290
Yersiag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 December 1909.
zaken enorme kosten noodzakelijk maken, hun niet
toelachen. Wel kan het zijn dat enkelen door con
currentie gedwongen, hiertoe wel moeten overgaan,
doch zij zullen dit slechts gedwongen doen, wijl zij
reeds zoo veel voor reclame moeten opofferen en
zich zoo vele andore onkosten moeten getroosten.
Spreker verwijst naar pag. 313 van het rapport der
commissie, waar staat
„dat het Uwe Commissie bekend is, dat vele win
keliers, door de concurentie van enkele der grootste
„zaken gedwongen, genoodzaakt zouden worden zich
„voor eene electrischo installatie groote offers te
„getroosten, zonder dat hun debiet daardoor in even-
„redigheid zou toenemen, wat zeker niet in hun belang,
„maar toch ook niet in dat van de gemeente zou zijn."
En nu eindelijk de kosten.
Volgens raming zal de fabriek, op zeer bescheiden
schaal ingericht, moeten kosten f 250000.
Wanneer het terrein hierbij wordt gevoegd en wat
voor bijwerk, dan kan deze som gerust worden gesteld
op drie ton.
Gerekend naar een bedrag van 250000.—zal het
le jaar een verlies geven van f 15500.
O
genoemde cijfers ook geene bepaalde zekerheid is
verkregen,
waar uit geen dor rapporten blijkt, dat eene elec-
trische centrale voor onze gemeente noodzakelijk is
waar door het oprichten van eene centrale de be
lastingdruk op eiken burger alweder grooter wordt,
terwijl slechts zeer enkelen ervan kunnen profiteeren
waar de beide laatste jaren zulke groote verbete
ringen aan de gasfabriek zijn aangebracht en hieraan
aanzienlijko sommen zijn besteed
waar de financieelo toestand onzer gemeente, naar
sprekers moening, niet van dien aard is, dat het geAvet-
tigd is, om tot deze groote uitgaaf over te gaan, terwijl
andere zaken, die reeds jaren op uitvoering wachten,
daardoor al weder zullen moeten worden uitgesteld,
daar meent spreker de oprichting van eene elec-
trische centraio vooralsnog te moeten ontraden.
3e
4e
5e
11900.—
8300.—
4700.—
1100.
Samen f 41500.
Het Ge bedrijfsjaar zoude een voordeelig saldo
opleveren van f 2500.doch volgens don heer
Spruijt heeft ook deze berekening iets willekeurigs.
Hieromtrent zegt de heer Bellaart Spruijt
„Ik wil niet ontkennen, dat een dergelijke verdee-
„ling iets willekeurigs heeft, maar dat is bij een opzet
„als deze niet te vermijden en over het algemeen ziet
„men, dat het debiet der contraalstations in de eerste
„vijf, zes jaar regelmatig toeneemt. In den regel
„wordt de stijging van het debiet eerst na dien tijd
„kleiner.
„De stroomlevoring, zooals die in het zesde bedrijfs-
„jaar verwacht kan worden, maakt de uitbreiding der
„centrale noodig met een stoomdynamo, met bijbe-
„hoorende verbindingskabels en schakeltoestellen
„een condensor met pomp met bijbehoorendo leidingen.
„De kosten dezer uitbreiding zullen rd. ƒ40,000.
„bedragen, waarvoor de centrale met een bedrag van
„rd. 3200.per jaar voor rente en afschrijving
„wordt belast."
Nadat het eerste rapport van den heer Spruijt was
ingekomen, kwam bij Burgemeester en Wethouders in
een schrijven van de Directie der Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspooiuvegen, behelzende eene
aanvrage tot levering van electriciteit en eene ver
klaring, dat de Maatschappij genegen zou zijn, be
houdens goedkeuring van den Directeur-Generaal, deze
tegen een stroomprijs van 10 cent per K. W. U. te
accepteeren, gedurende de eerste tien jaar een verbruik
garandeerende A-an 5000.per jaar, gelijkstaande
met 50000 K. W. U.
