46
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Maart 1910.
deel, dat de Raad niet in hooger beroep mag gaan.
Hij zal zich dan ook tegen verklaren op de
gronden, door hem in de vergadering van December
aangevoerd en op die door Gedeputeerde Staten aan
gegeven.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en
Wethouders eenstemmig gemeend hebben dit voorstel
te moeten doen. Het is den leden bekend, dat spreker
behoorde tot de tegenstemmers van de motie-Burger-
Oosterhoff.
Met Gedeputeerde Staten is hij het eens, dat de
financieele toestand van onze gemeente niet roos
kleurig is en meermalen was hij in de gelegenheid
de aandacht van den Raad daarop te vestigen. Hij
kan echter niet toegeven dat de gevolgen van dit
Raadsbesluit zoo bezwarend zouden zijn, dat daardoor
dit ingrijpen in de zelfregeering der gemeente zou
worden gemotiveerd.
Thans komt de Burgemeester ter vergadering, die
de leiding van den heer Komter overneemt.
De heer J. Koopmans was reeds voordat de lieer
Komter gesproken had, voornemens zijne stem tegen
het voorstel van Burgemeester en Wethouders te
motiveeren. Ook nu is hij nog niet van inzicht ver
anderd. De heer Komter heeft hem niet kunnen
overtuigen in dezen verkeerd te doen.
Ofschoon hij niet geheel meegaat met de opvatting
van Gedeputeerde Staten omtrent den zorgelijken toe
stand van de gemeente-financiën, hij heeft bij de
vorige behandeling van dit onderwerp ook reeds te
kennen gegeven, dat hij in dit opzicht nu juist niet
pessimistisch gestemd is acht hij toch de oprichting-
van eene electrische centrale, vooral met het oog op
de nadeelige exploitatie-rekening voor de gemeente,
thans niet gewenscht, en zeer tegen het belang van
de Gemeente.
Hij zal daarom stemmen tegen het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om
van het besluit van Gedeputeerde Staten in hooger
beroep te gaan, wordt aangenomen met 11 tegen 8
stemmen.
Vóór stemmen de heerenFransen, Beucker An-
dreae, Oosterhoff, G. W. Koopmans, Burger, Schoon-
dermark, Tijsma, Komter, Hartelust, Berghuis en
Haverschmidt.
Tegen de heeren Wilhelmij, J. Koopmans, Lauten-
bach, Feitz, Zandstra, van Messel, Feddema en Menalda.
Aan de orde is het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om eene commissie te benoemen voor
de redactie van het adres.
De heer Komter doet den heer G. W. Koopmans
opmerken, naar aanleiding van het door dit raadslid
gesprokene, dat de Raad niet lang geleden met een
adres inzake de Woningvereeniging voor hetzelfde
feit heeft gestaan. Toen is ook eene commissie be
noemd voor de redactie van een adres. Dit geval
staat daarmede op dezelfde lijn. De voorstanders
van het voorstel kunnen dan alle kracht leggen in
de motiveering van het door den Raad genomen
besluit. Spreker geeft den Raad in overweging het
voorstel aan te nemen.
De heer G. W. Koopmans is nog niet overtuigd dat
men moet afwijken van den gewonen gang van za
ken. De heer Komter heeft gezegd dat Burgemees
ter en Wethouders het wel aanlig zullen vinden als
eene raadscommissie hot adres redigeert. Maar dan
gaat de Raad van den koninklijken weg af. Wan
neer zulks geschiedt en er wordt onderzoek gedaan
naar den gang van zaken en als dan blijkt dat Bur
gemeester en Wethouders van oordeel waren dat
eene raadscommissie beter gronden kan vinden voor
de verdediging van het besluit, dan zal dit niet in
het voordeel der zaak wezen. De drie Wethouders
nu hebben reeds voorgestemd om in hooger beroep
te gaan en die zijn wel in staat goede gronden voor
dat beroep aan te geven. De verdediging is bij hen
in goede handen.
Wat het adres der Woningvereeniging betreft, dat
was een exceptioneel geval, waarnaar men een ander
geval niet mag beoordeelen. Spreker zal tegenstemmen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt aangenomen met 17 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Wilhelmij, Fransen,
Beucker Audreae, Oosterhoff, J. Koopmans, Lauten-
i bach, Burger, Feitz, Zandstra, Schoondermarb, Fed-
i dema, Tijsma, Komter, Hartelust, Berghuis, Menalda
en Haverschmidt.
