, waarvan de verwezenlijking, volgens begrooting van den Directeur der Gemeentewerken, f 500.— zal moeten kosten. Het wil ons evenwel voorkomen dat voorloopig een proef kan worden genomen om het maken van een tochtportaal, dat de waagmeester in overweging geeft, achterwege te laten, waardoor de uitgaven tot f 300.zullen worden teruggebracht. Opgemerkt zal door U zijn, dat de Directeur voor de plaatsing van een hekwerk rekent op een gedeelte van het hek om het plantsoen op de voormalige veemarkt en in herinnering wordt gebracht, dat tot vervanging van dit laatste door eene eenvoudige omrastering van T ijzer in beginsel reeds bij de behandeling der begrooting voor 1910 (volgno. 132) door U besloten is. Ons voorstel strekt, dat door U worde besloten aan Burgemeester en Wethouders voor het aanbrengen van eenige wijzigingen in de inwendige inrichting van het waaggebouw en van een paar inritten in het aangrenzend trottoir, een en ander met het oog op de heffing, met ingang van 1 Januari 1910, van ontrecgelden aldaar, een crediet toe te staan van f 300.zulks in afwachting hunner nadere voor stellen ten aanzien der op de loopende begrooting aan te wijzen uitgaaf. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter verleent thans het woord aan den heer Lautenbach tot het vragen van inlichtingen. De heer Lautenbach zegt dat ieder, die tegenwoor dig de gasfabriek passeert, zal opmerken, hoe enorm groot de voorraad cokes is. Spreker, die dicht bij do fabriek woont, heeft het nooit zoo gezien, het overtreft alles, wat tot nu toe is beleefd. Spreker hoort van verschillende zijden en hij gelooft dat het juist is, dat deze zomer een groot kwantum is ver kocht aan de groothandelaren voor 45 ct. per H.L. Die hebben nu het geluk gehad dat de kleintjes het van hen betrekken en daardoor is nu de afzet aan particulieren aan de fabriek onbeduidend. Het is in het oogvallend dat, waar vroeger de cokeswagen elk oogenblik voorbij ratelde, dit nu slechts zelden ge schiedt. Spreker heeft, om zeker te zijn, bij den aannemer van het cokesvervoer geïnformeerd en deze heeft hem medegedeeld dat er dagen zijn dat er niets te doen is, terwijl het ook gebeurt dat er een halve dag met één wagen wordt gereden. Wanneer het juist is dat in dezen zomer grooto hoeveelheden aan groothandelaren zijn verkocht, is dit de oorzaak dat nu de voorraad zoo enorm groot - en de aftrek aan particulieren zoo gering is. Spreker zou omtrent een en ander gaarne worden ingelicht. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 November 1909. 271 De heer Oosterhoff doet den heer Lautenbach op snerken, dat de regeling van den verkoop van cokes bij hare instructie is opgedragen aan de gascommissie, zoodat Burgemeester en Wethouders feitelijk geheel buiten deze zaak staan. Voorzoover het echter mo gelijk is zijn zij bereid den heer Lautenbach inlich tingen te verstrekken. Dat er thans een groote hoeveelheid cokes is, is to danken aan tweeërlei omstandigheden. In de eerste plaats is de productie veel grooter dan vroe ger. Bij de volgeneratorovens toch wordt veel minder van de geproduceerde cokes in de vuren gebruikt dan bij de vroegere. Deze gebruikten 35 °/0 van de productie, terwijl dit bij het tegenwoordig systeem 15 °/0 bedraagt. Dit maakt dus een verschil van 20 of x/5 gedeelte van de geheele productie. De tweede oorzaak is te zoeken in het feit, dat er nog in het geheel geen winter is geweest. Ver leden jaar was dit reeds het geval in October en begin November. Wat overigens de groote voorraad betreft, dit is geen verontrustend feit. Het heeft bovendien voor, dat men nu de particulieren, die cokes bestellen, althans in den aanvang niet zoo lang behoeft te laten wachten als dit vroeger wel eens het geval is geweest. De heer Lautenbach antwoordt, dat hij zich, waar de wethouder spreker doet opmerken dat de gas commissie in dezen het aangewezen college was, reeds tot een lid dier commissie, n.l. den heer J. Koopmans heeft gewend. Deze heeft spreker wel willend inlichtingen verstrekt, doch hem tevens uit drukkelijk naar den voorzitter dor commissie ver wezen. Spreker meende dus goed in den pas te loopen. Hij geeft toe, dat er nog weinig winter is geweest en dat dit wel een oorzaak van den grooten voorraad kan zijn. Wanneer spreker zich echter niet bij den vervoerder der cokes had vergewist, zou hij onbe slagen op het ijs zijn gekomen, maar deze heeft spreker verklaard, dat hij het nog nooit zoo hoeft gekend. Do handelaren zijn bij de hand genoeg en weten dat zij, waar de cokes onzer gasfabriek een goeden naam heeft, in het midden der stad een goed afzetgebied kunnen vinden. Dit