Volgens den heer Spruijt zoude alsdan het tekort
over de eerste vijf jaren verminderd kunnen Avorden
met f 16000.zoodat de eerste vijf jaren alsdan
een verlies zouden opleveren van f 41500.—
16600.f 25500.Echter meent spreker zijne
bevreemding hierover te kennen te moeten geven,
want om tot deze berekening te komen, zegt de heer
Spruijt, dat het opwekken van deze 50000 K. W. U.
zeer ruim geraamd slechts zou kosten 1000.of
2 cents per K. W. U. Dit komt spreker zeer laag voor,
te meer omdat in de exploitatie-rekening door den
heer Spruijt is uitgetrokken voor 50000 Iv. W. U.
8500.— of 17 cent per K. W. U.
Waar ten slotte blijkt dat eeno electrische centrale
in de eerste jaren beslist A-erlies oplevert en van de
De heer Burger zal zich bij de behandeling van
deze zaak onthouden van opmerkingen over het feit,
dat de Raad in zoo korten tijd Avordt gesteld voor
eene zoo belangrijke beslissing. Door zulke opmer
kingen toch zou de zaak zelve slecht Avotden gediend,
maar bovendien Avordt hot bezwaar, gelegen in den
korten tijd Avelke den Raad voor het nemen zijner
beslissing is gelaten, opgewogen door eene uiterst
volledige schriftelijke voorbereiding, zoodat inderdaad
de zaak rijp is voor beslissing en de tijd niet te kort
is om tot de oprichting van eouo electrische centrale
te besluiten.
De gascommissie, zelve tegen do oprichting, legt
ons een zeer helder rapport voor, dat tot de tegen
overgestelde conclusie loidt, verzekert ons dat dit rap
port hot boste is wat te krijgen was, dingt op de vol
ledigheid en juistheid daarvan niets af en put juist
uit dit stuk zelf haar ongunstig advies. Wanneer
wij dus uit hetzelfde stuk de overtuiging putten, dat
tot de oprichting cener electrische centrale moet
worden besloten, dan is er voor onze discussie en de
te nemen beslissing een zeer zuivere basis aanwezig.
Do gascommissie maakte geene enkele opmerking,
Avaardoor de cijfers van den deskundigen rapporteur
worden aangetast. Wij mocht-cn dus aannemen, dat
ook die cijfers omveersproken zouden blijven. Daarom
valt het spreker verbazond tegen dat die cijfers thans
door een lid der gascommissie Avorden aangevallen.
Toen er in de vorige vergadering sprake van was
deze kwestio in eene besloten vergadering te be
spreken en wellicht don deskundige over to laten
komen tot het geven \Tan nadere inlichtingen, heeft
spreker gezegd dat hij voor zich den deskundige niets
te vragen had en dat hij het slechts dan op prijs
zou stellen, den deskundige to laten overkomen,
wanneer een van de leden dor gascommissie voor
nemens was, naar aanleiding van het rapport iets in
het midden te brongen, waarop de deskundige zich
niet schriftelijk had kunnen verdedigen. Spreker
heeft de leden der gascommissie uitgenoodigd daarvan,
indien zulks het geval A\*as, dadelijk blijk te geven.
De gascommissie heeft gezwegen en daarom geeft
spreker den heer Wilhelmij thans niet het recht op
de berekening van den deskundige iets af te dingen.
De berekeningen en cijfers van den juist vol
gens de gascommissie zoo uitnemenden deskundige
maken op spreker den indruk van te zijn opgezet
mot de meest mogelijke voorzorg tegon vergissingen
of misrekeningen. Zoo is niet op grond der elders
opgedane ervaringen eene abstracte berekening opge
zet en eenvoudig op onze gemeente toegepast, is
niet uitgegaan van het idee, dat de ervaring der
Duitsche steden ook A*oor ons geldig zou kunnen zijn,
doch is daarvan alleen in zoover gebruik gemaakt,
dat do deskundige het aantal aamvezige gasmotoren
hoeft nagegaan en eeno gelijkmatige vermeerdering
der electromotoren hoeft aangenomen. Ook in andere
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
opzichten geeft het rapport blijk, ruimschoots rekening
te hebben gehouden met Leeuwarder toestanden en
voor alle zekerheid zeer zuinig te hebben gerekend.
