298 Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 December 1909.
geldelijke bezwaren niet in die mate als zijn collega.
Wanneer hij spreker zich toch vast houdt aan
de cijfers van den heer Bellaar Spruijt, komt
de gemeente voor een verlies te staan van 20,000,
verminderd met het bedrijfskapitaal ad 12,000,
zoodat er een te dekken tekort blijft van 8000.
Dit kan de gemeente toch wel in 5 jaar uit de
gewone inkomsten bestrijden. Bovendien, waar de
Staatsspoor een afname garandeert van 50,000 K.W.U.,
kan die maatschappij ook meer afnemen, terwijl er
ook nog andere groote afnemers kunnen komen,
waardoor do rentabiliteit wordt verhoogd.
Verder beredeneert de heer Komter dat de prijs,
dien de gemeente van de Staatsspoor vraagt, te laag
is en hij beroept zich op de rapporten van dr. de
Gelder, terwijl hij mededeelt, dat de conclusie der
daarover met onzen adviseur gehouden besprekingen
eigenlijk alleen deze was, dat de prijsbepaling zeer
moeielijk is en dat daarover zeer verschillend
wordt gedacht. Spreker moet zich hiertegen uitdruk
kelijk verzetten.
De redeneering van den heer Bellaar Spruijt was
zoo eenvoudig eu afdoende, dat er geen zweem van
twijfel over behoefde te blijven. Hij heeft er toch
op gewezen, dat de kosten van de te leveren elec-
triciteit uit twee deelen bestaan, n.l. uit de oprieh-
tings- en de productiekosten. De productiekosten
worden veroorzaakt door steenkool, olie, poetskatoen
enz., en vormen dus een klein onderdeel van de
totaalkosten.
Het doel van de oprichtingskosten, dat nu ten
laste komt van de K.W.U., hangt samen met het
aantal branduren.
De centrale wordt opgericht op eene bepaalde
capaciteit en bij een gering aantal branduren zijn
de kosten per K.W.U. dus grooter.
In Delft bedraagt het aantal 300 bij de Staatsspoor,
alhier zal het 2800 bedragen.
Hieruit volgt dat het K.W.U. hier veel goedkooper
kan worden geleverd dan in Delft. Waar die kost
prijs hier volgens den heer Spruijt ö1/^ cent bedraagt,
maakt do gemeente bij een verkoopprijs van 10 cent
nog een aardige winst.
De heer Feddema, die spreekt over do to lijden
verliezen, zegt, dat de gemeente die niet mag ris-
keeren, in de hoop, dat later winsten zullen volgen,
evenmin als een goed huisvader of koopman dat
ooit zou doen. Een dergelijke redeneering gaat
echter niet op. Spreker is overtuigd dat er groote
firma's genoeg zijn aan te wijzen, die jaren aaneen
verlies lijden tengevolge van reclame enz., juist om
later de vruchten daarvan te plukken.
Spreker is van oordeel dat de Raad over de be
zwaren heen moet stappen en is overtuigd, dat het
nu voor Leeuwarden het juiste oogenblik is om
tot de oprichting eener electrische centrale over te
gaan.
De heer Burger zal na het door don heer Ooster-
hoff gesprokene zich niet ophouden met het beant
woorden der verschillende sprekers, maar houdt het
door hem in eersten termijn gesprokene staande. Spre
ker wenscht nog oen paar opmerkingen te maken.
In het begin van het rapport der gascommissie is
geadviseerd eene afwijzende beschikking te nemen
op het adres van Jhr. mr. W. C. van Eysinga c.s., om
dat, wanneer deze heeren eene blokcentrale zouden
oprichten, dit de gemeente later in den weg zou staan.
Wanneer niet wordt besloten tot de oprichting eener
electrische centrale, ligt daarin opgesloten, dat zulks
nog verscheidene jaren op zich zal laten wachten.
De kans op oprichting van eene provinciale centrale
is gedurondo meerdere jaren ook niet groot.
Hoe moet dan met de aanvragers worden gehan
deld Zou de Raad moreel gerechtigd zijn de aan
vraag af te wijzen, dus geen toestemming te ver-
leenen Zeker nietEn geeft men wel concessies
uit, dan is men later achterop en heeft reeds vooraf
de beste klanten verloren.