is voor de gemeente schadelijk. Wanneer men toch weet dat duizendo H.L. zijn verkocht voor 45 ct., dan maakt dit een verschil van 20 ct. per H.L., over die duizendo II.L. dus een flinke som. Wanneer nu de cokes voor particulieren goedkooper, b.v. voor 00 ct. ter beschikking ware gesteld, zou de gemeente daar zeer mee zijn gebaat. Spreker weet wel dat de heer Oosterhoff zijn standpunt verdedigt op dezelfde wijze als zijn voor ganger, de heer Hijlkema. Deze beweerde altijd dat de gemeente niet tegen de particulieren mag con- curreeren door den prijs lager to stellen dan die in den handel is. Spreker wijst er op dat de gasfa briek van de gemeente is en dat op het oogenblik de geproduceerde cokes niet kan worden geborgen. Er moet in gewerkt worden dat het zoo komt te liggen, dat men de hoop op fatsoenlijke wijze kan passeeren. Wij hebben nu een klein wintertje ge had, koud genoeg om de particulieren te nopen cokes in te slaan. Zij loopen echter de gemeente voorbij. Het belang der gemeente brengt nu mee de cokes zoo snel mogelijk aan de gemeentonaren af te zetten. Een groothandelaar nu, die een grooten voorraad heeft van een of ander artikel, tracht dit ook door prijs verlaging zoo spoedig mogelijk op te ruimen. Spreker zou wenschen dat de gemeento hiertoe ook overging, want zij en de ingezetenen zouden er ten zeerste mee zijn gebaat. Hij heeft daarom de eer voor te stellen De Raad van oordeel waar thans de voorraad cokes aan de gasfabriek zeer groot is overwegende dat het voor de gemeente zeer voor- deelig is den verkoop aan particulieren te bevorderen noodigt de gascommissie uit den prijs voor on- bepaalden tijd te verlagen. De heer Oosterhoff wenscht den heer Lautenbach er op te wijzen dat er een zeer gegronde reden be stond om groote hoeveelheden cokes aan de groot handelaren te verkoopen. Tijdens de verbouwing der fabriek toch werd het terrein geheel door de verschillende werkzaamheden en materialen in beslag genomen en was er geen ruimte voor berging van cokes. Den heer Lautenbach hoorende, zou de indruk worden gewekt, dat de gemeente als het ware met de cokes verlegen was. Dit is inderdaad niet het geval want de Directeur der gasfabriek heeft spreker verzekerd dat de voorraad in 14 dagen is opgeruimd, als er winter komt. Er is volstrekt geen gevaar dat de gemeente er mee blijft zitten. Spreker wil dus niet tot verlaging van den prijs overgaan. De heer Zandstra vraagt of Burgemeester en Wet houders wel denken aan sprekers voorstel bij de be grooting gedaan, om aan on- en minvermogenden cokes beschikbaar te stellen voor verminderden prijs. De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet houders, alvorens zij iets doen aan voorstellen, die bij de begrooting zijn gedaan, afwachten tot de han delingen in druk zijn verschenen. Spreker heeft heden middag zijn exemplaar ontvangen, zoodat het voorstel van den heer Zandstra nu van zelf aan de orde komt. De heer J. Koopmans vraagt, nu zijn naam door den heer Lautenbach is genoemd, het woord en wenscht mede te deelen dat, toen de heer Lautenbach zich tot hem wendde naar aanleiding van den grooten cokes- voorraad aan de gasfabriek, hij gemeend heeft den heer Lautenbach naar den voorzitter van de gas commissie te moeten verwijzen, die het best in staat zou zijn inlichtingen te geven. Dit is nu ook naar sprekers oordeel volledig geschied. Alleen wenscht hij er op te wijzen, dat bij den heer Lautenbach een misverstand bestaat, waar deze zegt dat liet verschil in prijs tusschen dien van den particulier en dien van den handelaar 20 ets. zou bedragen. Dit is echter 15 ets. omdat den particulier de cokes aan huis wordt bezorgd, waarvoor 5 ets. wordt gerekend en do handelaar ze afhaalt. De Voorzitter wijst er op dat de heer Lautenbach in zijn voorstel de gascommissie uitnoodigt den prijs der cokes voor onbepaalden tijd te verlagen. Dit voorstel lijkt spreker na de gehouden korte discussie onaannemelijk. Spreker kan zich voorstellen dat de gascommissie wordt uitgenoodigd te overwegen of eene prijsverlaging ook mogelijk is. Dan echter is het voorstel overbodig, want dan zal het gesprokene voor de gascommissie voldoende aanleiding tot over weging zijn. Spreker zou als raadslid niet kunnen stemmen voor prijsverlaging, aangezien hem uit de discussiëen niet do noodzakelijkheid is gebleken. De heer Lautenbach wijst or op dat de voorraad zeer groot is en alle dagen grooter wordt. Duizendo H.L. zijn voor een prijsje aan don groothandel verkocht, die een zoet winstje heeft behaald. De gasfabriek nu is in de eerste plaats van de gemeente

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 3