Wat de berekening der oprichtingskosten betreft, de
heer Bellaar Spruijt heeft herhaalde besprekingen
met de gascommissie gehad en op alles is ruimschoots
gerekend, alleen is de waarde van het terrein niet
in de berekening opgenomen. De verliezen zullen
dus iets grootor moeten worden tengevolge van de
rente over de Avaarde van het terein. Spreker houdt
zich overigens in alles aan do berekeningen van den
heer Spruijt.
Nu staat wel dit vast, dat er slechts één bezwaar
kan bestaan tegen de oprichting eener electrische
centrale, n.l. het feit, dat er gerekend moet Avorden
op ernstige verliezen in de eerste jaren.
Spreker ziet gaarne dat Leeuwarden met den tijd
meegaat en niet wordt een dorp in den een of anderen
achterhoek, maar dat het een stad blijft, waarmede
rekening moet worden gehouden, het centrum van
verkeer over een ruime omgeving. Daarom zijn wij
zeer gesteld op de oprichting eener electrische cen
trale. Wanneer spreker zegt wij, bedoelt hij ook de
leden der gascommissie, Avier advies aanvangt met de
mededeeling, dat zij reeds aanstonds, immers vóór
de indiening der rapporten van den heer Spruijt en
vóórdat er sprake vvas van een contract met do staats
spoor, had besloten te adviseeren tot afwijzing van
een verzoek om concessie voor eeno blok-centrale
„omdat de oprichting van particuliere blok-centrales
„do eventueele totstandkoming eener gemeentelijke
„electrische centrale, waartoe binnen langoren of Jcor-
teren tijd wel zou, worden besloten, misschien in don
„weg zou staan of althans zou bemoeilijken".
Dus de gascommissie erkent, dat de gemeentelijke
electrische centrale er ongetAvijfeld zal komen. Het
is goed, dit aanstonds vast te stellen, Avant daarmede
wordt de kwestie, die thans aan de orde is, geredu
ceerd tot de vraag, of thans reeds tot de oprichting
moet Avorden overgegaan of dat daarmede nog dient
gowacht.
De heer Bellaar Spruijt heeft in zijn tweede advies
omtrent dit punt anders gedacht dan in het eerste
en juist deze onder den invloed eener inmiddels
opgekomen omstandigheid langzamerhand aange
brachte wijziging is spreker zoo sympathiek, omdat
zij op zoo zuiveren gedachtengang berust, dien spreker
gaarne wil volgen.
Eerst heeft de adviseur gezegd is het, met het
oog op den financiëelen toestand der gemeente, wen-
schelijk do centrale nu op te richten
Neen, het presseert niet, het behoeft nu niet te
gebeuren, de gemeente kan eerst nog wel de kat uit
den boom kijken.
Daar zou het bij gebleven zijn, als niet gekomen
Avas de aanbieding der Maatschappij tot Exploitatie
van Staatsspoorwegen. Tengevolge van het immers
ook voor do gascommissie vaststaande feit, dat de
gemeente moet komen tot eene electrische centrale
en het verlies toch eens moet slikken, zou spreker
ook met den heer Spruijt Avillen zeggennu er om
standigheden in het spel komen, Avaardoor het verlies
aanmerkelijk kleiner wordt, mag de gemeente de
gelegenheid niet ongebruikt laten voorbijgaan, want
niemand kan ons Avaarborgen dat zulko omstandig
heden later Aveder zullen voorkomen.
Spreker rest nu nog de gronden te bespreken,
Avaarop de gascommissie de oprichting meent te
moeten ontraden. Hij moet beginnen met te doen
opmerken, dat deze commissie, die uitgaat van de
veronderstelling, dat de electrische centrale er moet
komen, zich zelf voortdurend tegenspreekt.
De beide eerste argumenten, waarop het advies
der gascommissie berust zijn
a. de behoefte aan eene electrische centrale wordt
Leeuwarden van Dinsdag 21 December 1909. 291
niet gevoeld en aandrang van de zijde der burgerij
is niet Avaargenomen
b. de behoefte bestaat niet.