Spreker wenscht een enkel woord te richten tot
den heer de Jong. Spreker is in de kleine bedrijven,
niet in bijzonderheden tehuis, maar wenscht de uit
drukking te rescontreeren, dat het kleinbedrijf naar
den kelder gaat. Er is een tijd geweest dat allen er
zoo over dachten. Echter is er toen eene omstandig
heid opgekomen, vooral in Friesland merkbaar, die
ons een geheel anderen kijk op de zaken heeft ge
geven. Immers het kleine veehoudersbedrijf, dat ook
te gronde dreigde te gaan, is herleefd als gevolg
van de oprichting der zuivelfabrieken. En voor allerlei
klein- en industriebedrijf heeft zich in Duitschland
hetzelfde verschijnsel voorgedaan in streken, waar
de electrische of waterbeweegkracht in toepassing is
gebrachtdaar heeft men een geweldige opleving
der industrie kunnen waarnemen.
Het meubelmakers-bedrijf b.v. wordt hier nog al
beoefend.
Hu wordt er altijd geklaagd dat de handenarbeid
niet uit kan tegen dien van de fabriek. Welnu, door
toepassing van electrische beweegkracht wordt iedere
werkplaats een fabriek en kan tengevolge daarvan de
klein-industrie weder beter tegen de groot-industrie
concurreeren. Spreker meent dat de heer de Jong
en zijne partijgenooten de opkomst der electriciteit
konden begroeten als een bondgenoot tot hot omhoog
brengen van don kleinen man.
De heer de Jong heeft den heer Burger hooren
zeggen dat in Friesland het veehoudersbedrijf door
het oprichten van zuivelfabrieken is opgeleefd. Spre
ker noemt het niet gemakkelijk om over deze agrarische
kwestie te oordeelen, maar het veehoudersbedrijf kan
niet worden vergeleken met de industrie.
Het is echter nog zeer de vraag of het klein-bedrijf
in den landbouw en de veeteelt dient te worden bevor
derd. Het gaat met groote opofferingen der betrokkenen
gepaard en als er een paar slechte jaren komen,
zooals thans met den lioogen waterstand het geval is,
ziet men dat tal van die kleine bedrijfjes naar den
kelder gaan.
Maar ook al zou dit niet zoo zijn, wat goed is
voor den landbouw en de veeteelt, is het daarom nog niet
voor de industrie. Al is het een feit, dat het klein
bedrijf in den landbouw en de veeteelt toeneemt, dat
bewijst nog volstrekt niet dat dit ook het geval zal zijn
of zal kunnen zijn in de industrie. Spreker herhaalt,
dat do veeteelt en landbouw met de industrie niet
is te vergelijken en blijft er van overtuigd, dat door
geen enkel middel het kleinbedrijf in staat kan worden
gebracht, tegen het grootbedrijf te kunnen concurreeren.
En tegen deze uitspraak in hare algemeenheid, van
den heer Burger, was sprekers bestrijding gericht.
Spreker's tegenstand tegen de oprichting vloeit,
naar hij straks heeft medegedeeld, voort uit het on
gunstig tijdstip.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om
het schrijven der Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen voor kennisgeving aan te nemen,
wordt verworpen met 12 tegen 10 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Feddema, de Jong. Feitz,
J. Koopmans, Wilhelmij, Zandstra, Lautenbach, van
Messel, Mena.lda en Komter.
Tegen de heeren Fransen, G. W. Koopmans. Berg
huis, Beucker Andreae, Burger, Hartelust, Oosterhoff,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad v:
Beekhuis, Schoondermark, Haverschmidt, Tijsma en
Baart de la Faille.
De heer Qosterhoff dient nu, mede namens don heer
Burger, het volgend voorstel in
de Raad besluit tot de oprichting van een gemeen
telijke centrale voor de levering van electriciteit voor
verlichting en industriëele doeleinden,
en machtigt Burgemeester en Wethouders om met
de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
een contract aan te gaan tot levering aan het stations
terrein. op den voet als in de brieven van den heer
Directeur-Generaal dier maatschappij van 22 Maart,
9 April en 24 Augustus 1909 aangegeven.
Met 12 togen 10 stemmen wordt dit voorstel aan
genomen.
Leeuwarden van Dinsdag 21 December 1909. 299
Vóór stemmen de heeren Fransen, G. W. Koopmans,
Berghuis, Beucker Andreae, Burger, Hartelust, üoster-
hof£ Beekhuis, Haverschmidt, Schoondermark, Tijsma
en Baart de la Faille.
Tegen de heeren Feddema, de Jong, Feitz, J.
Koopmans, Wilhelmij, Zandstra, Lautenbach, van
Messel, Menalda en Komter.
Met algemeene stemmen wordt besloten afwijzend
te beschikken op de adressen van Jhr. mr. W. C.
G. van Eijsinga e.a. en W. A. Slager, houdende
verzoek respectievelijk tot het oprichten van een
electrische blokcentrale en het spannen van draden
boven gemeentegrond.
Kiets meer te behandelen zijnde, wordt de verga-
ring door den Voorzitter gesloten.