Tegen de heeren: G. W. Koopmans en van Messel.
Do Voorzitter vraagt of de Raad de benoeming der
leden voor de commissie aan hem wenscht over te
laten.
Daar niemand zich hier togen verklaart worden
door den Voorzitter aangewezen de heeren: Oosterhoff,
Hartelust en Burger.
De heer Baart de la Faille is inmiddels ter verga
dering verschenen.
2. missive van den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel aan Burgemeester en Wethou
ders, waarbij hij zich bereid verklaart te bevorderen
dat aan de gemeente subsidie zal worden verleend
voor twee cursussen en een herhalingscursus in eerste
hulp bij ongelukken van ten hoogste f 250.n.l.
100.— per cursus en f 50.voor de herhalings
cursus.
3. dankbetuiging van mej. M. G. Faber en den heer
P. J. Koopmans voor hunne benoeming respectievelijk
tot onderwijzeres en onderwijzer aan de gemeente
scholen nos. 5 en 1
4. bericht van den heer mr. A. Burger dat hij
de benoeming tot curator van het gymnasium aan
neemt.
De stukken 24 worden voor kennisgeving aan
genomen
5. adres van de Naamlooze Vennootschap „Olso"
spaarlichtmaatschappij te Utrecht, houdende verzoek
om tot eene proefneming met haren spaarbrander
over te gaan.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van afdoening
6. adres van den heer D. van Hoorn, alhier,
waarbij hij wegens zijne benoeming tot leeraar aan
de Hoogore Burger School te Nijmegen tegen 16 Mei
a.s. ontslag verzoekt als leeraar aan het gymnasium
alhier.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
7. bericht van denzelfde, dat hij ontslag neemt
als lid der Commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
8. adres van den heer L. Joh. v. d. Meulen alhier,
waarbij hij verzoekt de hem destijds verleende ver
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Maart 1910. 47
gunning tot het hebben van een inrit in gemeente
grond vóór zijn perceel Ruiterskwartier no. 105 in
te trekken
9. adres van het bestuur der Leeuwarder Kaats-
club om voor de op Pinkster Maandag alhier te
houden Bondskaatspartij een subsidie te verleenen;
10. adres van P. Cramer alhier, houdonde verzoek
aan hem in koop af te staan een strookje gemeente
grond gelegen tusschen den achtergevel van zijn
perceel Torenstraat no. 19 en de afscheiding aan de
Westerplantage.
De stukken 810 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies
11. adres van de afdeeling Leeuwarden van den
Nederlandschen Federatieven Bond van Gemeente
werklieden om alsnog in hot ontwerp-werkliedcn-
reglemont veranderingen aan te brengen, als in het
adres zijn aangegeven.
Zal bij de stukken worden gevoegd
12. adres van G. Ruiter, directeur der Naamlooze
Vennootschap „Ruiters schaatsenfabriek en constructie
werkplaats te Bolsward", hondende verzoek hem eene
schadevergoeding van 50.toe te staan voor
gemaakte onkosten bij de aanbesteding van gesmede
ankers ten behoeve van de herstelling der Oldehove,
waarbij hij de laagste inschrijver was, doch welke
levering hem niet werd gegund.
13. adres van het hoofdbestuur der Provinciale
Friesche Vercenigïng „het Groene Kruis" om deze
ten behoeve van het ziekenvervoer een jaarlijksch
subsidie uit do gemeentekas te verleenen.
De stukken 12 en 13 worden in handen gesteld
van Burgemeester en Wethouders ten fine van
prae-advies
14. adres van A. J. Krieger te Amersfoort en
jhr. L. W. van dor Goes alhier, houdende mededeeling,
dat zij de concessie voor den aanleg van een paar-
detramlijn in deze gemeente niet aanvaarden, doch
verzoeken daaromtrent opnieuw met hen in overleg
te treden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
15. missive van heeren Voogden der Stads Armen-
kamer, houdende verzoek om machtiging tot af- en
overschrijving op de begrooting dier instelling, dienst
1909.
Wordt in handen gesteld van de heeren: Burger,
Hartelust en G. W. Koopmans om onderzoek en
rapport
16. de rekening en verantwoording der commissie
van administratie der Stads Bank van Leening, dienst
1909.