Wat het voelen der behoefte aangaat, spreker is
van oordeel dat het daarmee gaat als met de meeste
andere dingen n.l., dat de behoefte aan iets nieuws
niet eerder wordt gevoeld, voor het er is. Duidelijk
echter is door den adviseur aangetoond, hoe het
kleinbedrijf door electrischo beAveogkracht vooruit
geholpen Avordt.
Aandrang uit de burgerij is niet waargenomen, zegt
de gascommisio en zelfs de aanvragors om eene con
cessie hebben niets meer van zich laten hooren. Wat
dit laatste punt betreft, is spreker ATan oordeel, dat
de bedoelde aanvraag ongehoord lang is blijven liggen.
Maar allerminst past het de gascommissie, den aan
vragers te verAvijten, dat zij niet nader hebben aan
gedrongen, daar immers hun verzoek nog altijd
aanhangig was en eene beschikking daarop mocht
worden verwacht.
Van Avie moest die aandrang dan uitgaan? Van
de heole kleine luidjes, de kleine handwerkslieden,
die door do electrische beweegkracht tot zekere
hoogte zullen worden in staat gesteld met het groot
bedrijf te concurreerenMaar juist deze menschen
zien in dergelijke zaken niet ver vooruit, houden te
weinis: overleg met elkaar en laten hun stem niet
O O
zoo gemakkelijk hooren. Uit het feit, dat er geen
of Aveinig aandrang is om te komen tot de oprichting
eener electrische centrale, mag men niet concludeeren
dat er geen behoefte aan bestaat, allerminst de gas
commissie, die zelve overtuigd is, dat de centrale er
komen moet.
De behoefte bestaat niet, redeneert dc gascommissie,
omdat er door de afwezigheid van groote centra
geen gevaar behoeft te bestaan dat Leeuwarden over
vleugeld zal AA'orden. Groote centra zijn er niet, dat
geeft spreker toe, kleine nijvere centra daarentegen
zijn er wel.
Wanneer b.v. Sneek of Bolsward of beide steden
gezamenlijk eene electrische centrale oprichtten, zou
het, wanneer die hier nog niet Avas, Avel eens kunnen
blijken, dat Leeuwarden met de nachtschuit kAvam
en gelijk Averd aan een dorpje in den een of anderen
achterhoek.
Het derde argument, dat de winkeliers door de
concurrentie tot groote kosten genoodzaakt zijn, zonder
dat hun debiet daardoor in evenredigheid zou toene
men, hoeft iets verleidelijks. Voor enkele winkeliers,
als handelaars in bloemen, modes, juweelen is elec-
trisch licht noodig, voor anderen is het wel een
moeielijke stap, maar spreker is van oordeel, dat hij
zal worden gedaan en dat men er later geen berouw
van zal hebben. Hij blijft er bij dat de gascommissie
ook met dit argument in strijd komt met de prae-
misse: do electrische centrale komt er. Wanneer Avij
geen spoor haddon en het vervoer sukkelde met oude
karrotjes, zou men dan ook rodeneeren: wat zullen
Avij met een spoor doenals wij een spoor krijgen
gaan wij reizen en reizen kost geld. Ja, vroeger
redeneerde men zoo, doch men is dit wel anders gaan
inzien, Avant overal. Avaar geen spoor is, hunkert men
er naar. De Geldersche Achterhoek is door spoor-
en tramwegen tot ongekenden bloei gebracht. De
Zuid-Oostboek onzer provincie hunkert naar het tot
standkomen van spoorwegen daar voelt men al, dat
men achterop is en dat er veel, zeer veel moet worden
ingehaald. Zoo zal het ook hier gaan als men zich
niet tijdig weet te voegen naar Avat de eisch is van
den tijd.
Spreker zijn oude zaken hier ter stede bekend, die
lang den ouden sleur volgden en achteruitgingen,
tot zij tot het besef kAvamen, dat het zoo niet ging
die zich dan groote opofferingen getroostten om met
den tijd mee te gaan en door den zuren appel hebben