Wordt in handen gesteld van de heeren Beekhuis,
Zandstra en Tijsma om onderzoek en rapport;
17. adres van R. Swildens e. a., allen bakkers
alhier, waarbij wordt verzocht artikel 83 der ontwerp
verordening, houdende algemeene bepalingen van
politie voor deze gemeente, in dien zin te wijzigen,
dat de karretjes met niet wijder spoor dan 90 cM.
mogen worden bestuurd door personen tusschen 12
en 16 jaar of eene bepaling in de verordening op te
nemen, waardoor aan do in het adres genoemde be
zwaren tegen het voorgestelde artikel wordt tegemoet
gekomen.
Zal bij punt 8 der agenda worden behandeld
18. dat door Burgemeester en Wethouders I. bij
openbare aanbesteding zijn gegund
a. het verrichten van verf- en witwerken aan- en
in verschillende gemeentegebouwen en eigendommen
perceel 2 aan K. Roeda alhier voor f .187.
perceel 3 aan Th. de Boer alhier voor f 84.per
ceel 5, 6, 8, 11 en 12 aan de wed. H. Piquer alhier
resp. voor f 112.62.,/144.54.50.
perceel 7 aan S. S. Baarda, alhier, voor f 51.
perceel 9 aan de firma P. J. Koopmans, alhier, voor
f 449.perceel 10 aan Jan de Jong, alhier, voor
f 410.— perceel 13 aan M. Lieuwma, alhier, voor
f 133.perceel 14 aan T. Sieger en B. Eisma,
alhier, voor 88.terwijl de perceelen 1 en 4
niet zijn gegund
b. aan D. J. Nijenhuis te Apeldoorn het leveren
van ijzeren ankers ten behoeve van de herstellingen
der Oldehove voor 1317.
c. aan C. IJsbrandij alhier, het maken van steigers
in en om dien toren voor f 2673.—
II. bij openbare inschrijving tengevolge het over
lijden van den tegenwoordigen pachter, zijn gegund
de opkomsten van de bruggelden der Blauwebrug
over het Vliet gedurende het tijdvak, eindigende 12
Mei 1914, aan K. Bakkers alhier voor eene jaarlijksche
pachtsom van 2.50 en tegen eene aan hem uit te
keeren vergoeding voor de bediening van f 47.50
per jaar;
lil. provisioneel aan IJ. Verhoeve alhier in koop
is afgestaan pl. m. 115 M2. van blok XVIc der bouw
terreinen aan de zuidzijde van het Nieuwe Kanaal
voor pl. m. f 632.55.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
19. dat het bestek van de herstelling en uitbreiding
van gemeenteschool no. 6, waarvan de Raad zich de
vaststelling heeft voorbehouden, aan de leden is
rondgedeeld en dat de teekeningen, daarop betrekking
hebbende, op de gebruikelijko wijze op het Blanke
Ruim ter bezichtiging zullen worden gesteld.
Het voornemen bestaat deze aangelegenheid in de
eerstvolgende vergadering in behandeling te brengen,
indien de Directeur der Gemeentewerken genoegzaam
hersteld is om tegenwoordig te zijn.
De heer Feddema vraagt of de leden, die het noodig
oordeelen, school 6 mogen bezoeken.
De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet
houders maatregelen zullen nemen waardoor de leden
van den Raad, die toegang tot de school begeeren,
die krijgen.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake een tweetal adressen, houdende beroep tegen
hunne beslissing omtrent de verleening van afschrij
ving op aanslagen in den Hoofdelijken Omslag,
dienst 1909.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
2. Alsvoren inzako het adres van den arts W. F. J.
Uffelie alhier, om hem met ingang van 1 April e.k.
opnieuw voor een driejarig tijdvak te belasten met
de genees- en heelkundige behandeling van behoef-
tigen in de gemeente.
Zal in eene volgondc vergadering worden behandeld.
3. Alsvoren betreffende het adres van H. C. Beek
man om in beginsel te besluiten tegen bijbetaling
van 2550.- door particulieren, van gemeentewege
te voorzien in de demping, rioleering en bestrating
van de sloot langs het Pieterseliewaltje, zoomede
voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanleg
en exploitatie van een perceel gardeniersland aan
Oldegalileën als bouwterrein.
Wordt gedrukt als bijlage en bij de leden rond
gezonden.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan het hoofd van gemeenteschool no. 1, den heer
G. Geerts, op zijn verzoek met ingang van 1 Sep
tember 1910 eervol ontslag als zoodanig te verleenen
op grond van lichaamsgebreken.